WOORD VAN DE PROVINCIAAL
MISSIE VANDAAG.
Al een jaar ben ik nu in funktie. En in die
hoedanigheid ga ik steeds heel getrouw naar allerlei vergaderingen van de KNR (Konferentie
Nederlandse Religieuzen) op alle denkbare niveaus, van algemene vergaderingen
tot verschillende commissiebijeenkomsten. Als je lid bent van zo een
belangrijk nationaal lichaam, behoor je aanwezig te zijn bij zo veel mogelijk
van haar activiteiten.
Maar ik moet eerlijk bekennen dat ik me er niet
altijd helemaal thuis voel. Ik heb zo de indruk dat er wel steeds over zeer
veel zinnige dingen wordt gesproken, die me ook wel raken, maar waar ik ook
steeds weer met een onvoldaan gevoel van terugkom. Ik mis iets op die
bijeenkomsten, dingen waar ik steeds mee bezig ben.
Jaren geleden, zo in de zeventiger
jaren, was de KNR anders onderverdeeld. Je had dan nog een SNPR (Stichting
Nederlandse Priester Religieuzen) waarvan er weer een Groep IV was ontstaan,
waar alle Missiecongregaties deel van uit maakten. Dat was een heerlijke groep
die me vaak wild enthousiast maakte, vanwege haar fijne discussies, maar vooral
haar boeiende activiteiten die er werden ontplooid. Daar voelde ik me echt
thuis. Die groep bestaat nu niet meer en daarom mis ik wellicht die missionaire
dimensie vandaag binnen de KNR.
Ja, maar er bestaat toch nog een CMBR (Centraal
Missionair Beraad Religieuzen) ? Daar zie ik wel de zeer
goede publicaties van, maar ik maak geen deel uit van haar bijeenkomsten en dus
kan ik zo nergens nog mijn ei kwijt. Ik mis die heerlijke Groep IV.
Waar het om gaat en wat me bezig houdt is niet
zozeer het strikt
religieuze van het religieuze leven, - ik ben dan ook geen religieus in de strikte zin van het woord -, maar
missionaris en heb daardoor toch heel andere gevoeligheden. Maar wat is dan
dat missionaire in mijn en ons leven? Vroeger was dat misschien heel duidelijk,
zeker op het moment dat ik Missionaris van Afrika
wilde worden en daartoe werd opgeleid.
Zeker ook op het moment dat ik me eraan verbond door de missionaire eed.
Maar sinds die tijd is er heel wat veranderd, zeer
zeker ook ten goede, zowel in Kerk als in Maatschappij. Ik ben meegegroeid met
al die veranderingen, mede dankzij die hele beweging van het tweede Vaticaanse
Concilie. En dan die groep IV. Maar nu kan ik nergens echt
mijn ei kwijt en ben ik op zoek. Ik heb wel heel wat losse elementen,
maar de samenhang?
Ook de verschillende laatste
Kapittels hebben allerlei nieuwe dimensies en impulsen gegeven om dat missionaire, dat nieuwe missionaire élan onder woorden te brengen en in daden om te
zetten, maar het is er nooit van gekomen om daar eens een goed beleidstuk van
te maken, een bezielende visie of iets van dien aard. Ik zoek wederom in
Katholiek Nederland, en binnen de wereld van de Religieuzen - ware bondgenoten,
die bondgenoten van toen, een SMA of een Mill-Hill, mensen zoals wij, om samen
weer op weg te gaan in het zoeken naar wat wij eigenlijk zouden willen zijn of ons
toe aangetrokken voelen. We
hebben het een keer als onderwerp van een provinciale raadsvergadering genomen.
Er werden heel zinnige dingen gezegd, maar ik was toch nog niet voldaan.
Laat ik nu een derde brochure in handen krijgen,
uitgegeven door het CMBR, met als titel:
“Op zoek naar sporen van God – deel III“, visiestuk
van het CMBR over missionaire presentie en traditie van Charles de Foucauld. Ik heb het
in een adem uitgelezen en ik voelde mij voldaan. Het bracht voor mij onder
woorden waarnaar ik al heel lang zocht en die ik al wel elders had gezien, maar
nu in een samenhang kon begrijpen: “over grenzen heen“; “een met de armen worden”
; “waarden van het Rijk“ etc..Ik vond het allemaal
boeiend. Ik zou het iedereen willen aanbevelen.
