WOORD VAN
DE PROVINCIAAL
BEMOEDIGEND……
“We leven wel in een heel andere wereld” hoor ik
steeds zeggen. En dan wil men daarmee vaak uitdrukken dat het minder goed gaat.
Het heeft dan niet alleen betrekking op wat er allemaal gaande is in de wereld
om ons heen, in de maatschappij, maar ook met betrekking op godsdienst en
missie. Er is zo een gevoel van dat we
aan het afbouwen zijn, en dat wij de laatste generatie missionarissen aan
het worden zijn, binnenkort een museumstuk. Er is geen nieuwe aanwas meer, tenminste
hier niet in Europa en Nederland. Alles wat ons nog te doen staat is een goede
dood te sterven en te zeggen dat het mooi is geweest.
Toch heb ik het laatste jaar een heel andere
ervaring opgedaan. Ik mag zo regelmatig naar bijeenkomsten gaan die te maken
hebben met missie, met zaken waar wij ons vanaf het begin voor hebben ingezet
en waar wij ook nu nog warm voor lopen, bijeenkomsten die betrekking hebben op
Afrika en de Afrikaanse wereld. Zo had ik onlangs het genoegen aanwezig te zijn
op de jaarlijkse “Afrika Dag” van de Evert Vermeer Stichting.
Duizenden mensen hadden ingeschreven en waren die
dag zeer actief in de verschillende workshops waar men zich voor kon opgeven .
Wat mij bijzonder opviel was het feit dat de jongere generatie zeer goed vertegenwoordigd
was. Een heerlijk gevoel zoveel
geëngageerde mensen te ontmoeten die vanuit allerlei verschillende politieke,
maatschappelijke en ook godsdienstige achtergronden zich betrokken voelen met Afrika, met zijn mensen
en zijn geschiedenis, en in wat daar nu allemaal gaande is, niet alleen om meer
intellectuele informatie, maar om zich actief in te zetten voor betere
leefomstandigheden daar. Wat een aanmoedigende ervaring zoveel enthousiaste
mensen te mogen ontmoeten die zich voor Afrika hier in Nederland inzetten. Ik
kwam die avond weer eens thuis met een goed gevoel.
Waar ik en wij ons voor hebben ingezet is zeker
niet op sterven na dood, maar springlevend. Het is geen aflopende zaak, maar in
tegendeel een steeds meer opkomende werkelijkheid. Het is helemaal niet
afgelopen, maar het gaat als het beste door. Wat een heerlijke en dankbare
ervaring. Het is eigen aan missionarissen om dingen te beginnen en dan over te
dragen, om daarna misschien weer zelf met iets anders te beginnen.
Die “Afrika Dag“ was maar een voorbeeld van mijn
vreugdevolle ervaringen. Steeds opnieuw ontmoet ik in allerlei bijeenkomsten,
die gaan over zaken zoals gerechtigheid en vrede en heelheid van de schepping,
alsook over migranten, vluchtelingen, asielzoekers, daklozen, mensen met andere
culturele en godsdienstige achtergronden, en al die gemarginaliseerden,
onderdrukten, zwakkeren en armen in onze samenleving.
Overal ontmoet ik legioenen mannen en vrouwen die zich voor deze mensen
en groepen van mensen willen inzetten, overtuigd als ze zijn dat er iets gedaan kan en moet worden,
mede omdat wij zelf vaak deel, alsook oorzaak van het probleem zijn. Steeds
weer enthousiaste en geëngageerde mensen, bezield door het ideaal dat een
betere en meer rechtvaardige samenleving en wereld mogelijk is, mede door de
belangeloze inzet van iedereen.
De toekomst is verzekerd, de zaak waarvoor wij
stonden gaat door. Dat doet mij goed te weten. Ik kan dingen vol vertrouwen
overdragen, want mijn ideaal wordt gedragen door velen. Is dat niet echt Pasen:
nieuw leven komt tot bloei, wel in nieuwe vormen, maar het werk gaat door.
Missie volbracht, de toekomst is verzekerd.
Jan Mol.
IN MEMORIAM
BROEDER KEES VAN DER MEIJDEN. Klik hier voor zijn
memento.
OVERLEDENEN:
21 januari Mevr. Annie Steyn-Lenting,
schoonzus van overleden pater Jan Steyn.
21 februari Zr Christine Middelhoff,
zuster Pascalis, Missiezuster van O.L.Vrouw
van Afrika.
13 maart Mevr. Colette Teeuwen-Tilman,
zus van overleden pater Adelbert Tilman.
