DE SCHAKEL, no. 350
(oktober 2003)

VAN DE PROVINCIAAL

Beste medebroeders,

Het was een hete zomer, in Europa. Veel mensen hebben er echt van genoten. Overal gebruinde gezichten. En lange rijen fietsers in luchtige zomerkleding. Eigenlijk begon het stralende weer al in Februari. Toen was het wel koud, maar de zon scheen bijna elke dag. In april was het wat minder. Maar na wat buiig weer brak de lente in groene glorie uit. En van mei af aan werden we verzadigd met zon en zomer.

Maar licht werpt ook schaduwen. Grote bosbranden in het zuiden van Europa. In Frankrijk duizenden doden door uitdroging en ademnood. De akkers snakten naar wat regen. De dijken vertoonden scheuren. En de ecologen vermoedden dat de hitte deels door ons misbruik werd veroorzaakt, zich zal herhalen en de voorbode zou kunnen zijn van veranderingen van klimaat. En dat zou op de duur wel eens verwoestende gevolgen kunnen hebben voor de natuur en zo voor de leefbaarheid in onze gewesten.

Een warme zomer.

Uit Afrika berichten van de intrede in de Sociëteit en wijdingen van jonge mensen van wie ik er verschillende kende. Jose Marques en Luisito Poe: bij mijn weten de eerste Braziliaan en de eerste Filippino in onze gelederen.

In hoogzomer: zwaluwen die hopelijk een lente van groei aankondigen.
Oswald Mallya, een jonge Tanzaniaan, die als stagiaire resoluut de kant van de armen koos en moedig het bedrog van duistere tovenaars aan het licht bracht.
Sosthene Palm die een vrouw, vals beschuldigd van hekserij, in bescherming nam tegen zijn eigen dorpsgemeenschap in.
Vabie Tredou die zijn
maakte in Sudan: in een land waar fundamentalisten onze jonge mensen niet bepaald verwelkomen...
Berichten ook van jonge medebroeders die in Oost-Congo alles kwijt raakten door plundering, maar toch hun mensen niet verlaten en staande blijven temidden van onrecht en geweld: "Ik hoop dat de mensen iets van Gods trouw bespeuren in onze weigering om ze in de steek te laten."
Anthony Baaladong die na een succesvolle periode als manager van een grote middelbare school in Lumumbashi, nu staflid wordt van ons vormingshuis in Nairobi

...Hartverwarmend!kern;nederlandse artiest

Een verzengend hete zomer ook:

Gruwelijke berichten over stammenoorlogen in Bunia waar Jan Mol en Harrie van de Ven bij betrokken waren.
Met krantenberichten over bloedige onlusten in Liberia; over voortdurend en zich uitbreidend geweld in Noord-Uganda. Daar viel "the Lord¹s resistance army" ook de Tesostam en de parochie van Peter van de Heuvel binnen.

Berichten over duizenden ontvoerde kinderen. Over kindsoldaten met traumatische ervaringen. Over rebellenbendes van drugsverslaafde jonge mannen.
Over honderdduizenden weeskinderen door de aids-epidemie.
Over de afbraak van rechtszekerheid en het instorten van de economie in Zimbabwe door de machtswellust van een eenling en zijn trawanten...

Met als bijna enig lichtpunt de houding van katholieke bisschoppen als Francis van Monrovia, Ncube van Bulawayo, Paride Taban in Sudan en de Anglicaanse bisschop Ojwang van Kitgum, Uganda......

Een hete zomer.

Ook van het nieuws van de officiële kerk wordt je niet altijd vrolijk. zoveelste uitzichtloze verbod van intercommunie.

* Tijdens de
internationale bidweek voor de eenheid was de beurt voor de gezamenlijke dienst aan de protestantse kerk in Dongen. Het koor van de katholieke kerk - allemaal gewone Brabantse mannen en vrouwen - zong. Het was een avondmaalsviering waarin de katholieke pastorale werker preekte en de dominee voorging. Zonder enige aarzeling gingen ook alle aanwezige katholieken te communie.

* Een bikkelharde afwijzing van het zgn.
homo-huwelijk. Nu kun je twisten of je elke zegening over mensen, die elkaar levenslang liefde en trouw beloven, een huwelijk moet noemen. Maar in de hele tekst geen enkel woord van erkenning of bemoediging. Een betroffene schrijft in The Tablet: "Ik probeer mijn band met Jezus Christus te verdiepen ... Maar de kerk, waarin ik opgroeide, zegt dat ik ontaard ben. Mijn verhouding met mijn vriend is echter een liefdesrelatie. Het is goed voor mij, voor hem en voor onze omgeving. Het doet niemand enig kwaad...."

En in een ingezonden brief in het Brabants Dagblad: "Je kunt in de katholieke kerk alles laten wijden: gipsen beelden, water, huisdieren, auto¹s.... maar niet je liefde voor je levensgezel."

Een warme zomer.

