Pater Frits van Asten overleden.
|
delen wij U mede dat
Pater Frits van Asten
Godefridus Henricus Gerardus
Missionaris van Afrika - Witte Pater,
op 22 oktober 2025 is overleden.
Frits werd geboren te Someren op 9 juni 1930. Hij was het tweede kind in een gezin van acht kinderen, zeven jongens en een meisje. Zijn zus Maria trad in bij de Zusters Franciscanessen van Oirschot en zijn jongere broer Piet ( † 1984) volgde hem in de Sociëteit van Missionarissen van Afrika en werkte als broeder in Nigeria. Frits had al van jongs af aan het verlangen om missionaris te worden en ging in 1945 naar het kleinseminarie van de Witte Paters in Sterksel. Daarna vervolgde hij zijn opleiding op St. Charles (bij Boxtel), in ’s-Heerenberg en in Thibar en Carthago (Tunesië). In Carthago verbond hij zich op 17 juni 1958 aan onze Sociëteit door het afleggen van de missionariseed. Op 2 februari 1959 werd hij te Rotterdam priester gewijd.
Frits was geen studiebol maar hij had wel een goed verstand, een gezond boerenverstand. Hij was praktisch van aard en had een nuchtere kijk op dingen. Hij had zijn zaakjes altijd op orde en als hij aan iets begon dan deed hij dat met veel inzet en doorzettingsvermogen. Eenmaal aan iets begonnen, wilde hij dat ook afmaken: halverwege opgeven was geen optie. Hij was bedachtzaam en trouw aan zijn principes, maar hij kon ook over barrières heen kijken en vernieuwende ideeën steunen of zelf naar voren brengen. Een van zijn mooiste eigenschappen was wel zijn belangstelling voor iedereen, niet in het minst voor de zwakken en hulpbehoevenden.
Op 3 september 1959 vertrok Frits naar de Franse Soedan (vanaf 1960 Mali geheten), waar hij 9 jaar zou blijven. Deze benoeming voor West-Afrika was helemaal naar zijn zin, want het was de eerste van de drie benoemingsvoorkeuren die hij had opgegeven. Tijdens zijn theologieopleiding in Thibar en Carthago was hij in contact gekomen met de islam en hij voelde zich aangetrokken tot het apostolaat onder de moslims. In de eerste twee jaar in Mali leerde hij twee talen en twee culturen: het Bambara in de missie van Faladyé (regio Bamako), en het Minyanka in de missie van Karangasso (regio Sikasso).
In 1961 vertrok Frits, samen met twee medebroeders, naar Koutiala (regio Sikasso) om daar een nieuwe missie te beginnen. De taalkundige en culturele kennis die hij had opgedaan kwam goed van pas, want beide talen werden gesproken in het gebied van deze nieuwe missie. Alles was nieuw en er was heel wat aanpassingsvermogen nodig. In heel Mali waren de missies enorm uitgestrekt, was de aanwezigheid en invloed van de islam zeer groot, en ook de komst van de onafhankelijkheid in 1960 liet zich voelen.
In het stadje Koutiala zelf was 85% van de bevolking moslim, in de dorpen eromheen volgde men voornamelijk de traditionele Afrikaanse godsdienst. Er waren maar een paar catechumenen, en de weinige katholieken die er woonden kwamen elders vandaan. Gezien deze omstandigheden had Frits een bijzonder werkschema. Drie dagen in de week fungeerde hij als trainer van de voetbalclub en als vicevoorzitter van de atletiekclub, functies waardoor hij veel contact kreeg met de jeugd en met de plaatselijke leiders. De andere dagen trok hij de dorpen in, dat waren er wel 150. In augustus 1961, twee jaar na zijn priesterwijding en aankomst in Mali, werd hij tot pastoor van Koutiala benoemd, een heel verantwoordelijke taak voor een jonge missionaris. Van 1964 tot 1967 werkte Frits in de parochie Karangasso waar hij bij aankomst in Mali het Minyanka had geleerd, en van 1967 tot 1968 was hij weer terug in Koutiala.
In alle parochies waar Frits was waren er ontelbare dorpen die bezocht moesten worden. De afstanden waren groot, de wegen slecht en het klimaat erg warm, vaak liep het kwik op tot wel 40 graden in de schaduw. Het werk was boeiend en Frits gaf zich helemaal, maar het was ook heel vermoeiend. Frits kreeg meerdere keren bilharzia en had ook enkele keren last van een astmatische aanval. Vooral dit laatste gezondheidsprobleem heeft ervoor gezorgd dat hij in 1968 moest aanvaarden afscheid te nemen van Mali. Zijn bisschop schreef bij dat vertrek: ”In Frits verliezen wij een waardevolle medebroeder”.
Frits hielp een jaar lang bij de verzendingen vanuit onze procure in Boxtel, maar zijn verlangen om terug te gaan naar Afrika bleef. In oktober 1969 vertrok hij naar Congo, naar het bisdom Bunia in de streek Ituri, waar het klimaat veel beter was voor hem.
