De  Schakel.

 

No. 356 - SEPTEMBER  2004


Woord van de Provinciaal

Beste medebroeders,   

Het is alweer jaren geleden. Ik zat aan het ziekbed van broeder Kobus. De dokter had hem aangezegd dat hij niet veel tijd meer te leven had. Hij had moeite met ademhalen: "Kobus, ben je niet angstig?" – “Angstig? Waarom zou ik bang zijn? Ik heb Jezus altijd als mijn broeder gezien".

Piet Kramer te Heythuysen, jubilarissendag

Nog pas geleden begroeven we broeder Daan van Berkel, die Jezus ook al vertrouwelijk “zijn broer” noemde. Zijn "tweelingbroer" nog wel. Kobus en Daan spraken eenvoudig en waarachtig uit wat hen in hun leven als broeder-missionaris diep geraakt had, wat hen sterkte en inspireerde bij leven en welzijn. En uitzicht gaf bij tegenslag en dood: hun broederlijke verbondenheid met Jezus.

In feite is "broeder, zuster", de enige titel die ons als Christenen toekomt. Jezus was daar duidelijk over: "Jullie bent allemaal broers van elkaar. Jullie moeten dus niemand op aarde Vader noemen. Want jullie hebben maar één Vader: De Vader in de hemel" (Mt.23, 8-12).

 Overdreven? Nou; Hij heeft het toch echt gezegd. Hij gaf die eretitel ook zelf aan zijn leerlingen: "Wie zijn mijn moeder en mijn broeders?" Hij zag ze om zich heen zitten, die vissers en dorpsvrouwen, die Hem volgden. "Iedereen die de wil van God doet is mijn moeder, mijn zus en mijn broeder" (Mc.3, 31-35).

Paulus noemde Jezus dan ook "de eerste van vele broeders". Hij beschouwde de vroege Christengemeenschappen dus blijkbaar als een familie van broers en zussen rond Christus als oudste broer. Maar dan is er ook "geen onderscheid meer", schrijft hij: "Geen onderscheid tussen Joden en Grieken, slaven of vrijen, mannen of vrouwen" (Galaten 3, 26-29).

En dus geen plaats meer in het Christelijk woordenboek voor Doorluchtige Hoogwaardigheden, Heilige Vaders, Hoogeerwaarde Heren of Waarde Moeders. Om van Eminenties, Monsignori en Hunne Zaligheden maar helemaal niet te spreken. Geen onderscheid. Alleen maar broeders en zusters. Nou zover is het helaas nog niet in de kerken. Nog lang niet.

Toch dromen we van een broederlijker wereld. En raakt het oude verhaal hoe Jezus in onze wereld kwam nog velen van ons diep: in leven en sterven werd Hij onze lotgenoot: onze broeder.

De broeder-missionarissen onder ons voelden zich geroepen om samen en in verbondenheid met Hem aan die droom gestalte te geven. Werken aan een betere wereld. Aan het koninkrijk Gods onder ons, zoals Hij en samen met Hem.

De eerste twee Nederlandse Missionarissen van Afrika waren broeders: De vroegere zouaven, Gerard Mertz uit Maastricht en Isaac van der Does uit Beverwijk. Ze traden in 1882 bij ons in: 6 jaar vóór pater de Louw, onze eerste priester. Gerard werkte in Tanzania, Isaak in Tunesië.

Ook de allereerste Afrikanen die lid werden van onze Sociëteit in de tachtiger en negentiger jaren van de 19de eeuw waren broeders: de Oegandezen Leo Lwa-nga en Tobie Kizza. Sommigen van onze Nederlandse broeders hoorden bij de allereerste missionarissen die een stamgebied binnen trokken: Anton Verkuylen in Malawi en Zambia, en Basilide Koot in Noord-Ghana. Net als hun priesterkameraden maakten ze het meestal niet lang en werden ze na een paar jaar door malaria geveld. Zo ligt broeder Anton begraven bij de allereerste missiepost van Zambia. Pas 31 jaar oud.

de gewapende Broeders van de Sahara

De broeders hebben een enorme bijdrage geleverd aan het missiewerk en voor het welzijn van mensen. En nog. Op allerlei gebied. Door hun vakbekwaamheid, hun arbeidsvreugde en de gedegen opleiding die ze meegeven aan hun medewerkers en leerlingen, die ze vormen tot vaklui.