Nu ben ik weer vol enthousiasme
naar bondgenoten aan het zoeken, om samen op weg te gaan, niet zozeer in het
beleven en uitdiepen van puur religieuze waarden eigen aan het religieuze
leven, maar naar wat ons meer samen heeft gebracht: het missionaire. We hebben
er nog niet alles over gezegd en we blijven zoeken. Ik wil dat ook in de
toekomst meer gestalte geven binnen de KNR. Een van ons zei onlangs bij het
vieren van zijn 50-jarig priesterjubileum, tijdens de eucharistieviering: “Ik heb me
altijd meer missionaris gevoeld dan priester “. Ik kon me daar wel in vinden. Maar
wat is dat dan precies ? Laten we dat
steeds duidelijker maken voor elkaar, niet alleen in woord maar vooral in daad.
Jan Mol
DE EUROPESE PROVINCIE….
We zijn er nu al enkele jaren mee bezig en sinds
enige tijd weten wij dat we niet meer werken met een simpele streefdatum, maar
dat de Europese Provincie op 1 juli 2008 een werkelijkheid wordt. In feite is
alles nu al reeds klaar om er ook daadwerkelijk mee om
te kunnen gaan.
Heel binnenkort, misschien nog wel voor dat jullie
deze “SCHAKEL” ontvangen, krijgt iedere confrater in Nederland en ook alle
Nederlandse confraters daarbuiten persoonlijk toegestuurd drie documenten,
ofwel in het frans ofwel in het engels:
-
1/ de definitieve tekst van de statuten van de Europese
Provincie
-
2/ een begeleidend schrijven van Gerard Chabanon, onze
Algemene Overste
-
3/ een presentatie van de statuten, ondertekend door de
huidige voorzitter van de CEP
(Council of European Provincials), Detlef Bartsch, provinciaal
van Duitsland
Zoals is te zien, zijn de Statuten officieel
goedgekeurd door de Algemene Overste en zijn ze al van kracht sinds 01 Juli van dit jaar 2007. Zo kunnen wij nu al beginnen met de
uitvoering van sommige bepalingen van de statuten ter voorbereiding van de
officiële oprichting van de Europese provincie op 01 juli van het volgende jaar
2008.
Dat gaat deze maand nog van nut zijn, als de voorronde van de
officiële consultatie voor de benoeming van de eerste Provinciale Overste van
de Europese Provincie gelanceerd gaat worden. Iedere
confrater in Nederland en ook alle Nederlandse confraters daar buiten, krijgen
in de tweede helft van de maand augustus een schrijven om over te gaan met het
geven van enkele namen onder alle Europese confraters van de Sociëteit die
volgens hem in aanmerking zou moeten komen als toekomstige Provinciaal van de
Europese Provincie. Alles zal duidelijk worden uitgelegd in het dan te
ontvangen schrijven.
Dat begeleidend schrijven
zal in het frans/engels zijn, en niet in het Nederlands, zoals ook de Statuten
en bijbehorende documenten alleen zijn opgesteld in de twee officiële talen van
de Sociëteit. Als we nu binnenkort overgaan in een groter, in casu, Europees
geheel, willen wij dat ook gestalte geven door zoveel mogelijk in
gemeenschappelijke teksten deze twee officieel gebezigde talen te gebruiken.
Het wordt nu dus werkelijk ernst: de Europese
Provincie wordt en is al een werkelijkheid.
Laten wij allemaal ons met hart en ziel aansluiten bij
die nieuwe Europese Provincie, niet alleen in woord maar ook in daad
Jan Mol
BELANGRIJKE INFORMATIE
Ons generalaat liet ons onlangs weten dat een van de assistenten van onze algemene Overste, te weten Jim GREEN, een officieel bezoek zal brengen aan de Nederlandse Provincie
en wel van 12 november tot en met 9 december. Binnenkort zullen wij het juiste programma aan iedereen doen toekomen. Ik dacht dat het goed was jullie allemaal nu reeds de data van het bezoek te laten weten.
Jan Mol
GOED en BLIJ NIEUWS
Het is, denk ik, voor iedereen goed nieuws te mogen vernemen dat onze oud-confrater Theo van Asten per decreet van 5 juni 2007 officieel is ontslagen van alle verplichtingen aan het priesterschap verbonden. Wij zijn erg blij voor Theo dat hem dit door Paus Benedictus is verleend. We wensen hem alle geluk. Jan Mol
REGIO BIJEENKOMSTEN
Heythuysen: dinsdag 14 augustus dinsdag 23 oktober
Dongen: woensdag 15 augustus woensdag 24 oktober
Den Haag: vrijdag 26 oktober
Den Bosch: donderdag 23 augustus donderdag 18 oktober
Kempenland: donderdag 16 augustus donderdag 25 october
TWEE VRIENDELIJKE VERZOEKEN
Wilt u elke aankomst en vertrek - zelfs korte verblijven - in Nederland melden aan het provincialaat in Dongen.
