BERICHT VOOR OUD-STUDENTEN WP:
klik op VOWP

 

 

 

 

 


Beste vrienden,

 

Een brief van de provinciaal aan ouder wordende confraters zal U misschien interesseren omdat het een kijkje geeft in het leven van oudere missionarissen en omdat U zelf ook wat ouder wordt en U zich er misschien deels in herkent.

 

Toen de harde kerkbanken in de kapel vervangen werden door gemakkelijke stoelen was Nico Borst het daar niet mee eens: ”Ik heb alle documenten van  het tweede Vaticaans Concilie doorgelezen. En het woord ZITTEN komt er niet in voor! Een missionaris ZIT niet!” Nico klom tot op hoge leeftijd met twee treden tegelijk de trap op. En boog de knie tot op de grond. Maar uiteindelijk won de harde werkelijkheid van de beperkingen van de ouderdom het van wilskracht en taaie levensdrift. Ook Nico werd tenslotte lid van “de zittende kerk”.

 

Er zijn allerlei goede boeken over ouder worden. De Sociëteit organiseert cursussen in Rome, die ons wat helpen om met een zekere sereniteit afscheid te nemen van de voorbije, actieve jaren en de ouderdom tegemoet te treden. Maar het blijft een harde leerschool. “Afscheid nemen is een beetje sterven”. Een wat sentimenteel zinnetje misschien. Maar als je ouder wordt, meer waar dan ooit .

 

Afscheid: na lange jaren in Afrika komen we terug in een wereld waarvan we vervreemd geraakt zijn. En dat ligt niet helemaal alleen aan onze jarenlange afwezigheid. Onze westerse wereld IS in menig opzicht een vreemde wereld, een wereld waar, onder beschaafde uiterlijkheden, op vaak keiharde manier met mensen wordt omgegaan. Topsalarissen en ontslagen aan de basis: Jarenlang traineren bij het verlenen van verblijfsvergunningen aan immigranten, en dan toch tenslotte: uitzetting. Glanzende hoogbouw, met meer dan 25% leegstand. Zorg om een stagnerende  economie in dit welvaartsland, maar weinig aandacht voor het mede  daardoor verkommerende milieu. Vrijhandel, maar geen ruimte voor de economische belangen van de armere landen in Afrika. In de zorg en in het onderwijs tijdverslindend papierwerk en oeverloos vergaderen, maar steeds minder tijd voor persoonlijke aandacht voor ouderen, patiënten, leerlingen.  Een vreemde  wereld !

Toch ook een wereld, waarin we met enige moeite best weer aansluiting kunnen vinden, want het percentage “mensen van goede wil” is wel ongeveer gelijk gebleven.

 

Wel vinden en voelen we dat de kerkgebondenheid sterk terug gelopen is. Zelf hebben we ons hele leven geïnvesteerd in het doorgeven van het Evangelie. En ook in het opbouwen van kerkgemeenschappen. Het doet zeer, als je merkt dat mensen van wie je houdt daar geen boodschap meer aan hebben. Maar we zijn daarin de enigen niet. Wat denk je van ouders met een geloof dat hen dierbaar is, dat hun leven zinvol inkleurt, die dat zo graag aan hun kinderen hadden mee willen geven? Maar ze doen de deur nooit dicht. En blijven bereid  te luisteren naar die kinderen; naar wat zij leven? De scheiding van normen en waarden is voor ouders wel pijnlijker dan voor ons.

 

In de halflege kerken vinden we bovendien een hele schare van vrijwilligers die de Christengemeenschappen op gang houden. Daar zitten prachtige mensen tussen: gelovig op een vrije en volwassen manier, betrokken en dienstwillig. Mensen met levenservaring. Hartelijk en creatief: geen zure fanatiekelingen maar leuke, vaak aardige mensen: schoonmaaksters en klusjesmannen, kerkbestuurst/ders en gastvrouwen, voorgang(st)ers voor avondwake en gebedsdienst, kosters en leden van werkgroepen voor vrede en ontwikkeling, koorleden, bloemenschiksters, tuiniers, gastouders die kinderen voorbereiden op Communie en vormsel, kindernevendienst-moeders….….

