CONTACTBRIEF


No. 154 - november 2004.
Van de provinciaal
Dongen, november 2004
Beste Mensen,  
               
Kerstmis staat weer voor de deur. Nog even en dan halen we de kartonnen dozen weer van de zolder. Of uit een donkere hoek van de sacris-tie. We wikkelen de oude kranten van de beeldengroep. Maria en Jozef en het kind in de kribbe. De herders en koningen. De herders onderweg naar het kind in het donker van de nacht. De wijzen op hun lange zoektocht naar de Koning van Israël.
Piet Kramer Provinciaal, te Rome gedurende het Kapittel, mei 2004
Zoeken naar God. Onderweg. Als de herders en wijzen. Vaak in het aardedonker op tocht naar het Christuskind: Naar de Jezus van het Evangelie. Naar de Zoon van God die mens werd zoals wij. En ons mensenlot deelde. Uit de veiligheid van de kudde of de studiekamer de nacht in, de weg op: zoekend naar het licht van Christus. Het zoeken en vinden van herders en wijzen; beeld van ons eigen leven.

Vaak wordt God tegenwoordig aangesproken of aangeduid als "de Eeuwige". Dat schept ruimte. Het verhindert ons te denken dat we Hem op zak hebben en alles van Hem weten. Hij is geen oude man. Hij is zelfs geen vrouw. Hij overstijgt ons menselijk denken, onze vakjes en noties. Onze ideeën en onze woorden. Hij overstijgt onze leer en onze benaderingen. "Hij is groter dan ons hart" (1 Joh.3,20).

Maar toch voel ik me soms wat ongemakkelijk als het daarbij blijft: Bij die naam:"de Eeuwige". Het houdt God op afstand. Het godsbegrip lijkt dan te verdampen in een zich steeds maar uitdijend, onmetelijk uitspansel. Op ogenblikken van inzicht begreep het Joodse volk echter al vroeg dat Hij ook de nabije is: Jahweh: De God die zegt: "Ik ben er. Ik ben er als je me nodig hebt. Ik zal er zijn voor U. Reken daar maar op". De Eeuwige is ons nabij. En nooit kwam Hij ons meer nabij dan in de gestalte van zijn Zoon in wiens hart Hij zijn Geest uitstortte. In de moederschoot. Bij zijn doop. Die kon dan ook zeggen: "Als je mij kent, dan ken je de Vader ook ..... Kijk naar mij en je ziet de vader".Want Vader en Zoon zijn één van Geest (Joh 12,45 en 14,7-9).
We kijken naar Jezus en zien iets van God. We luisteren naar Hem en horen Gods stem. We worden leerlingen van Jezus en leren God kennen.

De kapittel documenten gebruiken een paar keer de uitdrukking "contemplatie-in-actie" als onze levensopdracht. Contemplatie: dat woord schrikt ons af. Maar het betekent eenvoudigweg: aandachtig opzien naar Jezus. Aandachtig luisteren naar zijn woorden in het evangelie. Trouw. Levenslang. Dan komen we God op het spoor. "In actie": want vanuit dat schouwen doen we ons werk. Als we in daden proberen om te zetten wat we gezien en gehoord hebben, dan vinden we Hem ook temidden van onze bezigheden. Midden onder ons. Midden in ons doen en laten. Niet alleen wij missionarissen. Alle "mensen van goede wil".

God zoeken: Een oude missionaris schuifelt door de gangen van ons verzorgingshuis. Altijd op weg naar de kapel. Als de overste hem waarschuwt dat er op dat moment geen diensten zijn, dan kijkt hij even op: "God is er altijd".
Een oude non, die urenlang in de kapel zit, wordt bevraagd op wat zij daaraan beleeft. "Ik kijk naar Hem. En Hij heeft nooit tegen me gezegd: Kijk nou maar eens voor je".
Onderweg naar God: Een missionaris die, na een zware ziekte, toch weer terugkeert naar Afrika, naar een gebied vol onrust en geweld. Omdat voor Hem God te vinden was in dienst aan de kleine, door oor-logsgeweld opgejaagde mensen: Dienst aan "de minsten der mijnen", zoals Jezus ze noemde. Zo vinden we God ook. Als we, zoals Jezus, "weldoende rondgaan". Werken aan gerechtigheid en vrede. Bisschop Bluyssen schrijft: "God wordt ervaren in de nabijheid van de ander die lijdt." 1