Dit is van belang voor de verzekering.
en:
Wilt u verder alle adreswijzigingen van familieleden doorgeven aan het provincialaat.
Bij voorbaat dank.
IN MEMORIAM
Evert van Oostrom schrijft uit Kampala:
Jullie wensen
waren geweldig bij mijn 75ste verjaardag. Het deed me echt goed dat
jullie met me meeleefden en met me meegevierd hebben. Ik moet er gewoon om
lachen als ik nu besef dat ik 75 ben! Dan word je verondersteld je haren kwijt
te zijn of minstens moet je vergrijsd zijn.
Maar niets ervan. Het ziet er allemaal nog uit als 30 jaar geleden. Een
vroegere student van me zei deze week: “Evert weigert gewoon om oud te worden”.
Ik blijf er dus jong uitzien. Dat betekent dus, dat ik of het eeuwige
leven op aarde heb, óf dat ik een keer, nog jong
er uitziende - het aardse leven zal verlaten. Welnu, daar heb ik geen zorgen
over. Ik beschouw nu iedere dag als een extra.
Mijn verjaardag
zelf is een geweldig mooie en gezellige dag geweest. ’s Morgens een mooie H.
Mis waarin ik voorging en ’s avonds een prachtig feest met medebroeders en
vrienden. Dat deed me deugd en ik zal het niet gauw vergeten. Het “lang zal
hij leven” ging vrolijk de lucht in.
De volgende
morgen (zondag 6 mei) was ik al vroeg weer op weg voor
Ik heb ook
last van een ontsteking rond een oog, maar dat komt niet van dit ongeluk.
Het was tenslotte een
fijne onverwachte verrassing jullie e-mail te krijgen bij gelegenheid van mijn
75ste verjaardag. Het doet me goed dat zelfs in het Provincialaat
van Dongen er gebeden en gevierd werd. De wensen zijn dicht bij mijn hart: gezondheid,
vrede en vreugde in het hart.
Vanavond
verwachten we Dick Schopman en
zijn vrouw Ria. Frans Dewez is al op weg naar het vliegveld in Entebbe.
Nogmaals hartelijke dank en warme, hartelijke groeten aan alle medebroeders,
SAMEN OP WEG
Het gebeurt nogal
eens dat me gevraagd wordt “wat ik nu
eigenlijk doe in Algerije”. Dat
is toch een land met weinig katholieken en bovendien nog gevaarlijk ook voor
vreemdelingen? Voor mij is het een buitengewone belevenis sinds 38 jaar!
Toen ik aankwam in dit land, was een van de eerste dingen
die mij opviel: al die Algerijnen die in
de cafés domino zaten te spelen. En als ik dan een café binnenging, voelde
ik me alleen en vreemdeling. Ik vergeleek mezelf met de zo talrijke Turken en
Marokkanen in mijn geboorteland Nederland.
Dit gevoel van een vreemdeling te zijn werd nog versterkt
toen ik ‘s avonds laat aankwam in een klein dorp midden in de bergen van
Kabylië, waar ik benoemd was als directeur van een middelbare school. Die nacht
was er dichte mist en de oudste interne leerlingen kwamen naar buiten,
gewikkeld in mooie witte burnousen. Het leken wel spoken!
Ze waren al volwassen, want allemaal al 18 of 19 jaar
oud. Door de strijd om de onafhankelijkheid hadden ze een flinke achterstand
opgelopen in hun schoolopleiding. Ondanks mijn lengte, een meter zesennegentig,
voelde ik me maar heel klein! Ik probeerde iets in het Frans tegen hen te zeggen,
maar ze lachten me uit vanwege mijn Nederlands accent. Het werd me toen
duidelijk dat je alleen maar vertrouwen en vriendschap kunt opbouwen op de
lange duur door “samen op weg te gaan”.
En zo is mijn avontuur van 38 jaar begonnen!
Ik herinner me ook nog heel goed een jongen van een jaar
of
Onder de bevrijdingsoorlog waren alle mannen uit zijn
dorp door het Franse koloniale leger gefusilleerd. Maar ondanks dat hadden zijn
moeder en tantes hem bij ons op school gedaan. Voor mij was dit een mooi
voorbeeld van juiste keuzes weten te maken, en te vergeven.