 Naast een ambacht brengen ze hen ook voldoening om goed afgeleverd werk bij. En eerlijkheid en verantwoordelijkheidsgevoel bij de uitoefening van hun ambacht. Hoeveel mensen werden zo niet opgeleid tot smeden, timmerlui, metselaar, bouwer, boer en tuinder ....

Wat hebben de broeders, samen met hun medewerkers, niet opgezet en gebouwd aan scholen en ziekenhuizen, kerken en kapellen, vormingshuizen en werkplaatsen, boerderijen en plantages .... Er is het verhaal van de broeder, die bij ons opgeleid tot kleermaker, de grote kathedraal op de heuvel van Rubaga. deed verrijzen. Of van Tino, de "burgemeester", die de kathedraal van Ouagadougou op zijn naam heeft staan: een monument dat nu op postzegels prijkt. Helemaal gebouwd in gedroogde steen. Of over Johan Campschreur, die in Kasama een moderne kathedraal neerzette, waarin de mensen zich rondom het altaar scharen, waarop het licht helder neerdaalt.

Er zijn verhalen over pioniers als de drie befaamde Nederlandse broeders in Carthago en Thibar: Fidele, Novat en Mathurin. Fidele produceerde een nieuwe Noord-Afrikaanse wijn. Novat kruiste vee tot hij een meer geharde en productievere koeiensoort gefokt had. In de droge tijd zaten paters en studenten soms zonder water. Maar Novats varkens nooit!!! Want hij regelde de watertoevoer. Mathurin was hun beider vriend, vertrouweling en medewerker. Nu, tientallen jaren later, is dit driespan nog niet vergeten bij de oudere Tunesiërs uit de buurt.

de Kathedraal van Ouagadougou Er zijn de talloze verhalen van de broeders die telkens maar weer naar elders vertrokken: naar een nieuw bouwterrein. Hoe Benoît de Kort vond dat hij die reis (op de fiets !!!) maar ‘s nachts moest doen. Want dat spaarde tijd. Maar in het pikkedonker, na een plasje, raakte hij de richting kwijt. En zo kwam hij ‘s morgens aan waar hij ‘s avonds tevoren vertrokken was !!!

Dat reizen en trekken betekende telkens weer opnieuw beginnen: in een nieuwe streek, met nieuwe mensen. Vaak nieuwe medewerkers zoeken en trainen. Soms een nieuwe taal leren. Altijd je weer voegen in een nieuwe leefgemeenschap. Een nomaden-bestaan van hard werk en onbaatzuchtige toewijding.

Overigens niet alleen in Afrika. En niet alleen bij het bouwen. Wat zal Albert van de Pol hier niet rondgesjouwd hebben? In ieder Nederlands dorp of stad had hij wel een of meer kennissen. Met hen haalde hij de dubbeltjes en kwartjes op die het verre missiewerk financierden. In ruil bood hij al die weldoeners zijn belangstelling en een blik op een wijdere wereld

Over de drukkerij van Kipalapala, waar broeder Koen jarenlang leiding gaf. En samenwerkte met Broeders Alfridus, de zetter, en "Houtje" = Ad van de Hout, die de teksten voorbereidde. Hun opvolgers, Tanzaniaanse Benedictijnen, praten over hen met dankbaarheid en genegenheid. Ze konden dan ook een goed toegerust bedrijf overnemen.

Kerstgroep Atelier Piet van Asten+ Nigeria Over Piet van Asten, die een timmerbedrijf opzette; helemaal op het Meester-Leerling systeem, dat bij de Yoruba traditie was. Hij betrok er ook beeldhouwers bij. Die trokken toen weer leerlingen aan. Zo droeg Piet bij aan het voortleven van de Yoruba beeldhouwkunst. Veel kerkdeuren getuigen ervan. En de timmerwinkel bloeit nog altijd.

Welke diensten bewezen en bewijzen de broeders niet in onze gastenhuizen aan bevolking en eigen mensen, aan missiepersoneel en vrijwilligers? In Dar-es-Salaam en Nyegezi, in Mbeya en Den Bosch, in Tabora en Nairobi. En wat deden ze er allemaal niet bij; als eenmansreisbureau, als econoom .... Wat is er niet aan werk verzet op boerderijen en tuinderijen, in werkplaatsen, ateliers en garages .. ...

