Inleiding.

 

Een hartelijk woord van welkom voor U allen op deze herdenkingsdienst voor pater Jan de Bekker.


Jan was de broer van Sjaak en Annie, Willemien, Claus, Elise en Paul.


Broer - en tevens medebroeder in de Societeit van de Missionarissen van Afrika van Piet en Jozef. Die zijn op dit ogenblik met ons verenigd  in gebed voor Jan. Ook al zijn ze ver van ons verwijderd in Ghana en in het nu door oorlogsgeweld bedreigde Ivoorkust. Neef  en medebroeder van Oom Nico, witte pater en Tante Willemien, witte zuster.

Hartelijk welkom aan de hele familie de Bekker, die in deze dagen ook het plotselinge verlies van Mevrouw Adrie van der Wal - de Bekker betreuren, die wij in deze viering ook willen gedenken. Welkom aan de vele medebroeders en medezusters, missionarissen van  Afrika, uit Belgie en Nederland.

 

Welkom aan U , vrienden en  kennissen. Welkom aan de parochianen van Heeze die zo nauw meeleven met hun missionarissen en nu het  verdriet delen van de familie van Pater Jan.

Aussi un mot de bienvenue special aux amis fidelès, originaires du Rwanda et du Congo, qui conaissaient le Père Jan depuis longtemps.

 

U allen: dank voor Uw komst om Jan te herdenken en voor hem te bidden. En ook om te bidden,samen met Piet en Jozef, voor de mensen, die Jan dierbaar waren en hen dierbaar zijn, in Congo, Rwanda, de Ivoorkust en Ghana

 

Jan werd geboren op 8 Februari 1938 in het gezin van Vader Piet de Bekker en Moeder Maria Helena Luyben. Nauwe betrokkenheid met het missiewerk in Afrika was een van de kenmerken van de Familie de Bekker. Ooms en Tantes, neven en nichten trokken erheen om het Evangelie door te geven. Vader was een levenslange propagandist. De zonen Jan, Piet en Jozef kregen die missiegeest dus  van huis uit mee. En werden,  in navolging van andere familieleden,  Missionarissen van Afrika (Witte Paters).

 

Jan werd op 29 Juni 1962 tot priester gewijd en vertrok naar Congo: Naar de streek aan het Albertmeer, het “Lakske”. Twee jaar na Jan’s aankomst brak de Mulele opstand uit. Jan ontkwam ternauwernood aan de dood. Maar na een korte rustpause thuis vertrok hij moedig weer naar hetzelfde missiegebied. In 1975 vertrok hij naar Rwanda. Daar werd hij econoom van het aartsbisdom Kigali..

 

Toen werd hem gevraagd vluchtelingenwerk te doen.. Zo maakte hij de volkerenmoord in Rwanda mee  In 1996 werd hij tot Regionaal Overste benoemd van Ituri in Oost Congo. En weer kwam hij in oorlogsgebied terecht. Toen begaf zijn gezondheid het..

 

Maar hij kwam weer op de been. En tenslotte besloot hij toch weer naar het hem vertrouwde Congo terug te keren. Naar  Aru . Daar  haalde de dood hem in. Hij stierf in een verkeersongeval op Allerheiligendag. En werd er op Allerzielen door de rouwende mensen van Aru begraven.

 

Laten we hem herdenken en vragen dat Hij nu mag leven in God’s licht.

 

 

Evangelielezing Lukas 21, 5-19

5 Het gesprek kwam op de tempel. Men zei dat die met fraaie stenen en wijgeschenken was versierd. Maar Hij zei: 6 `Er zal een tijd komen dat van alles wat u daar ziet geen steen op de andere zal blijven; ze worden allemaal neergehaald.' 7 Daarop vroegen ze Hem: `Meester, wanneer zal dat plaatsvinden? En wat zal het teken zijn dat dit gaat gebeuren?' 8 `Kijk uit', zei Hij, `dat u niet op een dwaalspoor wordt gebracht. Want velen zullen optreden in mijn naam en zeggen: "Ik ben het'', of: "De tijd is gekomen.'' Loop niet achter hen aan. 9 Wanneer u hoort van oorlogen en onlusten, wees dan niet verontrust. Want dat moet eerst gebeuren, maar het is niet meteen het einde.' 10 Toen zei Hij hun: `Het ene volk zal opstaan tegen het andere en het ene koninkrijk tegen het andere. 11 Er zullen zware aardbevingen zijn en op verscheidene plaatsen hongersnood en pest; en er zullen zich schrikwekkende en grote tekenen voordoen aan de hemel. 12 Maar voordat dit allemaal gebeurt zal men u oppakken en vervolgen, u uitleveren aan de synagogen en u gevangenzetten. U wordt voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam; 13 dat geeft u de gelegenheid om te getuigen. 14 Neem u heilig voor om u er van tevoren geen zorgen over te maken hoe u zich zult verdedigen. 15 Want Ik zal u wijze woorden in de mond leggen, zodat geen van uw tegenstanders u zal kunnen weerstaan of tegenspreken. 16 U zult zelfs door uw ouders, uw broers en zusters, uw familie en vrienden worden uitgeleverd en sommigen van u zal men ter dood brengen; 17 u zult door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam. 18 Maar geen haar van uw hoofd zal gekrenkt worden. 19 Als u volhardt, zult u uw leven winnen. 20 Wanneer u Jeruzalem door legers omsingeld ziet, weet dan dat haar verwoesting dichtbij is.