27 maart Mevr. Greetje
van de Laak-Zoete, schoonzus van pater Ad van de
Laak.
28 maart Mevr. Sophia Molijn–Haring,
zus van overleden pater Jac. Haring.
21 april Dhr Mies
(Peter) Kuppens, broer van pater
23 april Dhr Dr H. Raat, zwager van pater
24 april Zr Antoinette Okhuysen,
Missiezusters van O.L.Vrouw van Afrika
2 mei Mevr. Annie Cras,
zus van overleden pater Gerard Cras.
CONFRATERS SCHRIJVEN
Bangalore, India:
Ik bereikte Bangalore midden in de nacht; om half
één Indiase tijd. Maar toen was het in Nederland pas half acht. Vier uur tijdsverschil.
Geen chaos in Bangalore. Ik kwam bij de lopende band om mijn bagage op te halen
en daar kwamen mijn twee tassen me al tegemoet. Ook het visum onderzoek was zo
voorbij.
Inmiddels zijn we bijna een week verder. Een week
vol nieuwe mensen, nieuwe indrukken, een oude, nieuwe wereld. Afrika zit me
onder de huid. Dat werelddeel heeft mijn hart. Maar op een denkbeeldig lijstje
van landen elders in de wereld die mijn belangstelling
hebben zou India bovenaan gestaan hebben. En daar ben ik nu dus beland. Ik denk
dat ik hier graag zal zijn.
ONS HUIS
Op de foto van het studiehuis, dat hopelijk in de
komende drie jaar mijn thuis zal zijn en mijn werkplek, was het nog een kale
boel. Maar inmiddels staat alles in het groen. Zelfs bomen groeien hier snel:
Klapperbomen. Bananenplanten. Mangobomen. Bomen met vruchten waar ik nooit
van gehoord had…..We
wonen hier met 35 mensen.
DE
BEWONERS
De staf : Martin Grenier is een nog betrekkelijk jonge Frans-Canadees.
Hij was landbouwingenieur en werd missionaris na als vrijwilliger in Zambia
gewerkt te hebben. Hans
Pfeiffer is een Duitser. Hij werd van elektricien verpleger omdat hij ontdekte
dat hij liever met mensen dan met dingen omging. En van verpleger missionaris
toen hij in het ziekenhuis met levensvragen geconfronteerd werd. Jozef is
Indiër. Geboren en getogen in de katholieke dorpen van Kerala
waar de apostel Thomas het evangelie bracht.
Jozef hoort bij de missiecongregatie van St. Thomas
en hoort bij de zgn. Thomas-christenen die een
oeroude, eigen liturgie vieren.
En dan zijn er zo’n dertig
jonge mannen die zich voorbereiden om onze plaatsen in te nemen in Afrika.
Levendige en vriendelijke jonge mensen; zo op het eerste gezicht. Hen beter
leren kennen komt nog. Het is al een hele klus om hun namen te onthouden: Antony en Alec ;dat levert geen
hoofdbrekens op. Bobin en Nilu
ook niet. Maar wat denkt u van Kispotta, Kajendran en Pankaj ? En houdt Suresh en Sukesh maar eens uit elkaar. De echte moeilijkheid is
echter dat ik ze maar moeilijk versta. Blijkbaar moeten we allemaal wennen aan
“Indisch-Engels”. Maar het feit dat ik nogal doof ben
helpt niet. Ik vind dat nu voor het eerst een handicap.
DE STAD
Twee dagen na aankomst nam Hans me mee naar de
stad: zo’n twintig kilometers ver. Over een vierbaanse snelweg en in een
eindeloze file. Die snelweg moet een achtbaansweg worden met nog een extra weg op pijlers
daar over heen. Men is er druk mee bezig. Overal zware vrachtauto’s en
bulldozers. En aan de kant van de weg kleine vrouwen die stenen tot gruis
kloppen voor de wegenaanleg: ’’Dalits” (dit zijn
de onaanraakbaren). Ze horen tot de onderklasse
en het onbarmhartige kastensysteem houdt hen daar. Ze krijgen vier euro voor
tien uur zwaar werk.
Voor de stadsgrens een lange rij kleurig met
Hindugoden opgeschilderde vrachtwagens. Die moeten wachten tot half elf voor ze
de stad in mogen. Anders komt er niemand meer op tijd op zijn werk. Er rijden
75000 riksja’s rond: kleine gele taxi’s op drie wielen. En nog veel meer
motorfietsen. Een blauwe waas hangt over de bredere stadswegen.
Bangalore is een “booming city”. In tien jaar tijd
uitgegroeid van een bevolking van vier naar zeven miljoen inwoners. Jong volk.
