Paasgeloof.
Gesprek
met Janus Renders (RIP. Nov.2000)
“Ben je
niet bang ?”
“Waarom zou ik bang moeten zijn? De hemel kun je
niet verdienen. De hemel is de aanwezigheid Gods. En van Jezus, de verrezen Heer. Er is geen mens
die dat verdienen kan. Dus de hemel krijg je. Zomaar;
Gods gave. Het enige wat je kunt doen is nee zeggen . Nou; ik ben geen heilige.
Maar dat heb ik nooit gedaan”.
Allemaal
een zalig Pasen.
Voorwoord van de provinciaal.
EEN NIEUWE PROVINCIAAL: PATER JAN MOL.
Vanmorgen,15
maart, is het officiële document uit Rome aangekomen met het bericht dat Jan
Mol benoemd is als provinciaal van de Nederlandse provincie. Na “consultatie
van alle betrokken medebroeders en een stemmingsronde in de Algemene Raad “.
Jan’s termijn begint op 1 juli 2006 en eindigt op 30 juni 2009.
Maar de
benoeming dateert al van 28 februari. Gelukkig hebben we niet tot de toezending van het
document in spanning hoeven te zitten. De algemene overste belde ons meteen op
na de stemming in de Raad. Dat was goed nieuws. Ik ben Jan heel dankbaar dat
hij deze taak op zich heeft willen nemen. En ik ben blij dat hij eind juni al
aanwezig kan zijn om het roer over te nemen.
“Het
roer over nemen” ??? Alsof een provinciaal
kapitein en de enige stuurman zou zijn.
In de laatste maanden heb ik een goed gevoel van
dankbaarheid: Dankbaarheid aan al de roergangers die in de afgelopen periode
van zes jaar door inzet en betrokkenheid het schip varende hebben gehouden. Met
de wind in de zeilen. We hebben koers weten te houden bij wind en tegenwind,
bij wat ruwer weer en kalme zee. Soms met de wimpel in top. Soms met de vlag
halfstok.
De beste
stuurlui stonden niet aan wal maar stuurden mee. Ik besef heel helder dat het
dragen van directe verantwoordelijkheid vaak zwaarder weegt dan het belast zijn
met eindverantwoordelijkheid. En dat er niet alleen bekwaamheid, kennis van
zaken en vaak grote dienstvaardigheid aan boord waren maar ook ingezet werden.
Dat
mensen bereid bleken om hun dienstwilligheid en hun hartelijke betrokkenheid,
hun administratieve, bestuurlijke of ambachtelijke talenten, hun gemeenschapszin en zorg, hun bekwaamheden
en werklust… aan te wenden voor het algemeen belang.
Zowel
medebroeders als medewerkers, zowel adviseurs, raadsleden als vrijwilligers,
zowel roergangers als matrozen, oversten en voetvolk, ouderen en jongeren, directeur,
hoofd van de verpleging en verplegend en verzorgend personeel: allen droegen
bij aan het welzijn van allen…
Inzet en
zorg: dat geldt voor schoonmaak en onderhoud, voor ziekenzorg, ziekenbezoek en
mantelzorg, voor werk aan de website, in het secretariaat en het economaat…Het
geldt voor het opnemen van bestuurlijke
taken in landelijke, missionaire instellingen
en voor het door zorgvuldig voorstudies voorbereiden en zo mede vorm
geven aan ontwikkelingen binnen de hele Sociëteit. Het geldt voor fondswerving.
Voor
koken, afwas en ontvangst, voor de liturgie, de kosterij en tuinderij……. Het
geldt voor consultaties en vergaderingen beleggen, voor overleg en advies
uitbrengen, voor uren achter de computer en voor vertaalwerk, papieren lezen,
notulen maken…En het geldt voor Jan Reimert die
jarenlang voor velen van ons de
spade in de grond stak voor een laatste, wel verdiende rustplaats na gedane
arbeid !!!
Ervaring
leerde dat menige matroos een gepekelde, ervaren zeebonk bleek waar bij tijd en
wijle gerust het roer aan toevertrouwd kon worden. En dat menig bemanningslid
beter met het kompas om kon gaan dan de kapitein. Er was over het algemeen goede samenwerking en – belangrijker nog -
gemeenschapszin, onderling vertrouwen en saamhorigheid. En zo bleef het schip
koers houden.
U kent
de nieuwe provinciaal wel: Jan is geboren in Amsterdam en getogen in Breda. Op
18 juni 1960 verbond hij zich in “Eastview”, Canada,
voorgoed aan de Sociëteit. (Alleen heel betrouwbare kandidaten mochten naar
Canada voor de theologiestudies!!!)
Op 2
februari 1961 werd hij in Veghel tot priester gewijd. Hij heeft kerkelijk recht
gestudeerd. En gedoceerd: In Heverlee en Straatsburg.
