D e S c h a k e l
No. 355 - JULI 2004
(N.B. Witte Paters die de volledige teksten van de Schakel willen lezen, kunnen zich vervoegen bij de website van M.Afr. Rome.
password aanvragen bij de webmaster
Beste medebroeders,
Op 8 Mei vertrokken Jacques Van Nieuwenhove en ik naar
Rome voor het kapittel. We gingen goed voorbereid. Jacques had een grondige
studie gemaakt van vorige kapitteldocumenten. Daarbij ging hij na wat er zoal
gezegd was in het verleden over onderwerpen, die ook nu wel weer ter sprake
zouden komen.
Vertaald in het engels was dat werkstuk ook naar Rome
gestuurd in de hoop dat we niet weer opnieuw zouden bespreken wat allang eerder
was gezegd. We hadden ook geluisterd naar wat u allemaal ten berde bracht in de
regio-bijeenkomsten en op de voorbereidende Kapittelvergadering in November. En
nu was het dan zover.
Dit kapittel valt midden in een tijd van overgang: in
Afrika, waar uit de gisting, de verwarring, het geweld in veel landen, hier en
daar stabieler regimes ontstonden en hopelijk zullen ontstaan. In de kerk in de
nadagen van dit pontificaat: de leegloop en vergrijzing in West-Europa.
En de opkomst van
nieuwe religieuze bewegingen overal: binnen en buiten de kerk. En in de
Sociëteit: terugloop in aantallen. In 1967 waren we meer dan 3500. Nu nog 1700.
We verliezen dus zo¹n 50 mensen per jaar. Over niet al te lange tijd zullen we
nog maar met zo¹n 600 leden zijn. (In Nederland liep ons aantal terug van 525
in 1968 tot 150. Daarvan zijn 135 boven de 65 jaar oud !!)
Maar tegelijk komen er wel elk jaar 13 jonge mensen
binnen. De meesten uit West- en Oost-Afrika. Maar ook Polen, Indiërs, Latijns-Amerikanen
en Filippino's.
De vraag is dan hoe we verder moeten. Maar blindelings op
Gods voorzienigheid vertrouwen en zien waar het schip strandt? Of je
verantwoordelijkheid nemen en met Gods hulp proberen tot zinnige keuzes te
komen. Keuzes waardoor er toch weer toekomst in zicht komt.
Een hamvraag is
daarbij of we maar rustig door moeten gaan met wat we altijd deden en waar we
goed in zijn: pastoraat in parochies. Maar dan wel op plekken waar we echt onze
missionarisroeping waar maken. Dat houdt in: Parochies, die we lang geleden
gesticht hebben en waar alles nu redelijk goed georganiseerd is, graag
overdragen. En verder trekken. Naar plaatsen waar het evangelie onbekend is. Of
waar mensen door de volkerengemeenschap in de steek gelaten worden. Waar ze
geen deel van leven hebben door armoede, geweld, onrecht. En naar plekken waar
de Christenen leven temidden van andersgelovigen. Waar onderling respect en
samenwerking en gesprek bevorderd moeten worden omwille van een samenleven in
vrede.
Of moeten we juist tot een veel duidelijker keuze komen?
Ons specialiseren op een of enkele deelgebieden? Het pastoraat maar overlaten
aan anderen. En ons volledig wijden aan een onderdeel van evangelisatie: werken
voor gerechtigheid en vrede bij voorbeeld? Of voor dialoog en ontmoeting met
Islam. Wellicht ook met de overal massaal groeiende Afrikaanse onafhankelijke
kerken en kerkjes en de Nieuwe Religieuze bewegingen en Pinksterkerken
Belangrijke vragen. Wekenlang zijn we o.a. daarmee bezig
geweest. In een heel broederlijke sfeer. Verheugend was dat van de zestig
afgevaardigden er 24 waren onder de 50 jaar, 37 onder de 60!!!
Er waren 14
Afrikanen. Heel hoopgevend. Ook omdat het betekent dat de jongere mensen het
vertrouwen genieten van de ouderen. Want die hadden hen afgevaardigd.
We waren verdeeld in zes werkgroepen:
Groepen 1.en 2.over onze structuren en manier
van besturen in Afrika en in de provincies daarbuiten; 3. over hoe we onze zending
verstaan; 4. en 5. over de financiën en de vorming; 6. ook over “eenheid in
verscheidenheid” omdat we een steeds veelkleuriger gemeenschap vormen met
groeiende verschillen tussen oud en jong, zwart, bruin en blank. Uit heel
verschillende rassen, volkeren, stammen en talen.
