Na zijn opleiding vertrok hij als Broeder Dominic naar de missie van Tanganyika (nu Tanzania). Het was 1955. Hij werd belast met de boerderij van het Groot Seminarie in Kipalapala en maakte er een bloeiend bedrijf van. Het voorzag de hele gemeenschap van voedsel.
Maar zijn hart lag toch elders. Hij deed liever pastoraal werk en kreeg daar in de bisdommen Mbeya en Tabora de kans voor. Zijn sociale instelling, waardoor hij gemakkelijk kontakten legde met mensen, en zijn interesse in het kerkelijk leven maakte hem geschikt voor dit werk.. Hij was populair bij de seminaristen, geliefd bij de parochianen.
Hij keek ook over de grenzen van de Christen-gemeenschap heen en legde kontakten met de Moslim bevolking. Hij vroeg zelfs om de islam verder te mogen bestuderen en ging daarvoor naar Rome. Maar toen hij vond dat de cursus “specialisten fokte”, zoals hij dat zelf verwoordde: toen was hij zo weer terug in Tanzania. Dat gebeurde trouwens wel vaker. Als een benoeming hem niet aanstond dan was weg: zonder al te veel overleg. En met 8 ijzeren koffers ,die nooit open gemaakt werden, als ballast en bagage.
Want dat was ook een karaktertrek. Hij gebruikte uitdrukkingen die grote inschikkelijkheid en zelfs onderdanigheid beloofden. Zo vraagt hij in een brief aan zijn overste om goedkeuring voor een van zijn plannen. En dan besluit hij heel gehoorzaam:”Zo ja: hartelijk bedankt. Zo niet: ook hartelijk bedankt”.
Ook betitelde hij zijn bazen altijd met “Hoog Eerwaarde Pater Provinciaal”. En het bleef altijd “U “. Maar ondanks die mooie volzinnen en uitdrukkingen werden er geen zoete broodjes gebakken als iets hem niet aanstond. Dan kon hij mopperen op “die hoge Pieten die alles maar bedisselen”. En botweg weigeren om mee te werken of een benoeming te aanvaarden. Maar als een beslissing hem wel aanstond, dan zei hij “ Ik ben zo blij als een engel”. Het is die blijheid die hem populair maakte bij de mensen die hij door zijn werk tegen kwam. Ook in de jaren toen hij in Dar es Salaam gastenmeester was.
In 1999 dwong de ziekte hem om voorgoed naar Nederland terug te keren. Dat zijn zware jaren geweest Maar Dominic wist ermee om te gaan op een manier die ieders bewondering wekte. Hij moet zeker duistere uren van mismoedigheid gekend hebben. Hij heeft ook pijn geleden. En hij moest leren leven met zijn verminking. Maar hij klaagde zelden of nooit. Blijkbaar kende hij weinig of geen zelfmedelijden. Hij bleef hoopvol en positief. Zelfs soms humoristisch in zijn commentaren op het behandelingsproces.
En het harde lot dat hem ten deel viel knaagde kennelijk ook niet aan zijn geloof. Hij hoopte wel degelijk dat de ziekte bedwongen kon worden. Maar hij geloofde dat er ook leven zou dagen als de ziekte de strijd zou gaan winnen. En het lijkt erop dat hij er zich tenslotte aan over wist te geven. Toen ik hem voor het laatst bezocht, hier in dit huis, zei hij tegen me: ”Ik ben naar Heythuysen gekomen om er te sterven”. En dat heeft hij kennelijk met een zekere overgave en rust kunnen doen.
Ons geloof is geen "wonder geloof". Wonderen blijven uitzonderingen. Ons geloof is "het volgen van Jezus".
Hem navolgen: dat proberen missionarissen te doen: Net zoals Jezus het Evangelie verkondigen.
Hem navolgen: Dat is wat alle Christenen proberen te doen: Leven zoals Jezus: in liefde voor God en mensen.
Maar Hem volgen voert verder. Jezus heeft ons hele mensenlot aanvaard. Niet alleen ons leven. Ook onze dood. Toen de dood Hem bedreigde, onttrok Hij zich er niet aan met een wondertje.
Met Petrus wijzen wij het lijden af. Maar lijden en dood zijn deel van het mensenleven. Onvermijdelijk. En Jezus ging de mensenweg. Ons geloof belooft ons geen pijnloos, probleemloos wonderland. Het belooft ons HIER een mensenleven dat de moeite waard is . Een zinvol, waardevol leven. Een leven in navolging van Christus. En HIERNA belooft het volheid van leven bij Hem en zijn Vader. Want Jezus is ons voor gegaan: door lijden en dood heen. Naar de verrijzenis toe. Daarheen volgen we Hem.
Dat is de kern geweest van Dominic’s leven. De binnenkant ervan. Dat geloof had hij van thuis mee gekregen. Dat heeft hij in Afrika proberen door te geven. Het was de inhoud van zijn pastoraal werk. Dat geloof heeft bijgedragen aan de kracht waarmee hij zijn ziekte verduurde. En aan de hoop en de overgave waarmee hij is gestorven. Moge het hem nu voeren naar de volheid van leven in het licht van God.
Moge hij rusten in vrede.