Ik ben begonnen wat uit te helpen in een "pastorale eenheid" van zeven kerkdorpen hier in de buurt van Dongen. Maar een enkele priester en een diaken. Slechts vier pastorale werkers. Maar honderden vrijwilligers: van zangers en kosters tot mensen, die kinderen voorbereiden op de sacramenten, die liturgie vieren, in avondwakes voorgaan. En daarvoor in hun vrije tijd cursussen volgen, die de kerken versieren en schoon houden tot mensen die de boeken bij houden en op huisbezoek gaan. Van leden van M.O.V.-groepen en actiegroepen voor migranten tot kerkbesturen....

Ik werd opgebeld door de pastorale werkster. Ze had nergens een priester kunnen vinden voor een huwelijksfeest. Ik kon. Zij en ik hadden elkaar nog maar een keer ontmoet. Ze tastte voorzichtig af wat volgens die nieuwe pater kon en niet kon. Na het boekje doorgenomen te hebben vroeg ze aarzelend hoe het moest met de huwelijkszegen. "We strekken onze handen over hen uit. Ik bij de bruid en u bij de bruidegom," stelde ik voor. "Prima," zei ze opgelucht. "Ik vind dat zo bijzonder: zo pas na de uitwisseling van de huwelijksbeloften stralen ze gewoonweg van liefde. De binnenkant van mijn handen worden er soms helemaal warm van." "Nou, Mirjam,"zei ik, "Ik kom uit de Kop van Noord-Holland. Daar heb ik niet zo¹n last van." Optrekken met dit soort mensen, die de christengemeenschappen met toewijding gaande houden, is hartverwarmend.

Nog een mooie nazomer. Daarna de herfst. Dan gaan de bladeren vallen. Maar ook dan koesteren de kale bomen verborgen, nieuw leven. Hoop: onverwoestbaar. Leven sterker dan de dood.
Met hartelijke groet,                                                            

Piet Kramer

EEN NIEUWE GENERATIE MISSIONARISSEN VAN AFRIKA  M/V)Evelyne Rooijmans, mba

De Missionaire Beweging van Afrika bestaat nu zo een vier jaar. Wij zijn inmiddels beter bekend als de MMA - de Engelse afkorting van Missionary Movement of Africa. Wij zijn een groep van zeven personen uit België, Nederland en Duitsland, die vanuit heel verschillende ervaringen en situaties één ding delen: wij voelen ons aangetrokken tot het charisma van Lavigerie en willen daar iets mee in ons leven.

We willen daar "iets" mee in ons leven..... maar wat dan? Wat is lekenspiritualiteit eigenlijk? Hoe zou de samenwerking met WP/WZ eruit kunnen zien? Hoe kunnen we meer mensen aantrekken? Richten we ons op Afrika of op Europa, of op beide? Vragen waarop, na vier jaar en heel wat aftasten, zich de antwoorden beginnen af te tekenen. Tijdens zo¹n vier à vijf weekenden per jaar delen we onze ervaringen, vieren we samen, verdiepen onze spiritualiteit en geven de gemeenschap gestalte. De reis- en verblijfkosten voor die weekenden betalen we in solidariteit met elkaar; een Witte Zuster en een Witte Pater trekken met ons op, en regelmatig geeft er een WP en/of WZ goede input over een bepaald thema.

Hoewel we de droom van een gezamenlijk project in Afrika zeker niet loslaten, richten we vooralsnog onze aandacht op dicht-bij-huis. In België heeft de MMA Karibu overgenomen van de Belgische WP. Karibu is een huis waar studenten uit allerlei landen Afrika onder de aandacht willen brengen in de Leuvense studentenmiddens. Sinds een jaar woon ikzelf in de gemeenschap van drie WP in de Schilderswijk in Den Haag. Doel van deze gemeenschap is aanwezig zijn temidden van de verschillende culturen en gemeenschappen in de wijk, en door die aanwezigheid Œsmeerolie¹ te zijn voor onderlinge samenwerking. Andere leden geven op hun eigen plek vorm aan missionair engagement, of dat nu in de parochie is, op de werkplek, of in hun directe omgeving.

Ik werk in de ontwikkelingssamenwerking, waar mijn passie voor Afrika voldoende aan bod komt. Daarnaast ben ik lid van een bezoekgroep die illegale vrouwen opzoekt die gevangen worden gezet in Scheveningen. Wonen in de Schilderswijk is ook al enigszins tegendraads: je geeft toch een stukje wooncomfort op om je solidair te stellen met degenen die aan het kortste eind trekken. Maar gelukkig ben ik niet alleen! Het is verheugend te zien hoeveel mensen zich inzetten voor illegalen en kansarmen.

Ook mijn drie huisgenoten, al zijn ze ook een flink stuk ouder dan ikzelf, zetten zich in voor de wijk, vluchtelingen en allochtone gemeenschappen. Evenals voor hen is ook voor mij het evangelie mijn inspiratiebron; het delen van gebed, ervaringen, visie en eenzelfde hartstocht voor Afrika, is een bron van leven en energie. Maar het zou natuurlijk wel fijn zijn als er ook iemand van mijn eigen leeftijd bij zou komen!