De broeders: ze hebben gebouwd, geploegd en moerassen drooggelegd. Ze hebben voedsel geteeld en eten gekookt. Ze drukten boeken en gaven les. Ze stonden op de steigers en voor de klas. Soms op de preekstoel en achter de lessenaar. Ze haalden straatjeugd uit de ellende, hielpen boeren op gang, droegen hun vakkennis over, vingen vluchtelingen en migranten op en leidden gebedsgroepen .....

En het gaat nog door: Daan van Berkel richtte samen met een Zwitserse en Duitse broeder een eersteklas ambachtsschool op in Hoima, Oeganda. Eraan verbonden, een steenbakkerij, die schitterende, licht oranje stenen produceerde. En een atelier voor beeldsnijkunst. Een garage. Gedegen opleiding- theorie en praktijk- van tientallen jonge mensen per jaar. En overal sierden de nieuwe poliklinieken, kerken, vormingscentra, zusterhuizen .... het landschap in de wijde omtrek.

Kees Maas probeert in Rwanda jonge mensen te helpen om tot verzoening te komen met hun wrede verleden, dat velen heeft getraumatiseerd. Jan Heuft heeft jarenlang spraakles gegeven aan dove Arabische kinderen in Algerije. Nog wel in ons vroegere moederhuis "Maison- Carrée", dat we ooit aan de regering hadden overgedragen. En nu zet hij zich in voor de talloze zwarte Afrikanen, die in Noord-Afrika hopeloos vastlopen op weg naar een betere toekomst in het rijke Europa

Bert van de maaimachine en Willem de gastenmeester En hier, in eigen land: Jan in de tuin, Bert op de maaimachine, Harrie in de directiekamer van ons bejaardenhuis, Wim in de werkplaats, Willem als gastenmeester ....? En alleen Willems verhalen al: Wat dragen die niet bij aan de sfeer in een gemeenschap?

Dromen van een betere, een broederlijker wereld, waar ruimte is voor iedereen en waar ieder recht wordt gedaan. Daar heel concreet aan werken. En dat vanuit een diepe verbondenheid met Christus, onze broeder: Zo zou je misschien het ideaal van onze broeders mogen omschrijven. En dat is nog zo. Want het is nog altijd de moeite waard.

 Ontwikkelingsprojecten genoeg. De behoefte aan goed opgeleide en eerlijke vaklui blijft. Inzet voor gerechtigheid en vrede schept nieuwe mogelijkheden tot inzet. Zorg voor de heelheid van Gods schepping ook. Voor dit alles en voor ontmoeting met migranten, met Moslims .... hoef je helemaal geen priester te zijn. Je hoeft alleen maar die droom te willen delen en die verbondenheid te willen beleven: Met Hem. Met mensen .....

Hoe komt het dan dat het percentage broeders in onze gelederen alsmaar daalt? Ook in de landen waar onze opleiding nog jonge mensen aantrekt? Toch nog altijd dat onderscheid en standsverschil waar het evangelie tegen waarschuwt? En waar we tot in eigen gelederen toe mee behept waren: De broeder bouwde de missie. Maar de priester, die de centen bij elkaar kreeg, was de bouwpastoor. Het was "zijn" missie. Ook al kon hij geen spijker in de muur krijgen !!!

Een volledig door broeders geleid bedrijf had altijd een priester als uiteindelijk baas. Ook al wist die weinig van het vak af !!! Nu die vooroordelen zijn weggeëbd bij onszelf (???) zijn ze blijkbaar nog springlevend in onze Christengemeenschappen. Het priesterschap wordt niet allereerst gezien als dienst. Maar als een eer. De broederroeping wordt gezien als keuze voor dienstbaarheid. Eer is aantrekkelijker dan dienst. Dit denken is wijd verbreid. Maar staat haaks op wat Jezus zei en voorleefde.

Het aantal broeders loopt terug. Ook verhoudingsgewijs. Terwijl de prioriteiten van de kapittels nu juist meer ruimte geven aan werk waar geen wijding voor nodig is. In abdijen en bedelorden is men al eerder opgehouden met het automatisch wijden van alle kandidaten. Alleen als men tot werk geroepen wordt waarvoor wijding nodig is wordt een monnik priester.

Wordt dat ook onze weg? De tijd is nog niet zo lang achter ons dat onze broeders werd gevraagd of ze priester wilden worden. Maar we telden genoeg priesters met eigenlijk een broederroeping. Hen werd nooit voorgesteld hun priesterschap op te geven.