Hij vindt canoniek recht interessant. Die kennis zal goed van pas komen bij
verdere onderhandelingen over de ene Europese provincie…
Jan
heeft een rijke missionaire ervaring achter zich: Eerst als pastor en leraar in
Congo. Toen, in 1976, als assistent provinciaal van
onze provincie: Met Cor v.d. Brand als provinciaal. Daarna weer Congo waar hij meewerkte met de Bakambi pastorale werkers in Kinshasa. Later, in een de heel moeilijke periode van
bloedige stammen-tegenstellingen in en rond Bunia, als provinciaal van Ituri.
Tenslotte als staflid in ons vormingshuis in Londen.
Hij kent
de provincie dus. Hij heeft in Afrika goede jaren gekend. Maar ook de barre
broedertwisten. Hij begrijpt wat onze mensen er soms mee moeten maken. En de
nood van de bevolking en het onrecht hen aangedaan. Hij heeft ook ervaring met onze jongste generatie
door zijn werk in ons Londense vormingshuis.
ECONOMAAT
VAN DE PROVINCIE
Ook op het economaat is er aflossing van de wacht.
Dick Schopman gaat (opnieuw) met pensioen. Toen Jan Bruijns zijn taak als provinciaal econoom wegens ziekte
moest opgeven en na de plotselinge dood van Jan Smits, de boekhouder, was
Martien v.d. Ven goddank bereid om tijdelijk in te vallen. Ik beloofde dat ik
mijn uiterste best zou doen om binnen een jaar een nieuwe econoom te vinden.
Dat viel nog niet mee. Want aangezochte confraters hadden redenen om die taak
(nog) niet op zich te nemen.
Toen
keken we wat verder dan het lijstje van voor de hand liggende gegadigden en
ging er een lichtje branden. Een paar dagen later reden Martien en ik naar Bunnik voor een gesprek met Dick en met Ria, zijn vrouw.
Dick was na zijn werk aan een ontwikkelingsbank met vroeg pensioen gegaan. Dick
ging op ons verzoek in. Op voorwaarde dat het werk niet meer dan twee dagtaken
zou vergen. Aanvankelijk bleek het veel meer te vragen. Maar toen ook Bert
Oprins zich bereid verklaarde op het economaat te gaan
werken en Thea van Dongen een bekwame secretaresse bleek werd de last lichter.
Een
betere oplossing voor ons had niet gevonden kunnen worden. Met toewijding en
kennis van zaken heeft Dick leiding gegeven aan het economaat. Hij is
ook een man van overleg. Hij betrekt ook de provinciaal en onze mensen in de
regio’s bij beslissingen en ontwikkelingen.
Hij kent
de Sociëteit van binnen uit. En zijn
loyaliteit, zijn zakelijke inbreng en zijn hartelijke zorg voor het welzijn van de provincie wordt
hogelijk op prijs gesteld. Na kennismaking en eerste contacten aanvaardden ook
de Romeinse autoriteiten Dick volledig als een gewaardeerde collega. We zijn
hem en Ria grote dank verschuldigd. Hij zal desgewenst als adviseur beschikbaar
blijven.
Maar ook
Dick ’s termijn zit er dus op. Hij zelf vond dat zo mogelijk toch een Witte
Pater hem zou moeten opvolgen. Piet
Buijsrogge werd bereid gevonden
om van hem over te nemen. Piet heeft onlangs het project voor straatkinderen, “Child in the sun” in Dar es Salaam,
over kunnen dragen aan een Indiase missionaire congregatie.
De
laatste jaren was hij daar doende om het project ook financieel een gezonde
basis te geven. Samen met onze broeder, John Abobo,
gaf hij er leiding aan. Daarvoor had hij zich ingezet in het landbouwproject te
Laela en als directeur van de Charitas in het bisdom Sumbawanga.
Missionaris
sinds 1960 en gewijd in 1961, voerde een eerste benoeming hem naar Opper Volta
/ Burkina Faso. Na studies
sociologie was hij als leraar en directeur verbonden aan CESAO;
het instituut voor het vormen van leiders uit heel Frans sprekend West Afrika.
Daar heeft hij uitstekend werk gedaan: van 1963-1983. Na het verdedigen van
zijn thesis vertrok hij naar de andere kant van Afrika, naar Tanzania, leerde Swahili en begon aan een nieuwe levensperiode.
Driemaal
is scheepsrecht: Nu nog een derde
actieve periode in onze provincie !!!
SINT
CHARLES: een nieuwe Overste.
Ook op
“St. Charles” te Heythuysen is er overdracht van
verantwoordelijkheden.