Ze trekken nog steeds met duizenden tegelijk van het platteland naar de stad.
De werkgelegenheid trekt hen aan. Overal schieten de fabrieken en woningblokken
de grond uit. Bangalore is ‘s werelds hoofdstad voor
computers en informatica: In “Electronic city” en “Silicone city”.
Overal menigten: de vrouwen in hun elegante,
kleurige sari’s met veelal bloemen in het haar. Hier en daar ook moslim vrouwen:
verborgen in hun zwarte verhulling met een spleetje om te gluren. De mannen “in
het pak” of in werkkleding. Geen vergrijzing hier. Toch is ook het traditionele
India volop aanwezig. Tempels van Vishnoe en Shiva naast de kathedraal met een Maria pelgrimsoord:
beiden vol bonte beelden en devote, veelal jonge mensen. Naast de grote industrieën
en een moderne winkelgalerij: de groentemarkten met stapels vruchten onder
kleurige zeilen afdaken en de buurten met kleine winkeltjes en werkplaatsen.
Naast de gebedsgenezers en goeroes het enorme Sint Jan’s ziekenhuis en
hogescholen en universiteiten. En in een van de grote parken het enorme
parlement van de deelstaat Karnataka waarvan
Bangalore de hoofdstad is.
De stad breidt zich nog steeds uit. Tien jaar
geleden lagen ons huis en het dorp ernaast nog in een onbewoond gebied. Nu
schieten overal de behuizingen en fabrieken rondom ons de grond uit. En recht
voor ons huis wordt op het ogenblik een nieuwe weg aangelegd. Dat zal de rust
niet bevorderen.
DE KERK
De kerk is duidelijk aanwezig. Dynamisch zoals de
mensen in deze stad (en wellicht in het hele land) zijn. Nederland leverde een
eeuwlang de meeste missionarissen op het aantal katholieken. Die fakkel is
overgenomen - niet door Polen. niet door Brazilië….-
maar door India. Het grootste ziekenhuis in de stad wordt geleid door mensen
van de kerk. Tegelijk wijden groepen religieuzen zich aan de zorg voor de Dalits, voor melaatsen, aids-patienten,
straat-kinderen….Christ-college
is een enorm complex van hogere opleidings-instellingen
waar duizenden Hindus studeren. Tegelijk zijn er de
schooltjes in de armenwijken en dorpen rondom, geleid door zusters en broeders.
En de ambachtscholen van broeders Franciscanen en Salesianen.
Volop leven. En in de kerken : rust. Mensen
zitten op de grond. Voor de deur de slippers en schoenen.
HET
KLIMAAT
En boven dat alles, over die enorme stad vol leven
en dynamiek, vol problemen en oplossingen: DE ZON. Bangalore ligt hoog. En
heeft een heel goed klimaat.
En tussen alle bedrijvigheden door van engelse lessen en recollecties
voorbereiden, kennismaken met leerlingen, met de zusters hiernaast…., staf
beraad, de computer op gang krijgen. De Witte Paters hebben in deze informatica
stad wel ongeveer de meest antieke toestellen die je maar in kunt indenken.
Daarnaast de nieuwe kamer een beurt geven, lezen over Hindoeïsme en Jaïnisme…tussen dat alles door de maaltijden! Chapatis en gepeperde rijst (niet al te heet), sauzen
met heerlijke vis, bonen en kokosmeel….. en een grote verscheidenheid van vruchten. Ik zal hier
best wennen en het naar mijn zin hebben.
En dat zal me ook goed doen. In ieder geval: Allen
nogmaals hartelijk dank voor uw warmte en vriendschap, uw gastvrijheid en
hartelijkheid, uw vertrouwen en steun…..in de
afgelopen zes jaren. En wellicht tot ziens.
Mijmeringen van "Sabbatman"
Vorig jaar nam onze
Algemene Raad in Rome het besluit om de Intercontinentale Sectie (IS) te
herstructureren, en dat feit zette voor mij de deur wagenwijd open om aan een
terugkeer naar Ghana te gaan denken. Dat werd trouwens ook wel hoog tijd na
meer dan zeventien jaar van "ballingschap"!
Toen ik in juli 1989
Ghana verliet om mijn nieuwe functie als Rector van Totteridge
op me te nemen, had ik nooit kunnen vermoeden dat ik zo verschrikkelijk lang op
dat moment zou moeten wachten. Na zes jaar Totteridge
dacht ik terug te kunnen gaan, maar ik werd toen gevraagd naar India te gaan.