Eén van de belangrijkste vragen waar de MMA voor staat is de vraag hoe je missionair engagement concreet vorm geeft in deze tijd, hier, in Europa. Dat is voor iedereen in de groep verschillend. Ik probeer het in mijn werk en in de gemeenschap van Witte Paters waar ik woon. Maar in de praktijk is het niet altijd makkelijk omdat deze nieuwe vorm van missionaris-zijn vraagt dat we in ons eigen levensonderhoud voorzien -een situatie die niet altijd spoort met het leef- en werkritme van mijn huisgenoten.

Vanuit de WZ en de WP in Nederland, België en Duitsland ondervinden we voldoende soepelheid en een open vizier om samen concrete vormen te vinden. En zo gaan we door, want we geloven immers dat de tijd rijp is om te zoeken naar en gestalte te geven aan nieuwe vormen van missionaris-zijn.

Als je meer informatie wil, of "Stapstenen" wilt ontvangen (een tweemaandelijks A4-tje met inspirerende inhoud), stuur dan een mail naar
rooijmev@hotmail.com  

Eveline Rooijmans.

VAN DE VERGADERTAFEL.

(N.B. De Provinciale Raad komt iedere maand bijeen, om de verschillende problemen van de Missionarissen van Afrika in Nederland, en in Europa/Afrika te bespreken. U begrijpt dat deze niet hier gepubliceerd worden. Eén uitzondering willen we wèl maken: toen er over het Economaat van de Witte Paters gesproken werd, spraken de leden van de raad hun waardering uit naar Pater Martien van de Ven !)

Martien van der Ven

"En nu we het toch over het economaat hebben,
Pater Martien van de Ven is vertrokken. Terug naar de Wasukuma in Tanzania. Met grote bereidwilligheid heeft hij het economaat gaande gehouden na de ziekte van de Econoom Pater Jan Bruyns en de plotselinge dood van de Boekhouder Pater Jan Smits. Het heeft toch nog twee jaar geduurd voor hij het werk kon overdragen. Maar het is nu dan toch weer in goede handen: van de Heer Dick Schopman en zijn medewerkers. Er moet nog heel wat achterstallig werk verricht worden. Maar de gang zit er weer goed in. 
Bedankt Martien !"

Vergadering van de PROVINCIALE RAAD in Dongen.

In deze vergadering zijn voorbereidingen getroffen voor het Algemeen Kapittel van de Missionarissen van Afrika, dat in mei 2004 in Rome zal worden gehouden. De documenten, die uit Rome zijn gekomen, worden besproken . En van 02 -06 november vindt het pre-kapittel plaats voor de Nederlandse Provincie van de Witte Paters. De Algemene Overste stelt voor om ter voorbereiding het gebed te bidden dat u hier aantreft:

Gebed voor het Kapittel
mei 2004.

Gezegend zijt Gij, Vader van
onze Heer Jezus Christus,
die ons vervult met zegeningen
in verbondenheid met de Geest.

Wij willen U vooral danken voor de Liefde
waarmee U de Afrikanen bejegent,
en voor de missionaire opdracht
die U aan onze Sociëteit hebt toevertrouwd,
in dienst van Uw Koninkrijk.

Sta ons bij
in deze periode van voorbereiding
op het aanstaande Kapittel.
Geef ons inzicht, en maak ons attent en ontvankelijk
voor de signalen die ons bereiken vanuit Afrika.
mosaique ND d'Afrique Cimetiere de Montrouge Paris
Maak ons bedachtzaam in ons nadenken
en in onze besprekingen;
en maak ons vrij van onzekerheid, angst en twijfel.

Vervul ons van Uw Geest, van scherpzinnigheid,
nederigheid en naastenliefde.

Open onze harten, en breng tot een goed einde
datgene wat U met ons begonnen bent.
En geef aan ieder van ons
hernieuwde ijver en enthousiasme.

Onze Lieve Vrouw van Afrika,
wees met ons, en begeleid ons
op onze weg.
Amen.


JUBILARISSENDAG 2003.

Volgens velen met mij was het een geslaagde bijeenkomst om dankbaar te gedenken dat sommigen onder ons veertig, vijftig, zestig, en één zelfs vijf en zestig jaren in verbondenheid met de Sociëteit hun leven gevuld hebben als Missionaris van Afrika. Bijna alle in Nederland verblijvende jubilarissen waren aanwezig om samen met anderen in dank en vreugde terug te zien op de voorbije jaren.

Het officiële gedeelte van de dag begon met een gezongen Eucharistieviering, waarbij Paul van Thiel alle registers open trok om de jubelzangen tot hun recht te laten komen. Tot prettige verrassing voor velen hield
Ger van Dieten, zelf gouden jubilaris, op verzoek van de provinciaal de feesttoespraak. Aan de hand van de scheppingsverhalen met een beeldende uitleg over het woord boetseren maakte hij duidelijk, met hoeveel liefde en inspanning God ons tot stand heeft gebracht. Verschillende toehoorders hebben er van genoten.

Samen met deze viering was het laatste deel van deze gedenkwaardige dag voor mij een
hoogtepunt. Een waardige climax om deze dag te besluiten. Vier confraters, allen min of meer kersvers uit Afrika, brachten verslag uit over de ontwikkelingen van ons levenswerk na ons vertrek uit die contreien.

