Pater Leo Venhuizen
Overweging bij gelegenheid van de uitvaart van Leo.
door Pater Wim Wouters, Zambia


Over Leo is veel te zeggen: hoewel hijzelf de laatste jaren steeds minder te zeggen wilde hebben. Hij was kalmer geworden en allerlei nieuwe experimenten in pastoraat en gemeenschapsleven deden hem niet veel.
Leo werd bekend als iemand die onder de meest serieuze vergaderingen rustig in slaap kon vallen en er zich helemaal niet over schaamde. Maar hij was er wel. Hij werd wel eens beschouwd als een chauffeur voor de vrouwen van de parochie die paddestoelen verbouwden. Maar daar had hij geen bezwaar tegen: dat is op mijn leeftijd een manier waarmee ik een paar mensen kan helpen om brood op de tafel te krijgen.

Hij was voor vele jaren de econoom: van het seminarie, van het diocees, van de communiteit. Geld lag hem zo gemakkelijk dat het hem niet beheerste. Er was altijd goed te eten waar Leo was, en hij hield van eten klaar maken, en liet tussen neus en lippen doorspelen op zijn Brabants in een engels sprekend gezelschap: "zo maakte ons Moeder dat ook klaar."
In zijn laatste parochie was hij bekend als iemand die altijd klaar stond met een glimlach en een kwinkslag. Als je Leo met mensen zag, was er altijd wel wat te lachen.
Leo leefde in een kleine gemeenschap van drie witte paters: eentje was er een-en-zeventig, de andere was een klasgenoot, zeventig net als Leo. Hij was trouw aan de gemeenschappelijke oefeningen van de communiteit. Hij hielp mee in de parochie, maar op de achtergrond.
Hij hielp de groep vrouwen van de thuiszorg, die zich bekommerden om de AIDS patiënten in de parochie. Heel wat kinderen hebben geprofiteerd van zijn hulp om te kunnen studeren.
Achter dat alles lag de levensvisie van een priester die moeilijke tijden had doorgemaakt.

Als populaire jonge missionaris, kreeg hij het op vaderlijke wijze aan de stok met zijn bisschop, toen werd ontdekt dat Leo dansles gaf op de middelbare school: ballroom dansen. Hij had er een handleiding voor gekocht en dat werd uitgeprobeerd in Nchelenge middelbare school. De Bisschop was in de veronderstelling dat hij hem had benoemd voor godsdienstlessen maar wist niet dat in Leo’s opvatting, dansen daar bij hoorde.
Hij was populair bij de jeugd, vooral zijn boyscouts en girlguides waar hij veel van zijn tijd en energie aan gaf.
Politieke beslissingen door de Zambiaanse overheid aangaande jeugdwerk maakten het onmogelijk voor hem om daar mee door te gaan.

In 1977, toen hij 43 jaar oud was, zakte hij geestelijk in elkaar. Hij dacht dat hij zijn geloof verloren had. Hij zag het allemaal niet meer zitten. Hij had toen tien jaar op de middelbare school les gegeven. Toen wilde hij weg, naar huis om in het reine te komen met wat hij niet meer geloofde en wat hij nog wel geloofde. Dank zij uitstekende opvang kwam hij er met Gods genade uiteindelijk doorheen als een eerlijke, gelovige, blije en nederige priester.

Eens in de drie maanden belde ik hem op: wij waren buren in Lusaka. Dan vroeg ik hem of hij mijn haar wilde knippen. Op de afgesproken tijd stond hij klaar met een bezem en badhanddoek en wat gereedschap. Het knippen was achtergrond werk: als we samen waren, dan werd er alleen maar duidelijk plat Brabants gepraat, over ons Mien en de familie, over Volkel en over Uden en over zijn vele herinneringen aan de reizen die hij met zijn vriend maakte. Een "Brabants half uurke" waar we alle twee genoegen aan beleefden.

Dit waren zowat ditjes en datjes uit het leven van Leo die eigenlijk niet veel zeggen van wat hem echt bezielde. En toch, dat was op een heel eenvoudige wijze verborgen in de manier waarop hij trouw voorging in de eucharistie, voor de ouderen en de kinderen en in de basisgemeenschappen.

Doodgaan was misschien niet de eerste prioriteit op Leo’s agenda: toch, toen ik er met hem over sprak een week of twee geleden, lachte hij en misschien wist hij toen al dat het niet zo lang meer zou duren. Toch zou hij nog graag terug gaan naar Kabwata in Zambia om een paar dingen te regelen maar hij zei me ook dat het er voorlopig nog niet in zat.

Ik weet dat hij geen moeite gehad zou hebben met de lezingen van vandaag. Van de oude Job die ondanks zijn ziek zijn en pijn, zeker wist dat zijn verlosser leeft en dat doodgaan een andere leven betekent. En waarschijnlijk had hij ook wel het evangelie gekozen, want dat is wat hij probeerde te leven: dat Jezus zijn weg was, zijn waarheid en zijn leven.
Ik was eigenlijk een beetje jaloers op de manier waarop Leo heel eenvoudig tijd nam voor de geestelijke kant van zijn bestaan: minder taakgebonden als hij was en meer verbonden met de Heer van leven en dood.

Gisteren was er een afscheidsdienst in Kabwata. De Aartsbisschop ging voor, David, zijn klasgenoot zei van hem: "Als de Heer hem gevraagd zou hebben: "Leo wil je een lang ziekbed of wil je snel komen ? ", dan had hij zeker gekozen voor het laatste."
We denken met dank aan hem die zoveel gaf aan zovelen.




Webmaster-NL

Vorige pagina