Nadat hij de cultuur had leren kennen en Swahili had geleerd, werd hij econoom en godsdienstleraar aan de lerarenopleiding in Vieux-Kilo. Daarnaast onderwees hij eenmaal in de week pastoraal op het Catechetisch Centrum en in de weekenden hielp hij in de parochie. In maart 1972 schreef hij over zijn aanwezigheid: “Werk genoeg, maar ik doe het graag en de gezondheid is goed”. Maar hij schreef ook dat hij constateerde dat alle leidende functies, zowel in de pastoraal als in het onderwijs, nog in handen waren van Witte Paters. Dat was een lichte teleurstelling want in Mali was er al veel meer geafrikaniseerd.
In mei 1976 bleef hij in Vieux-Kilo, maar zijn werkterrein veranderde: hij ging vooral werken in de parochiepastoraal. Deze parochie was de kleinste van het bisdom, maar telde toch 7.000 katholieken; een heel verschil met Mali. Daarbij gaf hij nog een paar lessen op de lerarenopleiding. Jammer genoeg kreeg Frits weer ongeveer dezelfde gezondheidsproblemen als in Mali zodat hij op 15 april 1978 op ziekteverlof naar Nederland kwam. Het bleek een definitieve terugkeer te zijn.
Na een herstelperiode van vijf maanden werd Frits lid van onze Karibu-gemeenschap in Nijmegen. Het was een missionair bezielde leefgemeenschap met studenten en werkende jongeren die samen met de Missionarissen van Afrika wilden leven volgens de idealen van Jezus. Vijf jaar lang was hij daar animator en econoom. Het was weer aanpassen aan een andere realiteit en aan andere omstandigheden. Frits voelde zich thuis bij deze nieuwe en verfrissende manier van missiebewustwording en de openheid van de jongeren deed hem goed. In deze periode kwam Frits ook in aanraking met het vluchtelingenwerk in Nederland, want een uit Turkije gevlucht Syrisch-orthodox gezin, dat jarenlang moest wachten op een verblijfsvergunning, werd verwelkomd in de Karibu-gemeenschap.
Op 8 december 1983 verhuisde Frits naar St. Charles bij Boxtel als econoom, socius en assistent procurator. Van daaruit ging hij in oktober 1985 werken op het Missiecentrum van het bisdom Den Bosch waar onze confrater Cor van den Brand ( † 2012) directeur was. Het was een volledige baan die veel tijd in beslag nam, want het begeleiden van groepen en het geven van inleidingen en cursussen gebeurde meestal in de avonduren, terwijl de administratie en de voorbereiding van dit alles overdag gebeurde. Hij deed dit werk gedurende 10 jaar met veel enthousiasme en toewijding.
De problematiek van Vrede en Gerechtigheid lag hem na aan het hart, en hij kon daar vurig over spreken. In juli 1987 werd hij medeoprichter van onze WP-gemeenschap aan de Orthenseweg in Den Bosch, heel dicht bij zijn werk. In juni 1995 beëindigde hij zijn activiteiten op Missiecentrum en nam een sabbatjaar waarin hij ook een reis van vijf weken maakte naar zijn geliefde Mali.
In januari 1997 aanvaardde hij een heel nieuwe pastorale taak en werd hij rector van de Witte Zusters in Nederland terwijl hij bleef wonen in onze gemeenschap aan de Orthenseweg. Hij deed dit voor meer dan 13 jaar. Het werk was, zeker in de eerste jaren, zeer uitgebreid. Voor de grote Witte Zuster gemeenschap in Esch vierde hij de Eucharistie op alle zondagen, twee maal door de week, en bij alle jubilea, begrafenissen en andere belangrijke gebeurtenissen. Daarnaast verzorgde hij een bezinningsdag in de Advent en in de Veertigdagentijd en gaf hij pastorale zorg aan de zusters die dit wensten. De andere vijf gemeenschappen van Witte Zusters in Nederland bezocht hij een of twee maal per maand, vierde daar ook de Eucharistie en gaf persoonlijke begeleiding aan de zusters die dat wensten. In mei 2010 droeg hij dit pastoraat over aan een medebroeder en ging hij echt met pensioen.
In juni 2013 besloot Frits, met goedkeuring van de Sector en van de Provincie, in Eindhoven te gaan wonen bij zijn nicht Mieke Vlemmix. Het werd een periode vol geluk voor beiden. Enerzijds waren Frits en Mieke, samen of alleen, vaak aanwezig bij belangrijke gebeurtenissen in de familie of bij de Witte Paters, anderzijds waren familie en Witte Paters ten alle tijden welkome gasten in hun huis.
Na dertien jaar symbiose aan de Aalsterweg in Eindhoven, is Frits voorgoed vertrokken om te genieten van de gastvrijheid van de Heer.
Op dinsdag 28 oktober 2025 zullen we om 14.30 uur afscheid nemen van pater Frits van Asten tijdens een Eucharistieviering in de kapel van Huize St. Charles in Heythuysen en hem ter ruste leggen op het kerkhof aldaar.
De Eucharistieviering is ook te volgen op livestream —Code: Frits1930
Namens de familie
Mieke Vlemmix
Aalsterweg 232
5644 RK Eindhoven
Namens de Witte Paters
Jozef de Bekker
Op de Bos 2
6093 NC Heythuysen
nl
Onze overledenen
Overleden in het jaar 2025.
?