Jarenlang
heeft Henk v.d. Paverd er leiding gegeven aan de grootste
communiteit van de provincie. Dat is een van die directe verantwoordelijkheden
die vaak zwaarder wegen dan de zgn. eindverantwoordelijkheid. Bij ziekte en
groeiende beperktheden hebben oudere confraters recht op meer nabije zorg en
aandacht dan een verre provinciaal kan leveren.
Daarbij
komt dat een overste van “St Charles” samenwerkt met
de mensen van de instelling die de verzorging en verpleging levert: “Het Land
van Horne”. Dat gaat niet zonder voortdurend overleg
en vereist wederzijds respect. Ook Henk’s inbreng bij recollecties werd
gewaardeerd. In de Provinciale Raad bracht hij het wel en wee van de Heythuysense gemeenschap telkens met betrokkenheid ter
sprake. Ik zelf waardeerde zijn openheid naar mij toe. We hebben heel wat
afgepraat in de voorbije jaren. We zijn hem dank verschuldigd voor zijn inzet,
zijn oprechtheid en zijn zorg voor mensen.
Gerard Derksen gaat hem opvolgen. Gerard heeft vanaf zijn
eedsaflegging en wijding in 1964 altijd in Tanzania gewerkt: In verschillende
parochies in het bisdom Mbeya. Het langste in Nzovwe. En in Dar es Salaam. Hij was ook nog een aantal
jaren assistent provinciaal. Hij is een pastor met hart voor zijn mensen en een
gemeenschapsmens.
En
daarnaast een goed organisator en bouwer: Hij startte
een project voor een vakopleiding van
gehandicapten in Mbeya, een ambachtschool in
Dar es Salaam en stichtte daar in de
volkswijken nieuwe parochies uit oudere buitenstaties. Tot vreugde van bisschop
en parochianen. Hij paart die bekwaamheden aan een flinke dosis gezond verstand
en een goed gevoel voor humor.
En zo
komt een nieuwe staf aan boord. Voor alle opvarenden: Dank voor uw begrip en
het door de vingers zien van onvolkomenheden. Dank voor het geschonken
vertrouwen en voor het getuigenis van uw hoop, uw geloof. Voor uw broederlijke
dienstwilligheid, de bereidheid tot samenwerking . Goede vaart en veilige ree……
Piet Kramer.
Van de vergadertafel.
We
verwelkomden vorige week in Dongen Dr. G. Peijs,
directeur van de Stichting, “het Land van Horne” en
dhr. L. Petit, architect van het architecten bureau “Satijnplus”.
De
architect liet ons dia’s zien met de voorlopige bouwplannen voor de renovatie
van “St. Charles” en lichte de plannen toe.
Het
bouwplan streeft naar het behoud van een kloosterlijk karakter: Behoud van het
voorgebouw: het kloostergedeelte. Er komen twee carrés met “kruisgangen” rondom
een binnentuin of binnenplaats…. Het plan wil ook openheid scheppen naar tuin
en het landschap rondom het gebouw. De kapel blijft behouden. En dus ook het
“klooster” blijft grotendeels gehandhaafd en zal dienen om de gemeenschappelijk
ruimten in onder te brengen voor recreatie, maaltijden, vergaderingen…
Er komen
dus twee carrés met elk 3 verdiepingen. De W.P. gemeenschap zal samen in één carré
gehuisvest kunnen worden. Tachtig wooneenheden van 62 vierkante meter: zit en
eetkamer, slaapkamer, keuken, natte hoek, berging. Er komen ook twee
logeerkamers die tijdelijk kunnen worden afgehuurd.
De
kelders worden gehandhaafd en kunnen dienen voor werkplaatsen en hobbykamers.
De zgn.
laagbouw, waar nu de meeste geïndiceerde bewoners zijn gehuisvest, en de twee
vleugels van het hoofdgebouw waar nu refter en recreatiezaal zijn, worden
afgebroken. Ze zijn ofwel in slechte staat of vragen om dusdanige ingrijpende
verbouwing dat het beter is nieuw te bouwen. Er wordt zoveel mogelijk zorg
gedragen dat de bewoners meteen kunnen verhuizen naar een nieuw gedeelte. De
laagbouw wordt dus pas afgebroken als nieuwbouw beschikbaar komt voor bewoning.
Het
kerkhof blijft in gebruik. Over eventuele verkoop aan de Stichting zal nader
beslist worden.
Dhr. Peijs gaf een overzicht van het tot nu toe gevolgde verloop
van de onderhandelingen tussen de provincie, de Stichting “Land van Horne”, de gemeente en de W.P. om
tot verkoop en renovatie van “St. Charles” te komen. Onze hoop dat we het grote
terrein ook verder rendabel zouden kunnen maken door de bouw en verkoop van een
paar flats liep stuk op de weigering van vergunningen door de gemeente. Dat
hield de uitwerking van de bouwplannen op. Maar nu is het hele proces in
versnelling gekomen.
