God nodigt ons uit.

Op zaterdag 8 oktober 2005 had de jaarlijkse bijeenkomst plaats  
 
van de "Vereniging Oud Studenten van de Witte Paters" (VOWP) te Dongen.

Bij deze jaarlijks terugkomende bijeenkomst wordt ook de Eucharistie gevierd voor de levende en overleden leden van de VOWP. Pater Cor van de Brand, vice-Provinciaal was de celebrant, en ging in op het evangelie van de zondag:  Matheus 22 vers 1-14:

Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. Hij stuurde zijn dienaren erop uit om de bruiloftsgasten uit te nodigen, maar die wilden niet komen. Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: ‘Ik heb een feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!’” Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen erop af, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken.Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest, maar de gasten waren het niet waard genodigd te worden. Ga daarom naar de toegangswegen van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt.” De dienaren gingen de straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die zich niet in bruiloftskleren gestoken had, en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen. Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind zijn handen en voeten vast en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt. Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.”

Welkom ! Van het leven een feest maken en van de wereld een koninkrijk van God. Dat staat vandaag in het evangelie van Mattheüs. En ook in de lezing van de profeet Jesaja (25,6-10):

 

 

Benin, West Afrika: korenschuren.

Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten
voor alle volken een feestmaal aan:
uitgelezen gerechten en belegen wijnen,
een feestmaal rijk aan merg en vet,
met pure, rijpe wijnen.

 

Op deze berg vernietigt hij het waas
dat alle volken het zicht beneemt,
de sluier waarmee alle volken omhuld zijn.

 

Voor altijd doet hij de dood teniet.
God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht,
de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg
– de HEER heeft gesproken.

 

De Heer rust op deze berg: Oegandese uitbeelding van de aanbidding van de tegenwoordigheid van de Heer in het tabernakel.

Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God!
Hij was onze hoop: hij zou ons redden.
Hij is de HEER, hij was onze hoop.
Juich en wees blij: hij heeft ons gered!’ De hand van de HEER rust op deze berg.

Daartoe nodigt God ons uit. Van het leven een feest maken, ja daar voelen wij wel voor en daar weten we meestal ook wel raad mee.
Maar van onze wereld een koninkrijk van God maken lijkt een wat moeilijker opgave, en we hebben het meestal al zó druk, zoveel andere zorgen en bezigheden. Eenzelfde reactie lezen we vandang in het evangelie bij de genodigden.  

Profeten zijn mensen die dromen van nieuwe betere tijden. Jesaja deed dat. Maarten Luther King deed dat: hij riep uit: "ik heb een droom: alle mensenkinderen, zwart en wit, alle volkeren aan één en dezelfde tafel, in één en dezelfde bus".

Onze stichter Kardinaal Lavigerie droomde ervan, toen hij de Witte Zusters en Witte Paters stichtte in Noord Afrika:" we gaan aan heel Afrika de Blijde Boodschap verkondigen", daar droomde hij van. In onze jeugdjaren in Sterksel of Santpoort of op St Charles hebben we allemaal met die droom van Lavigerie kennis gemaakt.

de droom van Lavigerie

Een maand geleden droomden ook alle wereidleiders van betere tijden, in navolging van Kofi Arnnan, toen ze in New York als de Verenigde Naties bijeen waren. Ze droomden zo: "armoede moet de wereld uit zijn in 2015", over l0 jaar dus:  alle kinderen wereldwijd moeten dan naar school kunnen gaan; alle zieken moeten dan over geneesmiddelen kunnen beschlkken, en ook: zo’n volkerenmoord als in Rwanda en in Darfur, moeten we in de toekomst niet meer laten gebeuren, maar met zijn allen samen verhinderen....enz.

En die wereidleiders hebben dat namens hun land ook beloofd, Balkenende heeft dat namens ons beloofd. Er is dus werk aan de winkel.. . ook voor ons, voor ieder van ons. Gelukkig dat er in onze wereld telkens dromers met idealen opstaan.
We dromen allemaal wel eens mooie dromen. Dat zit in de aard van ons mensen, denk ik, we willen wat. Meestal willen we iets moois en goeds voor ons zelf en de onzen, maar ook wel in onze goede momenten voor andere mensen rondom ons heen, dichtbij en soms ook veraf.

