De   S c h a k e l
No. 357 - NOVEMBER  4

De provinciaal schrijft:
Dongen, november 2004
Beste Medebroeders,  
             
Kerstmis staat weer voor de deur. Nog even en dan halen we de kartonnen dozen weer van de zolder. Of uit een donkere hoek van de sacristie. We wikkelen de oude kranten van de beeldengroep. Maria en Jozef en het kind in de kribbe. De herders en koningen. De herders onderweg naar het kind in het donker van de nacht. De wijzen op hun lange zoektocht naar de Koning van Israël. Piet Kramer Provinciaal, te Rome gedurende het Kapittel, mei 2004

Zoeken naar God. Onderweg. Als de herders en wijzen. Vaak in het aardedonker op tocht naar het Christuskind: Naar de Jezus van het Evangelie. Naar de Zoon van God die mens werd zoals wij. En ons mensenlot deelde. Uit de veiligheid van de kudde of de studiekamer de nacht in, de weg op: zoekend naar het licht van Christus. Het zoeken en vinden van herders en wijzen; beeld van ons eigen leven.

Vaak wordt God tegenwoordig aangesproken of aangeduid als
"de Eeuwige". Dat schept ruimte. Het verhindert ons te denken dat we Hem op zak hebben en alles van Hem weten. Hij is geen oude man. Hij is zelfs geen vrouw. Hij overstijgt ons menselijk denken, onze vakjes en noties. Onze ideeën en onze woorden. Hij overstijgt onze leer en onze benaderingen. "Hij is groter dan ons hart" (1 Joh.3,20).

Maar toch voel ik me soms wat ongemakkelijk als het daarbij blijft: Bij die naam:"de Eeuwige".
Het houdt God op afstand. Het godsbegrip lijkt dan te verdampen in een zich steeds maar uitdijend, onmetelijk uitspansel. Op ogenblikken van inzicht begreep het Joodse volk echter al vroeg dat Hij ook de nabije is: Jahweh: De God die zegt: "Ik ben er. Ik ben er als je me nodig hebt. Ik zal er zijn voor U. Reken daar maar op". De Eeuwige is ons nabij.
En nooit kwam Hij ons meer nabij dan in de gestalte van zijn Zoon in wiens hart Hij zijn Geest uitstortte. In de moederschoot. Bij zijn doop. Die kon dan ook zeggen: "Als je mij kent, dan ken je de Vader ook ..... Kijk naar mij en je ziet de vader".Want Vader en Zoon zijn één van Geest (Joh 12,45 en 14,7-9).
We kijken naar Jezus en zien iets van God. We luisteren naar Hem en horen Gods stem. We worden leerlingen van Jezus en leren God kennen.

De kapittel documenten gebruiken een paar keer de uitdrukking "contemplatie-in-actie" als onze levensopdracht. Contemplatie: dat woord schrikt ons af. Maar het betekent eenvoudigweg: aandachtig opzien naar Jezus. Aandachtig luisteren naar zijn woorden in het evangelie. Trouw. Levenslang. Dan komen we God op het spoor. "In actie": want vanuit dat schouwen doen we ons werk. Als we in daden proberen om te zetten wat we gezien en gehoord hebben, dan vinden we Hem ook temidden van onze bezigheden. Midden onder ons. Midden in ons doen en laten. Niet alleen wij missionarissen. Alle "mensen van goede wil".

God zoeken: Een oude missionaris schuifelt door de gangen van ons verzorgingshuis. Altijd op weg naar de kapel. Als de overste hem waarschuwt dat er op dat moment geen diensten zijn, dan kijkt hij even op: "God is er altijd".
Een oude non, die urenlang in de kapel zit, wordt bevraagd op wat zij daaraan beleeft. "Ik kijk naar Hem. En Hij heeft nooit tegen me gezegd: Kijk nou maar eens voor je".
Onderweg naar God: Een missionaris die, na een zware ziekte, toch weer terugkeert naar Afrika, naar een gebied vol onrust en geweld. Omdat voor Hem God te vinden was in dienst aan de kleine, door oorlogsgeweld opgejaagde mensen: Dienst aan "de minsten der mijnen", zoals Jezus ze noemde. Zo vinden we God ook. Als we, zoals Jezus, "weldoende rondgaan". Werken aan gerechtigheid en vrede. Bisschop Bluyssen schrijft: "God wordt ervaren in de nabijheid van de ander die lijdt." (Jan Bluyssen en Gerard Rooijakkers. “God verborgen en nabij”. Anthos, Amsterdam2003)