Dhr Peijs gaf ons ook een eerste inzicht in de veranderingen in
de wetgeving t.a.v. bejaardenzorg en in de gevolgen daarvan voor de toekomstige
dienstverlening in “St. Charles”: Van verzorging van geheel geïndiceerde
bewoners volgens de oude AWBZ wetgeving naar thuiszorg in aparte wooneenheden
aan bewoners, naar de behoefte aan zorg die ze nodig hebben: aan ieder individu
aangepaste indicatie. Er komt dus scheiding van wonen en zorg. (Ook al vormen
die gescheiden wooneenheden samen het nieuwe St. Charles.)
Als de
kosten voor de provincie verder verhelderd zijn moeten beslissingen voor
verkoop (aan “het Land van Horne”) niet langer
uitgesteld worden. Dan kunnen goedkeuring/vergunningen aangevraagd worden aan
de gemeente. En dan zou de verbouwing, die wel twee jaar gaat duren, in het
voorjaar van 2007 kunnen beginnen.
Duidelijk werd:
- Dat
“het Land van Horne” erop rekent St. Charles te kopen
en het te renoveren.
- De aard
van de verbouwing wordt bepaald door de koper. Want onze aantallen lopen terug.
De renovatie moet dus beantwoorden aan de eisen van de overheid wil het “Land
van Horne” in de toekomst kunnen concurreren met
andere zorginstellingen.
- Als
koopprijs is de boekwaarde richtinggevend.
-
Huurprijs is gebaseerd op een investering van € 130.000- per wooneenheid. Dat
komt op een huurprijs van € 450- per maand. Daarvoor kan subsidie worden
aangevraagd . De huurprijs wordt per inwoner die AOW ontvangt : € 275-.
-
Verdere kosten worden nader uitgewerkt. (Voeding, bewassing, schoon houden…)
- Voor
gebruik van gemeenschappelijke ruimten en voor kelder wordt geen extra
vergoeding gevraagd.
Overledenen.
Broeder Willy de Boerklik hier.
Een paar uitspraken van Willy:
“Wij missionarissen met onze rijke ervaring met die
zogenaamde arme mensen in Afrika hebben een heel blijde boodschap voor iedereen
in de “welvaartslanden”: Wees gelukkig met wat je hebt ook al is het weinig”.
“God vult aan wat ons ontbreekt. Dat is duidelijk
geworden in mijn leven. Ik GELOOF niet in Gods voorzienigheid. Ik heb Gods
goedheid aan het werk GEZIEN”.
Henk werd geboren op 4-9-1920 te Bergharen in
het gezin van Gerardus Buys en Johanna Publickhuizen. Hij had vier broers. Na zijn
priesteropleiding verbond hij zich aan de Sociëteit van de Missionarissen van
Afrika op 22-5-1947 te ’s-Heerenberg. Daar werd hij
op 11-4-1948 tot priester gewijd. In datzelfde jaar vertrok hij naar het
vicariaat Fort Jameson in Noord Rhodesia:
nu het Chipata bisdom in Zambia. Hij werkte er bijna
40 jaar lang met toewijding in het basis pastoraat: In de missieposten van Naviruli, Chikungu, Nyimba, Minga, Katete en Vubwe.
Henk deed dat werk heel graag: “Wij zijn waar
Onze Lieve Heer ons wil hebben”, schrijft hij. En herhaaldelijk: ”Ik maak het
buitengewoon goed”. “Henk heeft een gouden hart”, zei iemand over hem. Hij was
een harde werker, niet bang om zijn handen vuil te maken. En onvermoeibaar trok
hij de dorpen in met het Evangelie op zak. “We moeten altijd nog meer leren van
onze Meester die zijn kernboodschap neerlegde in de Bergrede”.
Hij doopte en preekte. Hij hielp twee missies
stichten en bouwde buitenposten.
Hij legde maïstuinen aan en begon met een
maïsmolen. Hij was een gezellige en dienstwillige medebroeder. Hij bekommerde
zich om armen en zieken. En leefde mee met het lief en leed van de mensen: “Ik
ben gehecht aan de mensen. Land en volk zijn me dierbaar”. En “hij stond op
goede voet met Onze Lieve Heer”.
Maar tenslotte kwam hij in 1989 geestelijk en
lichamelijk uitgeput voorgoed naar Nederland terug. Hij voegde zich bij onze
gemeenschap in Heythuysen. Ondanks zijn aarzelingen betreffende de
ontwikkelingen in de Nederlandse kerk wende hij goed. Ook vanwege de goede
verzorging en de aandacht die hij kreeg. Want de laatste jaren waren niet
gemakkelijk door ademhalingsstoornissen. Zijn vroomheid en zijn vertrouwen in
Maria waren hem echter tot steun en hielpen hem tenslotte om zijn lot te
aanvaarden. In de laatste jaren bad hij herhaaldelijk het Jezus gebed: “Jezus,
zoon van de Vader, zoon van mensen, ontferm U over ons. Moge die ontferming nu zijn deel zijn.
