Het christendom heeft nog altijd een boodschap
om vol trots uit te dragen
Nederland is een door en door ontkerstend land. Daarmee
is niets nieuws gezegd, maar het feit springt juist deze week eens te meer in
het oog. Bijna niemand zal de kerstdagen compleet negeren, maar het feest is
vrijwel "losgezongen" van zijn christelijke oorsprong.
De glanzende boodschap van het
kerstevangelie – de ongeziene God kwam naar de wereld in de gedaante van een
mens – is ondergesneeuwd. En als ze al klinkt, dan bijna fluisterend.
Je zou het Nederlandse christendom
wat meer zelfvertrouwen toewensen. Het pijnlijke gebrek daaraan is overigens
alleszins verklaarbaar. Decennia van secularisering zorgden ervoor dat
christenen diep in hun schulp zijn gekropen. Een deel van de achterblijvers
sluit zich op in rigide orthodoxe
denkbeelden.
Een ander deel versmalt het
evangelie tot sociaal-economisch handvest.
De rest houdt zich muisstil, of sluipt óók zachtjes de kerk uit. De grote
geloofsgemeenschappen, protestants en rooms-katholiek, verliezen jaarlijks
samen 88.000 leden. En de bodem is nog lang niet in zicht.
Toch is er goedbeschouwd weinig
reden om somber te zijn.
Lang werd verondersteld dat de
secularisatie op den duur álle religiositeit zou uitbannen. Die thesis blijkt
met het jaar onhoudbaarder. Theoloog Harry Kuitert
heeft ooit gezegd dat de mens ’ongeneeslijk
religieus’ is. Hij krijgt gelijk.
Het aantal overtuigde atheďsten
dat Nederland telt blijft gering en groeit nauwelijks. Het "ietsisme" daarentegen
– d.w.z. geloven dat er ’ergens toch iets’ moet zijn – is wijder verbreid dan
ooit. Dit jaar meldde zich nog een variant: de "soloreligieus". Die heeft ’een
religieuze gevoeligheid’ behouden waarvoor hij een hoogst individuele vorm
zoekt.
"Soloreligieuzen" en "ietsisten" hebben met elkaar gemeen dat ze ’spirituele nomaden’ zijn. Ze blijven,
hoe onbeholpen soms ook, hongeren naar verhalen en rituelen: om in het reine te
komen met zichzelf, met de onrechtvaardigheid in de wereld, met verdriet en
pijn, en bovenal met de dood.
Het georganiseerde christendom
weet zich hier geen raad mee. Het blijft hardnekkig vasthouden aan zijn oude
posities. Daarmee mist het de kans om de spirituele nomaden van voedsel te
voorzien, laat staan onderdak te bieden.
Dat is betreurenswaardig.
De christelijke traditie heeft,
met al haar feilen en gebreken, een enorme spirituele rijkdom in huis.
En een boodschap om ook Anno
Domini 2006 vol trots uit te dragen.
Trouw, deVerdieping van 24 december 2005