De methode zat soms wat in de weg. We vonden af en toe dat toch, ondanks
Jacques’ werkstuk, het wiel weer uitgevonden moest worden. En alles nog weer
eens moest worden gezegd. Over het gemeenschapsleven. Over vorming.
Ook kwamen belangrijke zaken soms niet voldoende uit de
verf. We bleven maar bezig met het samenstellen en polijsten van eigen teksten
en het bijslijpen van die van de andere werkgroepen. Dan kwam er van een flinke
discussie soms te weinig. Of als er al stevig geboomd was, dan bleef er in de
algemene vergaderingen te weinig van over. Dus ondanks trouw gebed tot de
heilige Geest blijft het toch ook echt mensenwerk. Maar er kwamen natuurlijk
ook best zinnige en concrete besluiten uit.
De keuzes gemaakt in 1998 blijven gehandhaafd. Maar er
kwam wel naar boven dat ze onderdeel uitmaken van een vollediger visie op de verkondiging
van het Evangelie. Daar zijn we toch missionarissen voor geworden? Voor dat
doorgeven van het Evangelie. We zijn geen NGO. Evangelie verkondiging houdt ook
pastorale zorg in: liturgie, catechese, en oefening van gebedsleven...
Maar ook wel degelijk de zorg voor heel de mens in zijn
dagelijks bestaan: het bestrijden van onrecht en geweld, ziekte en armoede. En het
leren in vrede te leven met mensen om ons heen: ook met hen die anders geloven.
En dat allemaal niet alleen door er mooi over te preken
en te praten, maar door het getuigenis van heel ons missionaire leven. In de
door stammentegenstellingen verdeelde Afrikaanse wereld zijn onze
gemeenschappen in hun “veelkleurige” samenstelling een heel duidelijk
Christelijk getuigenis.
Echte evangelisatie verwijst naar Jezus. Begon Hij zijn
Bergrede niet met “Zalig zijn de armen, de wenenden, de barmhartigen en de
vrede-stichters..?” Ging zijn zorg niet uit naar mensen in nood, de zieken, de
hongerigen, de aan de kant geschoven mensen...? Zijn houding bepaalt nog altijd
onze pastorale houding. Bovendien rekenen de mensen op ons voor die volledige
zorg voor hun godsdienstig leven zowel als voor hun aardse bestaan. Het hoort
allemaal bij elkaar.
Duidelijk is wel dat missionarissen kiezen voor de
grenzen van de kerk en maatschappij. In het Frans klinkt dat allemaal zo mooi: “Zônes
de fracture” : “op de breuklijnen”. Maar het is juist. Wat gevestigd is en goed
op poten staat, dat dragen we over aan mensen ter plekke. En wij trekken
verder.
Dat is tenminste altijd de opzet geweest!! Soms verzeilen
we ook in “zônes de fracture”, in gevaar, zonder dat we er voor kiezen:
als geweld losbreekt rondom ons, spanningen oplopen en het leven van onze
mensen en soms zelfs van onszelf bedreigd wordt. Dan blijven we vaak waar we
zijn. Uit trouw aan mensen waar vaak verder niemand naar omkijkt.
Er werd ook duidelijk gezegd dat het goed zou zijn de banden met de
plaatselijke kerken weer aan te halen en samenwerking met hen te zoeken.
Andere besluiten en tendensen:
·
Waar aantallen sterk teruglopen worden provincies samengevoegd. Dat moet na
rijp beraad. En met goede afspraken. In Europa, waar de aantallen nog erg groot
zijn, mag dat proces wat rustiger verlopen. Daar wil de Sociëteit ook in de
toekomst aanwezig blijven in “de wijdere Afrikaanse wereld” met o.a. vier
missionaire projecten, waarvan ons project in “Den Haag” er een is.
·
De vestigingen in Latijns-Amerika en Azië blijven gehandhaafd. Ook al
omdat opgeven betekent dat je het interraciale karakter van de Sociëteit opgeeft.
We tellen nu negen Polen onder onze manschappen, acht Latijns-Amerikanen, vier
Aziaten. Er zijn er dertig in opleiding.
·
Nu we meer verspreid raken en
grotere verscheidenheid vertonen zal de onderlinge verbondenheid grotere zorg
vragen: meer gemeenschappelijk overleg. Ook over geldbesteding. Over
gemeenschapsprojecten. Grotere samenwerking tussen provincies.