Laat nu, Heer, volgens uw belofte,
uw dienaar gaan in vrede
Mijn ogen hebben uw heil gezien
dat u bewerkt hebt voor alle volkeren:
Het licht dat voor de heidenen straalt.
De glorie van Israël, uw volk.
(Luc.2,29-32)
Andere Overledenen:
22 jan. Willem Strijbos,
broer van Br Bruno
en Br Godfried.
24 febr.
Walther Heijkant, 92 jaar.
Broer van overleden Broeder Marturin of Jan Heijkant.
4 maart.
Frans Settels, 85 jaar. Broer van Wim Settels,
Uit het veld.
- Een jubilaris aan het woord:
Harry Franssen.
(zie ook elders bij het hoofdstk "BIJ ONS")
“50 Jaar van mijn leven” Ergens
in de Bijbel bidden we: ” God, U hebt uw hand op mij gelegd. Uw rechterhand
houdt mij vast.”
Op 1 april 1956 heeft God
de hand op mij gelegd.
Toen werd ik, samen met nog 25 andere jonge mannen,
priester gewijd in Carthago, Tunesië. We waren een
internationaal gezelschap: 14 Fransen, 4 Spanjaarden, 2 Canadezen, 2 Italianen,
2 Nederlanders, 1 Belg en een Zwitser.
11 daarvan zijn gestorven, 5 hebben een andere inhoud
gegeven aan hun leven. We zijn nog met z’ n tienen om God te danken voor ons
priesterschap. Als ik terug kijk op mijn leven heb ik echt veel redenen om God
te danken.
Want Hij heeft me werkelijk heel mijn leven vastgehouden
met zijn rechterhand. Alles wat er gebeurd is in mijn leven zie ik als een gave
van God. Ook, en vooral, die gebeurtenissen die mijn leven op zijn kop hebben
gezet.
De meest ingrijpende gebeurtenis overviel ons d.w.z. de hele
Kerk van Guinea op 1 mei 1967. Ik was er toen al 10 jaar. Ik voelde me er goed
thuis, èn met de mensen èn
met de taal. En ondanks de plagerijen van de kant van de overheid heb ik er met
veel plezier gewerkt.
Op 1 mei 1967 kregen we te horen dat alle buitenlandse
priesters, zusters, broeders en leken voor eind mei het land uit moesten zijn.
In ons bisdom zouden er dan nog maar 2 priesters, een vijftigtal catechisten en
een paar zusters overblijven. En in het hele land maar 12 priesters.
“O maar dat is veel!” was het commentaar van een
christen. “ De apostelen waren met zijn twaalven voor heel de wereld en wij
hebben er twaalf alleen al voor Guinea”. Hij was optimistischer dan ik, of
beter, geloviger dan ik.
Met die beproeving heb ik ondervonden dat God sterker is
dan ik dacht. Ik voor mij dacht dat het gedaan zou zijn met de Kerk in Guinea:
zo weinig pastorale leiders, zoveel tegenwerking van de kant van de regering.
Dat kan niet duren...
De apostel Paulus zei eens: ‘De één plant, een ander
besproeit, maar het is God die de plant groeikracht geeft. ‘ Ik heb ondervonden
dat dat echt waar is. De Kerk in Guinea heeft de beproeving overleefd. Zij
helpt nu zelfs met de opbouw en ontwikkeling van het land.
In januari 1968 kwam ik aan in Burkina
Faso, toen nog Opper Volta geheten. In het bisdom Nouna. Dat land was totaal verschillend van Guinea wat
klimaat en cultuur betreft en met een vijftigtal talen.
Alleen al in 1968 heb ik twee talen moeten leren, want na
10 maanden kreeg ik een nieuwe benoeming, 40 km verder naar het noorden, en
daar werd weer een andere taal gesproken. En in die taal verschillende
dialecten. ”Het is dezelfde taal”, troostten de mensen mij, “alleen de woorden
zijn anders”.
In de parochie waar ik het laatst was, werkten we met zes
talen. In een discussie begon men in een taal, om weer over te gaan in een
andere, om te eindigen in een derde. Mijn hoofd tolde maar mee. In een dorpje,
op een marktdag, werd ik eens begroet in negen verschillende talen.
Door
mijn ervaring in Guinea was ik ervan overtuigd dat het heel
voornaam was te werken aan een
kerkgemeenschap die zo zelfstandig mogelijk kan zijn. We deden dus veel aan
vorming van catechisten die, in feite, de steunpilaren van de parochies zijn.