En dat "Oosters Avontuur" heeft maar liefst zeven en een half jaar
geduurd. Een mooie en zeer verrijkende tijd overigens. Ik heb er absoluut nooit
spijt van gehad "ja" gezegd
te hebben. Op het einde van die periode, in 2003, hoopte ik eindelijk weer naar
Ghana terug te kunnen gaan. In dat jaar werd ik zestig en hoewel dat een
"jeugdige leeftijd" is voor een lid van de Nederlandse Provincie van
de Missionarissen van Afrika, was ik bang dat verder uitstel "afstel"
zou betekenen. Maar… het Algemeen Bestuur verzocht mij om Francis Barnes op te
volgen als Delegaat Overste van wat toen nog de Intercontinentale Delegatie heette. Ik had er, eerlijk gezegd, best wel moeite mee, maar heb uiteindelijk toch maar "ja, ik wil" gezegd…..
Ik was plotseling VRIJ
MAN en "teruggaan naar Ghana" werd ineens weer een reële
mogelijkheid. Maar "haastige spoed
is zelden goed". Voor mij was het zonneklaar dat een sabbatperiode
geen overbodige luxe zou zijn, want eerlijk gezegd heb ik de laatste 20 jaar
heel weinig gelegenheid gehad om eens rustig "stil te zitten en na te denken". Ik was blij dat ook de
Algemene Raad het op dit punt volledig met mij eens was! Ik besloot dit
sabbatjaar in drie periodes te verdelen: in de eerste periode wilde ik aandacht
geven aan de "menselijke dimensie",
in het tweede gedeelte aan de "geestelijke
dimensie" en in het afsluitende deel aan de "professionele dimensie"….
Op het ogenblik dat ik
dit schrijf ben ik bezig aan het tweede gedeelte van mijn sabbatjaar in Loyola Hall niet ver van Liverpool. In januari/februari heb
ik hier de Dertigdaagse Retraite gedaan (het was voor
de derde en, zeker weten, de laatste keer!!). Ook het
eerste gedeelte van de cursus Geestelijke
Begeleiding hebben we al achter de rug. We hebben daarna een week
meegedraaid als individuele gebedsleiders voor "gewone mensen" uit
diverse parochies in Liverpool en Manchester, die deel namen aan een gebedsweek
(een soort retraite in het dagelijkse leven). Nu nog deel twee van de cursus
Geestelijke Begeleiding, en ook dit varkentje is weer helemaal gewassen…..
Ik hoop mijn sabbatjaar
af te mogen sluiten met allereerst een pelgrimstocht naar het Land van de
Bijbel en daarna met nog enkele weken vakantie om familie, vrienden en bekenden
gedag te zeggen. Half augustus ga ik, Deo
Volente, terug naar het land waar ik me zo goed
thuis voel, Ghana. Ik ga dan weer Bijbel geven aan het Groot Seminarie van Tamale (waar ik al van 1976 tot 1989 werkzaam was). Ook
hoop ik me dienstbaar te kunnen maken in de Voortgezette Vorming voor
verschillende groepen in de Kerk van Noord Ghana. Voor hoe lang ik denk daar
nog "nuttig" te kunnen zijn? Wel, dat laat ik maar over aan de
Voorzienigheid, die me tot nu toe nog nooit in de steek heeft gelaten.
Stilletjes hoop ik, eerlijk gezegd, op een tijdsbestek van dubbele cijfers. Ik
kan dat echter het beste over laten aan een Ander, want zoals het
spreekwoord zegt, de mens wikt maar God beschikt!
N.B. voor de tekst m.b.t. "geld overmaken", zie de "papieren uitgave" van de Schakel, of "de Schakel" op de website van Rome.
AMA : ADVIESCOMMISSIE
MISSIONAIRE ACTIVITEITEN
Op 7 maart dit jaar organiseerde
-Vrede en verzoening
-Mondiale gerechtigheid, met als
speciaal thema:
Vrouwenhandel
-Geloof in bevrijding.
Verder waren er gespreksgroepen waarin uitwisseling
plaats had over de concrete toepassing van deze thema’s in een aantal landen:
Peru, Filipijnen, Noord-Oeganda
en Zuid-Afrika.
De inleidingen en de leiding van de gespreksgroepen
werden verzorgd door de staf van het
Ook de Nederlandse provincie steunt het AMA-fonds
jaarlijks met een fors bedrag. De hierboven vermelde prioriteiten worden ook
gebruikt om projecten te beoordelen die aan AMA worden voorgelegd.