God vinden in Jezus: Ik kom regelmatig voor een eucharistieviering in een klein dorp aan de Merwede. Een bescheiden "schuilkerkje", temidden van een verder niet-katholieke omgeving. Allemaal mensen die elkaar kennen, om elkaar geven. Die samen de gemeenschap gaande houden zonder veel steun van buitenaf. Die samen vieren en koffiedrinken en daarbuiten lief en leed delen. De lectrice vertelde me:"Ik ben katholiek geworden want ik vond het hier zo ¹n betrokken, gezellige gemeenschap". Over een gezonde motivatie gesproken!! We breken samen het ene Brood. En je voelt de woorden van Jezus waar worden: "Waar mensen samen komen in mijn naam daar ben ik in hun midden".

Contemplatie: Een oudere missiezuster trekt zich terug uit het werk. Dat kan ze niet meer aan. Op de fiets geniet ze nog van de herfstkleuren. Dan komt ze thuis en gaat de beduimelde bijbel open. En ze komt tot gebed. Ze heeft tijd voor medezusters, die haar hart eens willen uitstorten. En met grote rust aanvaardt ze wat de ouderdom aan beperkingen met zich meebrengt. Dankbaar voor wat het leven nog biedt. Vertrouwend dat ze de beperktheden en haar ziekte zal kunnen aanvaarden in eenheid met haar Heer.

Gemakkelijk is het niet altijd: dat zoeken naar God. Het kan heel donker worden als ziekte toeslaat en het verstand verduistert. Wat zou ik, met mijn gezonde lijf, daar over durven zeggen ? Maar ik ken mensen, die in die eenzaamheid de hof van olijven binnen gaan en waken. In diepe verbondenheid met hun Heer die nooit méér mens was dan in die hof. Ons nabij in duistere uren. Met ons verbonden. En in Hem is God ons nabij.
Zoals een oude mevrouw, moeder van een missionaris, me vertelde: "Als ik helemaal hol was van binnen van verdriet, dan keek ik op naar het Kruis. Het heeft me geleerd dat God het Kruis niet van ons weg neemt. Maar ons helpt om het te dragen". Hij met ons. Wij met Hem. Bisschop Bluyssen in een aanhaling van Bonhoeffer zegt erover: "Wie God in het Kruis van Jezus Christus gevonden heeft, weet hoe wonderlijk God zich in de wereld verbergt en hoe Hij juist het meeste nabij is waar wij denken dat Hij het verste weg is".

Lang geleden schreef een oude monnik dat we in de ouderdom herders worden van een onzichtbare kudde. Dat op een of andere geheimvolle manier in onze eigen aanvaarding en ons eigen gebed we het leed van de wereld meedragen en verlichten. En ook dat is niet alleen weg gelegd voor monniken en nonnen, maar ook voor ons missionarissen. Ook voor iedere Christenmens.

De kapittel documenten zeggen over ons: "De aanwezigheid, de edelmoedigheid en de aanvaarding van verdriet en lijden van de medebroeders, die verzorging nodig hebben, zijn een kostbare bijdrage aan onze gemeenschap, aan onze missionaire inzet."

"Kunnen we zin geven aan ons werk? Aan het proces van ouder worden? Aan ons lijden zelfs ? Wat draagt ons? Wat dragen we mee?" En kunnen we zelfs dan God op het spoor komen?

Kerstmis... Als herders op zoek naar het licht. Als de wijzen onderweg naar een Koning. We moeten Hem soms zoeken in de nacht. Op onze levensweg. In vreugde en verdriet. Bij het voorkomen van leed en het verlichten ervan. Bij de aanvaarding ervan. En als we Hem vinden dan vaak in de geringheid en de armoede waarin het kerstkind geboren werd.