·
Er was ook aandacht voor ons, in Europa: de ouderen. We blijven missionaris
tot aan het einde. De nadruk valt bij het ouder worden wat meer op de
contemplatieve kant van onze roeping. Op onze aandacht en belangstelling voor
Afrika en het werk van confraters. Op ons missionair gebed. Daar hoeven we
overigens niet meesmuilend over te doen. Activisme is niet alles. Die
contemplatieve kant mag best wat meer kansen krijgen; ook in de jaren dat we
nog actief zijn. Het is deel van onze roeping: “Contemplatie temidden van actie”.
Of zoals Ignatius het zei: “God vinden in alles”.
·
Er zal ook meer aandacht moeten
komen voor het aantrekken van kandidaten voor het ideaal van
broedermissionaris. Als we niet uitkijken verclericaliseert de Sociëteit
geruisloos. Terwijl we toch ook meer taken op ons nemen waarvoor priesterwijding
niet nodig is: werk voor gerechtigheid en vrede; voor ontmoeting met islam,
etc. We hebben een heel stel uitstekende broedermissionarissen uit Ghana. Het
kan dus wel.
·
En zo voort... U zult er nog meer over te horen krijgen.
We hebben, denk ik, ook een goed team gekozen. Het had
van mij wat “zwarter” gemogen. Maar het is een goed stel mensen met kwaliteit.
Dat is trouwens ook weer het hele bemoedigende van zo¹n kapittel. Je zit
wekenlang met een hele bonte verzameling van goede en toegewijde en meestal ook
nog aardige mensen in de boot.
Er waren zelfs een heel stelletje van “mijn”
oud-studenten onder de capitulanten!! Dan krab je toch eens achter je oren: Als
“jouw” jongens in een kapittel zitten, dan wordt je toch wel oud!! Jacques Van
Nieuwenhove WAS de oudste!! Maar oud of niet: We hebben nog toekomst.
Dit zijn zo wat flarden en algemene, zeer onofficiële, en
persoonlijk gekleurde indrukken. De “stukken” komen later. Ik hoop dat ze me
niet zullen tegenspreken!! ?? Geduld in ieder geval. Maar U houdt het nog wel
even vol zonder de echte decreten, vermoed ik zo. In de regio- bijeenkomsten
van september hoort U er wel meer over.
Hartelijke groet, Piet Kramer. Prov.
Van de vergadertafel
Kempenland 31 augustus om 14.30uur.
Heythuysen 2 september
om 10.00 uur.
Den Bosch 8 september om 15.00 uur.
Dongen 9
september om 15.00 uur.
Den Haag/Leidschendam op 13 september om 15.00 uur.
Het postkapittel zal plaats vinden van 8 tot 11 november in Helvoirt.
Aankomst op 7 november in de late namiddag.
Een provinciedag zal gehouden worden in Dongen op
11 januari over wat er in het postkapittel besproken en besloten is.
Confraters op verlof:
* Piet de Bekker kwam aan op 01
april vanuit Ghana en zal vertrekken op 10 .08.
* Toon Oostveen kwam aan op 23
april vanuit Zambia; hij heeft een sabbatjaar.
* Kees Koning kwam aan op 5 mei
vanuit Tanzania.
*Hugo Hinfelaar arriveerde op 7
juni vanuit Zambia en zal vertrekken in oktober.
* Willy Burm kwam aan op 11 juni
vanuit Burkina Faso.
* Piet van Heijst kwam aan op 15
juni vanuit Zambia.
* Tom Wijffels kwam aan op 17 juni vanuit Israël
en zal vertrekken op 15 juli.
* Martin Bloemarts kwam aan op 21
juni vanuit Israël en vertrekt weer op 14.07.
* Jan de Bekker arriveerde vanuit Kongo op 24 juni
en vertrekt weer in september.
* Piet Hooyschuur kwam aan op 23 juni vanuit Oeganda.
* André Schaminée arriveerde op 1 juli vanuit Italië.
Confraters die worden verwacht zijn:
* Jan Heuft op 15 juli vanuit
Algerije.
* Gerard Hoppenreijs op 14
september vanuit Tanzania.
* Piet Horsten op 6 augustus ; hij zal
vertekken op 6 sept.
Agenda Bijeenkomsten
Postkapittel bijeenkomst 08
- 11 november 2004.
