Contactbrief maart 2005
Contactbrief no. 155. April 2005

Brief van de Provinciaal

      

Beste mensen,

 

Het is al maart en nog ligt de wereld onder een dik pak sneeuw. Bijna Pasen, het feest van nieuw leven, maar de late winter lijkt alle leven  te bevriezen en te bedekken met een witte wade. Maar onder de sneeuw  vergaart het leven zijn krachten. Nog even en de lente breekt door en leven overwint. Daar zijn we heel gerust op. Als deze Con-tactbrief bij U op de mat ligt, dan slaat een waas van  jong groen misschien al door de takken van de bomen heen. Een wonder? Vlassen we er nog op? Of rekenen we er gewoon op? Want zo gaat het immers jaar op jaar. Vinden we het allemaal vanzelfsprekend?  Of verwonderen we ons nog? Als we verleren ons te verwonderen, dan vervlakt het leven  en  wordt ook het geloofsleven sleets. Zonder verwondering zien we het wonder niet meer: het wonderlijke in het  gewone. De  diepte onder de oppervlakte van de dingen. Het ontijdelijke in het alledaagse. De lentebelofte onder de sneeuw. Zonder verwondering  sterven  de dromen en sterft de hoop.

 

Hebben de dromen over een betere wereld hun tijd gehad?. De wereld lijkt harder geworden. Verwondering wordt meer en meer opzij gedrongen door opwinding, sensatie, hype. Een stortvloed van nauwelijks  meer te verwerken informatie dringt zich overal op: vandaag schokkend wereldnieuws; morgen vergeten. Overal vlakke, opdringerige reclame, die oproept tot onmiddellijke bevrediging van opgefokte behoeften. Een bestedingspatroon van steeds meer en meer en groter en duurder: nu moeten we weer allemaal een “aso-bak” !!! Een economie van nooit genoeg. ”Want anders herstelt onze economie niet”, volgens de premier. Een  levensritme van haast en drukte. Een cultuur van rechten zonder plichten. Van non-stop vermaak. Een samenleving van toenemende agressie: in gezinnen en op school. In wijken  en stadions. In parlement en media.  Van vooroordelen tussen autochtonen en allochtonen……

 

Veel wijst op een kortzichtige levenswijze die de natuur bedreigt en ten koste gaat  van goede verhoudingen tussen mensen hier en van het welzijn van  mensen elders in de wereld. Bovendien: geen tijd meer voor bezinning. Geen rust voor dromen; geen innerlijke ruimte voor het visioen van een menswaardiger wereld onder God. Vervreemding van jezelf.  Minder aandacht voor elkaar. Wantrouwen t.o.v. ieder, die anders is….  Leven  verschraalt. Verwondering  bevriest. Voor idealen van een betere wereld worden de schouders opgehaald. “Dromen zijn bedrog”. “Ieder voor zich en God voor ons allen”.

 

Ouwemannenpraat? Misschien. En in ieder geval is het gelukkig niet het hele verhaal. Er zijn mensen, veel mensen, hele volksstammen, die nog wél idealen hebben. En opkomen voor de kwaliteit van het leven.  De opstand in Georgië en de “Oranje-revolutie” in de Oekraïne bevestigen de hoop dat mensen op zeker ogenblik genoeg hebben van corruptie en machtsspelletjes. En dan op vreedzame wijze  kiezen voor  nieuw leven voor land en volk. Die duizenden mensen op dat winterse plein in Kiev  met hun vlaggen en hun liederen bewezen dat dromen niet bevroren zijn. En nu wapperen er wéér vlaggen: In Libanon komen mensen bij tienduizenden de straat op onder hun  banieren. Om een einde te maken aan onderdrukking en rechteloosheid. Zo is toentertijd ook de Muur gevallen. Zo zakte “Apartheid” als een kaartenhuis in elkaar…. Omdat mensen hun idealen toch niet verkocht hadden. Omdat hoop levend bleef ondanks tegenstand en verdrukking. Omdat mensen in wonderen bleven geloven: haalbare wonderen van menswaardigheid. Wonderen van vrede.Wonderen binnen het bereik van ons, gewone mensen: gewone wonderdoeners. Binnen het kunnen van onze eigen handen.

 

De dromen van gewone mensen beïnvloedden tenslotte zelfs mensen aan de top: eindelijk bepleit premier Blair kwijtschelding van de ondragelijke schuldenlasten. En de bestrijding van de schreeuwende armoede in Afrika. De Verenigde Naties hebben een actieplan opgesteld: vóór 2015 moet armoede gehalveerd, elk kind naar school, de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen teruggedrongen en kindersterfte met 2/3de verminderd zijn. Tegen die tijd moet aan aids en malaria een halt worden toegeroepen. En mensen overal moeten dan goed drinkwater hebben. Terwijl de behuizingen in de krottenwijken sterk zullen zijn verbeterd…… Dit zijn niet de “8 zaligheden”. Het zijn de zogenaamde “8 doelstellingen van het millennium”. Onderschreven door vertegenwoordigers  van 189 lidstaten. Zou het ervan komen? Papier is geduldig en beloften zijn goedkoop!!