Ik wens U allen een gezegend kerstfeest.
                  Ook namens de hele gemeenschap van Dongen.
                                                                                         
Kramer

2 oktober
*
Oud-Studenten W.P.   *
in Dongen

Een hele gezellige dag. Meer dan zestig deelnemers. Herman Obdeyn gaf een inleiding over de achtergronden van de Moslim gemeenschap van Marokkaanse origine in Nederland. Een boeiend verhaal dat veel vragen opriep. En wat vooroordelen te lijf ging.

De Provinciaal preekte tijdens de eucharistieviering en bracht daar een van de kapitteluitspraken over integratie van pastoraal werk en de inzet voor
"Gerechtigheid en Vrede" ter sprake. Hier volgt een deel daaruit:

" Op vorige kapittels is het Rijk en zijn Gerechtigheid waar Jezus het in het evangelie over heeft, telkens weer ter sprake gekomen. Nu ook weer. Parochiewerk beperkt zich soms te eenzijdig tot liturgie en toedienen van sacramenten. Dat hoort er wel degelijk bij: bij integrale pastorale zorg. Maar ook zorg voor verdieping en bezinning hoort erbij. En aandacht voor het welzijn van mensen. En inzet voor werk aan gerechtigheid en vrede. Als het goed is, dan beperken christenen zich niet tot af en toe een zondagse viering. Maar ze leven en werken samen met mensen die anders geloven, mensen met andere achtergronden. Ze laten zich niet zomaar verblinden door vigerende vooroordelen. Ze zetten zich in voor kansarmen ...

In Nairobi
kwam ik nogal eens in zo 'n parochie, waar het evangelie deel van leven was. De kerk zat op zondag tjokvol. Het evangelie werd er niet alleen voorgelezen, maar voorgespeeld door jongelui die dat met verve deden.
In de Goede Week ging het rouwen rondom het kruis en het vieren van de verrijzenis een hele nacht door. Met dans en spel en af en toe een dutje. Een potige matrone, mama Martin, regeerde over een soepkeuken voor de hongerigen uit de sloppenwijk. Zusters hadden er een drukke polikliniek.Vrijwilligers bezochten aidspatiënten, verzorgden en begroeven ze en vingen weeskinderen op. Er werd lesgegeven in lezen en schrijven. Er was een timmermanswerkplaats voor jongeren. Huizen in de sloppenwijk werden verbeterd. Mama Clementina en haar vrouwenclub hielden de ouden van dagen en zieken wat in de gaten. Mensen die een retraite wilden maken, maar overdag werkten, kwamen 's morgens vroeg om een evangelietekst en wat uitleg. Ze probeerden dat door de dag wat te overwegen. En 's avonds kwamen ze langs om hun verhaal te doen.
Mensen kwamen samen in werkgroepjes om overleg te plegen hoe misstanden te bestrijden. Ze gingen desnoods de straat op om te demonstreren tegen corruptie, tegen politieke moord, tegen de onteigening van hun woongebieden. Er was een zaal waar Ethiopische Coptische christenen bij elkaar konden komen. De mensen in de sloppen organiseerden 'harambee'-feesten om geld op te halen voor bewoners in de wijk die door ziekte of tegenslag in de schuld geraakt waren......

In zo '
n parochie wordt het evangelie niet alleen maar aanhoord maar ook samen beleefd. Er wordt ook niet alleen maar geleefd maar ook gevierd. Er wordt niet alleen gevierd maar ook samen geleden. "Zoek eerst het Rijk van God en zijn gerechtigheid," zegt Jezus. En de rest komt dan wel. Zo 'n parochie waar het leven die vieringen doordringt, waar recht en vrede niet alleen worden bebeden maar ook beleefd, daar ontstaat iets van Gods Rijk: een betere wereld op kleine schaal. Midden tussen de mensen.

Wij, missionarissen, waren misschien wat doorgeschoten van eerst keihard werken om zo vaak mogelijk de sacramenten aan zoveel mogelijk mensen uit te delen, naar later eindeloos en oeverloos vergaderen over gerechtigheid en vrede. Dit kapittel benadrukt dat het allemaal bij elkaar hoort. Gebed en werk. Bezinning en actie. Vieren en leven. En dat het in de parochies is dat we de leiders vinden die de gemeenschap levend houden.
"

18 October
*
Oprins
assistent econoom

zat een vergadering voor van alle plaatselijke economen om te praten over het opstellen van de jaarlijkse begroting in de verschillende communiteiten. Budgettering wordt door het kapittel en het postkapittel aanbevolen. We moeten meer inzicht krijgen over onze inkomsten en uitgaven.