Nog een andere herinnering komt bij me op. Jongens die
onder de maaltijd het vlees onder tafel weggooien! Ze hadden nog nooit vlees
gegeten dat op een Franse manier klaargemaakt was. Sommigen van die leerlingen
hebben me jaren later verteld dat ze in hun jeugd vaak genoeg aarde of zand
gegeten hadden om hun honger te stillen. Op deze middelbare school werkten we samen
met zes vrijwilligers die les kwamen geven in plaats van hun militaire dienst
in het Franse leger. Samen met hen werd er les gegeven, het opvoeren van
toneelstukken voorbereid of sportdagen georganiseerd. Ook trokken we er op uit
voor lange bergwandelingen.
Dertig jaar later, na de moord van onze confraters in
Tizi Ouzou , waren er ook oud-leerlingen aanwezig
onder de duizenden mensen die gekomen waren voor de begrafenis van degenen die
zij “hun vaders” noemden, en om hun afkeuring over deze misdaad te tonen en te
getuigen van hun vriendschap voor ons. Ik was toen geen “baas” meer op de
middelbare school, maar had het vak geleerd van het gespecialiseerde onderwijs voor auditieve gehandicapten.
Gedurende bijna dertig jaar ben ik in contact geweest met
deze jongeren van twaalf tot twintig jaar. Deze ervaring was opnieuw een buitengewone
belevenis! Samen hebben we de eerste groep Algerijnse jongens voorbereid op hun
eindexamen van de lagere school, het toelatingsexamen en uiteindelijk ook het
eindexamen van de middelbare school.
Het waren de eerste dove
eindexamenkandidaten! Ik zal nooit die doordringende blikken van hoop en angst
vergeten waarmee ze zich aan mij vastklampten. Hun toekomst hing van mij af die
ze Frans, Engels en moderne wiskunde onderwees. Het was een uitdaging, maar we
zijn er in geslaagd - dank zij ook de steun en de solidariteit van talrijke
Algerijnse vrienden.
De moeilijkste periode in al die jaren was zeker de tijd
dat er allerlei wreedheden bedreven werden door de terroristen. Deze dove
jongens konden daarvoor geen verklaring krijgen bij hun ouders of vrienden. Zij
vroegen mij dus om uitleg over deze
“dwaasheid van mensen”. Het was moeilijk, heel moeilijk, om God te plaatsen
in deze verschrikkelijke omstandigheden. Ik heb nooit meer zulk een diepe en
serieuze uitwisseling van gedachten gehad, ieder van ons uitgaand vanuit zijn
eigen godsgeloof.
Vandaag ben ik weer terug, op mijn lange tocht met mannen
en vrouwen, die op reis zijn naar ”een betere wereld”. Maar nu zijn het de migranten
en vluchtelingen komende uit de landen ten zuiden van de Sahara, die vaak in
zeer moeilijke omstandigheden leven. Wat
een ellende en armoede! Met onze hele groep, waaronder ook twee Franse
vrijwilligers, proberen we een soort “pompstation” of een “onderhoudswerkplaats” te zijn om
te zorgen dat ze in de woestijn niet omkomen door honger of dorst of door
uitputting.
We proberen te luisteren, raad te geven, te helpen en
vooral een klein beetje menselijke warmte te schenken. Het is een nieuwe
uitdaging, deze keer soms tot op het randje van de dood. We willen solidair
zijn met het hele Afrikaanse werelddeel waar nog zoveel oorlog en ellende is.
Als we ze alleen maar een klein beetje menselijke waardigheid zouden kunnen
geven, dan zouden we al veel gewonnen hebben.
Hartelijk dank voor de gelukwensen en de gebeden op
mijn verjaardag. We worden er niet jonger op maar we mogen nog steeds dankbaar
zijn dat we het nodige nog kunnen doen.
Hier in
Malawi is het weer prachtig. De echte kou is nog niet begonnen en overdag wordt hier in Lilongwe nooit echt koud. Dat was iets anders in Mzuzu en
Katete, maar daar is het ook wat hoger gelegen.
Gisteren voor de zondagsdienst was ik in de Maula Gevangenis. Het is een
gevangenis zonder muren, maar allemaal prikkeldraad met een hele open vlakte
rond om de gevangenis. Nu het droge seizoen is begonnen kriigen we ook veel meer wind en soms van die
kleine zandstormen en dan knarst alles van het zand!