Het aantal broeders loopt sterk terug. De Sociëteit dreigt éénkleuriger te worden. Clerikaler. Armer. De voorbereidende vergadering voor het Kapittel drong er dan ook op aan dat dit duidelijk besproken moest worden in Rome. Het heeft wat gedram gekost om het op de agenda te krijgen, want er was niet veel aan te doen, vonden velen. En dus was er ook niet zoveel over te zeggen.

Maar uiteindelijk staat er dan toch in de doelstelling dat we "interculturele, getuigende gemeenschappen willen vormen die bestaan uit broeders en priesters en dat als teken van het Rijk Gods." Die samenstelling van broeders en priesters moet ook benadrukt worden in de werving van kandidaten, zegt de tekst verder.

De definitieve keuze om ofwel broeder of priester te worden valt pas gedurende de eerste vormingsperiode. En na begeleiding en overleg. De professionele vorming behoeft herziening. En broeders moeten benoemd worden op plaatsen van verantwoordelijkheid. (In feite bereidt een Afrikaanse broeder zich voor om het algemeen economaat op de duur over te kunnen nemen !!!).

Dat is allemaal mooi. Maar papier is geduldig. Wat denken wij ervan en wat doen wij eraan? In ons beleid en in onze contacten? In ons preken en in de mentaliteitsvorming van onze Christen gemeenschappen?

 
Broeder van mensen zoals Christus dat was. In dienst van een betere, rechtvaardiger, vreedzamer wereld: een broederlijke wereld onder God als vader. Broeder van Christus in diepe verbondenheid  met Hem en met zijn idealen. Prachtig toch zeker ?

        Piet Kramer

Medebroeders op verlof.

1. Hugo Hinfelaar arriveerde begin juni vanuit Zambia en hoopt eind oktober te kunnen vertrekken.

2. Jan de Bekker arriveerde eind juni uit Kongo  en zijn vertrek is gepland voor eind deze maand.

3. Kees Koning  kwam op 5 mei aan vanuit Tanzania en vertrekt eind deze maand.

4. Piet Hooyschuur uit Oeganda kwam eind juni aan, en zijn vertrekdatum is nog niet bekend.

5. Jos Kuppens arriveerde vanuit Malawi en zal begin oktober daarheen terugkeren.

6. Gerard Hoppenreijs en Jan Dekkers kwamen op 14  september  aan vanuit Tanzania.

7. Willy Delen en Piet Bongers arriveerden begin deze maand vanuit Oeganda

ONZE  OVERLEDEN      FAMILIELEDEN

10. 08. 2004     Mw. A. G. van der Wee, te Maurik,  zus van pater K. v. d. Wee
12. 08. 2004    Jhr. F. van Rijckevorsel v. Kessel, te Eindhoven   broer van broeder Jhr. E. van Rijckevorsel-v.Kessel.

18. 08. 2004    Mw. Anna G. Degenhart, in Den Haag, zus van pater Louis Degenhart.


22. 08. 2004    Mw. M. Hartoungh-Dewez, te Dieren  zus van broeder Kees Dewez.


27. 08. 2004    Dhr. Th. Van Mierlo, te Helmond  zwager van overleden pater Theo Bakers

02. 07. 2004    Zr. Francien Franssen, Witte Zuster, te Heeswijk, zus van pater H. Franssen

13. 09. 2004    Dhr. Ben Remhs, te AMSTERDAM,  broer van pater Hans Remhs.

  Overleden Medebroeders


Pater Nico Borst  *Amsterdam, 07. 02. 1911  + Weert, 08. 07. 2004  
Pater Joop Kocken *Utrecht, 21. 12. 1928  + Arnhem, 20. 07. 2004
Broeder Daan van Berkel *Boxtel, 26. 08. 1936  +  Heythuysen, 26. 08. 2004


  Nieuws uit het Veld

 

Riny van Broekhoven over zijn reis naar Burkina Faso

Hulde en dank aan onze mensen die in Burkina werken of gewerkt hebben. Het klimaat is voor een Oost-Afrikaan als ik wat drukkend, maar zij hebben het toch maar klaar gespeeld om goed werk te doen. Dat mag door mij best een keertje gezegd worden. De reden dat ik naar Burkina ging was de wijding van zes Burkinabé Witte Paters - zij werden in één maand gewijd en ik kende er vijf van; met één ervan had ik anderhalf jaar samengewerkt in Nairobi. Het had niet mooier kunnen zijn. Zo’n kans kon ik  toch niet voorbij laten gaan.