6 November
* Herdenking van onze doden
  
Heythuysen.

We staken kaarsen op voor Miel Geurts, Leo Venhuizen, Broeder Dominic (Johan) v. d. Voort, Hans van Breugel, Nico Borst, Joop Kocken, Daan van Berkel en Jan de Bekker.
Ook voor mevrouw van Bragt, voor Mw. Dirven, Franks moeder, voor Ans Degenhart, die jarenlang voor Louis zorgde, voor Francien Franssen, Witte Zuster, Harry¹s zus, en voor al onze gestorven familieleden. En voor Gerard Geurts, onze vroegere confrater.

de laatste hand aan de tekst!
 

7-11 November
*  POSTKAPITTEL   *
   
Helvoirt

Assistant Général Richard Baawobr m.afr.

Richard Baawobr kwam naar Nederland toe. Hij bezocht Den Haag, Dongen, Heythuysen en Sterksel en was aanwezig op de eerste dag van het beraad. Hij was op zijn gemak bij ons en wij bij hem. In een broederlijke en open sfeer bespraken we de onderwerpen van het kapittel die voor onze provincie van belang zijn. We werkten in twee werkgroepen onder de aandachtige leiding van Jacques van Nieuwenhove. De drie secretarissen hadden er hun handen vol aan: Carol Vismans, Louis Melis en Harrie v. d. Riet. U krijgt binnenkort volledig verslag van de beraadslagingen. Nog even geduld dus. En noteer alvast maar dat er op 11 Januari 2005 een provinciedag aan gewijd zal worden.
      De Nederlandse Provincie is als aandachtsveld toegewezen aan Jim Greene van de Algemene Raad.

Agenda

21-26 November: Vergadering over missie- en roepingen animatie te Keulen o.l.v. Cor v.d. Brand.
29 November:    
Financiële adviesraad.
5 December:     14.00 uur in Marthakerk, Hoefkade 623, Den Haag: Dans, zang, muziek, verhalen uit Antillen, Burkina, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Congo .... (informatie: onze gemeenschap in Den Haag 070-3840060).
7 December:    
provinciale raad. Dongen.
8 December:    
van de Sociëteit. Heythuysen.
11 Januari:    
studiedag over het (post)kapittel. Dongen.
Confraters op verlof

Antoon Oostveen  uit Lusaka, Zambia, aankomst 23.04  sabbatjaar) - vertrek staat gepland op 21.04.2005.
Gerard Hoppenreijs  
Nyegezi, Tanzania, 14.09; vertrekt op 22.11.
Willy Delen     
uit Kasese, Oeganda, aankomst 04.09.
Piet Bongers     
uit Kasese, Oeganda, aankomst 04.09.

Worden verwacht:

Ferd. Campen  uit Curitiba, Brazilië, 29.11. Cor de Visser      uit Bangalore, India, aankomst 05.12.
Piet Bergmann   Tabora, Tanzania, aankomst begin december.      

Onze Overledenen

Pater Jan de Bekker   

Onze overleden familieleden

16.07.2004    René Van Nieuwenhove, te Brugge, B.- broer van pater J. Van Nieuwenhove.
27.08.2004   
Ignace Brekelmans   broer van overleden pater P. Brekelmans.
15.09.2004    Mw. Alida Kragting, te Breda -
van overleden pater W. Kragting.
10.10.2004   
Riet de Kort, te Breda. - zus van overleden br. Benoît en pater G. de Kort.
18.10.2004   
A. G. Delen, te Arnhem - broer van pater W. Delen.
19.10.2004   
Corry van Loosdrecht - Jooren te Best - schoonzus van overleden pater J. v. Loosdrecht.
23.10.2004   
Guido van Hasselt, te Wageningen - van overleden pater H.-P. van Hasselt.
28.10.2004    Dhr. Piet Coolen, te Geldrop -
van overleden pater J. Coolen.
30.10.2004   
M. van Doorn - Venhuizen, te Uden. - zus van overleden pater L. Venhuizen.
10.11.2004   
Jacques Michielsen, te Spaubeek -  broer van overleden pater L. Michielsen.

