DE SCHAKEL N0.364 JANUARI 2006

Beste medebroeders.

Ik ben voor het eerst in mijn leven in Spijkenisse geweest. Vroeger waarschijnlijk een vissersdorp. Nu verstrikt in de tentakels van de stad Rotterdam die als een inktvis overal de omliggende dorpen verstikkend heeft omarmd. Ik kwam er over een rondweg vol verkeer langs grauwe betonnen schermen en eindeloze fabrieksterreinen.

Piet kramer

In Spijkenisse - in een warempel toch wat vriendelijk buurtje -  een vrij grote, moderne kerk: De ontmoetingskerk. Daar werd mevrouw Jepke Kerssen beroepen als dominee. De kerk liep goed vol. Het orgel glorieerde feestelijk. Er werd uit volle borst gezongen. De meeste liederen kende ik wel. En die ik niet kende kon ik toch op protestante wijze meezingen; een halve noot achter het orgel aan.

De Predikant die de pastorale taak overdroeg was in stemmige zwarte toga en witte bef. De nieuwe dominee droeg een gebedsmantel en een mooie rode stola. Toen ik dat thuis vertelde zei een van ons:”Ja, de protestanten nemen wel iets van ons over”. Ik zei: “Het voelde goed: een vrouw op de kansel. En daarna achter de Avondmaalstafel met brood en beker in haar handen. Misschien moeten ook wij nodig het een en ander van hen overnemen”.

 Maar waar het me nu eigenlijk om gaat was de preek: Het aan ons voorgelezen verhaal was dat over de bruiloft van Cana. Over dat feest waarop Jezus water veranderde in wijn. Wat me trof was hoe dominee Kerssen dit verhaal betrok op onze huidige ervaring als gelovigen. Heel veel mensen buiten de kerken denken zo over kerk en christendom: ”De wijn is op. Het feest is over “. Maar voor ons, zei ze, is dat niet zo.

Tenminste als we op Maria's aansporing ingaan en “doen wat Jezus ons zeggen zal”. Dan raakt de wijn niet op. Dat betekent niet noodzakelijk dat veranderingen onmiddellijk merkbaar zullen zijn. Dat heeft tijd nodig: “Mijn uur is nog niet gekomen”, zei Jezus. Geduld. Hoopvol verwachten. En meer dan dat: Het Uur waar Jezus over sprak verwijst naar lijden en dood. Pas daar doorheen naar verrijzenis en nieuw leven! Maar laten we intussen vertrouwvol, hoopvol “doen wat Jezus ons zegt”. Dan wordt water wijn en de bruiloft gaat door. Een zodanige inkorting doet die preek natuurlijk tekort. Maar zo ongeveer droeg ze haar hoop op ons over. Een goed geluid.

Een andere dominee, Dorothé Sölle, vergeleek ons soms moeizame kerkelijke geploeter met het bouwen van een middeleeuwse kathedraal. Je ziet hem misschien nooit voltooid. Maar je gelooft erin: in je bijdrage. In de groei. In de schone voleinding.

Geloven in de Lage Landen is niet langer vanzelfsprekend. Wat mevrouw Kerssen signaleerde: die "tegenstemmen". Die soms nauwelijks verholen afkeer van alles wat Christelijk is in kranten en media… Maar ook de neergang, het gebrek aan vitaliteit en aantrekkelijkheid, de veroordelende starheid in onze kerkgemeenschappen: dat kan soms ontmoedigend werken.

Geloven in Afrika is ook niet altijd vanzelfsprekend. In gebieden van oorlog en geweld, in landen  waar verkrachting een oorlogsmethode werd, en kinderen gedwongen kindsoldaten worden, waar bendes de dienst uitmaken en  politici zich verrijken ten koste van de armen, waar dagelijks honderden mensen sterven aan aids.

Daar zal menig missionaris zich vaak machteloos voelen en soms twijfelen aan het komen van het Rijk van gerechtigheid en vrede: “Zoveel goede mensen in de greep van armoede en ziekte. We hebben toch geleerd dat juist de armen Gods vrienden zijn?   “Dat Rijk van U: komt daar nog wat van?”