En ook aan een goede vorming van mensen die de basisgemeenschappen in de dorpen
moesten leiden. En op hen vertrouwen.
Het was een fijn werk. Met dankbaarheid kan ik op al die
jaren terug zien.
Iemand vroeg mij eens wat ik in Burkina
Faso kwam doen. Ik zei hem dat ik gekomen was om,
samen met de mensen, vrede, onderling respect, liefde te bevorderen. Hij zei:
“geef me daar dan wat van". “Ik kan je geen handjevol liefde, respect,
vrede geven" zei ik, “maar wel het zaad daarvan:
het evangelie. Zaai dat maar uit, zorg er goed voor en je zult zien dat het
leven goed zal zijn bij jullie”.
35 Jaar ben ik in Burkina Faso geweest. En steeds hield Gods hand mij vast, ook, en
vooral, als ik Hem los wilde laten.
Ik ben dankbaar voor al die jaren dat ik mocht genieten
van de grote, grote gastvrijheid en vriendelijkheid van de mensen en van hun
geduld en hun wijsheid.
Brief van Harrie van de Ven (Bunia.
Congo)
Gedurende het afgelopen jaar is de toestand veel
verbeterd en we zijn dan ook het nieuwe jaar met veel moed en hoop op normalisatie
van de politieke toestand begonnen, dwz vrede en rechtvaardigheid.
De meeste toegangswegen zijn weer veilig verklaard. Op
onze parochie zijn nog twee van de negen sectoren ontoegankelijk vanwege de
aanwezigheid van rebellen die geweigerd hebben te ontwapenen. De meeste die nog
tegenstand boden zijn ontwapend of verdreven naar afgelegen oorden. De
stammenoorlog als zodanig is voorbij.
Door de aanvallen en zuiveringsacties van het nationale
leger en van V.N. soldaten waren veel mensen gevlucht, maar zij beginnen weer
terug te komen, omdat ze zich veilig voelen bij de nieuwe machthebbers. De
stemming voor het referendum is hier rustig verlopen. In grote meerderheid
hebben ze ja gestemd voor de nieuwe grondwet, die nu de weg vrij maakt voor de
verkiezingen van president en parlement, hopelijk in juni van dit jaar.
Ondanks de afstand hebben ze in 2005 volop kunnen werken:
436 doopsels van kinderen en 426 van volwassenen, 732 vormelingen, 425 eerste
communicantjes en 83 huwelijken. Dit alles dankzij de inzet van de catecheten,
catechisten en vrijwilligers. Wij zijn nu druk bezig met de voorbereidingen op
een terugkeer naar de parochie, waarschijnlijk volgende maand. De kamers van
ons huis zijn klaar. Zijn nu bezig met de aanschaf van meubels, kasten, huisraad,
keukengerief, gordijnen, installatie van licht en water. Dan zullen we weer
dicht bij en onder de mensen zijn, om samen met hen de wederopbouw te beginnen,
zowel op kerkelijk als sociaal gebied, ontwikkeling, onderwijs en gezondheid.
De vernielde scholen en gezondheidscentra zijn voor een
gedeelte herbouwd. Drinkbaar water is op vele plaatsen weer aanwezig. Het heeft
wel wat inspanning en veel zweet gekost en ook enkele kilo’s gewicht, ook
vanwege malaria aanvallen. Ben blij en dankbaar dit alles te hebben kunnen en
mogen doen.
Brief van Eveline Rooijmans (MBA te Kindu, Congo).
Eveline werkt in een project voor resocialisatie van
kindsoldaten en rebellen. Ze is lid van de "Missionaire beweging voor
Afrika" en heeft een kamer in de communiteit in den Haag. Zij
schrijft:
De medische hulp die we begin december aan 120 verkrachte
vrouwen hebben gegeven, begint effect te sorteren. De vrouwen voelen zich
beter, kunnen weer op hun veld werken en met energie voor hun kinderen zorgen.
Ze worden bovendien niet meer elke seconde herinnerd aan hun verleden. En nog
een ander deel van het programma begint goed te lopen, namelijk het
herinstalleren van dorpsraden. Deze dorpsraden, de zogenaamde Barza (wat
veranda betekent: op een veranda heb je tijd om door te bomen) zijn door de
oorlog uit elkaar gevallen.
8 Kerken en 4 mensenrechtenorganisaties die met ons in
het programma samenwerken, proberen die dorpsraden nu weer nieuw leven in te
blazen. En ook aan te passen aan de naoorlogse situatie. Zo worden er nu ook enkele
vrouwen in op genomen ( kostte heel wat tijd om dat bij die “wijze “ mannen aan
het verstand te brengen) en niet meer alleen de traditionele leiders maar ook
moderne leiders, zoals onderwijzers en ex-rebellenleiders.