 

Of zijn het toch ook de dromen van mensen die nog durven hopen. En die zelf de verwezenlijking van die hoop door hun inzet ook naderbij proberen te brengen. Mensen die nog geloven in het wonder. En zelf dat wonder door hun levenshouding waar proberen te maken. Mensen die nog in verwachting leven. Omdat ze met verwondering ontdekken dat hun daadwerkelijke liefde, hun toewijding, die verwachtingen soms tot vervulling brengt. Onverwoestbare optimisten. Mensen, die voelen dat het leven altijd weer sterker zal blijken dan de dood. Gewone mensen: mannen en vrouwen  met hun liefde voor hun kinderen en zorg om hun toekomst. Gelovigen met hun vertrouwen in Gods scheppende goedheid die hen inspireert om mee te doen. Christenen met het evangelie ter harte. Oude missionarissen: ooit uitgetrokken om het Rijk Gods te verkondigen en die nog bidden om het komen van dat Rijk…...

 

Komen wij daarin mee?  Waar kiezen wij voor? Laten we ons meezeulen met de  tijdgeest? Met de “waarden” van de consumptie maatschappij? Of herkennen we de waarden van het evangelie? Hebben we nog idealen? Betekenen mensenrechten nog iets voor ons? En willen we daarin mee?

 

Want wat bezielde Jezus eigenlijk? Preekte Hij niet onophoudelijk  over het Rijk Gods, over de nood om het dagelijks brood en over onderlinge vergeving; zelfs van onze vijanden?  Gingen de “8 zaligheden” daar ook niet over?  Stond zijn hele leven niet in dienst van het mensenleven hier en nu: mensen als één familie, broers en zussen, on-der God als vader? En baande zijn dood niet een weg naar eeuwig, onverwoestbaar leven toe?  Eeuwig leven? Een eeuwige lente?  Dat vieren we toch met Pasen. ?

Pasen, het leven, vieren we echt als we dat visioen van Jezus nog met Hem mee willen dromen. En bereid zijn uit die droom te leven: dat visioen waar maken in wat als taak of opdracht op onze weg  komt. Samen met wie we tegen komen op die levensweg.

Dat vieren we elke dag als we ons verheugd verwonderen om de kracht van wat wij, gewone mensen, kunnen opbrengen in dienst van elkaar en van een betere wereld.

Dat vieren we in verwondering om wat onze liefde, ons doen, ons dragen, ons bidden vermag. In gezin en religieuze gemeenschap, in kerk en wereld. Onze kracht: Gods gave.

Dankbare verwondering ook omdat we telkens weer  de kracht vinden om vol te houden, om staande te blijven. Om te blijven geloven in Gods goedheid. In de mens die bereid is medemens te zijn. In een betere wereld. Tegen alle cynisme en ontmoediging in.

 

Zo de weg van Christus gaan, die verrezen is. Met Hem als gezel. Altijd weer naar  Pasen toe.

Zalig Pasen.                                                   

 Piet Kramer, m. afr.

 

 

Van de vergader tafel

 

Op de vergadering van de Europese provinciaals die gehouden werd in Parijs van 19-20 Januari werd uitgebreid gesproken of het wenselijk is om tot één Europese provincie te komen. En hoe dat dan moet gaan.

 

Allereerst kwamen de reacties op dit idee van de verschillende postkapitulaire vergaderingen ter tafel. Die benadrukten de noodzaak om de confraters te raadplegen en allen de kans te geven  om hun ideeën over de wenselijkheid en de modellen van een Europese Provincie naar voren te brengen. Men wilde meer helderheid over de voorstellen. Daarbij werd wel benadrukt dat het subsidiariteitsbeginsel heel belangrijk zou zijn voor het goed functioneren van zo ‘n provincie: Alles wat plaatselijk beter geregeld kan worden  moet ook plaatselijk geregeld blijven, en plaatselijk betekent dan: op het niveau van de vroegere provincies en als taken voor degenen die voor die vroegere provincies verantwoordelijk blijven, namelijk de sector en de sector verantwoordelijke. Die taken en bevoegdheden moeten niet worden opgeslokt door de bovenlaag: de ene Europese provinciaal en zijn staf en/of  Raad.

 

De leden van de postkapitulaire vergaderingen waren verdeeld over de onmiddellijke noodzaak om tot één Europese Provincie te komen. En een flinke minderheid zelfs over de wenselijkheid als zodanig: Engeland en Italië waren het minst enthousiast. De leden van de Ierse provincie stemden met 2/3de voor. België en Nederland en Spanje  waren in principe wel voor verder overleg in de richting van fusie maar wilden meer duidelijkheid over de plannen. Duitsland zag de noodzaak niet in om  al snel tot fusie te komen, maar wilde toch ook  wel meegaan in  verder overleg. Ze deden een serie concrete en nuttige aanbevelingen. Zwitserland is al terug gebracht tot een sector.