Een ding is wel zeker: Als we inderdaad zouden doen “wat hij U zeggen zal” en dat evangelie van Jezus in de praktijk zouden brengen: dan zou de wereld er intussen heel wat menselijker uitzien. Het zou al een heel ding zijn als de tien geboden wat meer impact zouden hebben!

Maar de dominee in die gemeente, midden in die megastad vol huizenhoge problemen, hield ons voor dat de bruiloft, het verbond van God met ons mensen, niet over is. En dat onder onze handen water tot wijn kan worden. Als we “doen wat Hij ons zeggen zal”. Geduldig. Met moed dragend wat gedragen moet worden. Hoopvol. Doende vanuit bewogenheid en overweging.

Een nieuw jaar is alweer een stuk onderweg. “Doen wat Hij ons zegt” moet NU gebeuren. Het is goed te beseffen dat we met onze tijd mee moeten. Het is de enige tijd die we hebben. Vroeger is voorbij. Blijven steken in het verleden kan niet; de tijd gaat onverbiddelijk verder.

En naar de toekomst zijn we nog onderweg. We kunnen haar wel voorbereiden maar we hebben haar niet in hand.

Mijmeren over wat voorbij is of dromen over wat komen gaat is goede vrijetijdsbesteding. Als het tenminste in dankbaarheid en hoopvol gebeurt: goed voor de vrije tijd. Bedenken dat alles vroeger beter was is echter  tijdverspilling: Als je wat scherper kijkt dan was niet alles vroeger zo fraai. En dan is niet alles wat er nu gebeurt kommer en kwel. Wie wil er echt terug naar 50 jaar geleden?

Zolang je maar met mensen verbonden blijft - zowel in Afrika als hier- dan kom je ook vaak ongelooflijke kwaliteit tegen in heel gewone mannen en vrouwen. Mensen die het woord spiritualiteit niet kennen. Maar die zonder dat misschien zelf in de gaten te hebben “doen wat Hij zegt”. Dat geeft de burger moed.

Het gaat om HIER. Een gewone dorpsvrouw had deze geloofsbelijdenis op haar grafsteen laten beitelen: “Als je God niet overal vindt, dan vindt je hem nergens": dominee Kerssen in de Randstad. Wij: overal in Afrika, in India, in Brazilië, of in Heythuysen, Den Haag…of waar dan ook in de Lage landen.

Het gaat om NU: In de jaren van volop actief leven zowel als in onze ouderdom. Het gaat om 2006. Dat is ons gegeven. Gegund. Daar doen we het mee.

Een beetje aan de late kant maar welgemeend: Alle goede wensen voor HIER en NU. Zegen. Vertrouwen. Goede moed. Zalig nieuw jaar.

(En de dominee die me aan het denken zette is de vrouw van onze vroegere confrater Pieter Reesink.)

Van de vergadertafel

De toekomst van “St. Charles”, Heythuysen. Hoe behouden we de eigenheid van onze missionaire gemeenschap daar?

Na de renovatie zullen er genoeg gemeenschappelijke ruimtes tot onze beschikking blijven: kapel, ruimte voor samen eten en recreatie, vergaderingen… Afspraken daarover moeten duidelijk zijn en/of tijdig gemaakt worden. Voor bijeenkomsten waarbij veel mensen verwacht worden, kan zo nodig uitgeweken worden naar gelegenheden buitenshuis.

Alle huidige bewoners kunnen mee verhuizen. De overste kan vervangen worden en woonruimte krijgen.

Besproken moet nog wel worden of missionarissen die in de toekomst in aanmerking komen voor verblijf in “St. Charles” voorkeur behandeling zullen krijgen bij toewijzing van vrijgekomen kamers.

Missionarissen op vakantie zullen in Dongen of elders in de provincie opgevangen moeten worden. Voor enkele overnachtingen zullen wellicht een of twee logeerkamers beschikbaar komen voor álle bewoners van “St. Charles” en gehuurd kunnen worden.

Met bewoners-van-buiten kunnen duidelijke afspraken gemaakt worden over de eigenheid van de gemeenschap. De meer praktische afspraken kunnen elk jaar worden bijgesteld.

“Het Land van Horne” (LvH) is verantwoordelijk voor de pastorale zorg. Tot nu toe werd dat door LvH toevertrouwd aan de overste van de communiteit. Maar dat is niet automatisch. Een intakegesprek hoort aan de aanstelling vooraf te gaan. De pastoralewerker is in loondienst voor 5 uur per week.