God vinden in Jezus: Ik kom regelmatig voor een eucharistieviering in een klein dorp aan de Merwede. Een bescheiden "schuilkerkje", temidden van een verder niet-katholieke omgeving. Allemaal mensen die elkaar kennen, om elkaar geven. Die samen de gemeenschap gaande houden zonder veel steun van buitenaf. Die samen vieren en koffiedrinken en daarbuiten lief en leed delen. De lectrice vertelde me:"Ik ben katholiek geworden want ik vond het hier zo ¹n betrokken, gezellige gemeenschap". Over een gezonde motivatie gesproken!! We breken samen het ene Brood. En je voelt de woorden van Jezus waar worden: "Waar mensen samen komen in mijn naam daar ben ik in hun midden".

Contemplatie: Een oudere missiezuster trekt zich terug uit het werk. Dat kan ze niet meer aan. Op de fiets geniet ze nog van de herfstkleuren. Dan komt ze thuis en gaat de beduimelde bijbel open. En ze komt tot gebed. Ze heeft tijd voor medezusters, die haar hart eens willen uitstorten. En met grote rust aanvaardt ze wat de ouderdom aan beperkingen met zich meebrengt. Dankbaar voor wat het leven nog biedt. Vertrouwend dat ze de beperktheden en haar ziekte zal kunnen aanvaarden in eenheid met haar Heer.

Gemakkelijk is het niet altijd: dat zoeken naar God. Het kan heel donker worden als ziekte toeslaat en het verstand verduistert. Wat zou ik, met mijn gezonde lijf, daar over durven zeggen ? Maar ik ken mensen, die in die eenzaamheid de hof van olijven binnen gaan en waken. In diepe verbondenheid met hun Heer die nooit méér mens was dan in die hof. Ons nabij in duistere uren. Met ons verbonden. En in Hem is God ons nabij. Zoals een oude mevrouw, moeder van een missionaris, me vertelde: "Als ik helemaal hol was van binnen van verdriet, dan keek ik op naar het Kruis. Het heeft me geleerd dat God het Kruis niet van ons weg neemt. Maar ons helpt om het te dragen". Hij met ons. Wij met Hem. Bisschop Bluyssen in een aanhaling van Bonhoeffer zegt erover: "Wie God in het Kruis van Jezus Christus gevonden heeft, weet hoe wonderlijk God zich in de wereld verbergt en hoe Hij juist het meeste nabij is waar wij denken dat Hij het verste weg is".

Lang geleden schreef een oude monnik dat we in de ouderdom herders worden van een onzichtbare kudde. Dat op een of andere geheimvolle manier in onze eigen aanvaarding en ons eigen gebed we het leed van de wereld meedragen en verlichten. En ook dat is niet alleen weg gelegd voor monniken en nonnen, maar ook voor ons missionarissen. Ook voor iedere Christenmens.

De kapittel documenten zeggen over ons: "De aanwezigheid, de edelmoedigheid en de aanvaarding van verdriet en lijden van de medebroeders, die verzorging nodig hebben, zijn een kostbare bijdrage aan onze gemeenschap, aan onze missionaire inzet."

"Kunnen we zin geven aan ons werk? Aan het proces van ouder worden? Aan ons lijden zelfs ? Wat draagt ons? Wat dragen we mee?" En kunnen we zelfs dan God op het spoor komen?

Kerstmis. Als herders op zoek naar het licht. Als de wijzen onderweg naar een Koning. We moeten Hem soms zoeken in de nacht. Op onze levensweg. In vreugde en verdriet. Bij het voorkomen van leed en het verlichten ervan. Bij de aanvaarding ervan. En als we Hem vinden dan vaak in de geringheid en de armoede waarin het kerstkind geboren werd.
Ik wens U allen een gezegend kerstfeest.
                   
namens de hele gemeenschap van Dongen.

Piet Kramer, m. afr.