En binnen deze prioriteiten geeft AMA voornamelijk
financiële steun aan programma’s die gericht zijn op capaciteitsopbouw: vorming
en training, opleiding, leiderschapstraining.
Bovendien zijn ze zich ook meer gaan concentreren
op bepaalde landen om meer diepgang en wat meer effect te bereiken. In Afrika
zijn dat de volgende landen: Democratische Republiek Congo,
Rwanda en Burundi, Uganda, Kenya
en Noord-Tanzania, Kameroen en Zuid-Afrika.
Omdat de financiering van AMA-projecten
regelmatig in de provinciale raad ter sprake komt, zouden we heel graag wat feed-back ontvangen van confraters die in het verleden of
in het heden met AMA in contact zijn geweest voor projecten in deze landen.
Wim Wouters uit Lage Mierde, Nederland.
Tot Juni 2006 woonde ik in
Zambia met groot plezier en met veel waardering van en voor de mensen. Ik heb
besloten om mijn laatste jaren niet in Zambia door te brengen maar in
Nederland. In 1968 mocht ik kiezen waar ik heen wilde gaan (de democratie was
ingetreden) en ik weigerde: want ik wilde gestuurd worden. En zo ben ik
uitgestuurd.
In december 2004, tijdens een vergadering van ongeveer 70 witte
paters werkzaam in Zambia, heb ik de zaak van de oudere missionarissen ter
discussie gesteld. Afgesproken werd, dat het goed zou zijn als iedere witte
pater boven 65 voor zichzelf, voor zijn medebroeders en de mensen waarmee hij
leefde en werkte, duidelijk op papier zou zetten hoe hij zijn toekomst ziet als
oudere confrater. Dat heb ik een maand later gedaan.
Het resultaat is dat ik nu “thuis” ben: niet op
vakantie, nog niet helemaal uit het pastorale arbeidsproces, maar toch nog
bezig met het werk waar ik mijn hele leven op een of andere manier mee bezig
ben geweest. In Afrika heb ik geëvangeliseerd op mijn manier, met de mensen die
mij waren
toevertrouwd. Daar probeer ik nu mee door te gaan.
De cultuur die ik hier in de Kempen aantref is
anders dan die in Afrika. De gewoontes en gebruiken zijn zo verschillend:
kleine dingen zoals elkaar geen of een hand geven, elkaar aanspreken met
voornamen en bijnamen (behalve de pastoor!). Ik vind dat de liturgie, op zijn
minst gezegd minder spontaan is en praktisch is blijven stilstaan, want ik
herken veel van wat ik nog vond in het begin van de zestiger
jaren.
De gesproken taal is even
dubbelzinnig als de taal die ik nog ken van mijn geboortedorp: gewoon onder
elkaar spreekt men dialect; met de dokter en de pastoor (wij hebben geen
notaris in deze dorpen) en met andere allochtonen, hoog of minder hoog
Nederlands. Ik ben het ‘Pastoors Nederlands’ aan het leren: een beetje er tussen in.
De mensen hier hebben me erg hartelijk ontvangen en
ontvangen me nog steeds met een hartelijkheid die ik ook in Afrika ervaren heb.
Alleen hebben ze hier allemaal horloges, sommigen die zelfs afgesteld zijn op
een satelliet: en ze houden zich keurig aan de tijd. Als iemand twee minuten te
vroeg is, verontschuldigt hij zich. Daar moet ik erg aan wennen.
Ik heb mijn hele leven nog nooit zo mooi en royaal
gewoond als in dit mooie Kempen dorp. Ik woon hier samen met twee vroegere
Malawi gangers (Ad van Pinxten
en Pieter Wels). Ik denk dat we hier bekend staan als een groepje oudere
missionarissen die nog trachten dienstbaar te zijn. De jongeren en de kleintjes
van de dorpen zien ons als opa’s en super opa’s.
Rechtvaardigheid en vrede zijn zeker geen hete
hangijzers in onze dorpsgemeenschappen. We leven nog in een wereld waar een
missionaris uit het dorp de deur naar buiten openhoudt. De meeste ouderen hier
hebben een leven van veel armoede achter de rug maar denken toch genuanceerd
met vreugde en goede herinneringen terug aan het verleden. De middenmoot is
grotendeels volkomen weg gegroeid van de kerk, met een zekere boosheid en
onbegrip voor een kerk waarin zij veel fouten ziet.
De secularisatie is vlees
en bloed geworden in hen, met een saus van religieuze herinneringen. De
kinderen en jongeren zijn over het algemeen niet zo belast met vooroordelen en
beschouwen het kerkgebouw als iets voor de eerste communie en het vormsel.