En buiten deze ons wat meer vertrouwde kerkelijke kringen zijn er de talloze vrijwilligers in bejaarden- en ziekenhuizen, in de asielzoekerscentra, bij “de Zonnebloem”, mensen die zich inzetten voor het milieu…En de ontelbare opa’s en oma’s, die omkijken naar hun kleinkinderen…en eerlijke vakmensen. Mensen met beroepstrots. Mensen in “de zorg”…Allemaal mensen die het vlammetje van gemeenschapszin en betrokkenheid hebben weten te bewaren. “Mensen van goede wil”. Goed volk.

Als we voorgoed naar Nederland terug komen, dan kunnen we bij deze mensen thuiskomen. Hun waarden zijn herkenbaar voor ons. En we kunnen van hen leren. Maar we moeten er dan wel op uit. Als we ons opsluiten komen we ze niet tegen.

 

De priesters onder ons hebben soms de wat klerikale neiging om alleen op het aanbod van “priesterlijk” werk in te gaan. Als dat niet overal lukt, dan zijn we verbaasd dat mensen blijkbaar niet altijd op ons, oude missionarissen, zitten te wachten. Ondanks het priester- tekort. Want wat hebben we ze te bieden? Hoelang houden we dat vol ??? Heeft ons aanbod enige toekomst?  Als we ons zouden opdringen dan is het gevaar niet denkbeeldig dat pastorale werkers (en hun gezinnen!) eerst weer een tijdje weggedrukt worden. Om over een paar jaar  weer in te moeten springen.

Oudere zuster-missionarissen zijn wat dat betreft wat vindingrijker. Ze gaan op ziekenbezoek en zetten koffie in opvangcentra. Ze zitten in missiewerkgroepen en geven Nederlands aan allochtonen. Ze schrijven brieven voor Amnesty en gaan zo nodig de straat op als ze vinden dat er ergens onrecht geschiedt.  Ze lopen met de collectebus en zoeken mensen op. Ze duwen rolstoelen om gehandicapten van de buitenlucht te laten genieten…..

 

Maar ondanks deze mogelijkheden geldt toch: ”Afscheid nemen is een beetje sterven”. Het valt niet mee om voorgoed weg te gaan uit Afrika als je het er goed gehad hebt. Sommigen van ons werken aan de frontlinies waar het arm is, waar verschrikkelijke oorlogen gevoerd worden….De meeste van ons hebben in Afrika echter erkenning en bevestiging ontvangen van de mensen voor wie en met wie ze mochten werken. We hebben onze talenten kunnen ontplooien. Mooie jaren in ons leven vol actie en voldoening. Dan is afscheid nemen omdat je ouder wordt, inderdaad een beetje sterven. Maar we hoeven het niet te dramatiseren. Wat denken we van getrouwde mensen, die van elkaar afscheid moeten nemen. Omdat de dood hen scheidt? Die moeten na een mensenleven samen alleen verder? Ze hoopten samen oud te worden. Nu gaan ze alleen de ouderdom tegemoet. Hoeveel  indringender is dat afscheid niet ?

 

Ouderdom leidt soms ook tot een diepe behoefte aan verzoening. In elk mensenleven wordt onrecht gedaan en geleden. Hele families vallen uiteen. Om erfenissen. Om veranderende opvattingen… En dan is er toch verdriet om het verbreken van banden. Om het verlies van vertrouwen. Zeker bij het ouder worden. Ook in onze eigen “familie” leven sommigen van ons met het verdriet van een onverwerkt trauma. Vanwege bedoeld of onbedoeld onrecht of miskenning. Oud zeer dat terug kan gaan tot benauwende vormingsmethoden. Of doordat er slordig is omgegaan met iemands reputatie…Feit is dat het alleen kan helen als het kan worden uitgesproken en wordt erkend. Dan valt vergiffenis aan mensen, verzoening met het verleden, lichter. Wraakgevoelens daarentegen verwonden wie ze koestert. Dan verzuren ze ons en kunnen ze uiteindelijk ontaarden in een obsessie die de rest van ons  leven vergalt. We torsen dan een ondragelijke last. Maar we kunnen ook niet meer zonder. We zitten gevangen in onze slachtoffer rol.