Provinciedag 11 januari 2005.
Regio bijeenkomsten
LageMierde 31augustus, 14.30uur.
Heythuysen 02 september,
10, uur.
Den Bosch
08 september, 15 uur.
Dongen
09 september, 15 uur.
Den Haag
13 september, 15 uur.
Provinciale Raad 07
september; 11 oktober. 07 december; 01 februari 2005. 15
maart 2005; 05 april 2005.
Dodenherdenking in Heythuysen zal dit jaar plaatsvinden op 6 november ‘s middags om
3 uur.
Feest van de Sociëteit 08
december.
Noteert
u deze data nu op uw kalender zodat u ze niet zult vergeten!
Onze Overledenen
PATER HANS VAN BREUGEL
Geboren te Rotterdam , 13 april 1929 Overleden te Leiden, 2 juni 2004.
Op 27 juni 1955 werd hij door het afleggen van de missionariseed lid van de
Sociëteit van de Missionarissen van Afrika en op 1 april 1956 werd hij priester
gewijd. Hij heeft 48 jaar als missionaris gewerkt in Italië, Engeland en
Nederland (27 jr.) en in Malawi (21 jr.).
Hans werd benoemd om in Rome
kerkelijk recht te studeren en daarna kerkelijk recht te doceren aan ons
seminarie in Totteridge, Londen. Hij was een kalme en serieuze man, die zonder
zijn stem te verheffen, dikwijls veel, vooral innerlijk, plezier had. In die
periode keerde hij terug naar Rome om er zijn doctoraat te halen. Hij bleef
daarna docent in Totteridge totdat hij eind 1972 benoemd werd voor Malawi.
Hier kreeg hij allerlei werk toegeschoven: secretaris van de regionale oversten
van mannelijke en vrouwelijke congregaties, samenwerking met anderen voor de
oprichting van een pastoraal centrum, het organiseren van sessies en
studiedagen, en natuurlijk pastoraal werk in de parochie en buitenstaties in
zoverre dat mogelijk was. Bovendien studeerde hij antropologie, en het vroeg
tijd om bijzondere informatie te achterhalen over de Achewa, de bevolking
van midden Malawi. In 1976 behaalde hij in Londen de titel Ph.D. Dat hij zeer
gewaardeerd werd door zijn confraters bleek in 1982 bij zijn verkiezing tot
assistent van de regionale overste, en vooral in 1985 toen hij werd voorgedragen
om regionaal te worden van de Witte Paters in Malawi en Zuid Afrika.
In 1993 werd hij overste van ons kloosterbejaardenoord te Heythuysen, waar hij
altijd klaar stond om naar mensen te luisteren en hen te helpen, zowel bewoners
als mensen van buiten. De problemen met zijn eigen gezondheid verhinderden hem
om echt leiding te geven zoals hij dat voorheen wel kon doen. De laatste jaren
moeten moeilijk geweest zijn voor hem omdat hij zich bewust was van zijn
niet-meer-kunnen zoals vroeger. In 2001 verhuisde hij naar Leidschendam, en
toen deze communiteit alsmaar kleiner werd, besloot Hans er toch te blijven
omdat hij niet kon zien dat iemand er alleen achter zou blijven.
Aan het begin van de vorige maand ging hij naar het ziekenhuis voor behandeling,
maar al vlug werd besloten hem op te nemen, en zijn situatie verslechterde
langzaam maar zeker. In zijn laatste weken heeft Hans het heel moeilijk gehad.
Moge hij nu rust hebben nabij de Heer.
Overleden Familieleden en vrienden
23.03.2004. Dhr. René Briels, te Stamproy, zwager van
overleden broeder J. Leenen.
01.03.2004
Dhr. Jeroen Doedens, te ‘t Zand, broer van pater Laus
Doedens.
02.06.2004
Mw. Jo Franssen-Slippens, in Veghel,schoonzus van pater
H. Franssen.
04.06.2004
Mw. Corry Dirven-Windt, te Eindhoven,moeder van pater F.
Dirven.
07.06.2004 Dhr.
Wilhelmus Verheul, te Tiel, schoonbroer
van pater K. v. d. Wee.
12.06.2004 Dhr.
H. v. d. Laak, te Deurne, broer van
pater A. v. d. Laak.
30.04.2004 Mw.
L. Hoppenreijs-Brouwer, te Elst, schoonzus
van overleden pater Th. Hoppenreijs.
