Missionarissen van Afrika
Nederlandse Provincie
verslag 2006

Enkele vragen en opmerkingen met betrekking tot “Missie-Animatie en Roepingen Pastoraat”

 

Dit ter voorbereiding van de jaarlijkse bijeenkomst van de groep “Missie- en Roepingen Animatie” van de Missionarissen van Afrika (m/v) in Europa, die van 21-26 september 2006 in Lublin (Polen) gehouden zal worden.

 

WAAR LIGT ONZE INTERESSE ?

 

 1. Wie, onder de confraters van onze Nederlandse Provincie van de Missionarissen van Afrika zou zich voor Missie Animatie en Roepingen Pastoraat interesseren? "Natuurlijk interesseren we ons hiervoor!” wordt er gezegd. “We bidden toch om roepingen: voor de derde wereld in het algemeen, en in Afrika in het bijzonder; maar in ons eigen land is dit een gepasseerd station…” Is dit waar of niet waar?  Is dit een gebed zonder eind of verhoring? Waarom zijn er geen roepingen meer voor onze eigen missionaire instituten  buiten Afrika?

 

Veel jongeren interesseren zich wèl in de derde wereld, en eventueel ook in wat de Kerk daar doet, en in sommige gevallen zijn ze zelfs bereid om mee te helpen - voor een bepaalde tijd - maar echter niet om zich voor het leven te binden.

 

2. Enkelen zijn lid van de “Missionaire Beweging van Afrika”. (zie hieronder, en onze website www.lavigerie.org voor informatie over de M.B.A.) Maar verder gaat het niet als het om “roepingen” gaat: of wèl? Zou je op dit gebied nog iets moeten verwachten in Nederland? Diocesane roepingen zijn er nog enkele per jaar; weliswaar zijn er nog enkele intredingen bij de beschouwende Ordes zoals Benedictijnen of Clarissen,  maar missionaire roepingen - in de vroegere zin van het woord - zijn er niet meer.

 

3. Wat moeten we dan doen? Andere missiecongregaties hebben nog jonge mensen in Europa. En zouden de vrijwilligers en/of Kajotters van vroeger, die in onze missies meegeholpen hebben, en nog altijd enthousiast zijn, niet op een of andere manier te benaderen zijn, om dat enthousiasme ook bij andere jongeren op te wekken? (bvb een reünie organiseren, of bij gelegenheid van Missie-Zondag een conferentie met lichtbeelden te organiseren?) Zou “Jongeren en Missie”, die zich nu in Den Bosch heeft geïnstalleerd, hier een beslissende rol kunnen spelen?

 

INTERESSE ? Is die er wel ?  Er zijn geen missionaire roepingen in Nederland voor het ogenblik. Zelfs als een van ons daar interesse voor zou hebben, zou ik hem/haar afraden daar iets aan te gaan doen, want we zijn daar te oud voor….(commentaar van een confrater)

 

MISSIONAIR PROJECT DEN HAAG.

 

4. Wat kan het Missionaire Project van Den Haag betekenen voor roepingen- Animatie? Er wordt op het ogenblik veel assistentie gepleegd door de confraters in Den Haag en omgeving: kan hier dan ook "roeping" een plaats krijgen? De vele parochies in de grote steden van ons land hebben al zoveel problemen met de invulling van pastorale taken, dat ze eerder uit zijn op eigen personeel dan op een missionaire invulling van rekrutering.


Als in een nabije toekomst jonge Afrikaanse confraters daarbij betrokken zouden zijn, zouden die misschien vragen van jongeren waarmee ze hier in aanraking komen, kunnen krijgen over hun eigen missionarisroeping, en waarom ze naar Nederland gekomen zijn.

 

DE MISSIONAIRE BEWEGING VAN AFRIKA

 

5. De M.B.A. is al zeer précair in haar (voort)bestaan, maar is wèl een voorbeeld van nieuwe missionaire roeping. Zou dan die missionaire roeping op een andere manier – bvb als tijdelijke vrijwilliger, maar ook als "membre associé" (“associated member”) slechts  weinig kans krijgen?

 

Dit is in Nederland niet echt van de grond gekomen, laat staan een witte-pater-roeping… Is dit een “doemscenario”? Zie over “Association with the Society” in de nieuwe constituties van de Missionarissen van Afrika, editie van 2006 no. 58 en 59.

 

De M.B.A zou door hun manier van leven en werken andere mensen kunnen aantrekken. Als men ons daarover vragen stellen, kunnen wij verwijzen naar hen.

 

EN ONZE WEBSITE?

