Lavigerie Website van de Missionarissen van Afrika (Witte Zusters en Witte Paters)

Een verhaal over TIZI OUZOU in het Algerijnse Kabilië,
tien jaar na de moord op vier Witte Paters
op de binnenplaats van hun missiepost.


DE VREDE IS WEERGEKEERD IN TIZI OUZOU

In het Franse dagblad ‘La Croix’ stond op 9 januari 2005 een lang artikel over de gebeurtenissen in Tizi Ouzou van 27 december 1994. Tien jaar na de moord op 4 Witte Paters van deze stad in Kabylië heeft de plaatselijke bevolking getuigenis willen afleggen over de slachtoffers en hen eer willen betuigen. Wij vermeldden al de opening van de wetenschappelijke bibliotheek van de parochie van Tizi Ouzou op 12 mei 2006. De samenvatting van dit krantenartikel wil wat meer vertellen over de gebeurtenissen, de achtergronden en de actuele situatie ter plaatse.


EERBETUIGING VAN DE PLAATSELIJKE BEVOLKING
IN DE LOKALE TAAL

«Voor de dood van onze broeders zijn zelfs de bergen in opstand gekomen. Zij zijn nu in de hemel, zij beschermen ons en bidden voor ons zodat het geweld overwonnen kan worden en het Algerijnse volk eindelijk vrede kan vinden.” Dit zijn de woorden van Yamina, een vertegenwoordigster van de plaatselijke bevolking, uitgesproken in het kabyle.

Er waren meer dan honderd mensen aanwezig op het oude katholieke kerkhof van Tizi Ouzou op donderdag 6 januari 2005. Het grootste deel van hen was moslim. Zij waren daar aanwezig om eer te betuigen aan de 4 Witte paters die tien jaar geleden vermoord werden op de binnenplaats van hun huis.

Zij waren daar ook gekomen om, zoals zij zelf zeiden: “iets te zeggen “. Om uit te spreken dat wat zij diep in hun hart voelden en al die tien jaar nooit hadden kunnen zeggen aan de nu aanwezige families van de slachtoffers. Toen het gebeurde tien jaar geleden, was het veel te gevaarlijk en zelfs onmogelijk om deze reis te maken.                                                                  

Zij wilden zeggen hoe zij zich verbonden voelden met de Paters, hun vriendschap met hen. Hoe de Paters al die jaren getoond hadden dat ze solidair waren met de bevolking, er bij hoorden. En dat zij niet voor niets gestorven waren.

Op het kerkhof zijn de graven nu samengevoegd tot één graf. Op de witte grafsteen staan de namen gebeiteld van de drie Paters, die hier begraven liggen: Alain Dieulangard, Jean Chevillard, Charles Deckers. En ook de naam van Christian Chessel, die volgens de wens van zijn familie echter in Frankrijk begraven werd. En op de steen staat ook deze mooie tekst vol betekenis: “Er bestaat geen grotere liefde dan zijn leven te geven voor hen die je lief hebt.” (Joh.15,13)


HET DAGELIJKSE LEVEN DELEN - MET DE RISICO’S

De vier Paters waren eigenlijk gemakkelijke slachtoffers. In die moeilijke en gevaarlijke tijd hadden ze besloten ter plaatse te blijven. Één van hen, Christian Chessel, heeft dit verwoord in een door hem kort voor zijn dood opgetekende overweging.

Het gaat over « gezonden zijn in zwakheid ». Hij schreef: «De zwakheid, de geweldloosheid, waarvoor je kiest, wordt één van de mooiste manieren om iets te zeggen over de ‘discreta caritas’ van God voor de mensen. Het is een liefde vol keuzes, maar tegelijkertijd ook een heel discrete liefde, van Hem die de zwakheid van ons menszijn in alles heeft willen delen, behalve de zonde. Daardoor wordt het een spiritualiteit van lege handen. Je begrijpt daardoor dat alles, zelfs onze eigen zwakheden, een gave en genade van God kan worden.»

Zij hebben met hun leven betaald voor de trouw aan het volk dat zij liefhadden. De 26ste december 1994 werd op het vliegveld van Marseille door de GIGN (speciale interventie-eenheid van de Franse politie) een Airbus van Air France bestormd. Het vliegtuig was gekaapt door een commando van het GIA (islamitische Algerijnse terroristen) Vier van de terroristen werden gedood. De volgende dag, tegen de middag, werden de 4 Paters als wraakneming vermoord.

Op deze donderdag 6 januari 2005 was ook Monseigneur Teissier, aartsbisschop van Algiers, aanwezig. In zijn toespraak plaatste hij deze herdenkingsceremonie in het teken van een gezamenlijke ‘herinnering, respect en de rouwbeleving’. Maar ook in het teken van ‘de vriendschap en de toekomst’.