02.07.2004 Zr
Francien Franssen, Witte Zuster, te Heeswijk, zus
van pater H. Franssen.
Requiem aeternam dona eis,
Domine,et lux perpetua luceat eis.
Harry van de Ven schrijft vanuit Congo:-
Nieuws over de algemene situatie in Bunia kun je vinden
op het internet. Hier wat meer nieuws over mijn missie in Badya. Ondanks twee
legerkampen van rebellen op de weg tussen Bunia en Badiya, was de toestand
veilig genoeg voor ons om er heen te gaan. De binnenweg, 3 km vanaf de grote
weg tot aan de missie, was veilig van landmijnen verklaard door de
opruimingsdienst. Het olifantengras had bezit genomen van de weg, maar de
bevolking kapte het zodat de weg weer zichtbaar was.
Dan 30 april - een onvergetelijke dag. Samen met de vicaris
van het bisdom zijn we ‘s morgens rond 7 uur vertrokken voor een eerste
kennismaking. Wat ons meteen opviel was dat hele dorpen veranderd, of gewoon
verdwenen, zijn in een grote wildernis. Geen enkel huis meer te zien langs de
weg.
Op de missie alleen nog de woonhuizen van onderwijzers en
een paar huizen van verplegend personeel. Veel gebouwen zonder dak. Het
woonhuis van de paters staat nog overeind, maar alles is geplunderd of kapot
geslagen. De meeste deuren gestolen en bijna alle ruiten kapot.
Alleen wat
papieren rommel op de vloer. Alle meubels en bedden weg of resten van kapotte
tafels en kasten. De meeste wastafels gestolen of kapot geslagen. Eén klooster
van de zusters is afgebrand, en het andere voor het grootste deel zonder dak.
In het ziekenhuis is alles gestolen of vernield en de
meeste gebouwen zijn dakloos. De kerk is min of meer in goede staat: een deur
afgerukt, het altaar kapot en alle beelden in stukken op de grond. De sacristie
helemaal leeg, zelfs de kelken en cibories zijn verdwenen, alsook alle gewaden
van priesters, misdienaars, enz.
Hoewel er niemand meer op de missie woont, was de kerk
bijna vol met mensen uit de omgeving. Een zeer indrukwekkende en ontroerende
eucharistieviering, na ruim een jaar zonder priester. Op 9 mei zou ik daar
teruggaan voor het doopsel van volwassenen en van kinderen en om huwelijken in
te zegenen. Maar de weg was te onveilig. De rebellen hadden op de Blauwhelmen
geschoten en er een gewond.
De legerleiding van de VN heeft toen besloten die twee
kampen van de rebellen te sluiten en te vernietigen; grondtroepen en
pantserwagens, bijgestaan door een gevechtshelikopter, hebben ze de strijders
achtervolgd. Een week later was de weg weer veilig en ik ben toen op 16 mei er
heen gegaan.
De bevolking begint terug te keren. Op het ogenblik zijn
ongeveer zestig families teruggekeerd; d.w.z. meestal mannen. De vrouwen en
kinderen komen later. Ze wonen voorlopig in de huizen van de onderwijzers en
het verplegend personeel. Eén groep is in het huis van de zusters gegaan, d.i.
het gedeelte dat nog een dak heeft, en anderen zijn in de schoolgebouwen
gegaan.
We doen nu een beroep op hulporganisaties voor
medicijnen, huisvesting en om de waterbron te herstellen en twee bruggen; ook
zoeken we landbouwgereedschap en zaaigoed. In Kinshasa hebben alle krijgsheren
een vredesakkoord getekend. Het grote probleem blijft de ontwapening en de
reïntegratie van al die soldaten. We hopen maar dat het akkoord wordt gerespecteerd.
Hoop doet leven.
Het geloof, de moed, het doorzettingsvermogen en de
overlevingskunst van onze mensen is voor ons een stimulans en een aanmoediging
om door te gaan en trouw te blijven aan onze roeping.
Willy Delen schrijft vanuit Oeganda:
Eind augustus gaan we de Hima-parochie definitief
verlaten en de parochie doorgeven aan onze opvolgers, maar we weten nog niet
wie die zijn. De bisschop zoekt nog naar een andere missiecongregatie om
ons werk hier voort te zetten, maar dat zal niet meevallen.