In de lezing van Jesaja staat de droom die God heeft met onze wereld.
Alle mensen uitnodigen aan een tafel van overvloed.
Maar ook de dood voor eeuwig vemietigen,
het leven alle kans geven.
Alle tranen wissen, zodat het leven een feest wordt.
Het is eigenlijk niet anders dan wat alle wereldleiders dromen,
zoals Maarten Luther en Charles Lavigerie dat deden.

Ook in Gods droom, Hij droomde over zijn Koninkrijk: daar staan mensen en hun geluk centraal. En waarom lukt dat Koninkrijk toch niet? hen niet, en ons niet?

Daarover geeft het evangelie ons stof tot nadenken: zonder zich om de droom, om de uitnodiging te bekommeren - staat er - gingen zij weg: De een naar zijn eigen akker, de ander naar zijn eigen zaken.
En weer anderen grepen de dienaars vast die hen kwamen uitnodigen, en doodden hen.

Toen de wereidleiders samen een mooi slotdocument klaar gemaakt hadden in New York, kwam een van de landen met 750 "wijzigingsvoorstellen": n.l. de afgevaardigde van de Verenigde Staten, en na de V.S. durfden ook andere landen dit te doen, en kwamen met honderden andere voorstellen. Uiteindelijk kwam het erop neer dat zij zich niet wilden binden aan vaste afspraken, omdat ze moeiijk waren, omdat ze hen geld gingen kosten. Eigenlijk is dat niet zo vreemd, denk ik.

Ik droom ook wel eens, mooie dromen natuurlijk. Maar ja, om dat dan waar te maken...? Dan zou ik mijn leven moeten veranderen, en dat zou me nogal veel, misschien té veel kosten. Dan kom ik óók met amendementen aanzetten, met wijzigingsvoorstellen of smoesjes tot er niet teveel moeilijks overblijft van die droom. Of ik heb het opeensdruk met allerlei zaken om eraan te beginnen....

Dat zit ook in onze menselijke aard, denk ik dan maar; of - misschien juister gezegd - dat wil ik graag denken om mezelf gerust te stellen en mijn geweten te sussen. Blijft intussen staan dat God ons uitnodigt: ieder van ons met zijn gaven om van onze wereld samen iets moois te maken.

Met zijn allen: wit, zwart, geel en rood, christen, jood, moslim en boeddist. Want al die kleuren en geloven zijn niet alleen meer ver weg, maar ook dicht bij huis. En om van de wereld iets moois te maken, een feest om te leven, een bruiloftsmaal, een wereld zonder armoede, waarin ieder naar school kan, en geneesmiddelen heeft:


dat zijn dan andere woorden voor dat zo moeilijke, maar zo mooie Koninkrijk van God!

Laten we het dus proberen waar te maken,
en zó ieder van ons ons steentje bij te mogen dragen.
Amen.

 

Bij de voorbeden waren er een paar bizondere intenties: het gebed wordt ons gevraagd voor onze overledenen sinds verleden jaar: Gerard Geurts, Wim Tolenaar, Jan van der Geest, Nico Kragten, Laus Doedens.  Ook bidden we voor Pater Guy Theunis, onze Belgische Witte Pater, die in Rwanda gevangen zit en binnenkort wordt overgedragen aan een Belgische rechtbank.

SLOTGEDACHTE.

"Heimwee naar Afrika" 

Een gebed van een Afrikaan hier in Nederland:


Heer, ik weet,
U bent ook in Nederland.
Maar thuis in mijn dorp in Congo,  
Congolese vlag Daar hoorde en zag ik u beter.
Daar zat ik niet alléén op een stoel in de kerk,
daar plakten we tegen elkaar bij de kerkdienst.
Daar droegen de drums en de dansen,
de uit volle borst gezongen liederen en de gebeden
mij direct voor uw troon.
Heer, daar bad ik nooit alleen,
de familie bad mee en de buren en mijn vrienden en de school.
En in de zon en de maan, in de prachtige natuur
en in de zussen en broers zag ik U.


Heer, ik ben hier zo ver weg van U, Ik weet niet waarom.    


Amen.


Webmaster-NL

Vorige pagina