Een paar weken geleden hadden we bezoek van 19
studenten van de Leidse Universiteit. De meesten van hen waren jonge dames
en die wilden wel eens zien hoe daar de school wordt geleid..
Ik sta er nog van te kijken dat we toestemming kregen om met die hele groep een
kijkje te kunnen nemen binnen de Maula
Gevangenis. Voor de studenten was het een hele belevenis. Toen ze alles
gezien hadden zei ik: "Ik hoop dat jullie er van genoten
hebben". "Genoten is iets anders" was het antwoord, "maar het was wel de
moeite waard." Nu maar hopen dat straks deze jonge mensen iets voor Afrika gaan
doen.
Terwijl zij hier in Malawi waren zijn ze ook naar
het schoolproject van Willem Kerkhof gaan
kijken. Dat project is vooral van een Nederlandse journalist. Ze hebben kunnen
zien hoe in de bush een school en onderwijzershuizen gebouwd kunnen worden, als er
tenminste financieën voor zijn.
Mr. Dickson heeft in
Nederland een heel netwerk opgezet om dit project van de N.R.C. krant te steunen. Het is
een paar jaar geleden begonnen van wege de honger in dat gebied. Op die manier
wordt er weer prachtig werk gedaan.
Onze gasten zijn ook bij Jos Kuppens op bezoek geweest
om het “Center For Social Concern” te
bezoeken. Jos heeft ze op de hoogte gebracht van de sociale en politieke
toestanden in Malawi en zal zeker hen ook erop attent gemaakt hebben dat veel
van die mistoestanden te danken zijn aan de westerse wereld omdat in Europa
en Amerika de mensen van de handels en landbouw politiek
de mensen hier de kans niet geven om
ook op de markt te komen. Houd ze maar zoet met een fooitje. Daar, in dat
centrum hebben ze veel informatie gekregen en ze waren er van onder de indruk.
Het verhaal begint met een partijtje golf op de
Ngong road, samen met George Smith. De temperatuur in Nairobi is nog laag want
de zon is boven het noordelijk halfrond.
Riny vertelt over een zondag dat hij in een
buitenstatie van Nairobi dienst doet. Het is één van de 123 parochies van het
aartsbisdom en de naam is St. Margaret parochie. Het is een kerk in een wijk waar
geplande nieuwbouw en slums bij elkaar liggen. Arm en rijk bidden samen, zoals
elders in Nairobi. De kerk is bomvol
en het zingen en dansen maakt dat er een goede sfeer heerst.
De zondag zal Riny in een parochie zijn welke
O.L.V. van Guadalupe heet. Zo genoemd omdat ze geleid wordt door Mexicaanse
priesters. Ook gaat hij naar een kostschool waar
kinderen met H.I.V. hun opleiding krijgen. Deze kinderen krijgen veel bezoek en
de school wordt door verschillende organisaties gesteund. Het verrast
Riny dat zo velen zich inzetten voor dit soort scholen en klinieken.
Dat zijn vooral mensen uit Engels sprekende landen.
Het is een groot probleem en het zou ook goed zijn
als de politiek zich hiervoor zou interesseren.
Riny is ook bezig met het dak te vernieuwen dat na
20 jaar begon te lekken. De econoom van de Witte Paters Provincie zal bijdragen
in de kosten.
Verder komen er Witte Pater-kandidaten naar ons gastverblijf
die na 9 jaar opleiding elders priester gewijd gaan
worden.
Anderen gaan voor filosofie naar Zambia of Oeganda, Tanzania of Ghana (met Nigeria) of Burkina (met Mali). Weer anderen gaan naar het noviciaat in Burkina of Zambia en daarna voor 2 jaar stage naar andere Afrikaanse landen. Daarna volgt voor allen een opleiding in theologie en pastorale ervaring in Nairobi, Abidjan, Jerusalem of Kinshasa.
Velen komen dus hierlangs op weg naar hun
bestemmingen.
Zij hebben tickets nodig en verblijfsvergunningen
en vervoer naar busstation of het vliegveld. Er is een komen en gaan en Rini is
blij daaraan mee te helpen.
Ook is hij in weekenden bezig voor diensten zoals
nu in een tehuis te Nyumbani voor kinderen waar hij de priester vervang die op
verlof is.
Het brandgevaar in de volksbuurten is ook zeer
groot en het is mooi te zien hoe men elkaar dan nadien behulpzaam is.