Heel Burkina Faso heb ik doorkruist! Over heel het land werden ze gewijd: in Waga, in Bobo, Koupela, Koudougou en in Niangoloko, samen met diocesane priesters. Ik kon mee met iedereen die er naar toe ging - transport volop.

Burkina Faso

Onze confraters waren er maar wat trots op om me dit festijn helemaal mee te laten maken. Daarna nog de eerste Eucharistieviering om de priesterwijding nog meer een eigen lokaal tintje te geven. Ik heb heerlijk kunnen genieten. De mensen waren op hun best: zij deden hun best, hadden het beste aan en lieten zich op hun best zien:  dansen, zingen, op de tamtam en balophon spelen, een fijne verzorgde maaltijd voor iedereen zonder hoofdtafel.

Wij waren allen eender; bediend worden, aanschuiven in de rij of op je knieën je bordje gevuld krijgen. Buiten in het avonddonker. Of in een zaaltje omdat het regende, improvisorisch onder de grootste schik: het regende ook nog! Het lokale bier mocht ook vloeien. Jong en oud samen.


God zelf kwam er aan te pas. De hemel opende zich al de vijf zondagen vóór, tijdens of juist ná de vieringen; een regen waar je allemaal “U” tegen zei. Nat of niet, de mensen stonden op hun strepen: “De aarde dorstte naar regen”, en liepen niet weg.

De vieringen in de kerk of er buiten werden feesten was drie tot vier uur. Niet alleen het Frans werd gebruikt, maar ook nog Lyèlé, Mooré, Djula en Nuni; soms in één viering. Er was zoveel participatie dat ik me niet verveeld heb. Welke een inzet en voorbereiding eraan vooraf gegaan waren! Uiterst verzorgd en toch nog gemoedelijk, vrij en blij.

De schertsende relatie tussen de chef en zijn slaaf van weleer, die er ook heerst tussen de stammen, werd gebruikt en geapprecieerd. Iemand liet er zich over uit en hoopte dat eens, óók in etnische clashes, plaisanterie gebruikt kan worden om genocides te keren. Dat zou een uitkomst zijn!

Mensen weten te vieren en in de eerste Eucharistieviering waar de neomist voorging, ging het er nog spontaner aan toe.

Wat is me opgevallen bij de vieringen?

De liturgie had iets meer eigens voor me daar ik de eigen cultuur er in kon vermoeden. Het evangelieboek werd vanaf de ingang binnengedragen naar het altaar onder tamtam geroffel, handengeklap, zang en een meedeinende geloofsgemeenschap. Ik werd er koud van. Elders heb ik bij het verkondigen van het Evangelie de kalabas zien gebruiken om “Het Woord van God” onder de aandacht te brengen; elders de kleine fluit na iedere zin. De stilte waarmee de mensen hun aandacht schonken aan de verkondiging was ook prachtig: ieder zat bij de evangelielezing en toen dit eindigde, stond iedereen op uit beleefdheid. Mooi en adembenemend.

Een respect voor taal, cultuur en voor ieders eigen achtergrond lag er in besloten. Daar kon je ook zien hoe de missionarissen hun best hadden gedaan de eigenheid van de cultuur van iedere stam te handhaven. In de zang kwam dit ook tot uiting. De mensen gingen er in op. Bruidsmeisjes van 10 tot 14 jaar waren er bij de schuldbelijdenis, de “gloria” en de “sanctus”. Sierlijk, gedragen door hun draaiende beweeg-lijke lichamen, hun knieën, hurkend, zich oprichtend en hun armen uitstrekkend, hun ogen gefixeerd op een onzichtbare beeltenis in henzelf. Gewoon af!

Na de communie werd er rondom het altaar gedanst door priester, zuster en beminde gelovigen.

Direct daarop was er ook de vraag naar de bisschop toe of hij de jonge neomist wilde sturen om zijn zending naar het buitenland, elders in Afrika, uit te dragen: “De weg werd aan de bisschop gevraagd” - heel apostolisch geijkt - een pracht gebruik in Burkina. De bezoeker vraagt aan de vader des huizes om te mogen vertrekken.

De dag daarop kreeg de neomist de brief van de provinciaal van b.v. Oeganda, voorgelezen door zijn eigen provinciaal, dat hij welkom was in dat land. Hier werd bewaarheid hoe Afrika haar eigen missionarissen aan het uitzenden is. Welk een zegen! Dit werd ik dáár pas gewaar! Een reuze ervaring en de mensen lieten dit ook merken door op de tamtam te roffelen en te klappen, grote brede glimlachen met blakerende witte tanden.