Feestmomenten die in de kerk beginnen en thuis in de familie doorgaan. De
voorouderverering is echter nog steeds erg in trek. Onze drie kerkhoven tonen
juweeltjes van gemeenschapszin. De mentaliteit van oorzaak en gevolg, (van “wie
het heeft gedaan” als het op ziekte en ongelukken aankomt) is niet Afrikaans,
compleet met hekserij en oplossingen die te zoeken zijn binnen de families.
Het
kwaad is nu geseculariseerd en de grote boosdoeners zijn nu volgens sommigen te
zoeken in de politiek, de machtigen der aarde, de televisie en het internet. Als missionarissen lopen wij er tussen door en luisteren naar
mensen en bezoeken ze. Met een gemiddelde leeftijd van 72 plus zijn we
beperkt maar wij kunnen met een beetje enthousiasme toch wel aardige oude mannen worden. Ik ben
zelf weer actief in Marriage
Encounter Nederland, waarin ik sinds 1983 actief ben
in geweest in Nederland en in 10 Afrikaanse landen. Hierdoor kom ik in contact
met mensen uit heel Nederland. Gek dat de Afrikaanse Nederlanders hier nog niet
bij betrokken zijn: in Afrika heb ik boeiende en grote groepen van getrouwde
echtparen meegemaakt die er als koppel veel baat bij hebben en die van daaruit
ook binnen de kerkgemeenschappen een actieve rol spelen.
Ik had ook kunnen kiezen om oud te worden in
Afrika, maar ik begin nu in te zien dat het voor mij en voor de mensen die ik
achterliet in Zambia, een goede keuze is geweest. Waarschijnlijk flink
bijgestuurd door de goede Geest, die overal in de wereld enthousiasme nodig
heeft. Van ouderen en van jongeren.
WE ZIJN
VEREERD!
OVERWEGINGEN
VAN NICO DE BEKKER Missie toen en Nu.
Dit jaar is mijn diamanten gedenkdag, de dag dat ik
60 jaar geleden mijn eed heb afgelegd als missionaris van Afrika. Met Gods
genade en de medewerking van mijn medebroeders meen ik daaraan trouw te zijn
gebleven. Mogelijk is het een goed moment te zien, hoe ik toen over die roeping
dacht en hoe ik er nu over
denk…
Na onze priesterwijding in 1948 zijn we naar Afrika
getrokken in de mening dat we gingen geven wat er niet was.
Superioriteitsgevoel was er niet vreemd aan. Maar sedert
onze jeugd was er in het zwarte continent met de ”arme bewoners” wel heel wat
veranderd.
Er waren al missionarissen, die een mensenleven
lang in hun omgang met Afrikanen ervaring hadden opgedaan met taal,
levenswijzen en persoonlijke karakters van de plaatselijke bevolking….
Inzake godsdienst wisten we
wel, dat ze hun eigen gedachten hadden omtrent de schepping en de Schepper,
maar die moesten, volgens ons vervangen worden door onze wijze van spreken en
denken over God. De catechismus was 19de
eeuwse theologie,
Afrikaanse melodieën werden ongeschikt geacht voor de kerkelijke liederen en Afrikaanse dans was
des duivels.
De opleiding van priesters was volgens Europese inzichten.
Er waren al wel Afrikaanse priesters, enigen waren al gewijd voordat ik geboren
was, maar de oude garde was vanaf hun intrede in het klein
seminarie tot aan hun priesterwijding nooit bij hun ouders thuis geweest..…
De afstand tussen priesters en leken werd strikt
gehandhaafd. Als jonge priester was een van mijn taken de gregoriaanse gezangen
in de zondagse hoogmis te begeleiden. Na enkele weken op een bidstoel naast de
banken te hebben geknield, ging ik tussen de zangers in de banken zitten. Na de
dienst kreeg ik de wind van voren van de pastoor, die overigens toch wel een
vooruitstrevende man was en breed van opvatting.
Ook de afstand tussen de gewijde priesters en onze
lekenbroeders was echt groot. Als er iets te bouwen viel, werd dat in de wekelijkse
beraadslaging van de paters besproken. De broeder kreeg naderhand te horen wat
hem te doen stond. Als priester stond je op een hoog voetstuk.
Het vervoer was rond 1950 nog per fiets, of
naderhand als je wat beter bij kas was per motor, en alleen de bisschop had een
auto. Reizen deed je per fiets naar buitenposten: je nam een kok mee met alle
etenswaren tot en met suiker in de koffie. Toen de bisschop mijn eerste auto
zag, fronste hij de wenkbrauwen….