Behoud van eigen keuken?

De aankleding van het huis is belangrijk voor de sfeer: Handhaven van de uitstalling van Afrikaanse voorwerpen…Het is belangrijk om een lijst op te maken van ons bezit aan Africana e.a. voorwerpen die betrekking hebben op onze geschiedenis. Die blijven ons eigendom. Het is belangrijk om al ons bezit in zoverre we het willen behouden te inventariseren. En op te ruimen wat niet meer dient. Overdragen wat  LvH wil overnemen.

Is er bij de verbouwing ruimte voor opslaan van meubelen etc aanwezig?

De bouwplannen.

De architect heeft plannen getoond: Carrés met woningen aan één kant van de gang. Goed uitzicht op de tuinen. Dat lijkt aanmerkelijk duurder dan een bouw met kamers aan weerskanten van de gang. Dat laatste verkort ook de loopafstanden.

Afgesproken is dat de laagbouw niet afgebroken wordt voordat de nieuwbouw voor de daar wonende geïndiceerde bewoners klaar gekomen is. Maar wat gebeurt er met onze bewoners (geïndiceerd en niet-geïndiceerde) die in het klooster wonen?

Onze inbreng over de voorzieningen en de stijl van de  renovatie is beperkt. Het LvH bouwt voor een toekomst waarin onze aantallen sterk zullen teruglopen en het huis toch aantrekkelijk moet zijn voor eventuele bewoners. LvH  koopt ons eigendom, voorafgaande aan de verbouwing en bepaalt  dus wat zij in de toekomst nodig achten.

Wij kunnen alleen aangeven waar voor ons de bestedingsgrens ligt. Het zal altijd beduidend meer kosten dan wat de AOW inbrengt. Huursubsidie kan mogelijk aangevraagd worden. We kunnen ook aangeven geen voor Nederlandse begrippen overbodige luxe op prijs te stellen.

Mantelzorg.

De vergrijzing van onze gemeenschap zal voortzetting van de mantelzorg aan onze eigen mensen moeilijker en zwaarder maken. De overheid benadrukt echter de verantwoordelijkheid van betrokkenen voor zorg aan familie- en gemeenschapsleden. We zijn dus toch deels op elkaar aangewezen. Vrijwilligers kunnen die last verlichten. Zij worden door het LvH aangetrokken. Het LvH is uiteindelijk verantwoordelijk voor het leveren van zorg en verpleging.

Wellicht moeten op den duur ook professionele krachten / bedrijven  door ons worden ingehuurd voor bepaalde functies: voor bepaalde huishoudelijke functies. Maar er zal ook steeds meer kundigheid en kennis vereist worden in de begeleiding van onze mensen: Er moeten zakelijke contacten gelegd worden met de gemeente i.v.m. de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Herindicatie moet aangevraagd worden. De cliënten raad heeft adviezen nodig om goed te functioneren…

Cliëntenraad.

Die raad heeft een wettelijke basis en een belangrijke functie. Zeker in deze overgangsperiode voor, tijdens en onmiddellijk na de verbouwing. Het is dus van belang er mensen voor te kiezen die nog een inbreng kunnen hebben en een zekere kennis hebben van wat er wettelijk geregeld en mogelijk is . De leden van de raad hoeven geen bewoners te zijn. Wel moeten de bewoners de aanstelling goedkeuren.

Er bestaat een organisatie ter ondersteuning van cliëntenraden! Wie “van buiten” zouden erin gekozen kunnen worden? Als vrijwilliger? (Er is een onkostenvergoeding voorzien in het budget van de cliënten raad).

Verkoop van Op de Bos 1? Behoud van ons kerkhof?

We verkopen Op de Bos 1. Het LvH heeft interesse getoond. De rest van het terrein zal aan het LvH verkocht worden.

Het kerkhof: Jacques Van Nieuwenhove zal navraag doen bij de Dominicanen en Franciscanen om te zien wat de opties zijn. We willen het wel graag behouden. Maar wie verzorgt het kerkhof op de lange duur?

De kosten

Over huur woning en gemeenschappelijke ruimtes. Mogelijkheden tot aanvrage huursubsidies. Over extra kosten: bewassing. De zgn. zorg pakketten…etc Daarover kan nu nog geen duidelijkheid gegeven worden.