In ieder geval, hopelijk maakt de ouderdom ons geen lastige oude heren met lange tenen en inhalige handen. Hopelijk brengt de ouderdom ons ook een vleug humor om het betrekkelijke van alles. Humor en wijsheid die ons een beetje door de donkere dagen heen helpt. Hopelijk komen we door de moeilijke dagen heen met wat meer mild begrip en mededogen voor andere mensen en hun lot.

 

Want tenslotte is ouderdom ook langzaam maar zeker afscheid moeten nemen van onze lichamelijke en geestelijke mogelijkheden: beperkter worden omdat de benen, onze ogen en oren…, omdat het lichaam niet helemaal meer kan wat we graag zouden willen. Een beetje sterven van dag tot dag. Soms een zware gang. Je geeft eerst het fietsen op en dan doe je de auto weg. Tenslotte blijft de rollator over. Anderen gaan meer en meer van je overnemen: je bed opmaken, je kamer schoon houden je helpen bij wassen en eten.  Ze doen het met liefde en zorg.  Maar toch…: opgeven. Inleveren. Aanvaarden. Afscheid…!!!.

 

We raken daarnaast ook nog de zeggingsschap over eigen huis, eigen klooster, kwijt. De “Eisen van de tijd” plaatsen mensen “van buiten” binnen. Eerst hadden we nog het gevoel dat zij de gasten waren en wij hun gastheer. Maar van lieverlee werd wel duidelijk dat allen  bewoners zijn met dezelfde rechten en behoeften: opgeven. Toch samen verder gaan. Inzien dat ook de mensen “van buiten” veel moeten opgeven: misschien meer dan wijzelf; van eigen huis en tuin naar een verzorgingskamer: van gezinsleven naar een klooster bejaardenoord vol onbekenden; van leven met een geliefde echtgenoot(e)  naar veel alleen zijn.

Wat blijft er in onze ouderdom over aan kwaliteit van leven?

We worden zorgelijker. Maar zo leren we misschien ook van lieverlee tot overgave te komen. En tenslotte tot aanvaarding. Zorgelijker. Maar ook dankbaar voor de uitstekende verzorging.

We worden leeg geschraapt. Maar misschien maakt het ook vrijer en zuivert het ons van veel overtolligs.

Een soms pijnlijk proces. Maar misschien toch ook toch ook uitdaging en groei, opdracht en missie.

Zeker zijn inschikkelijkheid, elkaar ruimte geven, belangstelling, elkaar recht doen: kwaliteit van leven. We steunen elkaar in ons samenleven: Kwaliteit van meeleven.

De grenzen verengen zich. Maar misschien genieten we intenser van de vreugden die het leven toch biedt?

 We zijn over de top heen en zien de eindstreep. Maar we zien wellicht met dankbaarheid terug op de afgelegde weg. En de goede herinneringen helpen om belangstelling te behouden voor onze wereld van nu. Blijvende belangstelling voor waar en met wie we gewerkt en geleefd hebben. .

We leven op de grenzen. Zeggen ze niet dat dit bij een leven als missionaris hoort ? En wellicht kijken we ook met vertrouwen over die grenzen heen.

 De jaren van drukke bezigheden zijn voorbij. Misschien komen we wel tot eenvoudige contemplatie?  Tot de rust van het gebed. Ten bate van de wereld. Ten bate van onze missie.

 

Ik lees het nog eens over en denk: ” Ik heb mooi praten.

 Ik ben tenslotte pas zeventig !!”

 

Met hartelijke groet, Piet Kramer, Provinciaal.


Van de vergadertafel

 

v      Van 1 tot 7 Mei was Carol Vismans  in Mours ( Fr ) voor de vergadering van alle  webmasters  en  redacteuren van de  tijdschriften van onze Sociëteit.


De websites en publicaties zijn van groot belang voor het doorgeven van het Evangelie, voor de zichtbaarheid van ons werk, van onze Sociëteit en voor het verspreiden van informatie over Afrika.


Er is behoefte aan mensen die ervaring hebben met het gebruik en het vitaal maken van sites voor onze sociëteit.
Misschien kunt u, geachte lezer, iets hiervoor doen of heeft U een zoon of dochter of kleinkind die zich voor dit werk interesseert en ons, en zo de missie, van dienst wil zijn. Neemt U dan even contact op met ons?