De eerste die het woord nam,
Harrie van de Ven, bracht ons de laatste berichten over de trieste toestand in en rond Bunia. Een van zijn laatste opmerkingen trof me sterk, Ik heb ervaren dat we het met veel minder kunnen doen dan we denken. Dat was n.a.v. de dagen die hij samen met enkele andere missionaire krachten doorgebracht had in het huisje van een parochiaan, toen hun eigen huis was leeggeroofd.  

Daarna kwam
Daan van Berkel ons iets vertellen over zijn aandeel in de opleiding van aankomende medebroeders in Jinja. Het is wonderlijk zoals die jonge kerels van diverse rassen en talen elkaar daar in Oost Afrika vinden. Zienderogen ontwikkelen ze zich en verbreden hun visie. Samen beginnen ze de lange weg van negen jaar naar het missionarisleven. Het is persoonlijke vorming, werk in communiteitsverband en in kleine groepen.

Vooral de contacten met de vier leden van de staf, ieder met hun eigen kleine groep, blijken een goede formule te zijn. Filosofie studeren ze op de voormiddag in een consortium met andere orden en congregaties op loopafstand van het eigen huis. Thuis worden de middaguren benut voor hun speciale vorming tot Missionaris van Afrika. Het geeft een hoopvol beeld voor de toekomst. Van meet af voelen die jongens zich als onze erfgenamen met dezelfde inzet.

Toon van Kessel gaf uitleg over de kleine basisgemeenschappen in Zambia, waarin de dorpsgroepen leren op eigen benen te staan.

Gerard Smulders tenslotte gaf informatie over de ontwikkelingen in het bisdom Wa in Ghana, waar eigen wijze de Kerk tot zelfstandigheid groeit. De parochianen organiseren het hele kerkgebeuren. Vanwege de mindere druk van boven af groeit er een openheid van de leken naar hun priesters toe. De Geest van God waait over Afrika. Het zijn hoopvolle geluiden over de activiteiten, waarvoor wij allen mede de grondslag hebben gelegd.                                  de Bekker


ONZE VERLOFGANGERS

De meeste medebroeders die in de zomer-maanden enige tijd op vakantie waren in Nederland, zijn weer vertrokken naar Afrika en naar India, naar Rome en naar Jeruzalem.

Martin van de Ven die op 14 augustus 2001 arriveerde voor een normale vakantie van drie maanden, heeft eindelijk op 17 september kunnen vertrekken.
Harrie van de Ven is nog steeds wachtend op het groene licht om terug te kunnen keren naar Congo.
Zijn in juli aangekomen:
Jozef de Bekker uit Katiola in Ivoorkust; Martin Balemans uit Tamale in Ghana.

In augustus is aangekomen: Jan Mol uit Kongo (sabbatjaar)
In oktober verwachten we   Ben Vulkers uit Nzera in Tanzania.

ONZE OVERLEDENEN

Pater Frans van Roessel
   augustus 2003Frans van Roessel +

Frans werd geboren in Tilburg op 23 juni 1927, en op nog jeugdige leeftijd vertrok hij naar het kleinseminarie van het Bossche bisdom. Uiteindelijk ging zijn voorkeur uit naar de missie en hij kwam bij de Witte Paters. In zijn studiejaren was hij een verbeten werker omdat hij moeite had met de studie en toch met alle geweld bij wilde blijven. Hij werd missionaris op 22 juli 1953 en op 10 juni in het jaar daarop priester. Een paar maanden later vertrok hij naar Zambia om er pastoraal te werken in het bisdom Mansa. Hij vond het fantastisch om binnen de kortste keren zijn studieboeken te kunnen verwisselen voor bananenbomen. In een aantal parochies heeft men hem er leren kennen: Chibote, Kasaba, Mansa, Rosario en andere. Hij was een ijverig priester die graag op sjouw was in de dorpen, maar op zeker ogenblik werd hij geroepen om assistent te worden van de diocesaan econoom, daarna werd hij de econoom van een middelbare school. Hij voelde zich kennelijk goed thuis achter een bureau op een kantoor.

Psychisch robuust was hij niet - hij vond het moeilijk zich te ontspannen en zodoende kreeg hij moeite met benoemingen die verhuizing met zich mee brachten, het moeten wennen aan andere plaatsen en andere mensen. Frans was open genoeg om dat in zichzelf te bespeuren. En zo, tenslotte, besloot hij om terug te keren naar Nederland. Met de loop der jaren verloor hij de greep op wat er gebeurde. Na een aantal jaren te hebben geleefd in onze eigen gemeenschappen in Tilburg en in Heythuysen, moesten we hem uit handen geven. In het verpleeghuis ŒHornerheide¹ in Haelen leek hij meestal goed gehumeurd, zeker ook vanwege de goede verzorging. Daar is hij na een korte ziekte overleden.