Ook bij zusters heb ik gemerkt hoe de ouders erbij betrokken worden door hun dochter naar voren te brengen en moeder-overste samen met de bisschop neemt deze gave dan met beide handen aan. De litanie van Allerheiligen wordt gezongen en bij iedere zuster is er iemand van de Congregatie die achter deze nieuwe zusters al knielend en zingend mee bidt.

Ze staan er niet alleen voor, dacht ik dan. Ze kregen een ring, een Bijbel, een kruisje voor op de kamer en hun habijt. Voor deze zusters waren er evenveel bisschoppen aanwezig als er voor de paters waren geweest en even zoveel priesters uit verschillende bisdommen.

Daar zie je een stukje Afrika dat al meevierend aan het opkomen is en de Kerk aan het meedragen is. Trotse ouders en familieleden waren er. Wij aten samen. Deze zusters zag ik even later op hun mobiletten bij elkaar achterop zitten. ’sLands wijs ‘slands eer. Elders eerder gezien ? In Burkina heel gewoon. Jong Afrika!

En Burkina is een intens godbewogen bevolking, vooral de Mossi. En mensen bidden al vroeg samen in de kerken - om kwart voor zes al!  In een van de parochies heb ik echter ook gezien, vanwege de sterk traditionele fetisch-gemeenschap, dat naast de priester er maar twee zusters waren; dat was al. Maar samen zingen deden ze! Er wordt veel gezongen bij de eucharistieviering en bij het koorgebed.

Ik kan niet alles vertellen, maar de mango¹s zijn heel lekker. Ook dat de mensen groeten met lafi = vrede, en barka = dank je wel; dat veel mensen groeten door met de toppen van hun vingers bij elkaar te klikken; ik heb het nog niet onder de duim! Dat je elkaar groet door met de hoofden één voor één aan beide kanten twee keer te koppen; dat je bij een bezoek eerst al direct een glas water vóór geschonken krijgt en dat, bij het barka zeggen, de glazen worden weggehaald na je dorst gelaafd te hebben; dan wordt de groet nogmaals herhaald en kan het gesprek beginnen. De diocesane priesters en onze paters hebben een prima relatie; er is veel vriendschap onder hen.

En overal was er vóór de wijding een waakavond georganiseerd waar een Witte Zuster en een Witte Pater vertelden over onze geest en ons werk; hoe zij als communiteit samenwerken om catechese, de kliniek en de school voor jongens en meisjes op te zetten, de taal te leren, het Evangelie te verkondigen samen met de catechisten; hoe vanaf het begin een grote samenwerking tussen paters, broeders en zusters met de lokale bevolking is benadrukt, en hoe dit nú vruchten aan het afwerpen is.

Er werd ter plekke gesproken over voortzetting van de begonnen taak en dat zal best lukken met de jonge Kerk in Afrika. Zelf maakten zij hun eigen propaganda in hun eigen omgeving. Welk een vitaliteit zag ik daarin!

Zacharie Sorgo vlak vóór de Priesterwijding Ik heb weer een stukje Afrika op haar best meegemaakt  en dat heeft me goed gedaan: mensen leren kennen die met elkaar gemoeid zijn en waar vrede, lafi, is; welk een rijkdom ligt er toch in hen verscholen. Moge dit verder tot ontplooiing komen in de toekomst. Daar bidden we voor. Barka!

Mogen meerdere jongeren zich aanbieden voor dit werk in Afrika en mogen onze vormingshuizen hun staf blijven krijgen. God werkt nog steeds aan ons. Barka!  

Een CD rom met foto¹s is er al, en een DVD is op komst. Nog liefhebbers om ze een keer te zien?

 

Gerard Derksen en zijn werk in Tanzania

Op 5 juli werd hij door een medewerker van de Nederlandse ambassade geridderd in de orde van Oranje Nassau voor zijn werk en inzet voor Afrika. Deze bijzondere vorm van waardering heeft hij te danken aan zijn tomeloze inzet in Tanzania.

Geboren in Lent is hij missionaris geworden en priester gewijd bij de Witte Paters van Afrika in 1964. Hij is toen naar Tanzania vertrokken en daar tot op heden nog steeds werkzaam. Hij heeft daar het geloof gepredikt, veel mensen gedoopt en heel veel aan ontwikkelingswerken gedaan.