****************************************************************************

Onze Overledenen:

Paul van Thiel klik op naam

Willem van der Smissen. klik op naam

Andere overledenen:

26 febr. 2005. Nagekomen bericht: Ad Marijnissen, broer van overleden broeder Christ Marijnissen.

17 dec. 2005.  Mevr. M.M.J.A. (Monique) van Hövel tot Westerflier en Wezeveld Tilman, zus van Pater Adelbert  Tilman.

29 dec. 2005. Joh. Ant. Maria (Hans) Bogaers, ex-confrater. Zijn vrouw is Marita Bogaers-der Meer.

03  jan. 2006.  Pater Paul van Thiel, 85 jaar.

09  jan. 2006.  Broeder Wim van der Smissen, 75 jaar.

Onze zieken

Piet de Bekker maakt het veel beter. Hij kan weer uren lopen. Hij is sterk afgevallen en voelt zich daar goed bij. Nog wat duizelig met het bukken. En hij geeft de hoop niet op nog ooit naar Afrika te kunnen terugkeren.

­Wim Settels brak zijn heup. Omdat hij al langer evenwichtstoornissen heeft, en een spierziekte, verloopt het genezingsproces langzaam en is revalidatie moeizaam.

Rob van Iterson is geopereerd aan zijn rug. Dat betekent zes maanden veel rusten en niet zitten. Wel in beweging blijven. Rob loopt nu beter dan tevoren. Maar de verbetering in zijn rug en voeten maakt duidelijk dat er ook wat aan zijn knieën zal moeten gebeuren.

Léon Gadet is in het ziekenhuis in Tongeren, België, opgenomen.


Retraites

                  In Oirschot, 23-29 juli 2006. Begeleider is Jan Mol

                   In Heythuysen: Begeleider is Jan Mol. De tijd is nog niet vastgesteld

                 Opgeven aan het secretariaat s.v.p.

Jerusalem sessies

Bijbel cursus en retraite in het Engels van 14 maart tot 10 juni 2006

In het Frans “Disciples, Missionnaires aujourdhui” van 12 september tot 7 december.

sessionjer@steanne.org

Uit het veld

 

Statistieken over de Witte Zusters:

Op het ogenblik telt onze congregatie 963 leden. Hiervan zijn 226 zusters in Afrika werkzaam.

Er zijn twee noviciaten waar onze jonge kandidaten hun opleiding ontvangen. Eén in Burkina Faso voor Frans sprekenden en één in Kenia voor Engelstaligen. Dit jaar hebben negen van hen hun eerste professie gedaan en er zijn 12 novicen in opleiding. De 15 postulanten, waaronder twee Poolse kandidaten en één Duitse, zijn verspreid over de verschillende Afrikaanse landen. Ook krijgen jonge Europese vrouwen die interesse tonen voor ons leven als religieus missionaris de gelegenheid om stage te lopen in een van onze communauteiten in Afrika.

De Europese provincie, waarvan ook de Nederlandse regio deel uitmaakt, bestaat nu 5 jaar. Uit een evaluatie blijkt dat de onderlinge samenwerking in de provincie goed is en de verbondenheid tussen de zusters van de verschillende regio’s sterk is toegenomen. Het provinciale bestuur, waar ook de regionale overste van Nederland lid van is, heeft dit jaar weer vier keer vergaderd, iedere keer in een andere regio.

Het aantal Nederlandse zusters in de congregatie bedraagt nu 98 waarvan er nog vijf in Afrika werkzaam zijn. Eén zuster woont in Canada als lid van het provinciale bestuur en één zuster verblijft in de Verenigde Staten.

De voorgenomen sluiting en opheffing van ons klooster te Esch hield ons al lange tijd bezig. Het spreekt vanzelf dat dit gebeuren veel drukte en reorganisatie met zich mee bracht. Het vertrek van de zusters uit Esch is niet ongemerkt verlopen. Op allerlei manieren wilden buren, vrienden en kennissen ons uitgeleide doen en ons alle goede wensen meegeven voor de toekomst.

Na meer dan honderd jaar moesten we Esch verlaten...