Voor deze Barza hebben we in
november een training verzorgd in conflict - bemiddeling. Met behulp van onze
partner organisaties hebben deze Barza inmiddels
enkele lokale conflicten succesvol opgelost. En nog belangrijker: verscheidene Barza geven aan een verzoeningsritueel te willen organiseren
(of hebben dat al gedaan), waarin ex-soldaten publiekelijk voor de hele dorps-gemeenschap om verzoening vragen.
Dan wordt een geit geslacht, het bloed over de handen
gegoten en vervolgens afgewassen, en de geit gezamenlijk opgegeten. Dit is best
een emotioneel moment dat diepe indruk achterlaat, zowel bij de slachtoffers
van geweld als bij de daders. Inmiddels hebben ook
enkele andere dorpen gevraagd om in ons programma opgenomen te worden. Dat is
voor mij een teken dat onze activiteiten aanslaan.
Een moeilijk onderdeel van het project is de
socio-economische hulp die aan ex-soldaten en de rest van de gemeenschap
gegeven wordt/is. In de eerste fase van het project hebben we vooral zaden en
landbouwwerktuigen uitgedeeld – een logische keuze in een rurale
regio als Maniema, waar 80 % van de bevolking van
landbouw leeft.
Alleen lijkt landbouw niet echt aan te slaan bij
ex-soldaten: te vermoeiend en het levert geen cash op. Gelukkig gaan we
binnenkort ook andere economische activiteiten ondersteunen die hopelijk beter
aanslaan bij ex-soldaten, zoals een timmerwerkplaats, boten voor visserij,
kleine handeltjes…Ik hou jullie op de hoogte.
Mijn verblijf in Kinshasa is
inmiddels tot een goed einde gebracht. Allerlei “Hoge Heren van de Wereldbank“
toonden veel interesse in de ervaringen van ons project met ex-soldaten. Erg
leuk om te merken.
VERTREK PIET DE BEKKER.
In het “ Weekblad Parel van Brabant”, stond bij het
afscheid van Piet de Bekker op 15 maart voor zijn vertrek naar India een
vriendelijk bericht:
Piet de Bekker (1944) is nog steeds in Heeze. De planning was dat hij op dit moment al enkele
maanden in India aan het werk zou zijn. Maar een hartinfarct hield hem langer
in Nederland. Piet de Bekker is al 36 jaar een Witte Pater. De Witte Paters
heten eigenlijk Missionarissen van Afrika, omdat ze meestal op een missiepost
in Afrika zitten. In het gezin de Bekker is Piet de middelste van drie broers
die pater zijn geworden. Zijn oudere broer Jan woonde en werkte in DR Congo (hij is in 2004 verongelukt) en zijn jongere broer Jozef
woont en werkt in Ivoorkust als pastor.
Binnenkort gaat hij richting India, maar nu slechts voor
een half jaar. Hij vertrekt naar Bangalore, een stad
in het zuiden van het land met meer dan vijf miljoen inwoners. De meeste mensen
zijn Hindoes. India
is ongeveer 1000 keer groter dan Nederland en heeft meer
dan één miljard inwoners. In India zijn grote
tegenstellingen. Bangalore staat bekend om het hoge
niveau op het gebied van technologie. In dat gebied heerst relatief weinig
armoede. Piet gaat daar werken in het opleidingshuis van de Witte Paters.
Piet: 'Ik ga studenten begeleiden. Zij studeren
filosofie, buitenshuis, maar ik mag hen in ons huis begeleiden met kennis over
onze Sociëteit en de kennis van Afrika. Het is de bedoeling dat deze studenten
straks ook in Afrika gaan werken.' Piet komt in een opleidingshuis waar het aan
technologische snufjes niet zal ontbreken. Heel wat anders dan zijn vroegere
werkgebied in Ghana. Daar
hoopt hij wel terug te gaan om weer in het basis pastoraat te werken. In Ghana
zijn er nog steeds grote gebieden zonder elektriciteit en andere voorzieningen.
Toch blijft Piet goed in contact met dit land vanwege de mobiele telefoon! 'Er
zijn nu al meer mobiele telefoons dan vaste! Ook wij maken veel gebruik van de
mobieltjes. En per mail kunnen we ook goed in contact blijven. Maar dat is
afhankelijk van de stroomvoorziening in het gebied.' Zelfs tijdens ons gesprek
blijft Piet op de hoogte van het wel en wee in Ghana, want per 'SMS bereikt hem
een leuk bericht over de nieuwe kardinaal van dat land.
Piet is nog steeds druk met diverse projecten in het West
Afrikaanse land. Piet: 'Een van die projecten bestaat al meer dan 15 jaar en is
in de parochie van Garu, in het uiterste noordoosten
van Ghana. De streek grenst aan Burkina Faso en deelt daarmee ook het Sahel klimaat, een regen
seizoen dat parallel loopt met onze zaai en oogst tijd en een droog seizoen dat
van loopt van onze herfst naar de lente!