 

v      Van 4 tot 8 Mei kwamen de Europese provinciaals samen in Madrid. Natuurlijk was de toekomst van de negen Europese provincies het voornaamste onderwerp van de besprekingen.

Er waren twee modellen om aan de herstructurering van de negen provincies te werken:

1)   Eén Europese provincie binnen afzienbare tijd.  Met negen sectoren.

2)      Versterking van de al bestaande Raad van Europese Provinciaals door het toekennen van bepaalde werkterreinen aan de bevoegdheden van de Raad. Voorlopig behoud van de negen Provincies.

In beide gevallen zouden de animatie en de zorg voor confraters, de financiële huishouding, de contacten met de plaatselijke kerk, de geschreven media e.a. onder de bevoegdheid van de plaatselijke verantwoordelijken en hun Raad  (van de provincie of de sector) blijven  vallen.

Beslissingen zijn hieromtrent nog niet genomen maar het eenwordingsproject heeft ieders aandacht en er wordt nog over nagedacht en voor gebeden.

 

Verdere data van belang zijn:

1   Juli  Breed overleg (met Dekenaat) Den Haag

10 Juli  Retraite begint  in Oirschot.

19 Juli  Provinciale Raadsvergadering.

22 september   Provinciedag over Islam. “Hoe reageren we op het beeld van de Islam in de media?”

7  Aug. Retraite begint in Heythuysen.         

 
Op Verlof kwamen:

Piet Verkleij                            uit Zambia

Wim Schakenraad                 uit Mali

Marcel Mangnus                    uit Tanzania

Marien van den Eijnden         uit Tanzania

Frans Dewez                         uit Uganda

Gerard Derksen                     uit Tanzania

Wim Wouters                        uit  Zambia

            Theo de Jong                         uit Uganda

Piet van Hulten                       uit Malawi

Cor de Visser                         uit  India

Henk van Kessel                    uit  Zambia

Harrie van de Ven                  uit Congo

Hugo Hinfelaar                       uit Zambia

Jozef de Bekker                     uit Ivoorkust

 

OVERLEDEN FAMILIELEDEN:

06 02 05          Mien Verhagen- van der Pol, zus van Br. Albert van der Pol.

23 02 05          Agnes Dierikx, (Weduwe Berckmoes)  zus van overleden pater Omer Dierkx.

12    03 05         Cis Coolen te Valkenswaard, zus van overleden pater

Jo Coolen.

01 04 05                     Helena Maria Sanders te Panningen, zus van overleden paters Theo en Piet Sanders

07 04 05          Wim Oostveen, broer van pater Antoon Oostveen.

10 04 05          Trees Termeer- van Heijningen, schoonzus van  Nico Termeer.

18 04 05          Jacques de Bekker, broer van de paters Piet en Jozef de Bekker en overleden pater Jan de Bekker.

28 04 05                     Tijn Verbeek, weduwnaar van Truus Verbeek-Geraets, van Truus Verbeek-Senders, schoonbroer van overleden Pater Wim Geraets.

04 05 05          Nico Hendriks, ex-confrater en broer van overleden pater Theo Hendriks.

27 05 05          Johan Oomen, zwager van wijlen pater Piet Backx.

11 06 05          Zr Catherina Sanders ( zr Theonie ), Witte Zuster, zus van de overleden paters Theo en Piet Sanders.

 

            Bidden wij voor hen en voor al onze geliefde overledenen.

 

Uit het veld

 

Frits van Vlijmen en Frank Dirven.  (Provincialaat, Dongen).

Op 1 Mei heeft Frits zijn werk als provinciaal secretaris overgedragen aan Frank.

Jarenlang heeft Frits het soms vele werk op het secretariaat behartigd. En dat bedoel ik letterlijk: met hart en ziel. Met nauwgezetheid en bekwaamheid. Met toewijding en met interesse. Alleen vergaderen bijwonen en notulen maken hadden niet bepaald zijn voorkeur. Maar ook dat deed hij stipt en goed. En zijn vertalingen in het Engels (notulen, levensberichten bij overlijden) waren verzorgd. Hij was een steun en toeverlaat. We hebben allemaal van zijn diensten gebruik kunnen maken. En dat geldt allermeest voor ons op het provincialaat. Daarnaast assisteerde hij ook elke veertien dagen op de weekenden in de Maria Regina-kerk van Boxtel en in Lennisheuvel. En nu in de abdij van de benedictinessen in Oosterhout. En hij neemt ook de beurten bij onze broeders en zusters in Dongen. Ook dat wordt allemaal zorgvuldig voorbereid. We zijn hem heel dankbaar voor al het verzette werk.