 

6. Onze Website www.lavigerie.org. Welke rol kan/moet de website spelen m.b.t. roepingen animatie? Hoe dit probleem aan te pakken? zie bvb pagina 5 van het verslag “Den Haag 2005”  over een eventuele "jongerenpagina" op het intranet van de Witte Paters te Rome, waar de verantwoordelijken hun ideeën kunnen uitwisselen , etc. Zie de voetnoot.[1]

 

7. Nederlandstalige informatie over ons doen en laten (i.c. over de “propaganda” zoals we dat vroeger noemden) moet van onszelf komen. Wat kunnen we doen met andere missionaire congregaties in Nederland en/of België? Wie gaat dat allemaal doen, als het al zó moeilijk is om iets voor onze eigen website te kunnen organiseren?

 

Reactie van een confrater: “een gerichte roepingenanimatie via de website zie ik niet zitten vanwege het persoonlijke contact dat ontbreekt. We kunnen wel missie-informatie doorgeven over wat onze eigen Nederlandse confraters in landen van Afrika en ook in Nederland doen. En verder: hoe confraters van andere landen nu missionaris zijn in hun leven en werken. We kunnen iets vertellen over onze vormingshuizen en hoeveel jongeren daar zijn. We kunnen ons werken in internationale communiteiten toelichten met concrete situaties.

Conclusie: de website is een sterk middel voor algemene informatie, maar - niet in  ons land - voor roepingen.

 

ACTIE

 

8. Een Brochure of “ flyer“ maken? Alléén voor jongeren? Of een algemene Folder of een vouwblaadje? Sorry, maar de folder van België die zojuist is uitgegeven, heeft helemaal geen betrekking op jongeren. (was misschien ook niet de bedoeling?) En de Franse folder is helemaal hopeloos! De Nederlandse folder moet hernieuwd worden, de oude zijn bijna “op”.

 

Conclusie: “als de folder op is en er is behoefte aan een folder, dan een nieuwe folder maken met algemene informatie over ons, ook over de huidige vorming, maar niet een speciale roepingenfolder.”  

 

Wat betreft de “PROPAGANDA”: dat gebeurt óók met het “Afrika Steunfonds” dat jaarlijks een brochure uitgeeft. Iets dergelijks zou ook kunnen gerealiseerd worden met het voorstellen van ontwikkelings-projecten in Afrika op de website met een gironummer erbij.

 

Pater Cor van den Brand is verantwoordelijk voor het “Afrika – Europa – Netwerk”, met betrekking tot Vrede Gerechtigheid en Heelheid van de Schepping. Hij zegt hierover: “Ik publiceer veel over Afrika, maar niet in het kader van de Missionarissen van Afrika, wel als missionaris van Afrika, hoewel ik dat er dikwijls niet bij zet. Ik doe het als lid van AEN. Dat is ook missieanimatie. Ik praat hierbij echter niet over specifieke missionaris-roepingen, omdat ik er nu niet in geloof voor jongeren van vandaag hier in Nederland.

Zie de website: www.afrikaeuropanetwerk.nl

 

 

SAMENWERKING MET ANDERE INSTITUTEN

 

Voor roepingen: er is geen samenwerking in dezen met  de rest van Europa, tenzij voor informatie en/of uitwisseling over het probleem 'dat er geen zijn'!

 

In NEDERLAND is geen samenwerking op gebied van roepingen met andere congregaties, we nemen geen deel aan de speciale bijeenkomst hiervoor bij de K.N.R. Met andere genoemde organisaties kunnen we niet zozeer over samenwerking praten, tenzij over deelneming aan een enkele vergadering, of een fondswervende actie, of een preek bij gelegenheid van een actie.

 

Maar al die organisaties doen wel aan missieanimatie in de brede zin van het woord, evenals de missiesecretariaten van de Bisdommen, hoewel deze laatsten zich nu meer richten op de evangelisatie in eigen land (zie de laatste Brief van de Bisschoppen over de Missie-activiteiten).

 

INLEEF - REIZEN

 

9. Jongeren reis naar Afrika. Dit zou de enige manier kunnen zijn om jongeren aan te trekken. Maar onze groep “AMV-Europa” die iedere twee jaar een Afrika-reis organiseert, kunnen slechts een 15-tal jongeren op zich nemen (met 3 begeleiders/sters) en in dat geval zou Nederland maar één jongen of meisje mee kunnen sturen. (In augustus 2006 zou er een reis naar Ghana georganiseerd worden, maar daar hebben we niets meer over gehoord, en deze is uiteindelijk afgelast…)

Of zouden wij samen met de Belgische provincie in Vlaanderen iets in die trant kunnen organiseren? Dan zou dit allemaal ook in het nederlands kunnen gebeuren i.p.v. Engels of Frans.

Voorstel: “JONGEREN OP REIS”? Als iemand van ons daar de kwaliteiten voor heeft kan  hij zich daarin lanceren. Maar dan nog: er zijn veel mogelijkheden voor jongeren om “via elders” zulke reizen te maken. Roepingen leveren ze op het ogenblik toch niet op.