Met de bevolking groeit ook de vraag naar landbouw grond
en wordt er steeds meer land ontgonnen.
Bomen en struiken staan daarbij in de weg en er wordt
veel hout gekapt waardoor er na een tijdje een tekort ontstaat aan brandhout om
eten te koken en ook aan hout voor andere doeleinden zoals daken maken.
Het 'Garu Tree Growing Project' probeert ieder boerengezin er toe te
bewegen een stukje land te reserveren om daar voor eigen gebruik 'geriefhout'
te groeien! Deelnemers worden geadviseerd welke soort bomen te planten en
kunnen voor 2 á 3 jaar een paar rollen gaas lenen om hun stukje plantage te
beschermen tegen loslopende dieren, zoals koeien, geiten en schapen. Zijn de
bomen groot genoeg dan kan het gaas naar een andere liefhebber!
Om meer rollen aan te schaffen en oude te vervangen, komen
bijdragen van andere goedwillende boerengezinnen prima van pas. Dit
kleinschalige project wordt uitgevoerd door een echtpaar dat zeer begaan is met
mensen en natuur.
Bij hun zorg voor bomen komen ze in de verste uithoeken
van een gebied van zo' n 600 km2. Wanneer ze daarbij kinderen tegen komen die
gehandicapt zijn, proberen zij ook hen te helpen groeien tot een volwaardig
bestaan! Voor dit project collecteerde ZLTO tijdens de gezinsdag van 12 januari
jongstleden in Sterksel.
Ze haalden voor dit project € 225,23 op. Piet vertrekt
volgende week naar India en eind van deze zomer is hij weer terug in Nederland.
Dan wordt gekeken of zijn medische toestand goed genoeg is om terug te gaan
naar zijn Ghana.
Onze zieken:
- Leon Gadet heeft zijn intrek genomen in Heythuysen.
Hij is sterk vermagerd als gevolg van kanker. Maar hij is blij met bezoek
en praat onderhoudend over Rwanda en Gellik.
En buigt zich nog met interesse over zijn postzegelalbums.
-Wim Settels' ziekte is, na een valpartij, verergerd. Lopen gaat
niet meer.
(N.B. van de webmaster: in de
tussentijd zij Léon en Wim overleden. Zie op de openings-pagina
NL en druk op IN MEMORIAM)
Confraters op verlof.
Jan van Haandel,
blijft tot 3 juni. Pentelstraat 21, 5469 BG Erp. Tel: 0413- 21 32 08.
Piet Hooijschuur blijft
tot juli Kapellerlaan 130, 6045 AJ Roermond. Tel: 0 475
- 31 15 68.
Gerard Derksen kwam voor bezoek aan cardioloog en ook voor
een studieweek in Mours. Van Bronckhorststraat 6, 6681 AP Bemmel. Tel: 0481- 466601 en ook 06-
2281 6556. (Ondertussen is hij al vertrokken.)
Rein Folst wordt verwacht
23 april tot eind aug.
Rein zal verblijven in Dongen.
Piet van Heyst, wordt verwacht rond 20 april. Van Lennipstraat 5, 5691 XH, Son.
Tel: 0499- 472 190.
Marien van den Eynden,
komt voor goed naar Nederland begin mei. Adres te Dongen.
Henk van der Steen, in mei. Geert Grote
straat 7, 5702 AT, Helmond. Tel: 0492-543 721.
Hugo Hinfelaar, komt voor goed naar
Nederland op 31 mei p/a Mevr. C. Krullaars, Kadelaan
67, 2725 BC, Zoetermeer. Tel: 079-341 02 50.
Jan Mol, aankomst 25 juni Welkom in Dongen!
Wim Wouters, komt voor goed naar Nederland
op 1 juli. Pater v.d. Elsenstraat 13, 5481 BS Schijndel.
Tel: 073- 549 2312.
Martien Balemans in juli.
Verlof adres te Dongen.
Martien
van de Ven in de nazomer 2006. Evertsenstraat 8, 5463
HM, Veghel. Tel: 0413- 367 167.
Data:
Mei. 7. Open
Kloosterdag.
Juni. 6. Regio bijeenkomst in Heythuysen.
7.
Regio Dongen.
8. Regio Kempenland.
14.
Regio Den Bosch
16.
Regio Den Haag.
Jubilarissendag:
Heythuysen,
29 juni. Overdracht van taken aan nieuwe provinciaal en econoom.
Retraites: In Oirschot, 23-29
juli.
In Heythuysen: 6-12 augustus.
De begeleider is Jan Mol.
Opgeven aan het secretariaat
s.v.p.