Uit het veld

* de provinciaal in Burkina Faso

Je hebt ongetwijfeld gehoord dat in Ivoorkust  de vijandelijkheden weer opnieuw zijn begonnen. Wat betreft de twee communiteiten in het noorden van het land, een streek die onder beheer ligt van de rebellen, het volgende:

Bij het uitbreken van de vijandelijkheden waren onze confraters van deze twee communiteiten, alsook de stagiair Alex Manda, allemaal samen in Burkina voor een paar studiedagen. Zij overwogen wat ze zouden doen, en tenslotte namen ze het besluit om zonder uitstel terug te gaan naar hun parochies. Dat betekent dus dat ze nu thuis zijn. Alleen de stagiair, is in Burkina gebleven.  Omdat zij geen telefoon hebben, hebben wij geen contact met hen. Er is geen electriciteit omdat dit door het zuiden is afgesneden; ze hebben ook geen stromend water, maar in beide missieposten hebben ze gaslampen en kerosine, en er is drinkwater in de putten.

Gisterenmiddag slaagde Jozef de Bekker er in om vanuit Niellé op te bellen via de satelliet telefoon van een bevriende buurman, en hij gaf me de verzekering dat zij in goede gezondheid verkeren. Toen ze vanuit Burkina thuis aankwamen, werden ze met open armen door de mensen ontvangen - deze voelen zich gesteund door hun aanwezigheid. De paters gingen op bezoek bij de leider van rebellenleider in de stad, en die zei hun dat ze rustig in de stad konden blijven. En zodoende -met mijn toestemming- blijven ze daar.

Wat de communiteit in Abidjan aangaat, op dit ogenblik zijn de meeste oorlogshandelingen in het zuiden van het land, en vooral in Abidjan. Toen de situatie veranderde, sloegen onze confraters proviand in en sloten zichzelf op in het huis. Ze zijn allemaal daar behalve Jacques Charron, die toen het vechten begon, bij de Jezuïeten was, en hij gaf er de voorkeur aan daar te blijven. Hij is daar nog steeds. We hebben bijna dagelijks telefonisch contact. Ze zijn daar in een tamelijk rustige streek. Het nationale leger Ivoorkust kwam om hun auto¹s in beslag te nemen, maar daar trokken ze zich niet zoveel van aan.

Wij hadden vraagtekens bij de aanwezigheid van onze confraters in dit land, maar voorlopig willen al degenen die ik gecontacteerd heb, er blijven. Als de situatie verslechterd, zal ik de nodige stappen ondernemen.


* Harry van de Ven  
Congo

Het is weer (te) lang geleden dat ik iets van me liet horen. Over een paar dagen is het een jaar geleden dat ik in Bunia, Congo, aankwam. Er is ondertussen veel veranderd, meer rust en stabiliteit. Toch blijft Ituri een zorg voor de VN militairen. Militieleden, soldaten van de opstandige legers blijven de inwoners afpersen bij wegblokkades en oorlogsbijdragen eisen. Ze hebben leren overleven via de loop van hun geweer en zien weinig toekomst voor zichzelf. Ze worden niet betaald en moeten leven ten koste van de bevolking. De algemene toestand is zeker verbeterd, maar op maandag 20 september om 2 uur 's nachts was er weer een aanval in Lengabo, een dorp op ongeveer zes km van Bunia op de weg naar Badiya, mijn missie. De zondag er vóór kwam ik er nog langs en alles scheen rustig. Een verrassingsaanval of een wraakactie? Toch weer vijftien doden en 91 huizen in brand gestoken. Weer veel mensen op de vlucht.