 

 

VERWIJT

 

10. Meerdere malen heeft de vergadering van de AMV-Europa (missieanimatie en roepingen) onze Nederlandse Provincie verweten niets te doen voor roepingen. Welk antwoord moeten wij hierop geven? Moeten wij ons dan maar inzetten om met onze Poolse confraters samen te werken, hen dáár te helpen de vele roepingen op te vangen?

Commentaar: “vroeger maakte men ons al dit verwijt, totdat ze zelf ook geen roepingen meer hadden. Nu stellen de Polen, omdat zij roepingen hebben, alle andere provincies van West Europa (en niet de vergadering AMV-Europa) dezelfde vraag: “waarom doen jullie niets? Als je doet wat wij doen, zullen er wel roepingen komen.” Dus: EEN EUROPEES TEAM in Polen ja, maar niet elders in Europa

 

 

11. Veel gepraat op deze bijeenkomsten over Missie en Roepingen Animatie, en grote verslagen, maar er komt slechts een heel klein resultaat naar voren. Is dit een “teken des tijds”? Kunnen we niet beter, alvorens naar die jaarlijkse bijeenkomsten te gaan, ons in het Nederlandse Taalgebied beraden over wat ons in onze situatie te doen staat? In Vlaams België is het met het roepingenprobleem nauwelijks beter gesteld.

 

12. Wil de Sociëteit van de M.Afr. europese roepingen promoten, dan moeten ze op dit ogenblik investeren in Polen, maar niet in West Europese landen. Aan missie-animatie of propaganda kunnen we nog een beetje doen, zoals dat in alle landen gebeurt, maar we hebben de mensen niet, om grote dingen op te zetten, en dat hebben de andere congregaties hier ook niet. 

 

 

Carol Vismans

 

 



[1] terug naar boven.

Nieuwe ideeën zijn geopperd of uitgesproken in Den Haag gedurende de AMV-bijeenkomst in november 2005:

 

1.       Met betrekking tot onze websites: ze kunnen een sterk middel zijn voor de missieanimatie. we denken erover om een speciale jongerenpagina te realiseren die hen aan kan spreken. (hoe?). En voor onze eigen groep een intranet pagina aan te vragen bij de webmaster van Rome: hiermee kunnen we gemakkelijker in contact met elkaar blijven en alles wat missieanimatie en roepingen betreft uit te wisselen en bij elkaar te zetten. (in Frans en/of Engels)

 

2.       Er werd voorgesteld een Europees team van missieanimatoren te vormen, waarin het goed zou zijn jong en oud samen te laten gaan. In Polen is dit al in werking gezet in de communiteit van Lublin: waarom dit niet overgebracht naar de andere Europese landen? De SMA heeft op deze wijze veel geïnvesteerd in roepingenanimatie in Polen, en dáár waar de WP slechts een gemiddelde van twee roepingen per jaar opbrengen, hebben zij er minstens vijftien! Pater Bogus zegt hierover: "let us make one team for Europe to remove the old air, and give a new spirit. Je moet niet steeds maar over "hoop" praten, maar de "verwachtingen" die je hebt waar maken, want waar een wil is is een weg!"

 

3.       Samenwerking met andere missie-instituten: de bedoeling van deze vraag is om te weten te komen of we geen geld en energie verspillen om alléén voor onszelf missie- en roepingenanimatie te organiseren, i.p.v. ons aan te sluiten bij andere missiecongregaties en instituten.

 

4.       Zo hebben de WP in Nederland een goede samenwerking met "Jongeren en Missie" in Den Bosch, met de KNR, de Missieraad, de officiële organisaties van Missio en CMC; het missionair project van Den Haag waar ze samen werken met de Paters van de SVD en de Zusters SSPS;.

 

5.       De Fransen werken samen met "Jeunes Églises et Mission" en "Enfance Missionnaire" de Franse pauselijke missiewerken en de "Coopération Missionnaire".

 

6.       In Spanje werken de M.Afr. samen met de bisschoppenconferentie m.b.t. “missio ad extra”; met de oktobermaand-missiemaand, en met de missieanimatie voor kinderen.

 

7.       De Duitse WP/WZ worden altijd uitgenodigd om de vergaderingen van andere missie-instituten bij te wonen voor missieactiviteiten op landelijk niveau. Ze organiseren ook samen het "MATZ", een soort uitzendbureau voor korte verblijven van katholieke jongeren in derde wereldlanden.

 

8.       In het Verenigd Koninkrijk is er samenwerking met andere instituten voor "church appeals". Veel contacten met andere missie-instituten.

 

9.       In Zwitserland hangt die samenwerking af van de kantons en de bisdommen, waar heel verschillende praktijken worden gevolgd.

 

10.   In Polen moet ieder missionair instituut haar eigen structuren opzetten en uitvoeren. "We staan nog in de kinderschoenen, en samenwerking komt langzaam op gang. Er is wèl contact met de SVD, de OFM, en de Oblaten op nationaal niveau."

 

 


Webmaster-NL

Vorige pagina