Confraters op verlof
Antoon Oostveen    Lusaka, Zambia,
      
23.04  sabbatjaar)
      
staat gepland op 05.01.2005.
Gerard Hoppenreijs    Nyegezi, Tanzania,
      
14.09; vertrekt op 22.11.
Willy Delen    Kasese, Oeganda,
       
04.09.
Piet Bongers    Kasese, Oeganda,
        aankomst 04.09.
Worden verwacht:-
   Campen   Curitiba, Brazilië,
              
29.11.
  de Visser     uit Bangalore, India,
              
05.12.
  Bergmann    uit Tabora, Tanzania,
          
begin december.   

Oud-studentendag in Dongen.
Het was een hele gezellige dag. Meer dan zestig deelnemers. Herman Obdeyn gaf een inleiding over de achtergronden van de Moslim gemeenschap van Marokkaanse origine in Nederland. Een boeiend verhaal dat veel vragen opriep. En wat vooroordelen te lijf ging.
De Provinciaal preekte tijdens de eucharistieviering en bracht daar een van de kapitteluitspraken over integratie van pastoraal werk en de inzet voor Gerechtigheid en Vrede ter sprake. Hier volgt een deel daaruit:
Op vorige kapittels is
het Rijk en zijn Gerechtigheid waar Jezus het in het evangelie, dat u zojuist hoorde, over heeft, telkens weer ter sprake gekomen. Nu ook weer. Parochiewerk beperkt zich soms te eenzijdig tot liturgie en toedienen van sacramenten. Dat hoort er wel degelijk bij: bij integrale pastorale zorg. Maar ook zorg voor verdieping en bezinning hoort erbij. En aandacht voor het welzijn van mensen. En inzet voor werk aan gerechtigheid en vrede. Als het goed is, dan beperken christenen zich niet tot af en toe een zondagse viering. Maar ze leven en werken samen met mensen die anders geloven, mensen met andere achtergronden. Ze laten zich niet zomaar verblinden door vigerende vooroordelen. Ze zetten zich in voor kansarmen ...

In Na
irobi kwam ik nogal eens in zo 'n parochie, waar het evangelie deel van leven was. De kerk zat op zondag tjokvol. Het evangelie werd er niet alleen voorgelezen, maar voorgespeeld door jongelui die dat met verve deden. In de Goede Week ging het rouwen rondom het kruis en het vieren van de verrijzenis een hele nacht door. Met dans en spel en af en toe een dutje. Een potige matrone, mama Martin, regeerde over een soepkeuken voor de hongerigen uit de sloppenwijk. Zusters hadden er een drukke polikliniek.Vrijwilligers bezochten aidspatiënten, verzorgden en begroeven ze en vingen weeskinderen op. Er werd lesgegeven in lezen en schrijven. Er was een timmermanswerkplaats voor jongeren. Huizen in de sloppenwijk werden verbeterd. Mama Clementina en haar vrouwenclub hielden de ouden van dagen en zieken wat in de gaten. Mensen die een retraite wilden maken, maar overdag werkten, kwamen 's morgens vroeg om een evangelietekst en wat uitleg. Ze probeerden dat door de dag wat te overwegen. En 's avonds kwamen ze langs om hun verhaal te doen. Mensen kwamen samen in werkgroepjes om overleg te plegen hoe misstanden te bestrijden. Ze gingen desnoods de straat op om te demonstreren tegen corruptie, tegen politieke moord, tegen de onteigening van hun woongebieden. Er was een zaal waar Ethiopische Coptische christenen bij elkaar konden komen. De mensen in de sloppen organiseerden Œharambee¹-feesten om geld op te halen voor bewoners in de wijk die door ziekte of tegenslag in de schuld geraakt waren......

In zo 'n parochie wordt het evangelie niet alleen maar aanhoord maar ook samen beleefd. Er wordt ook niet alleen maar geleefd maar ook gevierd. Er wordt niet alleen g
evierd maar ook samen geleden. "Zoek eerst het Rijk van God en zijn gerechtigheid," zegt Jezus. En de rest komt dan wel. Zo 'n parochie waar het leven die vieringen doordringt, waar recht en vrede niet alleen worden bebeden maar ook beleefd, daar ontstaat iets van Gods Rijk: een betere wereld op kleine schaal. Midden tussen de mensen.