70 Procent van de 4 miljoen bewoners van Nairobi woont in sloppenwijken.
Hij laat het hierbij. Karibu sana.
Velen van ons hebben een grote verering voor Maria,
de Moeder van Jezus. Zij is ook onze Moeder. Wij kennen van vroeger
verschillende devoties en ook een aantal gebeden, zoals de Litanie van Maria,
een lange opsomming van oude vaak Bijbelse titels, en het bidden van de
Rozenkrans met de Blijde, Droevige en Glorievolle Geheimen. Overal ter wereld
zijn er ook plaatsen waar Maria speciaal vereerd wordt. Er zijn vele
bedevaartplaatsen met hun eigen titels zoals Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Onze
Lieve Vrouw van Fatima, Onze Lieve Vrouw van den Bosch, of Maastricht, of
Heiloo, om er maar een paar te noemen.
Wij, de Witte Zusters en de Witte Paters hebben nog
een speciale naam voor Haar:
ONZE LIEVE VROUW VAN AFRIKA.
Trouwens, de officiële naam voor de Witte Zusters
is: “Missie Zusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika” (MSOLA). En in India, waar
het woord ’missionaris’ erg gevoelig ligt en beter vermeden kan worden, noemen
wij ons: “Sociëteit van Onze Lieve Vrouw van Afrika” (SOLA).
Waar komt deze titel, deze benaming vandaan?
Eerst een beetje geschiedenis
Er was een steeds hoger oplopende ruzie ontstaan
tussen de dey van Algiers (de vertegenwoordiger van de Sultan van het Turkse
Rijk) en de Franse ambassadeur. Het ging over een onbetaalde rekening voor het
leveren van koren aan Napoleon tijdens zijn veldtocht naar Egypte. De dey had
de onbeschaamdheid gehad om de ambassadeur een tik te geven met zijn
vliegenmepper. Een enorme belediging! Dat was in 1828. Bovendien waren er langs
de Algerijnse kust veel piraten die de Franse handelsschepen kaapten. Frankrijk
had ook koloniale plannen en zocht uitbreiding van het grondgebied. Alles bij
elkaar genoeg redenen om een oorlog te beginnen. Op 14 juni 1830 viel de Franse
vloot Algiers aan en landden de Franse troepen. Binnen een paar dagen was het
gebeurd en lag het hele achterland open voor de kolonisten. Vele arme boeren
uit Zuid-Frankrijk werden, vrijwillig of onder dwang, overgebracht naar de
andere kant van de Middellandse Zee om in Algerije een nieuw leven te beginnen.
Vrij snel werd het de korenschuur voor het moederland. De wijnbouw werd ook
ingevoerd. De Algerijnse wijnen zijn nog steeds fameus!
De Katholieke Kerk volgde
natuurlijk ook
In 1838 al werd het bisdom Algiers opgericht, later
volgden Oran en Constantine. Het aantal Frans en Italiaanse katholieken steeg
snel. De nodige parochies werden overal in het land geopend. De eerste bisschop
was Mgr. Dupuch (1838 – 1846), opgevolgd door Mgr. Pavy (1846 – 1866), die weer
opgevolgd werd door Mgr. Charles Lavigerie, later kardinaal Lavigerie en
stichter van de Witte Paters en Witte Zusters. Er bloeide in die jaren overal
in de wereld een grote Mariadevotie op, vooral rond de dogmaverklaring van de
Onbevlekte Ontvangenis van Maria in 1854. Het kerkelijk
leven in Algerije met al zijn activiteiten groeide snel. Maar voor de arme
plaatselijke bevolking van Kabylen werd echter niets of heel
weinig gedaan; het waren er nauwelijks 3 miljoen Arabieren.
Maria-devotie
De devotie tot Maria, Moeder van Jezus, op deze
plek hebben we eigenlijk te danken aan twee vrome dames, Anna en Agarithe, die
in 1846 met Mgr. Pavy meegekomen waren toen hij bisschop van Algiers werd. Zij
waren werkzaam op het klein seminarie en zij hadden
een beeldje van Maria geplaatst op de stam van een oude olijfboom in een
verwilderde boomgaard niet ver van het seminarie op een plek die ‘het Ravijn’
genoemd werd. Vrij snel kwamen daar veel mensen bidden, Franse zeelieden,
mensen uit de buurt en zelfs talrijke moslims. Het groeiende aantal mensen dat
naar die plek kwam was in 1857 de reden voor Mgr. Pavy daar een klein
kapelletje te laten bouwen.