Gelukkig krijgen we drie nieuwe priesters voor ons bisdom en daar hebben we op
gewacht. Een probleem is echter dat alle jonge diocesane priesters verder
willen gaan studeren in Europa, en daar dan vele jaren blijven hangen, waardoor
de parochies onderbemand zijn. De bisschop vindt het moeilijk om “nee” te
zeggen want hij heeft zelf ook in het buitenland gestudeerd. Egidio kwam heel
vaak met John Kakubi en Hillary naar Totteridge toen wij nog in Londen zaten.
De diocesane priesters hebben het financieel niet makkelijk en hopen door
studies in Europa wat weldoeners te kunnen vinden.
Van Daan van Berkel uit Oeganda
De laatste paar maanden voelde
ik me met minder energie dan ik gewoon was. De dokter ter plaatse verwees me
door naar Nsambya-Kampala. Er is iets met de lever ? met de gal ? of met wat ?
De radioloog vond wat vreemde groeisels, en die vragen om verder onderzoek.
Mijn confraters hebben me aangeraden
om naar huis te gaan: “Als het niet serieus is, ben je zo weer terug; is het
wel serieus en het vraagt om behandeling, dan ben je daar beter af dan hier.”
Zo een standpunt is begrijpelijk alhoewel ik er niet achter stond. Ik heb er
met de dokter over gesproken en die vond het ook: “Als je de kans hebt, ga naar
Holland.” Dus ik heb de knoop maar doorgehakt. Binnenkort zie je me dus
verschijnen.
Van Gerard Maesen uit Benidorm, Spanje
Nu mijn eerste termijn hier in Benidorm bijna voorbij is,
denk ik even aan de toekomst. Het is voor mij een hele mooie ervaring geweest
om hier in Benidorm pastoor te zijn voor de Nederlanders en de Vlamingen.
De kerkdiensten werden heel goed bezocht en de mensen
waren zeer actief bij de eucharistievieringen betrokken. In de maanden januari
en februari, als hier de meeste Nederlanders en Vlamingen zijn, moesten stoelen
bij gesleept worden om allen een zitplaats te geven. Verder is het ook
interessant om iets mee te krijgen van de aard van leven van de Spanjaarden.
Het geloof speelt een belangrijke rol in hun leven en zij
beleven het op hun eigen “Spaanse” manier die best de moeite waard is om te
ervaren. Ik ben dan ook erg blij met mijn persoonlijke beleving hier en ben dan
ook vast besloten om het volgende seizoen mij weer beschikbaar te stellen.
Een artikel uit een krant door Aranca Janssen.
Burkina Faso is dankbaar voor werk van
Veghelse missionaris
Drie broers van de Veghelse familie Franssen: één werkt als missionaris in
Solenzo, één in Wijchen en één in Veghel. Gerard: “Onze broer Harrie vertrok
meteen na zijn wijding als pater naar Afrika. Hij werd daar missionaris.
Hoewel hij nu 70 jaar is, is het een moderne zendeling. Het maatschappelijk
welzijn van die mensen vindt hij belangrijker dan dat van zichzelf.”
Zo haakte Harrie vorig jaar opnieuw in op een eerste levensbehoefte
van de Afrikanen. “In Solenzo was geen goed drinkwater”, zegt Gerard. “Niet
denkbaar voor hier. Het water was zo zwart als roet, kun je nagaan hoe vies het
was.”
Actie.
Tijd voor actie! Pater Harrie schakelde zijn thuisfront
in om aan geldmiddelen te komen. Gerard neemt zelfs het woord “schooien”
in zijn mond. “Samen met broer Sjef heb ik zowat heel de familie,
vrienden en nutsbedrijven aangeschreven. De eerste financiële injectie moest
van ons komen.
De Franse organisatie Bilance zou na een goede start het
bedrag met 80.000,- gulden verhogen.” De “schooierij” werd een succes: 180.000,-
gulden werd ingezameld.
Pater Harrie kon aan de slag, samen met de inwoners van
het dorp. “Dat is het belang van alle acties in de ontwikkelingslanden. De mensen
daar moeten er zelf mee aan de slag. Je kunt wel iets hypermoderns in zo¹n dorp
willen zetten, maar dat schiet niet op. Ze bezitten niet over de kennis. Alles
moet stapje voor stapje.
Een technisch dossier werd opgesteld en alle mannen
moesten meewerken om de waterleidingen uit te graven. Een watertoren werd als
een reservebron opgesteld. Vanuit die toren werden in het dorp acht tappunten
aangelegd. “Mensen liepen voorheen één uur met een grote teil op hun hoofd om
water te halen. Door het waterproject heeft het dorp nu acht tappunten waar mensen
water kunnen halen.”