Wij, missionarissen, waren misschien wat doorgeschoten van eerst keihard werken om zo vaak mogelijk de sacramenten aan zoveel mogelijk mensen uit te delen, naar later eindeloos en oeverloos vergaderen over gerechtigheid en vrede. Dit kapittel benadrukt dat het allemaal bij elkaar hoort. Gebed en werk. Bezinning en actie. Vieren en leven. En dat het in de parochies is dat we de leiders vinden die de gemeenschap levend houden.

Kroniek van Heythuysen
Iets wat we nooit hadden kunnen denken is toch werkelijkheid geworden. Toen de Witte Paters hier in 1987 kwamen wonen, troffen ze er als buren het echtpaar Tjeu en Truus Hendriks - Vossen aan. Beiden waren hier slechts enkele honderden meters vandaan geboren en getogen. Toen de zusters Franciscanessen hier hun klooster -ons huidige "St.Charles"- bouwden, ging dat een grote rol spelen in hun leven. Als jongen was Tjeu niet alleen misdienaar in de kapel, maar werd hij er "een manusje van alles" in hun huis en tuin. Ja, zelfs zo dat hij samen met zijn vrouw hun huis naast dat van de zuster bouwden.

Sinds wij ons hier vestigden, werd het spreekwoord weer eens bewaarheid:
Beter een goede buur dan een verre vriend. Met zijn kennis, ervaring en hartelijkheid stond Tjeu altijd klaar met raad en daad. En dat gaat zo nog steeds door.

Maar ook bij hen kwam de ouderdom met gebreken. De gezondheid van Truus werd minder en eiste de nodige verzorging. Tenslotte kon de knoop worden doorgeha
kt en kwamen beiden bij ons in "St. Charles" wonen. Natuurlijk vinden we dat erg fijn en samen met hen kijken we nu uit naar hun 60-jarig huwelijksfeest.

Ad Jansen schrijft. . . . . .      
  voorhet eerst in Afrika
                            
Een life-ontmoeting met Witte Paters

Vanaf 1953 tot 1963 heb ik bij de Witte Paters gestudeerd. Daarna werd ik onderwijzer. Nu ben ik al 25 jaar districtscatecheet in Malden e.o. Met het extra salaris dat ik bij deze gelegenheid kreeg, ben ik deze zomer vijf weken gaan leven en werken in Zuid-Afrika. Via witte pater Peter Nuyens, die een gedeelte meereisde, kwam ik ook terecht bij een communiteit van witte paters in Kamslushwa, bij Malelane. Magnifiek was het om te zien en mee te maken hoe zij leven en werken. Een van hen zet zich o.a. in voor crèches.
Vanwege de bittere noodzaak hem daarbij te helpen schrijf ik u het volgende:

CRÈCHES VOOR PEUTERS EN KLEUTERS IN ZUID-AFRIKA

De ouders van deze kinderen zijn gestorven tengevolge van aids. Ze wonen met hun zusjes en broertjes samen in "kindgezinnen". Soms met andere kinderen bij een "oma" of een "zorgmoeder". Terwijl hun broertjes en zusjes naar school zijn, lopen de peuters en kleuters zonder oppas verloren. Daarom heeft een witte pater, Jean Pierre, crèches opgezet.
Tijdens mijn werkvakantie deze zomer heb ik met hem een crèche bezocht. Iedere dag worden daar 190 peuters en kleuters begeleid door een paar vrijwilligsters. Het was een schitterend gezicht al deze enthousiaste kindjes. Ik heb wat foto¹s gemaakt, en een stukje video om hier in Nederland te laten zien. Er is een groentetuin bij, een keuken en een kleine voorraadruimte.
Eerst waren de kindjes binnen aan het zingen, dansen en aan het werken. Daarna was er pauze. De kindjes die geen eten bij zich hadden, kregen een soort pap en drinken. Later werd er buiten gespeeld. Magnifiek.
Pater Jean Pierre vertelde me dat deze crèche totaal all-in 400 euro per maand kost, dus 5000 euro per jaar. Daarvoor hebben dus dagelijks 190 kindjes opvang en begeleiding.
Later kwamen we bij een crèche die hij had moeten sluiten omdat hij geen geld had. Er waren al peuters en kleuters verongelukt. Super triest. Ik heb beloofd hier in Nederland mijn best te doen om via een paar groeperingen geld voor heropening en instandhouding bijeen te brengen.
In het gebied waar ik heb meegewerkt, een uitgestrekt plattelandsgebied met veel dorpen, in de oost-
provincie Mpumalanga, wonen zo 'n 3200 weeskinderen.
Er wordt veel gedaan voor deze kindgezinnen, door allerlei organinisaties en steeds meer ook door de overheid. Geleidelijk groeit er een goede samenwerking.
De eerste paar jaar is ondersteuning van bovengenoemde crèches van levensbelang. Alle bijdragen zijn super welkom. Ze gaan voor 100% rechtstreeks naar pater Jean Pierre, zodat hij verder kan met het opzetten en in stand houden van deze crèches.
Hartelijk welkom voor nadere informatie en inzage.
                           