TEKENEN VAN HOOP VOOR DE TOEKOMST

Maar de toekomst vraagt ook om tekenen van hoop. Dat kwam tot uitdrukking in een gezamenlijke maaltijd in het huis van de Witte Paters. Er wonen nu drie Witte Paters: Jean Guénard, René Robert en Ghislain Mulumbu, een jonge Congolese confrater. De vroegere Algemeen Vicaris van het Aartsbisdom Algiers, Balaïd Oukd Aoudia, nu met pensioen, maakt ook deel uit van de communiteit.

Teken van hoop op de toekomst was ook de bijeenkomst in de namiddag op de bouwplek van de bibliotheek bestemd voor de studenten van Tizi Ouzou. Deze bijenkomst was georganiseerd door de Culturele Stichting “Tussna” (Kennis) waarvan de heer Ziad Lefgoum de voorzitter is. Het was een pracht gelegenheid om het woord te geven aan een aantal getuigen, oud-leerlingen en vrienden van de Paters. De aanwezige families konden horen en zien welke hechte banden er bestonden tussen de Paters en de plaatselijke bevolking van Tizi Ouzou.

Er werd gesproken over Pater Charles Deckers, “man van goot geloof en grote goedheid”, die zijn leerlingen leerde “lief te hebben, anderen te respecteren en te helpen”. De heer Ali Asli kondigde aan dat er een stichting in het leven geroepen zou worden om alle sociale activiteiten van Pater Deckers voort te zetten en te ondersteunen. Later in de middag sprak ook de heer Hammouten, oud lid van de FIS (Front Islamique du Salut, andere militante organisatie). Hij noemde Pater Deckers « een boegbeeld », iemand met een voorbeeldrol.

Hij vertelde onder andere dat hij, toen hij in november 1993 gearresteerd was en in de gevangenis zat, een boek van Arthur Koestler in handen kreeg, waarop de naam van Pater Deckers stond.  Hij herinnerde zich toen de verschillende reizen die hij samen met de Pater gemaakt had naar Duitsland en naar Straatsburg, Hij sprak ook over de sportclub die de Pater opgezette en die jonge voetballers vormde die later meespeelden inde plaatselijke voetbalclub.

Marie-Claire Chevillard, zus van pater Jean Chevillard, verklaarde: « Dit is nu tien jaar dat ik hier op wacht ! » Marie-Agnes, zus van pater Christian Chessel, zei vol emotie dat ze nu pas ontdekte hoe de paters, en haar broer dus ook, altijd zo dicht bij de bevolking geweest waren. « Jullie zijn de toekomst! » riep Simon Deckers uit, toen hij al die getuigenissen van de Algerijnse sprekers en dichters hoorde.

JE LEVEN GEVEN « UIT LIEFDE EN TROUW»

Een teken voor de toekomst was ook de liturgische viering de volgende morgen, De kapel van de Witte Paters was te klein voor het aantal aanwezigen. Daarom werd de Eucharistie gevierd in een grote zaal van de toekomstige bibliotheek. Het altaar stond tussen vier betonnen palen, een decor als symbool van nieuwe opbouw.

Aanwezig waren de families van de vier vermoorde Witte Paters en de Franse en Belgische ambassadeurs. Verschillende vertegenwoordigers van de plaatselijke autoriteiten waaronder de burgemeester van Tizi Ouzou, een vrouwelijk gemeenteraadslid en een vertegenwoordiger van de Prefect hebben de viering bijgewoond. Ook waren er vele moslim vrienden van de Paters.

Dit was de eerste keer dat er in Algerije een viering was waar Algerijnse moslims en Algerijnse christenen, zowel katholiek als evangelisch, aan deelnamen. Monseigneur Teissier ging voor in deze Eucharistieviering van het Feest van Driekoningen. De gezangen werden verzorgd door een zangkoor van Afrikaanse studenten uit West Afrika. Het zijn studenten van de universiteit van Tizi Ouzou en zij zongen in het Kabyle, maar ook in het Frans en in het Lingala (Congolese taal).

Na de Mis werd er een gedenkplaat onthuld op de muur van de kapel. Deze plaat herinnert eraan dat hier op 24 december 1994 vier Witte Paters: Alain Dieulangard, Charles Deckers, Jean Chevillard et Christian Chessel hun « leven gegeven hebben uit liefde en trouw ».

Vrijdag 7 januari werd door Pater Miguel Larburu, provinciaal overste van de Witte Paters op het moment van de moorden, in de kerk Onze Lieve Vrouw van Afrika te Algiers de herdenkingscyclus afgesloten. Tijdens de Eucharistieviering voor de vrede, in tegenwoordigheid van de families die terug uit Tizi Ouzou, naar Algiers waren gekomen, en voor de foto’s van de 19 priesters en zusters als martelaren omgekomen door het geweld in Algerije, stelde hij deze vraag : “Hoe hebben wij vorderingen gemaakt op de weg naar vrede? “Voor de families van de Paters, voor de Algerijnen die hen ontvingen en bedankten,  gaat deze weg naar de vrede zeker langs Tizi Ouzou.

                Martine de Sauto, à Tizi Ouzou.
© LaCroix, vrije
vertaling : H.R.


Webmaster-NL

Vorige pagina