We hebben er op 1 Mei een borreltje op gedronken.

Frank neemt nu over. Hij is na de dood van zijn moeder en het goed plaatsen van zijn broer in een zorgcentrum bij ons in komen wonen en heeft een cursus gevolgd in het opmaken van notulen. We wensen hem toe dat hij zich thuis zal voelen in de gemeenschap en in zijn werk.

 

Harrie van de Riet en René van de Mast. (Dongen)

Na de dood van Jan v.d. Geest moest er een nieuwe verantwoordelijke gekozen worden voor de communiteit in Dongen. De verkiezing heeft plaats gevonden en Harrie werd gekozen en benoemd. René is zijn assistent. Er is nu weer een regelmatige huisraad, er zijn recollecties…En beider gastvrije instelling en belangstelling voor mensen zorgen ervoor dat gasten welkom zijn.

 

Pater Jan van Haandel werd gedecoreerd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Dat gebeurde op kasteel Wijchen op 30 april,  Koninginnedag en viering van het zilveren jubileum van Koningin Beatrix.

Het moest een verrassing zijn maar Jan moest wel in een net pak doch hem werd niet verteld waarom. Dat had nog al wat voeten in de aarde. Maar glunderend liet hij zich toch de eer wel gevallen.

Jan kreeg deze onderscheiding vanwege zijn werk voor arme mensen, het alfabetiseringsprogramma voor meisjes en het vinden van waterbronnen in Mali. Van harte proficiat, Jan. Klik hier voor het verslag.

 

Harrie van de Ven (Congo) is nu op vacantie. Dat komt hem wel toe. Hij werkt in een van de moeilijkste streken van Congo waar maar geen einde komt aan de stammenoorlog tussen Hema en Lendu, waar buitenlandse inmenging vreedzame oplossingen telkens weer te niet doen. Op 26 april verscheen een boeiend verhaal van Bram Vermeulen in het NRC - Handelsblad met daarin een bezoek van Harrie aan een buitenpost in dit door oorlog geteisterde land van Oost-Congo.

 

Ook Jozef de Bekker (Ivoorkust) is nu op vacantie vanuit een ander gebied vol spanningen: Ivoorkust: “De politieke situatie in Ivoorkust is en blijft een duistere zaak. Wij hier in het noorden hebben alleen informatie via de buitenlandse radio’s. Geven die allemaal een objectief beeld van de situatie? We leven dus in een land waar de informatie slechts gebrekkig doorkomt. En die informatie is sterk gekleurd. De Franse  radio geeft zeker een gekleurd beeld, de BBC is beter maar praat minder over Ivoorkust. De nieuwtjes die vanuit het zuiden naar hier doorkomen via de reizigers zijn vaak sterk gekleurd omdat de reiziger in kwestie een noorderling  is en zich dus al bij voorbaat “verdacht ” weet als hij door loyalisten wordt gecontroleerd. De persoon die uit het zuiden afkomstig is en naar het noorden reist, wordt “verdacht “door de rebellen. De rebellen en de regering hebben geen enkel vertrouwen in elkaar en iedere keer wordt gezegd dat dit of dat helemaal niet waar is.

 

De economische toestand wordt er ook niet beter op. In het zuiden zijn meer dan 30.000 mensen werkeloos geworden sinds het vertrek van ongeveer 10.000 Fransen en andere Europeanen, begin november vorig jaar. In het noorden worden de mensen steeds armer omdat er geen enkele handel is. Bovendien was het afgelopen regenseizoen maar heel matig en zal er zeker honger heersen in de komende maanden. Daarbij komt dat de katoenboeren al sinds enkele jaren grote problemen hebben met het ontvangen van het geld voor geleverde katoen. Sommigen hebben al drie jaar geen cent gezien. Dat hangt deels af  van de rebellen die het transport van katoen naar het zuiden moeilijk  en vooral  kostbaar maken. Maar voor een groot deel is het ook de schuld van de katoenmaatschappij die financieel slecht wordt geleid.