Het was hartverwarmend en overweldigend zoveel hartelijkheid en medeleven te ontvangen. Ook in de locale kranten werd er uitvoerig aandacht aan besteed, Hieruit bleek hoe de zusters die op Sancta Monica gewoond en gewerkt hebben gewaardeerd waren en deel uitmaakten van hun omgeving.

Ook bij het vertrek lieten de bewoners van Esch zich niet onbetuigd en werden we plechtig door het gilde uitgezwaaid. Het parochiebestuur van de Esche Willibrordus parochie had zondag 6 maart gekozen om ons afscheid van Esch waardig te vieren. Alles ging met een gevoel van dankbaarheid maar ook met een vleugje weemoed en gemengde gevoelens gepaard.

Martien van der Ven

 

Martien van de Ven schrijft: klik op naam.

Harrie van de Ven schrijft:

Bunia, Ituri, Dem. Rep. Congo: Vorige week weer voor de eerste keer sinds 3 jaar in een sector geweest van de parochie waar de rust is teruggekeerd. Onze mensen daar hadden ons "verblijf” opgeknapt en zelfs een bed en matras klaargemaakt, zodat ik de nacht daar heb kunnen doorbrengen zonder problemen.

De aanwezigheid van het nationale (hervormde) leger garandeert de veiligheid, maar de bevolking moet wel bijdragen in het onderhoud van de soldaten die niet, of veel te weinig, worden uitbetaald. De laatste maand rukt het Nationale leger steeds verder op het binnenland in en achtervolgt de gewapende rebellen. Officieel is de vrije ontwapeningsperiode voorbij. Nu krijgen ze nog de kans kun wapens in te leveren, zonder vervolgd te worden. Anderen worden met geweld ontwapend en gaan naar de gevangenis vanwege onwettig wapenbezit. Velen vluchten weg naar afgeleden streken waar ze zich hergroeperen. Het zijn vooral deze rebellen die de streek onveilig maken, brandstichten, plunderen en vrouwen verkrachten, met als gevolg weer veel mensen op de vlucht.

Onze nieuwe bisschop is heel moedig en is in alle parochies geweest voor het vormsel, zelfs in een parochie verwoest en verlaten sinds 5 jaar. De mensen hebben enkele kamers met dekzeil bedekt, want alle daken zijn weg en de bisschop heeft daar geslapen zonder probleem.

 Het hoogtepunt van de laatste maanden was de priesterwijding op 23 september hier in Bunia van een Congolese Witte Pater afkomstig uit het bisdom Bunia en vier diakenwijdingen van het bisdom. Heel veel volk. Een prachtige plechtigheid van ongeveer 5 uur.

De spanning blijft, maar steeds meer mensen keren naar huis terug. In het grote vluchtelingkamp hier in Bunia zijn er nog ongeveer 2.000 over van de 17.000. Op onze missie Badiya is zeker de helft van de bevolking terug. Het gezondheidscentrum is weer open en een gedeelte van de kraamkliniek is hersteld. We verblijven nu regelmatig een weekend ter plaatse.

Een ander belangrijk feit is de heropening van groot - en klein seminarie hier in Bunia op 29 oktober dat sinds 2003 was gesloten. Wij hopen en bidden dat zij het schooljaar in vrede kunnen afsluiten.

De verkiezingen die in juni werden uitgesteld zijn in volle voorbereiding voor volgend jaar. Moge alles volgens plan verlopen. Als de ontwapening lukt, zal er vrede komen. De mensen zijn het beu en verlangen naar vrede. Blijven we hen helpen met ons gebed.

Hans Peters uit Heythuysen

”Ik mocht blijven leven”

Enige maanden geleden las ik in Katholiek Nieuwsblad dat er in Engeland een foetus was geaborteerd wegens een hazenlip. Ik voelde me geroerd omdat ik in 1930 geboren ben met een dubbele hazenlip. De gedachte kwam bij me op: als ik in 2005 ontvangen zou zijn met dit gebrek, dan zou ik misschien geaborteerd zijn.

Vragen wij de ouders waarom ze dat doen, dan is het antwoord: “We kunnen dit het kind niet aandoen”. Ieder heeft zijn of haar kijk op het leven. De mijne is dat ik erg blij ben dat ik in leven mocht blijven. Hoewel ik vele moeilijkheden heb meegemaakt, omdat in die dagen de wetenschap niet zo ver gevorderd was als nu.