Op twee punten is er een grote verandering tot stand
gekomen. Om de afstand tussen leken en priesters te verkleinen gingen we
burgerkleding dragen in plaats van de gandoura, die eigenlijk een aanpassing
was geweest van onze klederdracht
aan de bewoners van Noord Afrika.
Bovendien werd het bestuur van de kerk overgedragen
aan Afrikaanse bisschoppen.
Meestal zijn de relaties met de missionerende ordes
wel vriendschappelijk gebleven…
Zo delen we nu de lakens niet meer uit maar
vervullen we een dienende functie waarbij onze inzet en raadgevingen gewaardeerd
worden. …
Er zijn volop voorbeelden van kerken en scholen die
de parochianen uit eigen middelen plaatselijk hebben opgetrokken. Het duurt
misschien wat langer, maar ze komen er mee klaar…
En dat alles binnen de 130 jaar! Er is literatuur
voorhanden van de eerste groep medebroeders die in 1883 in Bukumbi
aankwamen toen ze verdreven waren uit Oeganda. Ze hadden ter plaatse nog geen
enkele geloofsleerling. Nu heeft de aartsbisschop van Mwanza, één miljoen
katholieken onder zich op een bevolking van drie miljoen. Hij beschikt over 60
priesters en 200 religieuze zusters staan hem bij voor secretariswerk,
verpleging, catechese en onderwijs. Goedgetrainde catechisten doen uitstekend
werk. Wat eerder begon als Social Training Centrum is
nu uitgegroeid tot de katholieke universiteit van Tanzania.
Ons werk is nog niet ten einde. In andere delen van
Tanzania en de overige landen van het continent staat er nog voldoende terrein
open om het gigantische werk voort te zetten. Er zijn nog talrijke manieren
waarop we ons verdienstelijk kunnen maken voor wat we daar begonnen zijn.
NEDERLANDSE PROVINCIE
Van de Missionarissen van Afrika - Witte Paters per 15 april 2007
Totaal aantal Nederlandse confraters: 133, (109 paters en 24 broeders) .
Aantal confraters in Nederland: 87 ( 69 paters en 18 broeders)
Gemiddelde leeftijd: 77.60
+ in Heythuysen: 41 confraters
(gemiddelde leeftijd 80.43)
21 confraters officieel geïndiceerd
20 confraters niet geïndiceerd
+ in Dongen: 17 confraters , (tevens provincialaat)
(gemiddelde leeftijd 74.17)
+ in Den Bosch: 3 confraters (
residentie)
(gemiddelde leeftijd 74.33)
+ in Den Haag: 5
confraters ( missionaire project) (gemiddelde
leeftijd 69.40)
+ in Lage Mierde: 3 confraters (
parochie)
(gemiddelde leeftijd 71.33)
+ in Sterksel: 3 confraters (parochie)
(gemiddelde leeftijd 77.66)
+ alleen wonenden: 15 confraters (gemiddelde
leeftijd 78.53)
Leeftijdsopbouw:
90 – 100 :
5
80 – 89 : 29
70 - 79 : 46
65 - 69 : 6
60 - 64 : 1
Aantal confraters in het buitenland : 46 ( 40
paters en 6 broeders)
Gemiddelde leeftijd: 70.26
Leeftijdsopbouw:
90 – 100 : 0 65 - 69 : 13
80 - 89 : 2 60 - 64 : 5
70 - 79 : 25 48 : 1
NEDERLANDSE CONFRATERS IN HET BUITENLAND:
Naam Leeftijd Plaats Diocees
ALGERIJE
BURKINA FASO
Willy Burm 70 Dori Dori
CONGO
Harrie van de Ven 74 Paidha w/n Bunia
GHANA
Henk Bonke 70 Bolgatanga Navrongo-Bolgatanga
Gerard Smulders 71 Wa Wa
Ferd. van Campen 48 Ejisu Konongo-Mampong
INDIA
ISRAEL
Tom Wijffels 72 Jerusalem Jerusalem
IVOORKUST
Jozef de Bekker 62 Korhogo Korhogo
KENYA
Rini van Broekhoven 67 Nairobi Nairobi
MALAWI
Piet van Hulten 70 Lilongwe Lilongwe
Wim Kerkhof 63 Lilongwe Lilongwe
Jos Kuppens 65 Lilongwe Lilongwe
MALI
Jan van Haandel 76 Bamako Bamako
Wim Schakenraad 69 Kolongotomo Segou
Zef Kuppens 73 Kita Kayes