 

 

Preek.

 

Het evangelie dat U zojuist te horen kreeg is het evangelie, dat  morgen ook voorgelezen wordt in de kerken. Het jaar loopt ten einde en dan worden we  herinnerd aan het einde der tijden. Maar  wat Jezus daarover te zeggen had lag niet in de verre toekomst zoals mensen soms denken.

 

We hebben in dit land een roerige week achter de rug. Moord en gewelddaden. Agressieve taal en dreigingen met terreur. Brandstichting in scholen  en bekladden van moskeeën en kerken. Vooroordelen en verscherpte tegenstellingen. Onverdraagzaamheid en onderling wantrouwen. Angst en onveiligheid.

 

Jezus waarschuwde ons dat oorlog en geweld zullen uitbreken lang voordat het einde in zicht komt. Hij spreekt ook van onenigheid en vervolgingen.  En inderdaad : na zo’n week lijkt de vrede ver en menselijk welzijn bedreigd.

 

Jan heeft veel van die kenmerken van onze tijd van leven aan den lijve ondervonden. De jaren zestig waren in Congo zware jaren. Het land was nog maar nauwelijks onafhankelijk of opstanden en onlusten braken uit. Het volk leed. Hun missionarissen kregen het zwaar te verduren. Van onze Societeit van de Witte Paters werden er 12  vermoord. Andere congregaties verloren nog meer van hun mensen.

 

En zo brak twee jaar na Jan’s aankomst in Noord Oost Congo weer een opstand uit : De rauwe rebellie onder Mulele. Het volk had weer te lijden onder al het geweld. Weer werden missionarissen zowel als  andere blanken  het slachtoffer. Jan ontsnapte ternauwernood aan de dood door een vuurpeleton. Op het nippertje kreeg hij gratie.

 

Uitgeweken, kwam hij de grens over en kon naar huis. Wij troffen hem er aan: Bewogen, maar schijnbaar vrij rustig, deed hij zijn verhaal. En al heel gauw was hij terug in zijn missie gebied. Toen merkte hij toch wel dat  hij het nog niet verwerkt had; Alles wat hij zo kort tevoren allemaal  had meegemaakt. “Ik zie  overal rebellen”, schreef hij.

 

Tenslotte kwam er een mate van rust in Congo-Zaire. Maar weer, onder het bewind van Mobutu, kreeg de missie met tegenstand te maken. Vervolging is misschien een te zwaar woord. Maar de invloed van de kerk - in de scholen bv. en in het verenigingsleven - werd overal terug gedrongen. En dat was voor de meeste  missionarissen toch een pijnlijk proces.

 

Wat bewoog Jan om toch telkens terug te gaan ? Terug naar  waar hij zoveel leed en ellende had gezien. Waar ook het wrede in mensen naar buiten kwam. Moed ? Dat zeker. Maar ook bewogenheid - of  noem het maar liefde - voor de mensen ginds.  Bewogenheid om het onrecht hen aangedaan. Weet hebben van de daaruit voortkomende armoede deed hem terug gaan. Het verlangen om  op die uitdaging  in te gaan en hulp te bieden.

 

Jezus zei: ”Wees niet ontmoedigd….. Houd vol en je zult het leven winnen”. En dan denk ik niet dat Hij alleen op leven hierna doelde. Jezus  sprak ook over bevrijding. En wel niet alleen over de uiteindelijke bevrijding na dit aardse leven.

Jezus vroeg zijn apostelen om het volk van voedsel te voorzien. En Hij bedoelde: hier en nu. En vaak sprak Hij over het Rijk Gods dat komen moet: Om te beginnen in deze wereld.

 

Het Rijk Gods: Hij bedoelde daarmee een samenleving van gerechtigheid en vrede. Een samenleving waar mensen elkaar recht doen en elkaar de hand reiken. Waar rechtvaardigheid  geldt en menswaardigheid.

 

Is dat een loze droom ? Is dat te mooi om waar te zijn ? Jezus was echter  geen dromer met het hoofd in de wolken. Hij stond met beide benen op de grond. Hij kende de harde werkelijkheid van het leven maar al te goed. Hij werd verraden, overgeleverd aan heersers en opperpriesters. En vermoord. Toch leert Hij ons bidden: ”Uw Rijk kome. Op aarde zoals in de hemel”. En zelf  ging Hij   weldoende rond en riep ons op om Hem daarin te volgen. Omdat Hij in een betere wereld geloofde. En er zich voor inzette. Ondanks alles.