Vanaf 1965 tot 1976 woonde hij ver weg in de rimboe en heeft daar aan verschillende projecten gewerkt. Vier graanmolens geplaatst om maïs en millet te malen. Dit project was vooral voor vrouwen, zodat zij niet meer het harde dagelijkse werk van het fijn stampen en met de handen fijn malen hoefden te doen.

Ook heeft hij er vier hangbruggen gebouwd over de rivier de Momba. Deze was maar liefst negentig meter breed. Hier staken voorheen mensen over met een uitgeholde boomstam wat veel tijd kostte en erg gevaarlijk was omdat men moest uitkijken niet door de krokodillen opgegeten te worden. Hier zijn ook twee wegen aangelegd door de rimboe.

Vanaf 1976 tot 1994 woonde hij min of meer tegen een klein stadje Mbeya. Hier heeft hij verschillende projecten opgezet zoals vier kleuterscholen, opleidingen voor lichamelijk gehandicapte jongens en meis-jes, opleidingen in naaien, timmeren, schoenen repareren en kippen fokken. Meer dan 2.500 invaliden hebben een opleiding gehad en velen verdienen nu zonder al teveel moeite hun eigen kost.

Toekomst van land en mens.

Vanaf 1994 is hij werkzaam in de stad Dar es Salaam en ook hier doet hij heel veel voor de ontwikkeling en vooral voor de toekomst en opbouw van het land en de mens. Hier is hij begonnen met timmer- en naaischolen. Op het ogenblik volgen honderdvijfentwintig jongens en meisjes lessen. Nu is hij bezig met een praktijkopleiding voor elektronica, metselen en metaalbewerking.

Ook heeft hij aandacht voor ongeletterde jeugd van veertien tot dertig jaar; dagelijks zijn er honderdveertig jongens en meisjes die leren schrij-ven en rekenen. Kortom hij probeert ze een basisschool opleiding te geven.

Al deze jongens en meisjes zijn van de straat gehaald; zij komen allemaal uit arme families. Ook zijn hier zeven kleuterscholen geopend waar zeshonderd kleuters les krijgen. Er zijn hier drie hangbruggen gebouwd, en nog steeds blijft hij bezig voor de mensen en de toekomst.

Het is een man die weinig voor zichzelf nodig heeft, hij werkt wel meer dan tachtig uur in de week voor een toekomst en opbouw van het land. Hij is er vooral voor de medemensen en als hij maar kan regelen en uitvoeren met behulp van de Afrikanen, dan is hij gelukkig. Hij betrekt de Afrikanen overal bij en laat ze mee helpen met bouwen en oogsten.

Ook heeft hij veel opgeslagen in computers en ze geleerd hoe zij er mee om moeten gaan zodat - als hij er niet meer zal zijn, het werk doorgaat. Hij is pastoor, dokter, burgemeester,  bouwer, sociaal werker enzovoort; hij is een echte regelaar, een heel bijzondere man.

Er zijn heel veel blijde mensen die duidelijk maken hoe dankbaar zij zijn met Gerard Derksen. Om hun dankbaarheid te tonen kreeg hij een keer twee doeken en een levende kip.

Inmiddels heeft Gerard weer veel scholen gebouwd, twee lokalen met computers, een brug en wordt eind dit jaar een ziekenhuis geopend waarvan zijn leerlingen het dak en het houtwerk hebben gemaakt.

Hulp uit Nederland.

Gerard Derksen krijgt ook veel steun uit Nederland. Zo organiseert de Soroptimistenclub Haarlem op zondag 3 oktober een benefietconcert voor het project Pambezoni, dat wil zeggen: “Mensen die over het hoofd worden gezien”; dus mensen die niet meetellen, die worden vergeten, die tot nu toe geen hulp verwachten en krijgen. Die mensen gaat men helpen door een opleiding te financieren zodat zij een eigen toekomst op kunnen bouwen in Dar es Salaam. Tijdens het concert zal er een licht klassiek programma worden opgevoerd door het Symfonisch Blaasorkest Heemstede met werk van Gershwin en Dvorak.

Meer informatie over het goede werk van Gerard Derksen en/of het benefiet concert is te verkrijgen via Joke Lanters of Dick Tromp, telefoon 0230 53 23 154.

Overgenomen uit   ”Hét Gemeente Nieuws”.

 


Webmaster-NL

Vorige pagina