 
Pater Leo Zeinstra : 21 septemberLeo Zeinstra +

Geboren op 14 november 1919 in het dorp Almenum, gemeente Barradeel (Friesland) wilde Leo priester-missionaris worden bij de Witte Paters, en kwam daarom in 1933 naar Sterksel om er de voorbereidende studies te beginnen. In 1945 verbond hij zich aan de Sociëteit door de eed van gehoorzaamheid en werd op 24 mei 1947 priester gewijd. Benoemd voor missiewerk in Nyassaland, het Malawi van tegenwoordig, in Centraal-Afrika, arriveerde hij er begin oktober 1947. Met een aantal korte onderbrekingen voor verlof in Nederland verbleef Leo hier twee en veertig jaar lang in verschillende bisdommen, maar toch vooral in dat van Dedza. Hij was een oerharde werker, altijd onderweg te voet, per fiets en later op de motorfiets om de mensen op te zoeken in de dorpen en hen te helpen op zowel geestelijk als materiëel gebied in zoverre dit mogelijk was. was een gevoelig mens al kon hij soms wat ruw overkomen; een man van Œrecht door zee¹, maar toch ook flexibel genoeg om standpunten van anderen te accepteren. Hij leefde heel sober en de deugd van armoede had bij hem een echt Nederlands tintje van zuinig zijn. Ook al was zijn gezondheid als regel niet al te goed, hij was toch een echte doorzetter. Toen hij het in 1983 vanwege zijn slechte gezondheid niet meer zag zitten en in Nederland wilde blijven, besloot hij tóch weer terug te gaan om op het provincialaat in Lilongwe voor de vele gasten te zorgen. Hij deed er uitstekend werk en toonde zich de man met het gouden hart. Steeds slaagde hij er in om het de vele gasten, d.w.z. vermoeide medebroeders en andere missionarissen, naar de zin te maken. Velen hadden met hem van doen.

In 1989 kwam hij voorgoed naar huis waar hij in ons bejaardenhuis te Heythuysen een aantal rustige jaren heeft kunnen doorbrengen. Op vrijdag 19 september voelde hij zich onwel en spoedig daarna, t.w. op zondag 21 september, verwisselde hij dit leven voor het eeuwige.

Bericht heeft ons bereikt over het heengaan van:

Dhr. H. Visser, overleden 09 juni te Rosmalen, zwager van overleden pater A. de Vos.
Dhr. Ad v. d. Hout, op 19 juli in Tilburg, van overleden pater W. v. d. Hout.
Dhr. A. Ideler, overleden op 05 augustus te Eindhoven,vroegere medebroeder.
Mw. Maria de Bekker, overleden op 09 augustus in 's-Hertogenbosch; zus van overleden pater E. de Bekker.
Dhr. J. Dielemans, overleden op 6 sept. tijdens vakantie in Spanje, broer van overleden broeder K. Dielemans.
Dhr. N. L. Vernooij, overleden op 30 augustus te Elst,broer van pater H. Vernooij.
Dhr. Wim Tolenaar, overleden op 08 september te Houten;penningmeester Oud-Studenten WP vereniging.


NIEUWS

Vanuit Zuid-Afrika.Geert Groenewegen m.afr.

Ik schrijf vanuit een land van tegenstellingen welke je langzaam moet ontdekken en op een rijtje krijgen. Er is voor de buitenstaander het toeristisch Zuid-Afrika met het Krugerpark en de wilde beesten. Hier gaat het om low density and high quality, d.w.z. je betaalt een fortuin en wordt in de watten gelegd, maar het is zo duur dat er maar weinigen op af komen. Men vertelde mij dat je in sommige "lodges" in het park zo¹n 1500 euro per dag betaalt. Nu, daar kunnen hier drie families een heel jaar van leven.

Zo kom je onmiddellijk bij de
andere kant van de medaille: de grote onderkant van de maatschappij die ruim de helft uitmaakt en die onder de armoedegrens leeft. En die grens is hier laag. Ze leven vooral op het platteland en dan weer vooral in de voormalige "bantustans" of "thuislanden" waar geen droog brood te verdienen valt en mensen er dus op uit moeten trekken om iets te verdienen.

Dat betekent 's morgens zeer vroeg van huis en 's avonds laat terug. Hier in de stad zie je op alle straathoeken mensen die hopen dat iemand voor hen een karweitje heeft. Dat betekent uiteraard nogal wat
criminaliteit. Deze week nog kwam onze huismoeder uit de bank en werd overvallen door drie gewapende boeven die haar alles afnamen.

De kranten staan dus vol van allerlei
overvallen en geven inlichtingen hoe de schade te beperken. Je moet dus goed op je tellen passen. Ik wilde centraal Johannesburg wel eens bezoeken, maar iedereen heeft dat tot nu toe als te gevaarlijk van de hand gewezen.
Moet je
ergens naar toe, dan ga je er zonder te twijfelen op af zonder ooit de weg te vragen. Iedere aarzeling wordt opgemerkt en uitgebuit. Ik heb het zelf nog niet ervaren en wacht dus maar af.

Een ander dagelijks krantenonderwerp is de
corruptie aan de top. Het land is nu tien jaar op eigen benen en moet dus nog groeien in democratisch gedrag. De pers is een beetje de waakhond en doet dat aardig al heeft de regerende partij wat moeite om haar eigen leden aan te pakken.      Geert Groenewegen

Vanuit 's-Hertogenbosch.