De inwoners kregen niet alleen extra watervoorziening. Ook werkvoorziening. De
acht tappunten worden gecontroleerd: wie haalt er water en hoeveel? “Onder meer
gehandicapten worden ingezet als een soort beheerders van de tappen.”
Na ruim een jaar was er drinkwater in het dorp. Alle
inwoners van Solenzo waren bijzonder dankbaar. “Uit brieven citeert Harrie wel
eens uitspraken, zoals deze van de burgemeester: “Ik heb heel mijn leven al
water gedronken maar nog nooit zo lekker als dit.” Mensen zagen ons toen wij
daar waren, als écht waterkoningen. “Een onbeschrijfelijk gevoel”, verteld
Gerard.
Ken Lantman in “EN TOCH” van maart 2004.
Over Joop Rieter in Heythuysen: Als Witte Pater heeft hij
zijn leven gewijd aan het missionaire leven. Van 1949 tot 1967 was hij
missionaris in Guinee, vanaf 1969 in Mali. In 1970 moest hij om
gezondheidsredenen naar zijn geboortegrond Venlo terugkeren.
Vanaf 1973 functioneerde hij op verschillende plaatsen
als parochieassistent (Maasniel, Heerlen) - met een bisschoppelijke aanstelling
overigens - en gaf hij mee vorm aan een eigentijdse kerk in de
samenleving. Menselijk contact was voor hem belangrijker dan het sacrale gebaar
- contacten waarvan hij leeft en waarover hij met intens genoegen kan
vertellen.
Ongeveer zeven jaar geleden is Joop Rieter vanwege de
steeds verslechterende toestand van zijn ogen verhuisd naar St. Charles in
Heythuysen, een kloosterbejaardenoord van de Witte Paters. Hij heeft toen ook
de administratie van EN TOCH... overgedragen.
Maar hij gaat nog graag buiten de deur om nieuwe
inspiratie op te doen. Zo is hij geregeld te gast bij de vieringen van de Jonge
Kerk in Roermond, en participeert daar aan het huiskamerproject. Ook neemt hij
al jaren deel aan het joodse leerhuis, waarin dit jaar de oermoeders zoals
Sarah op de rol staan.
Voor hem is en blijft de kerk van het Godsgeloof van
Abraham en Sarah overeind staan. Het is een God van vertrouwen en liefde die
altijd met de mensen meetrekt. Vanuit dat ideaal van geloven wil hij leven, en
dit overbrengen op de mensen, die hij op zijn levenspad ontmoet. Zoals de
asielzoeker die bij toeval in zijn kamer terechtkwam. Misschien - zo moet hij
toegeven - zijn de tijden minder geschikt om kritisch te zijn, geloven op de
manier van Abraham en Sarah blijft altijd een uitdaging. Een uitdaging die
positieve berichtgeving als in EN TOCH... rechtvaardigt.
De laatste jaren is onze oud-redacteur minder in staat geweest het blad achter
elkaar te lezen. Wel legt hij achteloos een velletje op tafel dat hij ooit
geschreven heeft. Het papier verraadt tenminste een ouderwetse typemachine en
carbonpapier. Maar het laat de continuïteit in zijn levensloop zien - met iets
meer Sarah er in dan vroeger misschien - en hij geeft als oud-redacteur deze geloofsbelijdenis
graag aan de lezers van EN TOCH...mee.
EN TOCH...
Ga ik, missionaris,
verder binnen de Kerk,
vanuit het Evangelie,
naar mensen toe.
Ik ben naar negers gegaan:
ik leerde hun taal en hun cultuur,
waarna wij samen
de Blijde Boodschap
konden verstaan en
in hun leven plaatsen.
Jezus roept mensen, blinden, stommen, doven,
vissers, e.a. buiten hun eigen, besloten kringetje
(leefgemeenschapje).
Dan kunnen zij Jezus’ boodschap verstaan,
zijn uitnodiging “Doe als ik” aanvaarden.
Daarom ga ik TOCH VERDER
binnen de Gemeenschap van Christus,
ook via mijn Bisschoppen
naar Curie en Paus toe:
Laten wij samen gaan VERDER
vanuit Gods boodschap.
Joop Rieter
Webmaster-NL |