 

Het waar maken van die haalbare droom, die idealen : daartoe worden we allemaal gezonden. We doen dat in onze gezinnen, op ons werk, in onze buurt. Om die idealen te verwerkelijken, trekken Missionarissen erop uit. En zo ontstaat dat Rijk, hier en daar. Vaak kleinschalig. In de liefde tussen man en vrouw. Tussen hen en kinderen. In het eerlijke samenwerken. In de hartelijkheid van de buurt. Onopvallend. Maar werkelijk en tastbaar.

 

Die droom dreef ook  Jan levenslang, denk ik. Want we herkennen dat allemaal wel: dat verlangen naar een betere wereld. En de wil om er iets voor te doen. Tot op zekere hoogte drijft het ons allemaal. Ook hem.

 

Het dreef Jan van Congo naar Rwanda. Eerst als seminariestichter en  leraar. Toen als econoom van het aartsbisdom Kigali. Hij had handelsgeest genoeg en liet zich geen knollen voor citroenen verkopen. Het zou me niet verbazen als hij zelf wel ooit knollen voor citroenen verkocht ! In ieder geval een gewiekste econoom die het bisdom uit de nesten hielp. En dat tot tevredenheid van de bisschop. Maar Jan won ook het vertrouwen en de vriendschap van vele anderen: Afrikaanse priesters, mensen in nood, Mensen van verschillende stammen, zwart en blank.

 

Maar weer kwam er een keer in zijn leven. Hij verliet het boekhoudkantoor en wendde zich tot de vluchtelingen uit Rwanda’s Noordelijke streken. Daar hadden vroegere ballingen een inval gedaan en veroverden steeds meer gebied . De ontheemde verdrevenen probeerden te overleven in kampen. En Jan schoot te hulp. Zijn vindingrijkheid kwam hem goed te pas.  Tenslotte ontaardde de burgeroorlog in een volkerenmoord, die honderdduizenden het leven kostte.

 

Hoe verwerk je zoiets verschrikkelijks ? Zeker als je in beide kampen vrienden en bekenden hebt ?  Kun je de droom van Jezus dan toch nog levend houden ? Kun je zijn begrip voor mensen en zijn mensenliefde dan toch nog navoelen en naleven ? Toch nog blijven geloven in het Rijk van God: die echt menselijke samenleving onder God als vader? Kun je dan toch blijven hopen op God die tranen droogt en de vernedering van volkeren weg zal nemen ? Die de rouwwade, die op de volkeren ligt  zal verscheuren ? Kun je dan toch blijven vertrouwen in de kwaliteit van mensen ?  En dat het goede uiteindelijk sterker zal blijken te zijn dan het kwaad ? Het is maar goed dat Jezus ook zelf de hardheid van het bestaan aan den lijve heeft ondervonden. En veroordeling en gerechtelijke moord op het kruis. En toch de hoop niet opgaf. Het is maar goed dat Hij ons waarschuwde voor  de grote nood en oorlogen en opstanden. En beloofde dat we het leven winnen als we maar vol proberen te houden. Anders hielden we het toch niet.?

 

Jan werd tot Regionaal Overste benoemd voor Congo-Ituri. Weer in een door een stammenoorlog verscheurd gebied. Toen werd hij ziek. Niemand verwachtte dat hij genoeg zou herstellen om nog naar in Afrika terug te gaan. Als hij dat al zou willen. Maar hij wilde wel zeker.  Uitstekende professionele begeleiding in Brussel maar ook een diep verlangen om in Afrika te leven en te sterven hielpen hem weer op de been.

 

En daar ging hij. In Oeganda wisten zijn Congolese en Rwandese vrienden hem te vinden. Om hen meer nabij te kunnen zijn besloot hij terug te gaan naar waar hij hoorde. Tegen goede raad en waarschuwingen over onveiligheid in, zocht hij de weg terug. En hij slaagde: In Aru vond hij een goede plek van betrekkelijke vrede. En een gastvrije gemeenschap.

 

En weer begon de inzet voor kleine mensen: Kinderen die naar school zouden moeten. Mensen zonder dak boven hun hoofd….Inzet voor dat Rijk Gods. Mensen deel van leven geven. In mensen blijven geloven. Ondanks politieke corruptie, wreed geweld, stammen tegenstellingen. Jan bleef overeind. Een getuige van het evangelie. Een trouwe en  verstandige dienaar, aangesteld om het Godsvolk van het nodige te voorzien.

 

Zo is hij gestorven; nog volop bezig. Zonder illusies over macht en machtigen. Maar vol geloof in het Rijk van God dat komen gaat. Voor kleine mensen.Voor het volk van God.

 

Gelukkig die dienaar die bezig was voor mensen te zorgen bij zijn meester’s komst. Hij kan zich oprichten met opgeheven hoofd. Zijn bevrijding is nabij.

 

Piet Kramer m.afr.

Provinciaal