Geen titel ... wel een knipoog! Heb je dat ook wel eens? Je wilt een artikel schrijven, maar je kunt geen titel vinden... geen opschrift. Nou, daar zit ik nu mee. Dus ik begin zo maar.

Was het met Kerstmis 1955 of 1956 dat Mgr.Durrieux, die toen
algemeen overste was, de Nederlandse provincie bezocht? Hij moet natuurlijk het provincialaat aan de Burgakker in Boxtel hebben bezocht. De kamer van de provinciaal had wel twee ramen (zo groot was de kamer dan ook wel), maar samen met het slaapkamertje ernaast was het toch geen riant verblijf.

Het
economaat zat in de tuin in een houten loods (ook zo 'n soort onderkomen voor "pauvres missionaires". En de secretaris had een werkkamer, dat tevens slaapkamer was, en waar hij ook nog een postzegelbedrijfje was begonnen. Ik denk dat de Algemene Overste op dat pand niet veel aan te merken had.

In
's-Heerenberg ging het anders. Mgr.Durrieux kwam de kapel binnen om voor te gaan in de nachtmis van Kerstmis. Hij zou dus ook in het priesterkoor (zoals in die tijd te doen gebruikelijk was) met de liturgische gewaden bekleed worden.

Nauwelijks bij de troon aangekomen floepten alle lampen uit. Rode oortjes voor broeder Leo Kurstjens, die dus maar moest zien om het weer goed te krijgen. En dat lukte. Rode oortjes ook voor pater Maurice Pageault (de man van de liturgie en dus ceremoniemeester), die een paar keer te horen kreeg, "trop tard"! En opgetrokken wenkbrauwen bij de dirigent die later te horen kreeg dat hij scholastieken die niet meezongen, maar op hun knieën moest zetten (was ik zo¹n watje?) De overste (pater Miel Geurts) vertelde later aan zijn scholastieken niet zo veel over dat bezoek, maar wel dat de eikenhouten lambrizering in de refter weg moest (té rijk voor arme missionarissen!).Een puntjes-op-de-i-visitatie!

In september 2003 bezocht ik voor de eerste keer onze confraters in
Dongen. Ik was in gezelschap van twee zusters: één voor de auto en één voor de rolstoel!
Harrie Schellen had goede koffie gezet. En na een inleidend kennismakingsgesprek en nieuwtjes uitwisselen, leidde Piet Kramer ons rond.

O ja, wat heeft dit allemaal met Mgr. Durrieux te maken? Ja, dat is nu net de slechte gedachte die me bekroop. Ik had die lang vergeten Kerstmis in 's-Heerenberg meegemaakt. En nu dacht ik: Het zou toch wat zijn als ik in gezelschap van "good old bishop Durrieux" hier kon rondwandelen en luisteren naar zijn opmerkingen.

De gang in Dongen is indrukwekkend, vooral door de overwelfde gang! De secretaris (ik ben nog ooit secretaris op de Burgakker geweest) heeft een kantoor dat ruim vier keer zo groot is als het kantoortje op de Burgakker ... en de secretaris hoeft er niet eens te slapen ... en de postzegelzaak van Jan Olthof bestaat ook niet meer (van harte gegund, Frits!)
Als de paters Kersten, Hartman, de Ruyter en van Amelsfoort het kantoor van de provinciaal hadden kunnen zien, dan .... ja, wat dan? Want Piet Kramer heeft een zaal, een "captain of industry" waardig!

Een eetkamer, een zitkamer, een televisiekamer. Ergens hangt een schilderij van de Kardinaal, geërfd van de Broeders van Oudenbosch; als het generalaat dat weet.....! ook een schilderij van Mgr. Sweens; een archief waar René van de Mast en Henk van de Ven nog lang zoet mee zijn. En ik maar denken: Wat zou mgr. Durrieux hier allemaal van denken....?

En dan die
bijeenkomst van de oud-studenten... kan dat allemaal daar? Wel, er is een grote tuin; en bij slecht weer een vergaderzaal, waar ook heel Heythuysen met rolstoelen en rollators in kan. En een kleine tentoonstelling. Mooie dingetjes, die ik vroeger deels in Œs-Heerenberg, deels in Boxtel heb gezien.

Maar wat ik nog nooit gezien had: een joekel van een
onderscheiding die Fred Berlage als education secretary in Zambia had gekregen. Ik had het flegmatieke gezicht van Fred wel eens willen zien toen hij dat ding kreeg! Maar hij had het verdient.

Onze confraters zitten er mooi bij in Dongen. En er is ruimte voor gasten! En als je zo maar overdag komt, voel je je er gewoont huis. Gezellig

Jos Planken 

Vanuit Vorstenbosch.
        