De laatste maanden ging ik regelmatig  naar mijn missie of naar de buitenposten. Ik heb nooit geen moeilijkheden gehad en heb altijd mijn werk in alle rust kunnen doen. Ondertussen heb ik de
"schade" van ruim een jaar moeten inhalen: 370 kinderdopen, 235 volwassenen, 50 huwelijken, 398 eerste communies en 411 vormelingen, .Dit alles vanuit Bunia, de stad. Er is nog niemand om me te helpen en meestal ga ik op en neer. Op mijn missie in Badiya is weer een kamer min of meer bewoonbaar, en ik hoop daar binnenkort te kunnen overnachten.
Van de meer dan een half miljoen mensen die toen en ook vandaag weer op de vlucht sloegen voor het blinde geweld is inmiddels een groot gedeelte weer teruggekeerd om een nieuw begin te maken. De hulporgamisaties helpen de mensen die terugkeren met een dekzeil, een deken, wat kleding, een stuk zeep, keukengerief, wat eten en zaaigoed.

De bevolking is het geweld beu en blijft geloven in echte vrede en het einde van hun ellende. Maar er kan slechts sprake zijn van echte vrede wanneer de wapens definitief zullen zwijgen. Hoewel de verschillende krijgsheren het vredesakkoord hebben ondertekend, maken gewapende bendes de streek onveilig. Ook onze Congolese zusters hier in de stad kregen bezoek, werden bestolen en moesten onder bedreiging het geld van school en gezondheidscentrum afstaan. Als je weigert word je geslagen of wordt er geschoten.

De missie van de VN in Congo wil de strijders op vrijwillige basis ontwapenen en hen helpen te reïntegreren in hun dorp. Tot nu toe weinig succes; in de vijf ontwapeningscentra zijn er maar weinig vrijwilligers. De meesten willen worden opgenomen in het nieuwe nationale leger, wat niet mogelijk is vanwege het grote aantal. Men spreek van 15.000 strijders. Zonder ontwapening zal het moeilijk zijn over acht maanden vrije verkiezingen te houden.

Ondanks alle ellende die de mensen doorstonden, bewonderen we hun moed om telkens opnieuw te beginnen. De overlevingsdrang is zo sterk dat ze altijd weer opstaan en blijven geloven in de toekomst. En wij met hen. Veel groeten en dank aan allen voor hun  steun en gebed.


* Heuft
Algiers

Sinds enkele dagen ben ik in Europa waar ik heb deelgenomen aan een congres over het toelatingsbeleid van de Europese Unie ten opzichte van mensen die proberen vanuit Afrika naar Europa te emigreren. Dit beleid veroorzaakt enorme problemen in Noord-Afrika doordat de grens van Europa als het ware verlegd is naar Marokko en Algerije. Zodoende komen vele mensen, op weg naar die ¹betere¹ wereld, van honger, dorst of uitputting om in de Sahara, soms verdrinken ze in de Middellandse Zee of worden opgesloten in Algerijnse, Marokkaanse of Tunesische gevangenissen.
Bij mijn laatste bezoek aan de gevangenis bij Algiers liet opnieuw een grote groep van ongeveer tachtig Afrikaanse emigranten hun zorg en angst weten over de belabberde toestand waarin ze verkeerde. Bovendien kwam ik te weten dat er zes overleden Afrikanen in de "koelcel" van de gevangenis lagen in afwachting van hun begrafenis zonder familie en zonder naam. Wat zijn de oorzaken van dit overlijden? Is het aids, tuberculose of iets anders? Het is moeilijk om er achter te komen.

Vlak voor mijn vertrek uit Algerije heb ik nog drie vakantiekampen kunnen organiseren voor de jeugd die in die wijken leeft waar maar weinig te doen is en die vooral getroffen zijn door de aardbeving van verleden jaar. De eerste periode duurde ongeveer tien dagen en was speciaal georganiseerd om jeugdleiders te vormen. Er waren veertig deelnemers waaronder twaalf Fransen, speciaal daarvoor overgekomen, vijf doven, vier Afrikanen en de overigen Algerijnen. Een uitstekend geslaagde sessie, waarbij het opviel dat alle niet-doven zo vlug vertrouwd waren geraakt met de gebarentaal.