Het leven was en is nog steeds een uitdaging voor me om er iets moois van te maken met de hulp van God en zo was het ook voor mijn ouders, want die spaarden kosten noch moeiten en daarvoor ben ik hen dankbaar. Mijn handicap was niet gemakkelijk te aanvaarden. Dat vraagt om inzicht en overtuiging en die had ik gelukkig meegekregen vanuit mijn katholiek geloof. De profetische boeken in de bijbel bieden een grote hulp voor zelfaanvaarding: je mag er zijn. Zo staat er in Jesaja 43:

“Zo spreekt Jahwe, die u geschapen heeft, o Jakob, en die u, Israël, heeft gevormd, “Wees nu niet bevreesd, want ik heb u verlost, u geroepen bij uw naam; u bent voor Mij zo kostbaar in Mijn ogen, zo waardevol, ik heb u lief. Wees niet bevreesd, want ik ben bij u".

Ik ben aanvaard met al wat ik heb en niet heb, zoals ik ben. Ook met mijn handicap, ik mag er zijn; ik ben uniek.

Hoe kan men zich ooit zo vergrijpen aan zo ’n wezentje dat van af de eerste dag in de moederschoot alles in zich heeft om uit te groeien tot een volwaardig mens, weliswaar lichamelijk of verstandelijk geschonden, maar uitverkoren om heilig en vlekkeloos te zijn voor het aangezicht van de Vader, voorbestemd om zijn kind te worden door Jezus Christus (Efeziërs1). “Van eeuwigheid heb ik u bemind” (Jeremia 31,3).

Piet Verkley

uit Zambia: Iedereen is zich heel bewust van de AIDS-epidemie hier. Maar voor het moment zien we nog geen daling in het aantal zieken en sterfgevallen. Het bisdom heeft een uitgebreide thuiszorg georganiseerd, ook hier in de 4 compounds waar wij werken. Ziekenbezoek, vervoer naar het ziekenhuis, adviseren etc. horen bij de taken.

Toen ik in maart 2005 naar huis kwam heeft mijn collega twee mensen aangetrokken in ons bureau die mijn werk deden wat betreft hulp aan arme scholieren en aan andere armen. Nu, dat heb ik maar rustig laten doorgaan sinds ik terug ben. En, terwijl ik nu zit te typen zitten er een stel mensen bij het bureau wachtend op mogelijke hulp. Nou, de lokale mensen weten natuurlijk veel beter wie er hulp nodig heeft en wie niet. De twee mensen werken twee ochtenden in de week. Dadelijk komen ze dan laten zien wie er hulp nodig heeft en van wie ze nog gaan uitzoeken of het nodig is.

Daarnaast gaan ook andere projecten door. Onze gemeenschapsschool die wat ruimte heeft rond de kerk, heeft zo’n 200 leerlingen.

Er zijn wat betaalde vrijwilligers aan het lesgeven en onze stagiair begeleidt het project. Dan is er nog ons project voor de jongeren, waar ze leren timmeren, metselen en ook naaien en koken. Mijn Duitse collega begeleidt dat project: daar gaat heel wat tijd inzitten. Enkele dagen geleden hadden we onze bisschop nog hier voor het uitreiken van diploma’s."

Pieter Wels

(Communauteit van Lage Mierde)

Hij vond terecht dat we zijn artikel wel erg ingekort hadden; het verscheen in een eerdere Schakel. Om hem recht te doen is hier zijn hele verhaal:

Communautaire betrokkenheid bij gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping.

Integratie is een sleutelwoord voor de toepassing van JPIC (Vrede, Gerechtigheid en Heelheid van de Schepping) zowel binnen als buiten de communauteit. Wil ik in mijn persoonlijk leven, en binnen de communauteit waartoe ik behoor - werken aan het vormen van een levenshouding van gerechtigheid, dan komen de volgende vragen naar voren:

·        Praten wij voldoende met elkaar over onze activiteiten,

·        over onze familie en

·        over het leven en werken van voorheen in Afrika?

·        Geven wij ook uiting aan onze waardering en schenken wij aandacht aan elkaar?

·        Leven wij niet als eilanden? Komen wij bij elkaar voor recreatie of vinden we gezamenlijke ontspanning?