"Ik denk dat dit copyright materiaal is, en dat je het daarom niet zomaar op het internet kunt zetten."
Vier Vorstenbossche missionarissen tegelijk op vakantie in hun geboorte plaats

door A.v.Hoorn

Trots zijn ze in Vorstenbosch op hun acht missionarissen die in verre landen hun missiewerk verrichten. En die trotsheid is terecht, want acht inwoners vanuit een kleine gemeenschap die zich op dit moment nog steeds inzetten voor missionering, tref je in Nederland niet meer aan. Uniek is ook dat vier van de acht tegelijk op dit moment hun vakantie in hun geboorteplaats Vorstenbosch vieren. In het pastoraal centrum (oude pastorie) vond een ontmoeting plaats tussen Jo v.d.Ven (62) en Peter v.d.Heuvel (67) beiden werkzaam in Uganda maar op verschillende missieposten, Jan Somers (62) werkzaam in Tanzania, en nestor Hendrik van Kessel (76) werkzaam in Zambia. Allen behoren tot de sociëteit van de Witte Paters (Missionarissen van Afrika).

Na zijn
priesterwijding in 1966 vertrok Jan Somers naar Geita in Tanzania. Hij begint zijn pastorale werkzaamheden in een grote parochie die bestaat uit 62 buitenposten die nogal ver uit mekaar liggen. Bezoeken worden per motor afgelegd.
De totale bevolking in dit deel van Tanzania bestaat uit 120.000 inwoners waarvan 13.000 parochianen behoren tot de parochie van pater Jan Somers. Sinds 1980 heeft hij hulp van
Pater Vulkers. Ook andere godsdiensten worden hier beleefd, waarbij tovenarij ook nog aan te pas komt.

Sympathiek overigens staat men wel t.o.v. de katholieken. De
eucharistieviering is telkens een groot feest. Het hele huishouden, vaak inclusief de hond, bezoekt de mis waarbij ritmische klanken, zang en dans zorgen voor een kerkelijk feest. Goed geluisterd wordt er naar de preek. "De kerk groeit in Tanzania als ik naar mijn werkgebied kijk. Van jong tot oud doop ik de mensen en aanwas van priesterstudenten is er gelukkig ook", zegt Jan Somers.

Naast zijn pastorale werk spant de pater zich ook in op het
maatschappelijk en sociaal terrein. Invalide mensen leert hij het naaiwerk. Deze cursussen zijn een succes en zorgen ervoor dat deze invaliden uit het verdomhoekje komen waar ze in eerste instantie gewoon ingedrukt worden. Door driewielers en rolstoelen bij elkaar te schooien zorgt hij tevens voor mobiliteit van deze mensen. Allemaal projecten die door Jan Somers zijn gestart. In tegenstelling met zijn andere confraters heeft hij niet zoveel moeite met de inlandse taal. Tanzania kent één landstaal terwijl in andere Afrikaanse landen iedere stam een andere taal heeft.

Pater Jo van de Ven is al 37 jaar als missionaris in Uganda op verschillende posten actief. Maar de laatste zeven jaar is hij neergestreken bij een nomadenstam in Karamajong.
"Vijf ooms gingen mij als priester voor, Hendrik van Kessel is ook een oom, daarom traditie en het avontuur staan mede aan de grondslag van mijn beslissing om voor het priesterschap en missionaris te gaan", zegt hij.

Avontuur maakt hij zeker mee bij
de nomadenstam waar hij nu is neergestreken en waar hij een nieuwe parochie tracht te stichten. De stam (Ngiteper) is door de oerbevolking verdreven naar de bergen. Prioriteit is nu vechten voor hun vrijheid in hun gebied. Dat ze willen vechten voor hun grondgebied bleek toen belastingambtenaren geld wilden innen. Met geweren werden ze verdreven. Na de pijl en boog heeft deze primitieve bevolking zich een geweer aangeschaft.

"Als pastoor heb ik nog niet veel kunnen bereiken. De nomaden zijn niet katholiek en in die zeven jaar heb ik er pas één gedoopt. Om geaccepteerd te worden moet je eerst de taal spreken, die verschrikkelijk moeilijk is om te leren; dat duurt soms wel vijf jaar, dan belangstelling wijden aan hun cultuur. De rollen zijn omgedraaid, niet zij kwamen naar ons, maar wij bezochten hun gebedsdiensten. Ouderling of ouwe wordt je hier genoemd. Gebruiken ze die term, dan weet je dat het goed zit. Nu is er een tweerichtingsverkeer in het beleven van de godsdienst en de leer.
Bruidsschatten worden hier nog in de vorm van koeien meegebracht. Hoe meer koeien des te meer aanzien. Geef de mensen een paar ossen en een ploeg, daar hebben ze meer aan dan aan moderne landbouwmachines die ze toch niet kunnen onderhouden. Via de ouderlingen kennen de nomaden een democratisch systeem. Zij luisteren en nemen na overleg besluiten", zegt Jo van de Ven.

Hij heeft op zijn post hulp van een Duitse collega die neemt het pastoraal werk voor zijn rekening. Jo van de Ven zorgt voor het stichten van klinieken, wegenaanleg en waterputten slaan. Jo straalt een robuust uiterlijk uit en op die manier vertelt hij ook zijn verhaal. Maar dat robuuste zal hij zeker nodig hebben om bij zijn nomadenstam te kunnen overleven.

