Homepagina > Afrika > Mali > Slavernij in Mali

Slavernij in Mali

dinsdag 6 oktober 2009, door Webmaster

In het noorden van Mali: 7.000 mannen en vrouwen,
slachtoffers van slavernij, doen een beroep op het Gerechtshof

GAO (Mali) (AFP) - 24/08/2008


Malinese slaaf-kinderen, die in Ivoorkust opgevangen zijn, na hun vrijlating vanuit een plantage op 28 mei 2008.

De Malinese Vereniging ter promotie van de mensenrechten ‘Temedt’ was zondag j.l. van mening dat ongeveer 7.000 personen het slachtoffer zijn van slavernij in het gebied van Gao, op 1200 km. Ten N.-O. van Bamako. Dit werd bevestigd door gedelegeerde van het Franse Persbureau A.F.P. Mr. Ahmed Ag Mohamed, die professor is in de letterkunde te Gao, en lid van de ‘Temedt’.

“Dit zijn Negers die in dienst staan van Arabische meesters, of ‘tamasheq’. Het wordt slavernij genoemd omdat het mensen zijn die onderworpen zijn aan anderen zonder hun toestemming en die lichamelijke mishandelingen ondergaan”, liet hij verder weten.

De slaven leven bij hun meesters. Zij worden opgesloten, en gedwongen om tegen hun wil voor hun meester te werken. Zij worden geslagen en mishandeld ".

De vereniging ‘Temedt’ – hetgeen in tamasheq (de taal van de Touaregs) “band van bloed” betekent, en door extentie ook “verwantschap”,- werd twee jaar geleden opgericht. Zij begint nog vóór het eind van de maand met een “voorlichtingsactie” ter plaatse om de slavernij te bestrijden.

“Wij beginnen met deze voorlichtingsactie en het Malinese Gouvernement werd over onze zorgen ingelicht. Die slavernij moet ophouden! De slaaf moet bijvoorbeeld, tijdens een volksstemming, zijn stem uitbrengen volgens de instructies van zijn/haar meester: dat is toch niet normaal!”, voegde Ahmed Ag Mohamed er aan .

Volgens hem zijn de klachten tegen voorstanders van de negerslavernij bij het Gerechtshof te Gao en Ménaka-Noord ingediend. Op dit moment is er nog geen begin gemaakt met de gerechtelijke instructie, maar wij gaan de machine weer op gang brengen, verklaarde hij.

In een buitenwijk van de stad Gao heeft een journalist van het AFP een familie kunnen ontmoeten, die hem verzekerd heeft slachtoffers van slavernij geweest te zijn. Zij waren erin geslaagd om van hun meester weg te vluchten.

Volgens de moeder van deze familie, ondergingen haar echtgenoot, haar vijf kinderen en zij zelf “een zeer slechte behandeling” bij deze meester. “En tot vandaag toe, houdt hij (de meester) nog een van mijn kinderen gevangen!”, vertelt Takawalat, een vrouw van rond de dertig jaar, in een licht zwart gekleurde hoofddoek gehuld, en omgeven door vier van haar kinderen.

De verantwoordelijken, de Stichting Temedt, vermelden ook dat ze in frekwent contact zijn met een soortgelijke Vereniging in Niger en Mauritanië die de slavernij eveneens aangeven, om “het verschijnsel in de sub-regio” te bestrijden.

© 2008 AFP