 

We hebben ook dit jaar weer volop de ruimte om te werken. De rebellen maken het ons niet moeilijk en we reizen door de hele parochie zonder probleem. Ook om naar Korhogo en naar Katiola te gaan is geen probleem al zijn er verschillende barrières waar je moet stoppen. Als het erg moeilijk is, dan ben je een paar honderd francs kwijt (650 voor een euro ) en kijken ze je bagage na. Maar verder zijn er voor kleine auto’ s en zeker die van de missie niet veel problemen. Ze kennen ons onderhand wel. Bovendien hebben de meeste rebellen wel het “vuur” verloren en zijn ze er vooral  op uit om wat geld te vragen, want hun “bazen ‘zijn er vooral op uit om voor zichzelf wat geld opzij te leggen”.

 

En een voorvalletje in het leven van  Martin Balemans    (Ghana):

Mohammed Awudu:  Een paar dagen geleden was ik in de stad en zag een klein jochie met een geamputeerd been. Hij stond vlak bij de stoplichten te bedelen. Ik nam het jochie mee naar het Centrum en hoorde zijn geschiedenis. Hij is een Fulani boy en ging altijd mee met zijn vader om voor de koeien te zorgen. Hij liep dus altijd achter de koeien aan totdat hij opeens op een slang trapte. Dat werd een zeer grote wond en uiteindelijk moest het been afgezet worden. Hij kon zijn vader niet meer volgen en zijn moeder is enkele jaren geleden gestorven. Zijn vader heeft hem achtergelaten hier in de stad waar hij bedelt en hij slaapt op het busstation in de open lucht, alleen.

 

Ik vroeg hem of hij graag naar school wilde en in het antwoord van zijn ogen was het heel duidelijk. Mijn medewerker, Zacharia, is gisteren met hem naar zijn vader geweest, hier 80 km vandaan om hem te vragen of wij hem in een familie mogen plaatsen en hem naar school sturen. De vader was uiterst dankbaar en zei: Nu is mijn gebed verhoord. Ik heb Allah daarom dagelijks gebeden. Vanmorgen ging Zacharia zijn eigen kinderen naar school brengen en de kleine jongen met zijn krukken was er ook bij. Ze kwamen langs een privé school welke goed en duur is. De eigenares vroeg waar hij met het kreupele jochie heenging en hij vertelde haar dat zij een school  zochten. Zij zei toen dat zij hem wel gratis in haar school zou opnemen.

 

Martien van de Ven. (Tanzania) werkt in Bujora een centrum-museum voor Sukuma cultuur:

“Ik ga dagelijks van Nyegezi naar Bujora. Samen met een priester van het bisdom Mwanza en een vijftiental andere medewerkers zetten we ons in om taal en cultuurvormen van de Sukumastam te conserveren. We zijn er van overtuigd dat dit een erfenis is die we hebben ontvangen van onze voorouders, deze tijdelijk in bruikleen hebben om ze te ontwikkelen en verrijkt door te geven aan de volgende generaties. Door de snelle veranderingen in het sociale en economische leven bestaat het gevaar dat dit vergeten wordt en dat veel waardevols verloren gaat. Er is dus een zekere urgentie. Het ziet er naar uit dat binnen tien jaar de mogelijkheden hiertoe zullen verdwijnen. Het is verheugend dat naast touristen uit Europa, Amerika en Azië, de laatste twee jaar ook veel Tanzanianen, met name scholen, het Bujora Cultural Centre bezoeken.

 

Afgelopen weekend ben ik samen met een aantal anderen officieel opgenomen in de Associatie van de ouderlingen van de Sukuma stam. Twee dagen ceremoniën van allerlei aard en het leren van nieuwe namen bomen, struiken en kruiden, namen die alleen gebruikt worden door de leden van de associatie zelf en dienen als een soort lidmaatschapsbewijs van de groep. Ik werd er voor uitgenodigd.

 

Evert van Oostrom die het overlijden van zijn neef, Toon Goes, te betreuren heeft:

“Toon betekende veel voor mij als familielid en als medemissionaris. Ik ging dan ook graag bij hem buurten in Heyhuysen en dan bracht Toon de fles uit de kast om het praten te vergemakkelijken. Het missionaris-kringetje in de familie wordt kleiner.