Een gezapiger indruk maakt pater
Hendrik van Kessel. Sinds 1952 is hij al werkzaam in Zambia. Ook hij bezocht in de volle bloei van zijn leven verafgelegen posten, die vaak per fiets werden aangedaan. Hij vindt ook dat naast de pastorale arbeid aandacht geschonken dient te worden aan het maatschappelijk en sociaal werk, gezondheid en onderwijs van de bevolking. "Je bent niet welkom als gezagsdrager; samen werken aan een toekomst is de juiste weg", vindt de pater.

Om gezondheidsredenen doet hij het nu in Zambia wat rustiger aan. Hij is administrateur en archivaris van het bisdom en vertaler van de vele verschillende talen. Hij vindt het jammer dat de missionarissen weinig indruk hebben kunnen uitoefenen in de stabiliteit van het huwelijk.
Dat geldt ook op het gebied van liegen en niet eerlijk zijn en de corruptie. De andere paters hebben daar een andere kijk op. Veelwijverij past nu eenmaal in hun cultuur - er zijn meer vrouwen dan mannen. Hoe meer vrouwen des te meer aanzien.

Dat
aids voorkomt is verschrikkelijk, dat vinden zij ook. "Behalve bij ons", valt Jo van de Ven in. "Pleegt men overspel en je wordt betrapt, dan kost dat zestig koeien; dan laat je dat wel uit je hoofd. Kan men niet betalen, dan worden andere maatregelen genomen. Liegen of het niet eerlijk zijn wordt geaccepteerd als jezelf maar wat presteert. Iemand die dat niet doet, wordt het wèl kwalijk genomen."

Hendrik van Kessel vindt wel dat men respect toont voor ouderen, dat ondervindt hij nu zelf ook. "Ouderen worden niet aan hun lot over gelaten; zij blijven in de familiekring", zegt hij.

De wat zachtaardiger Peter van de Heuvel is al 42 jaar in Uganda. "Mijn ideaal was inderdaad om priester en tegelijk missionaris te worden".
In
Uganda werkt hij in een gebied dat hoofdzakelijk uit herders bestaat met een parochiebestand van 9000 katholieken verdeeld over 37 dorpjes. Pastorale eenheden verlichten enigszins zijn werk. Beslissingen op sociaal-maatschappelijk terrein, die liggen bij de leiders van een dorp.

In het harde bestaan van een missionaris past eigenlijk niet het zachte karakter van Peter van de Heuvel. "Maar wie niet sterk is moet slim zijn", zegt hij. En die slimheid
hem ten goede in zijn koeienproject dat hij heeft opgericht en dat bestemd is voor de vrouwen. Vergaderingen over dit project zijn belegd met inlandse vrouwen en zo zijn nu 1500 vrouwen in het bezit van een koe. Vrouwen hebben geen inkomen, daarom krijgen zij koeien zodat daarmee enig inkomen kan worden verworven. De man wordt niet in het project betrokken en de koe is van de vrouw. Kalft een koe, dan blijft het kalf achter en de koe gaat weer naar een andere vrouw.

Algemeen constateren de missionarissen dat Afrika een vergeten continent is en dat Afrikanen alles wat van Europa komt beoordelen als rijk. Dat 80% onder de armoedegrens verkeert, alhoewel, mits er geen misoogsten zijn, in het levensonderhoud kan worden voorzien. Dat de onafhankelijkheidsstrijd de corruptie in de hand werkt omdat daardoor de ambtenaren minder inkomen genieten, maar dit op een andere manier via de benedenlaag trachten te verwerven.

Verder vinden zij dat missionering wel zal blijven en zich moet richten op landen waar dat nog maar weinig plaats vindt. Vanuit Europa komen bijna geen missionarissen meer. Gelukkig zijn daar inlandse priesters voor in de plaats gekomen. Ook hier kleeft weer een gevaar aan omdat er priesters zijn die het priesterschap zien als status en daarvan op een verkeerde manier gebruik maken. Maar ook hier geldt, dat als men een goed persoon is, dat niet te kwalijk wordt genomen.

Maar
niet alles is negatief in Afrika; het zou jammer zijn als die indruk wordt gewekt. Er wordt hard gewerkt om de vele problemen uit het slop te halen, zeker in een land waar de president zich daarvoor inspant. "Op geestelijk en godsdienstig gebied is zeker succes geboekt. De kerk leeft in Afrika en is gestabiliseerd. We zijn blij dat we daaraan een steentje hebben mogen bijdragen, zó goed zelfs dat we in feite overbodig raken", zegt Jan Somers.

Nog tot en met augustus genieten de vier Vorstenbossche missionarissen bij hun familie van een welverdiende vakantie, alhoewel zij het druk hebben met het bezoeken van de familie, lezingen geven en in parochies helpen. Een presentje in de vorm van enkele euro¹s wordt hen vaak toegestoken en dat kan weer gebruikt worden in het missiegebied. We zijn goedkoop en brengen nog geld mee ook, vinden ze. Ook de lichamelijke kwaaltjes worden onder handen genomen. Maar ze zijn toch weer blij als de dag van hun vertrek zich aandient en zij hun werkzaamheden in Uganda, Tanzania en Zambia weer kunnen aanvangen.

(overgenomen uit DE BRUG van 31 juli 2003)


Webmaster-NL

Vorige pagina