Ons gezamenlijk antwoord is positief! In een kleine leefgroep is dit wellicht voorwaarde voor echt samen leven. Het moet ook kunnen klikken onder elkaar. Zonder overdaad en luxe leven wij goed en verzorgd dank zij de zorgen en toewijding van onze huishoudster en interieurverzorgster. Wij wonen in een goed en vriendelijk huis met een mooi onderhouden omgeving rondom het huis waar wij samen aan werken.

Ieder vindt zijn thuis en voelt zich ook thuis in een broederlijke sfeer van gemeenschapsleven. Gewoonlijk vieren wij 4 maal per week de Eucharistie en bidden wij alle dagen de getijden met uitzondering van zaterdag en zondag. Wij respecteren elkanders behoeften aan persoonlijk gebed.

Wat planten en bloemen in het huis dragen bij tot een huiselijke sfeer die ook onderbouwd wordt door een aperitiefje op zondag voor het middagmaal en het gezamenlijk kijken naar enkele tv programma’s zoals het 8-uur journaal, voetbalwedstrijden en andere programma’s met een hapje en een drankje naar ieders smaak.

Natuurlijk kunnen wijzelf de uitstraling van gerechtigheid van onze communauteit naar buiten toe niet meten maar we mogen zonder meer stellen dat wij goede contacten hebben. Onze betrokkenheid bij gerechtigheid met de dorpsbewoners heeft veel facetten. Te noemen het parochiepastoraat in de drie dorpen Lage Mierde, Hoge Mierde en Hulsel. En de pastorale dienstverlening in twee verzorgingshuizen “Lindenhof” in Lage Mierde en “Huize Kempenland” te Bladel.

Deelname aan dorpsactiviteiten via het kerkkoor, kaartclubjes, hobbycreativiteit, kienen, jeu de boules, fietsmiddagen, buurtvereniging en zitting in het K.B.O.(Katholieke Bond van Ouderen) bestuur geven mogelijkheden tot goede contacten.

Veel aandacht wordt gegeven aan zieken en ouderen. Ook bijzondere gelegenheden zoals verjaardagen van enkele dorpsbewoners, de vieringen van jubilea, overlijden, de wedstrijden van plaatselijke voetbalclub en de plaatselijke gilden krijgen onze aandacht.

Ons leven op de pastorie is geen leven op een eiland. Via dekenale contacten ontmoeten wij regelmatig de priesters, diakens en pastoraal werkenden in het dekenaat. De contacten die wij onderhouden naar buiten, overstijgen de strikt sacramentele bediening en vinden plaats in de brede en ruimere context van rechtvaardigheid, vrede en heelheid van de schepping: het rijk Gods.

Integratie binnen een communauteit vraagt ook om kwaliteit en kleur toe te voegen aan het gemeenschapsleven door inzet en betrokkenheid. Ik heb wel eens horen zeggen “vita communis crux et martyrium est“. Dat hoeft het echt niet zo te zijn. Achter de deur van elk huis staat een kruis. Vanuit een houding tot gerechtigheid is er altijd een manier van omgaan met het kruis dat leven bevestigend is. Het blijft altijd 'n delen en breken.

Het is geven en nemen. Zo verloopt het communiteitleven van elk gezin, van elke gemeenschap en samenleving, en van elk klooster.

Een houding van recht doen aan elkaar vormt de basis voor gezond communiteitleven. Wij zijn elkaar, de drie op de Lage Mierde pastorie, daar erg dankbaar voor.

Vladimir Palte,

een vroegere WP student te Straatsburg is door bisschop Hurkmans tot diaken gewijd. Hij is docent maatschappijleer en parttime pastor in de Lucas parochie, den Bosch.

Broeder Kees van der Sloot

is benoemd naar Guatemala City. Hij leeft en werkt met drie andere broeders van Barmhartigheid (van Moeder Theresa), een Indiër, een Amerikaan en een Mexicaan.


Vergissing: Piet van Hulten heeft dit jaar geen jubileum op 26 juni.

Wij wensen u allen een mooie en vernieuwende veertigdagentijd.

Email: provsecr.@planet.nl

www.lavigerie.org

lavigerie-web@hetnet.nl

 




Webmaster-NL

Vorige pagina