Verslagen over Oost Congo


Nieuws uit het veld: Congo (ex-Zaire)
            

Onze medebroeder Jan Mol is Provinciaal van de Missionarissen van Afrika (Witte Paters) in de Regio Ituri (Oost-Congo) Hij was in september-october j.l. naar Burkina Faso gereisd, om deel te nemen aan de bijeenkomst van alle Provinciaals tesamen met het Generaal Bestuur van de Witte Paters te Bobo Dioulasso. Daar kreeg hij na afloop via-via te horen dat hij maar beter niet terug kon keren naar Bunia,Congo. Zijn leven werd bedreigd. Jan is toen naar Goma vertrokken voor de laatste voorbereidende besprekingen voor de fusie van de provincies van Cöngo, Burundi en Rwanda. Daama heeft hij toch kans gezien om naar Bunia terug te gaan. Zijn verslag:

"In de stad zelf is het
rustig, maar we wachten nog steeds op een aanval. We zijn omsingeld door troepen, Maar zolang het Ugandese leger nog hier is, zijn we betrekkelijk veilig.
Het wachten is op de aflossing van de wacht: 1600
UNO-troepen uit Zuid-Afrika, Bangladesh en Indonesie worden hier verwacht. Uganda had al op 15 december zijn troepen moeten terug trekken, maar we zien er steeds meer bij komen.(november 2002)
Verschillende parochies zijn leeg geplunderd.
Waarschijnlijk is een Hutu abbe vermoord, naar we vernemen, maar we weten het niet zeker. Het blijft onrustig !
Het is
moeilijk te blijven geloven, en actief geloven in duurzame vrede. De verschillende oorlogs-commandanten zijn alleen maar uit op macht en geld. Alles draait om geld. De bevolking is het slachtoffer en niemand die zich iets van hen aantrekt. Ook de intemationale gemeenschap niet. Alle politieke leiders zijn oorlogsmisdadigers: en zouden voorgeleid moeten worden bij het Intern. Gerechtshof van Den Haag.
Onze confrater Harrie Van der Ven is, nadat zijn parochie geplunderd werd, vandaar vertrokken, en is momenteel ook in Burna."

HET "ER ZIJN" VAN DE MISSIONARIS, TE MIDDEN VAN EEN GETEISTERDE EN GETERRORISEERDE BEVOLKING.
OOK DIT IS ONZE "MISSIE".


Jean-Paul Guibila, een jonge confrater uit Burkina Faso (West Afrika) die in Kipaka, Oost Congo, werkt, schrijft het volgende:
"De Mai-Mai (een plaatselijke opstand-beweging die de hele regio onveilig maakt. red.) kwamen om te plunderen. Onze Afrikaanse stagiaire (toekomstige Missionaris van Afrika) die juist was aangekomen werd met de
dood bedreigd. Maar ook al verloren we al onze goederen, we overleefden het.
En in november begon het allemaal weer opnieuw.
Gevechten, schieten. Het leger trok zich terug. Mai-Mai bendes namen het weer over. De dorpelingen vlüchtten weer de bossen in. Daags erna dreef het leger de Mai-Mai weer terug om vijf dagen later zelf weer terug gejaagd te worden. Nu vallen we onder alweer een nieuw regime: dat van de
R(épublique) D(émocratique du) C(ongo) - rebellen. De mensen komen de bossen weer uit: veel
zijn ziek en ondervoed.

De Missie blijft op een of andere tnanier de enige
geloofwaardige instelling die op deze plek aanwezig blijft ondanks alle dreigementen. We bleven de klok luiden voor de misvieringen. We wisten wel dat niemand durfde komen, maar het was onze manier om de menseh te laten weten dat we nog in leven waren en dat God hen niet in de steek laat. Drie weken lang leefden we zo geîsoleerd van alles en iedereen. Geen "zone de fracture" (op een breukvlak). Maar "zone de silence" (doodse stilte).

Wat te zeggen tegen de zieken, de armen die
alles verloren hebben, de verkrachte vrouwen, de kinderen die al twee jaar niet naar school kunnen, de rouwenden die doden te betreuren hebben ? God weet het. Hij is waarschijnlijk even kwaad als wij .....
Toch heb ik geen spijt hier te zijn. Ik weet echter niet wat ik moet doen. Ik weet niet eens of het alle moeite wel waard is. Maar ik ben er, mèt en vóór de mensen.. Ik probeer van dag tot dag te leven - En temidden van vragen en twijfel vertronw ik toch dat God niet afwezig is, maar dat Hij, op zijn manier werkzaam is...en dat het goede (God) uiteindelijk sterker zal blijken dan het kwaad.

Geen van die
mooie prioriteiten die het laatste Kapittel gesteld had, komt hier tot zijn recht. Maar als er nog een plek is voor missionarissen om gewoon maar aanwezig te zijn bij mensen die te lijden hebben, zonder "Che Guevara complexen", dan ben ik hier toch op mijn plaats. Het is geen luxe. Je kunt elk ogenblik de kogel krijgen van een of andere dronken rebel . ledere dag rijst. Geen "gemeenschapsproject" of pastoraal plan.
Maar.... misschien dat
door onze "nutteloze" aanwezigheid de mensen toch iets ervaren van de barmhartigheid en de trouw van God."




Webmaster-NL

Vorige pagina