Ad Jansen
Distriktscatecheet,
Bieskamp 126, 6651 JN
- Tel 0487 - 51 58 99.
Uw mogelijke bijdrage kan naar Rabo Druten. Rek. 11.27.46.969.
Stichting
Maria. O.v.v. Creches.



Jan de Bekker in 1984
Onze Overledenen
Pater Jan de Bekker  
-66-
* Rosmalen, 08. 02. 1938 - + Kongo, 01. 11. 2004

Na op 1 juli 1961 de missionariseed te hebben afgelegd, werd hij pries-ter gewijd op 29 juni 1962, en vertrok naar Kongo. Hij werkte korte tijd in het basisapostolaat en stond ook even op school voor de klas. Maar de jaren zestig waren, politiek gezien, een moeilijke periode in Congo en Jan maakte er een zware tijd door. Hij werd gevangengenomen, met de dood bedreigd en stond zelfs voor een vuurpeloton. Gelukkig werd hij vrijgelaten en eind 1964 keerde hij terug naar Nederland om op verhaal te komen. Hij was ongelooflijk moedig want een half jaar later durfde hij het aan opnieuw naar Kongo te vertrekken. Hij werd leraar op het kleinseminarie te Fataki, ook in Vieux Kilo en in 1971 was hij directeur van het College te Bunia. Hij verhuisde naar het bisdom Kigali in Rwanda om aan het kleinseminarie te Rulinda leraar en directeur te zijn. In 1980 werd hij aangezocht als financieel administrator van het bisdom Kigali en hij bleef in deze functie gehandhaafd totdat hij in 1987 op verlof kwam.

Terug in Afrika deed hij aan het begin van 1988 enkele jaren pastoraal werk in Rwanda, en ook weer in Congo, maar in de loop van 1992 keerde hij terug naar Rwanda om zich in te zetten voor het vluchtelingenwerk totdat hij in april 1994 vanwege de vele onlusten moest uitwijken en keerde hij terug naar Nederland. De moedige Jan werd aangesteld als regionale overste in Bunia, Congo, en weer vertrok hij. In december 1996 werd hij getroffen door een beroerte en moest in Nederland een serieuze behandeling ondergaan. Bijna vier jaar had hij nodig om te herstellen. In augustus 2000 kreeg hij de raad naar Oeganda te gaan en te zien wat hij vanuit Kampala kon doen voor de vele Rwandese vluchtelingen. In de loop van 2002 slaagde hij er in zich in Aru, Congo, te vestigen.

Op 1 november ging hij op zijn bromfiets even een boodschap doen voor een confrater en werd aangereden. In het ziekenhuis gaf de dokter de raad hem met spoed te vervoeren naar een ziekenhuis in Oeganda. Voordat dit kon gebeuren raakte Jan in coma en stierf.