 

Er is nog een medemissionaris van Afrika (Witte Pater) nl. neef Johan in den Haag. Dan nog drie nichten missionaris, Greet, Leny en Aggie in Nuland en Boxtel. Neef Joop, Redemptorist, in Nijmegen en neef Jan, Scheutist, in Congo. Zo zullen we proberen om de missionarisvlam brandende te houden. Het plotselinge heengaan van Toon zal mijn Goede Week en Paasviering kleuren dit jaar. Toon, tezamen met mijn broer Hugo, vieren de Verrijzenis dicht bij de Heer, ongetwijfeld zijn zij onze voorsprekers.

 

Een beetje meer alleen zet ik mijn missionarisleven voort. Mijn autootje is nog steeds een trouwe metgezel op mijn vele reizen. Dat voertuig laat het af en toe wel eens afweten maar mijn engelbewaarder is steeds zeer attent en zorgt er voor dat er altijd hulp in de buurt is wanneer ik mechanische problemen heb. Bovendien is dat autootje even gehaast en driftig als ik, de chauffeur. Dat komt me soms duur te staan wanneer ik op goede wegen over de maximumsnelheid ga. Onlangs werd ik gegrepen door de politie op de vroege zondagmorgen toen er niets anders op de weg was behalve die politie. Ik reed 118 km per uur i.p.v. de maximale snelheid van 100 km. Ik kreeg een boete van ruim  50 euro aan mijn broek. Het ging allemaal heel gemoedelijk en nadat de politie een proces-verbaal had uitgeschreven wenste hij mij vriendelijk een Goede Reis toe. Hij had zijn plicht gedaan en ik had niet geprobeerd om hem met steekpenningen om te kopen.”

 

Jan Franse uit Heythuysen schrijft voor de Kroniek van St Charles:

De lente zit er weer bijna op. De bloembollen, narcissen, tulpen en hyacinten zijn uitgebloeid. Onze tuin is nog nooit zo mooi geweest als dit voorjaar. Het is een zee van kleur rondom het hele huis. Onze vrienden uit het hoge Noorden hadden weer hun best gedaan. Al tien jaar of meer hebben zij de gewoonte om in de herfst hier bollen te komen planten. En dat zijn er geen honderden maar duizenden.

 

Helaas gaan er nu geruchten dat het de laatste keer is geweest. Dat zou erg jammer zijn voor hen en ook voor ons. De reden om deze mooie traditie te stoppen is het feit dat wij zelf ouder beginnen te worden en niet langer kunnen helpen bij de voorbereiding van het planten en bij het rooien van de bollen na de bloei. Helaas. Onze voortuin zal het in de toekomst dus moeten doen met de grote molen die er intussen ook al weer bijna een jaar staat. Het is een fraai werkstuk van br. Johan Campschreur en de intussen overleden pater Toos Goes. En zo leeft St. Charles verder met zijn wel en wee.

 

 

 

Mevr. Freddy Hendriks-Luyben schrijft uit Frankrijk: Aan pater Piet Kramer.

Hartelijk dank voor het schrijven i.v.m. het overlijden van Nico. Hij is binnen enkele minuten aan een hartinfarct, plotseling overleden. Ik had hem net verzorgd en in bed gelegd, gelukkig voor hem en voor mij, dat hij thuis was.

Wij waren 28 jaar getrouwd en we hadden het best, samen. De laatste jaren was hij enorm verzwakt door een ernstige vorm van psoriasis.  Behalve vijf keer ziekenhuis (waar ik elke dag bij hem was, 1 x Montpellier, 2 x Toulouse en 2 x Carcassonne) verzorgde ik hem helemaal hier thuis.

Wanneer we de “Schakel” ontvingen was het altijd gezellig voorlezen door mij voor Nico want hij was al jaren slechtziende en kon geen letter meer lezen. Vanwege de Schakel ken ik Uw naam dus ook en bent U een beetje ’n bekende voor me. Ik dank U nog hartelijk voor al uw Schakels die we in de loop der jaren hebben mogen ontvangen. Hartelijke groet van mij, Freddy Hendriks-Luyben.

 



Webmaster-NL

Vorige pagina