Maar dat bleek binnen de kortste keren veel te
klein en er werd besloten tot de bouw van een grote kerk ter ere van Maria. In
1858 begon de aartsbisschop van Algiers dus met de bouw van een grote kerk
toegewijd aan Maria. Deze kerk is prachtig gelegen op een hoogte, uitziend over
de baai en de haven van Algiers. Monseigneur Lavigerie bouwde de kerk af en de
inwijding vond plaats in 1872. Paus Pius IX verhief de kerk tot ‘Basiliek’ bij
gelegenheid van de plechtige kroning van het beeld van Maria. Er was met algemene
instemming gekozen voor de titel: “Onze Lieve Vrouw van Afrika” De basiliek
werd zwaar beschadig tijdens de aardbeving die in mei 2003 Algiers en omgeving
trof. In 2007 werd er door de Algerijnse regering samen met het aartsbisdom
besloten om tot restauratie over te gaan.
Maar om eerlijk te zijn moet er wel vermeld worden
dat Koning Jan de Eerste van Portugal deze titel voor Maria het eerst gebruikt
heeft. In 1415, na de verovering van Ceuta (stadje ten oosten van Tanger, nog
steeds Spaans bezit) werd daar een kapel gebouwd toegewijd aan Nuestra Senora
de Africa, Onze Lieve Vrouw van Afrika.
Beeld van Maria
De vraag was: welk beeld gebruiken? De eerste
bisschop van Algiers had, toen hij in 1840 naar zijn nieuwe bisdom Algiers
vertrok, een mooi bronzen Mariabeeld meegenomen. Het was een geschenk van de
Zusters van het Heilig Hart van Lyon en op het voetstuk stonden de letters
Virgo Fidelis, Getrouwe Maagd. Eerst stond dit beeld in het bisschopshuis,
later bij de ingang van het trappistenklooster. De Zusters van Lyon hoorden dat
er in Algiers een kerk gebouwd werd ter ere van Maria en dat men op zoek was
naar een geschikt Mariabeeld. Zij schreven naar Mgr. Pavy over het beeld dat
zij geschonken hadden en dat bedoeld was voor de Basiliek. Het beeld werd
teruggevraagd bij de Trappisten en kwam tijdelijk in de nieuwe Bsiliek te
staan met de titel Onze Lieve Vrouw van Afrika. Zodra de kerk voor Maria klaar
was, werd het beeld daar naar overgebracht.
Monseigneur Lavigerie had de eer de
plechtige installatie van Maria in haar kerk te doen. Dit gebeurde op de 4de
mei 1873. De zo juist in 1868 door Lavigerie opgerichte missiecongregatie kreeg
de zorg en de bediening van het nieuwe Maria heiligdom. Drie jaar later, op de
30ste april 1876 werd het beeld gekroond met toestemming van de Paus
en werd de kerk tot basiliek verheven.
In de loop der jaren kreeg
het bonzen beeld regelmatig nieuwe kleding en blauwe mantel. De handen en het
gezicht blijven vrij en door de donkere bronskleur wordt ze ook wel de Zwarte
Madonna genoemd. De laatste keer dat de kleding vernieuwd werd, was in 1985
door Kardinaal Duval van Algiers.
Voor meer informatie over de restauratie: klik hier: (in het frans, en dubbelklik dan op de foto om deze te vergroten!)
GEBED TOT ONZE LIEVE VROUW VAN AFRIKA
Breng terug naar eenheid al degenen
die Christus volgen, breng hen samen in de Kerk gesticht door Uw Zoon.
Mogen allen die Jezus nog niet
erkennen als de Zoon van de Vader, aangetrokken worden door Zijn licht.
Mogen allen die door Hem geraakt
zijn, Zijn Blijde Boodschap alom verkondigen, door heel hun manier van leven.
U was met de Apostelen bij het
begin van de Kerk,
Steun ook nu vandaag nog, het vuur en
de moed van de missionarissen.
Amen.
ONZE OVERLEDENEN:
21 juni: Mevrouw Emmy
Hooyschuur-Nugter, moeder van pater Piet Hooyschuur
23 juni: De Heer Janus Jansen, zwager van Pater Louis Melis.
2 juli: Mevrouw Tiny Bakker - de
Rooij, zus van pater Jozef de Rooij.
4 juli: Zuster Marie de Leeuw, (Romelia), van de Missiezusters
van O.L. Vrouw van Afrika.