 
                Dat hij nu moge rusten in vrede

 
Onze overleden familieleden

10.08.2004    Mw. A. van der Wee, te Maurik
      
van pater K. v. d. Wee.
12.08.2004   
F. van Rijckevorsel van Kessel, te Eindhoven
      
van broeder E. van Rijckevorsel.
18.08.2004   
A. G. Degenhart, te Den Haag
      
van pater L. Degenhart.
22.08.2004   
M. Hartoungh-Dewez, te Dieren
      
van broeder Kees Dewez.
27.08.2004   
Th. van Mierlo, te Helmond
       zwager van overleden pater Th. Bakers.
   08.2004   
B. Remhs, te Amsterdam
      
van pater H. Remhs.    
27.08.2004   
Ignace Brekelmans
      
van overleden pater P. Brekelmans.
15.09.2004   
Alida Kragting, te Breda
      
van overleden pater W. Kragting.
10.10.2004   
Riet de Kort, te Breda.
           
van overleden br. Benoît en pater G. de Kort.
18.10.2004   
A. G. Delen, te Arnhem
      
van pater W. Delen.
19.10.2004   
Corry van Loosdrecht - Jooren te Best
             
van overleden pater J. v. Loosdrecht.
23.10.2004    Dhr. Guido van Hasselt, te Wageningen
      
van overleden pater H.-P. van Hasselt.
28.10.2004   
Piet Coolen, te Geldrop
      
van overleden pater J. Coolen.
30.10.2004    Mw. M. van Doorn - Venhuizen, te Uden.
      
van overleden pater L. Venhuizen.
10.11.2004   
Jacques Michielsen, te Spaubeek
      
van overleden pater L. Michielsen.
  Requiem aeternam dona eis, Domine,
  
lux perpetua luceat eis.


        

Van de provinciaal in Burkina Faso
 
Je hebt ongetwijfeld gehoord dat in Ivoorkust de vijandelijkheden weer opnieuw zijn begonnen.
Wat betreft de twee communiteiten in het noorden van het land, een streek die onder beheer ligt van de rebellen, het volgende:

1 Bij het uitbreken van de vijandelijkheden waren onze confraters van deze twee communiteiten, alsook de stagiair Alex Manda, allemaal samen in Burkina voor een paar studiedagen. Zij overwogen wat ze zouden doen, en tenslotte namen ze het besluit om zonder uitstel terug te gaan naar hun parochies. Dat betekent dus dat ze nu thuis zijn. Alleen  Alex, de stagiair, is in Burkina gebleven.  Omdat zij geen telefoon hebben, hebben wij geen contact met hen. Er is geen electriciteit omdat dit door het zuiden is afgesneden; ze hebben ook geen stromend water, maar in beide missieposten hebben ze gaslampen en kerosine, en er is drinkwater in de putten.

2 Gisterenmiddag slaagde Jozef de Bekker er in om vanuit Niellé op te bellen via de satelliet telefoon van een bevriende buurman, en hij gaf me de verzekering dat zij in goede gezondheid verkeren. Toen ze vanuit Burkina thuis aankwamen, werden ze met open armen door de mensen ontvangen - deze voelen zich gesteund door hun aanwezigheid. De paters gingen op bezoek bij de leider van rebellenleider in de stad, en die zei hun dat ze rustig in de stad konden blijven. En zodoende -met mijn toestemming- blijven ze daar.

3 Wat de communiteit in Abidjan aangaat, op dit ogenblik zijn de meeste oorlogshandelingen in het zuiden van het land, en vooral in Abidjan. Toen de situatie veranderde, sloegen onze confraters proviand in en sloten zichzelf op in het huis. Ze zijn allemaal daar behalve Jacques Charron, die toen het vechten begon, bij de Jezuïeten was, en hij gaf er de voorkeur aan daar te blijven. Hij is daar nog steeds. We hebben bijna dagelijks telefonisch contact. Ze zijn daar in een tamelijk rustige streek. Het nationale leger
Ivoorkust kwam om hun auto¹s in beslag te nemen, maar daar trokken ze zich niet zoveel van aan.

Wij hadden vraagtekens bij de aanwezigheid van onze confraters in dit land, maar voorlopig willen al degenen die ik gecontacteerd heb, er blijven. Als de situatie verslechterd, zal ik de nodige stappen ondernemen.

Webmaster-NL

Vorige pagina