Maarten Bloemaarts 66 Korafina Bamako
OEGANDA
Piet Bongers 71 Mbarara Mbarara
Frans Dewez 74 Kampala Kampala
Piet Hooijschuur 64 Njinja
Njinja
Evert van Oostrom 75 Kampala Kampala
Jo van de Ven 66 Tapac Moroto
Peter van de Heuvel 71 Katakwi Soroti
ROME
Piet Horsten 71 Rome Rome
RWANDA
Kees Maas 68 Butare Butare
TANZANIA
Kees Akkermans 78 Dar es Salam D’Salam
Jan Dekkers 72 Bukumbi Mwanza
Kees Koning 73 Nyegezi Mwanza
Tinus Berends 74 Dar
es Salam D’Salam
Rein Folst 74 Kabanga Kigoma
Marcel Mangnus 68 Nzovwe Mbeya
Jan Somers 66 Bukumbi Mwanza
Piet Bergmann 81 Tabora Tabora
Martien van de Ven 73 Nyegezi Mwanza
Sjef Donders 78
ZAMBIA
Piet van Heijst 66 Serenje Mpika
Henk van Kessel 78 Chipata Chipata
Antoon van Kessel 64 Chipata Chipata
Antoon Oostveen 66 Kasama Kasama
Piet Verkleij 70 Ndola Ndola
Henk van der Steen 71 Kasama Kasama
CONFRATERS OP VERLOF:
Ferdinand van Campen, Laan van Meerdervoort 716,
2564 AN Den Haag,
Tel: 070- 325 0713.
Frans Balemans, Modestusstraat 20, 5101 BP
Dongen,
Tel: 0162- 31 38 45.
Jan van Haandel, Pentelstraat
21, 5469 BG Erp.
Tel: 0413-213 208.
Gerard Smulders, Modestusstraat 20, 5101 BP
Dongen.
Tel: 0162 31 38 454.
Antoon Oostveen, Laan 1954 nr 21, 3454 CN De Meern.
Tel: 030-666 3491.
Kees Koning, Modestusstraat 20, 5101 BP Dongen.
Tel: 0162-3138 45.
Tel: 073- 521 2001.
Wim Schakeraad, Hooidonk 11, 5275 HT Den Dungen,
Tel: 073- 594 1852.
Willem Kerkhof, Eindhovenseweg 104, 5661 NB
Geldrop.
Tel: 040- 286 2427.
Harry van de Ven, Past. Clercxstraat 41, 5465 RE
Zijtaart,
Tel: 0413- 367 638.
Tel: 013- 533 1713.
Enige verbeteringen en
veranderingen:
Franssen, H. Nederland harryfranssen@kpn-officedsl.nl
Adreswijziging: P.Verkleij. M.Afr. , Missionaries of Africa
P.O.Box 72125, Ndola, Zambia,Tel. 02-612391
E-mail: pverkleij@zamtel.zm
BIJEENKOMST VAN DE WEBMASTERS
VAN DE
EUROPESE PROVINCIES M. AFR.
te Treviglio
van 26 tot 29 april 2007
Onder leiding van Guy Theunis als moderator, en in
aanwezigheid van
Mr. Rade Golic,
specialist in Informatica, was onze leermeester en instructeur. Hij had al onze
websites bestudeerd, en gaf ons een beknopt verslag van iedere site, goede en
minder goede presentatie, foutieve invullingen, en/of geen rekening houden met
fundamentele regels van internetsites.
Dit was zeer instructief, hetgeen hij
naderhand door middel van powerpoint-beelden verduidelijkte: hoe wèl en hoe niet te werk te gaan; en dat allemaal gevolgd
door praktische oefeningen: hoe een “poort” of openingspagina op te zetten en
in te vullen. Dit is ook aan de tijdgeest of mode gebonden. De website van de
Regio West Afrika kwam als de beste uit de bus, alsook de vernieuwde site “ABC Burkina” van Maurice Oudet. Iedere webmaster gaf daarna
zijn commentaar, en deed verslag over het afgelopen jaar.
De praktische kanten van het opzetten van de
website werden onder de loupe genomen:
een volle dag werd besteed aan het opzetten van de poort van de nieuwe Europese Site die de naam krijgt van: “www.europa-mafr.org”.
Alle sites van de Europese “sectoren”
zullen vanuit deze “poort” geopend
kunnen worden.
Een aantal praktische kanten, hieraan verbonden,
werden uitgebreid besproken, zoals actuele informatie, de mogelijkheid van een
“newsletter”, roepingen animatie en nieuwe missionaire bewegingen; en het
copyright van tekst en foto’s, enz.
Carol
Vismans
Webmaster-NL |