6 juli: De
Heer Frans van de Ven, neef van pater
7 juli: De Heer Tjeu Hendriks, buurman en
helper van “St Charles”, waarvan hij de laatste jaren bewoner was.
Mogen zij
rusten in vrede.
CONFRATERS OP VERLOF:
Gerard Smulders, Modestusstraat 20,
5101 BP Dongen.
Tel: 0162- 31 38 45. Vertrek naar Ghana: woensdag 1 augustus.
Kees Koning, Zaagmolenweg 11, 1715 GA Spanbroek. Tel:
0226- 353 293.
Jozef en
Piet Horsten, Orthenseweg 43, 5212 EA Den Bosch. Tel: 073- 613 9116.
OVER CONFRATERS:
Johan Miltenbrug werd per 1 april 2007
benoemd tot administrator van de Franstalige parochie “Tous les Saints” te Den Haag.
Jozef de Rooij werd op 23 juni op eervolle wijze ontheven
van zijn taak als pastoor van de H. Lambertuskerk te Haelen. Jozef was 16 jaar
dienstbaar in deze parochie. Het adres
van Jozef is nu : L'unionlaan 7, 6093 GE Heythuysen. Tel: 0475- 440 888.
Frans Balemans vertrok op 19 juli naar
Heythuysen na vanuit Dongen her en der zijn gouden Priesterjubileum te hebben
gevierd, soms ook samen met zijn broer Christ die met hem werd gewijd. Frans,
we wensen je alle goeds in je nieuwe omgeving.
ONZE ZIEKEN
Op 23 mei werd Harry van de Ven, op verlof in Nederland, opgenomen in het Ziekenhuis te Veghel.
Dat was de dag voor zijn verjaardag. Blijken moest, dat een tumor de functies praten en schrijven zeer bemoeilijkte.
Hij wordt hiervoor behandeld, gelukkig met zichtbaar resultaat. Goede moed en beterschap!
Harry is nu herstellende in Heythuysen.
24 mei. Antoon
Oostveen onderging een operatie tijdens zijn vacantie Hij is weer hersteld, en terug in Zambia.
4 juni Karel Louwen ging met Gerard Derksen op ziekenbezoek naar Harry van de Ven. Onderweg struikelde hij tot twee maal toe,
Hij brak een pols welke tot twee maal toe gezet worden. Genezing
is nu voor-spoedig.
5 juni Harrie Mulders had aan het
linkeroog een verhelderende operatie.
De jaarlijkse dodenherdenking
van onze medebroeders die overleden
zijn in Nederland of in Afrika zal plaatsvinden op “St. Charles” te Heythuysen op 3 november om 15.00 uur.
Aansluitend vindt op het kerkhof de zegening van de
graven plaats.
-
Indien u hieraan wilt deelnemen, zullen wij het op prijs
stellen dit van u te horen vóór 27 oktober, in verband met het koffiedrinken na
afloop van de plechtigheid op het kerkhof.
-
Belt u a.u.b.
==================================
BELANGRIJKE INFORMATIE
Ons generalaat liet ons onlangs weten dat een van de assistenten van onze
algemene Overste, te weten Jim GREEN, een officieel bezoek zal brengen aan de
Nederlandse Provincie en wel van 12 november tot en met 9 december. Binnenkort
zullen wij het juiste programma aan iedereen doen toekomen. Ik dacht dat het
goed was jullie allemaal nu reeds de data van het
bezoek te laten weten.
Jan Mol
GOED en
BLIJ NIEUWS
Het is, denk ik, voor iedereen goed nieuws te mogen vernemen dat onze
oud-confrater Theo van Asten per decreet van 5 juni 2007 officieel is ontslagen
van alle verplichtingen aan het priesterschap verbonden. Wij zijn erg blij voor
Theo dat hem dit door Paus Benedictus is verleend. We
wensen hem alle geluk. Jan Mol
REGIO
BIJEENKOMSTEN
Heythuysen dinsdag 14 augustus dinsdag 23 oktober
Dongen
woensdag 15 augustus woensdag 24 oktober
Den Haag
vrijdag 26
oktober
Den Bosch donderdag 23 augustus donderdag 18 oktober
Kempenland donderdag 16 augustus donderdag 25 october
EN OOK
Wilt u aankomsten en zelfs
korte verblijven in Nederland wel melden aan het provincialaat in Dongen. Dit
is van belang voor de verzekering. Met dank.
Wilt u verder alle adreswijzigingen melden aan Harrie van de Riet. Met dank.
Webmaster-NL |