PATER JAN VAN HAANDEL RIDDER IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU

Tijdens zijn verlof in Nederland werd onze confrater Jan van Haandel verrast door een gebeurtenis die hij niet gauw zal vergeten: ter gelegenheid van het 25-jarig ambts-jubileum van Koningin Beatrix, was de lintjesregen die op 30 april plaats had, aan Jan niet voorbij gegaan, en werd hij tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau gedecoreerd door de Burgemeester van Wijchen.
Het heugelijke feit werd zelfs in de plaatselijke kranten vermeld.


Uit “De Gelderlander” van 30 april 2005 :

In het Wijchense kasteel kre
egen gisteren Pater Jan van Haandel een koninklijke onderscheiding van burgemeester Noorderwier.
J.M. van Haandel werd benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Van Haandel is lid van de Sociëteit van de Witte Paters van Afrika en werkt al van 1958 als missionaris in Mali. Hoewel hij ziek was, heeft hij zich steeds ingezet om arme mensen op weg te helpen.
Hij zette een alfabetiseringprogramma voor meisjes op poten en hij vond veel waterbronnen.
De bewoners van Mali noemen hem de “Oude Wijze Man”.

Uit de Wegwijs, Wijchen van 4 mei 2005 :

Het behaagde de Koningin om burgemeester Noorderwier op te dragen Pater J. van Haandel tot ridder te maken.

De Oude Wijze Man” zo noemt de bevolking van het arme Mali deze ontwikkelingswerker die een gave heeft als watervinder.
Ontelbare bronnen heeft hij aangewezen. Sinds 1958 is Pater van Haandel ontwikkelingswerker, hij zette een alfabetiseringprogramma voor meisjes op en werkte - ondanks een ernstige ziekte - door aan het welzijn van zijn mensen.

Ricky Muselaars - van Haandel uit Erp : Het leven van broer Jan is wel een Koninklijke Onderscheiding waard!
Sinds 1958 is Jan werkzaam als missionaris in Mali, West Afrika.
In oktober 1958 vertrok Jan naar de “Franse Soedan” en hij begon zijn missiewerk in Karangasso in de Préfecture van Sikasso.
Later pionierde hij in Boura en in Koutiala en Sikasso en veel later in Bamako.

Jan’s motto is: “Probeer iets te doen samen met de bewoners, zodat ze zelf verder kunnen, ook als ik er zelf niet meer ben.”
In 1980 kwam hij ernstig ziek naar huis en er werd hem geadviseerd in Nederland te blijven.
Op zijn eigen verzoek is hij terug gegaan met de belofte om in de hoofdstad Bamako te blijven werken, omdat daar de voorzieningen beter zijn. Daar werkt Jan nog steeds in alle stilte en eenvoud.
Zijn vervoer was te voet, per fiets, later met een heel lichte motorfiets (100 cc) in een parochie zo groot als de Provincie Noord Brabant.
Zo ging hij weldoende rond en was goed voor de mensen, voor de zieken, voor de enkele christenen die er waren, zorg voor de scholen en de polyklinieken, de administratie van de burgerlijke stand etc.

Na de Minyanka-taal leerde Jan de Bobo-taal en de Bambara-taal. Zo stond hij dicht bij de mensen. In Bamako is Jan bekend als “Père Jean”, maar eerder nog als “tyèkoro ba” (de Oude Wijze Man).

Zijn grote gave is toch wel het zoeken van water, om goede putten te kunnen graven. Wichelroede en pendule gaven steeds de goede aanwijzingen en Jan is daarin een grote expert, vooral tijdens de grote droogteperiode in de Sahel in de zeventiger jaren.


Dat water is voor velen "levend water" geworden ! Daar heeft Jan aan gewerkt als missionaris:
...."Wie van dat water drinkt krijgt weer dorst, maar wie het Water drinkt dat Ik hem geef zal nooit meer dorst hebben. Want dat zal als een bron in hem worden waaruit water opborrelt dat eeuwig leven geeft"..
(Joh.4,13)


Jan, gefeliciteerd door je medebroeders !









Webmaster-NL

Vorige pagina