Het was ook een groot plezier om te zien hoe leuke interessante toneelstukjes werden opgevoerd in mime. In de tweede en in de derde periode hadden we telkens een groep van tachtig jongelui in onze vakantielokatie, maar wel een jeugd vol enthousiasme waar onze versgevormde jeugdleiders een goed onthaal kregen. Iedereen was dolgelukkig om samen zo enkele weken te ontspannen of om zich voor anderen in te zetten.



* Nico de Bekker  
Heythuysen

"Waarom reis je weer naar Afrika?" is een vraag die me vaak gesteld wordt. Er zit een heel verhaal achter het antwoord. Laat ik het maar eens vertellen.
Ergens ver weg van de missiepost Ibindo woonde een weduwe van middelbare leeftijd. Haar man, Tryphoni, was nooit erg sterk van gestel geweest en tenslotte was de dood hem komen halen. Zijn vrouw, Margarita, bleef achter met vijf kinderen.

Als weduwe is zo 'n vrouw aan alle kanten onbeschermd en ze kan niet voor haar rechten opkomen. Volgens stamgebruik neemt de familie van haar echtgenoot haar onder haar hoede. Dat betekent dat ze, zin of geen zin, de vrouw wordt van een van haar zwagers. Maar Margarita had daar geen zin in en als katholieke vrouw tweede vrouw te worden van een heiden wilde ze niet. Bij leven had Tryphoni overal waar hij gewoond had, gediend als catechist.

Om de weduwe uit de nood te helpen, haalde de pastoor van Ibindo haar weg uit de buurt van haar schoonfamilie en gaf haar een huisje vlak onder de heuvel, waarop de pastorie kort tevoren gebouwd was. Bouwvakkers hadden er onderdak gehad. Terzelfdertijd was ikzelf pas nieuw aangesteld in Ibindo. Zodoende kwam ik al spoedig in aanraking met de enige zoon van Margarita, en hij werd onze misdienaar

Halverwege 1955 kwam er een circulaire van de rector van het kleinseminarie of we geen candidaat hadden voor klas vijf, de beginklas voor de priesteropleiding. Met toestemming van zijn moeder hebben we toen Antoni aangemeld. Na zijn priesterwijding in 1973 deed hij eerst parochiewerk, werd voor verdere studie naar Amerika gezonden en bij terugkomst in leidinggevende functies benoemd. In 1979 werd hij de eerste Afrikaanse bisschop van een klein bisdom in de buurt en in 1988 is hij aangesteld als aartsbisschop van Mwanza.

Zijn leven lang heeft hij tegen iedereen die mij bij hem aantreft, gezegd dat ik hem naar het seminarie gestuurd heb. Wij zijn er beiden dankbaar voor. Vijftig jaar na de eerste kennismaking, en nu hij 25 jaar bisschop is geweest, is deze reis best de moeite waard.



* Jan Mol  
Londen

Ik maak het prima hier en voel me thuis. Natuurlijk een zeer onregelmatige bezetting tijdens de vakantieperiode, wanneer de studenten in en uit lopen en velen hun pastorale en sociale stages lopen ergens in Europa, voornamelijk Frankrijk, België, Engeland en Ierland.
Op 10 september behoort iedereen weer thuis te zijn en te blijven. Velen hadden ook hier in Londen werk gevonden om wat bij te verdienen. Er is geen 1ste jaar meer. Er blijven nog zestien studenten over, waarvan sommigen maar drie jaar, andere vier jaar theologie doen.
Buiten twee Indiërs en één Mexicaan zijn de studenten afkomstig uit Afrika: Malawi, Zambia, Tanzania, Oeganda, Burundi, Congo en Burkina. We zijn met vier stafleden (een beetje veel voor zo een kleine groep): Jozef Buholzer, Zwitser, als rector; Ignatius Anipu, Ghanees, als studieprefect, maar die ook nog werkt aan zijn doctoraal islamogie en lesgeeft aan de M.I.L. Dan is er nog Francis Bomansaan, een andere Ghanees, die econoom is. Ik ben hier zo een beetje het reservewiel.

Nota Bene: voor de volledige versie van de Schakel, kunnen de Witte Paters inloggen op de website van de Miss. van Afrika te Rome.


de leden van het postkapittel
de laatste teksten nogmaals herzien...!
















Webmaster-NL

Vorige pagina