 

De situatie in de  provincies is heel verschillend. De Ierse provincie heeft 19 confraters in Ierland, die allemaal in een en hetzelfde huis wonen. De Franse provincie telt er  252. En dan nog 122 in Afrika.!!  België 184 alleen al in de provincie. De Duitse provincie heeft 93 confraters in de provincie. Ze telt meer dan zestig confraters onder de vijf en zestig !!! Terwijl we in Nederland  in 2010 nog zegge en schrijven drie confraters onder de 70 jaar  zullen tellen. De “jongere” en grotere provincies hebben natuurlijk minder baat bij een snelle overgang tot één provincie dan meer kwetsbare provincies: die kunnen voorlopig nog vooruit op eigen kracht.

 

De ervaring in de al gefuseerde provincies in Afrika is gemengd.  Kleinere sectoren ( = vroegere provincies)  voelen zich opgeslokt door een grotere provincie. Of stammentegenstellingen maken echte eenwording en uitwisseling van personeel etc. zeker voorlopig,  heel problematisch. Ook  kan de  aanwezigheid van zowel een provinciaal van het geheel als ook een sector verantwoordelijke in hetzelfde gebied  onduidelijkheid veroorzaken over wie over wat kan beslissen……. Heel duidelijk werd in de vergadering van de Europese provinciaals gezegd dat bepaalde  taken in de sectoren behartigd moeten blijven,  zoals financiën want de belasting- en sociale wetgeving is zeer verschillend in de verschillende landen en ook de persoonlijke begeleiding van de medebroeders en de animatie van de gemeenschappen in de sector.

Verder de zorg voor de bejaarde confraters en terug kerende missionarissen en de Missionaire bewustwording en kontakten met de plaatselijke kerk.

De sector verantwoordelijke wordt bijgestaan door een gekozen sector raad. De bevoegdheden van die raad moeten nog verduidelijkt worden.

 

In de vergadering in Parijs werd besloten om een voorlopige tekst te maken, een werkdocument met voorstellen als een eerste concrete stap naar een uiteindelijk reglement voor de ene provincie. Het is een “sneuveltekst”, d.w.z. al die voorstellen kunnen nog “sneuvelen” en vervangen worden door betere.

 

 

ONZE  JUBILARISSEN  IN  2005

 

                                        1965 : 40 jaar

 

Jo van de Ven              eed                  Eastview, Can. 25 juni

Henk Janssen               eed                  Vals, Fr.                      28 juni

Jan Bruyns                   eed                  Vals, Fr.                      28 juni

Jan Somers                  eed                  Totteridge, GB 29 juni

Marten Bloemarts        wijding Roosendaal                  03 juli

Rini v. Broekhoven      wijding Roosendaal                  03 juli

Marien v. d. Eijnden     wijding Roosendaal                  03 juli

Jan Franse                   wijding Roosendaal                  03 juli

Cor de Visser              wijding Roosendaal                  03 juli

 

 

    1955 : 50 jaar

 

Harrie Franssen           eed                  Thibar, Tun.                 27 juni

Louis Melis                  eed                  Heverlee, B.                16 juli

Henk van de Ven         eed                  ’s-Heerenberg             22 juli

Frits van Vlijmen          eed                  ’s-Heerenberg             22 juli

Harrie Schellen eed                  ’s-Heerenberg             22 juli

Léon Gadet                 wijding Carthago, Tun. 10 april

Henk Kager                 wijding Galashiels, GB 26 mei

 

                                                    1945 : 60 jaar

 

Kees van de Wee        eed                  ’s-Heerenberg             30 juni

Ad van de Laak           eed                  Heverlee, B.                21 sept.

 

* * * * * * * *

 

Onze overledenen

 

Pater Jan van der Geest

                                        werd geboren in Amsterdam op 16 maart 1936, en op 68-jarige leeftijd stierf hij te Breda op 9 januari 2005. Na zijn priesterwijding in juli 1966 vertrok hij naar Tanzania waar hij pastoraal werkte in het bisdom Rulenge. Tien jaar later werd hij overgeplaatst naar het bisdom Mwanza en werkte er vele jaren in de parochies van Murutunguru en Bukumbi. Een hoogtepunt was toen in Bukumbi het eeuwfeest gevierd werd van de parochie. Het plaatselijke stamhoofd vond het een geschikt moment om het bloedverbond te hernieuwen dat honderd jaar eerder gesloten was tussen de koninklijke familie en de missionarissen. Bloed werd opnieuw uitgewisseld tussen de koning van de Sukuma en de pastoor van Bukumbi. Aldus werd Jan opgenomen als lid van die familie. Ook toen Jan zich al in Dongen had gevestigd, bleef hij regelmatig contact onderhouden met zijn ‘broer’ koning Charles. 

In augustus 1995 werd Jan aangesteld als econoom van ons huis in Dar es Salaam, en in zijn vrije tijd zette hij zich in voor straatkinderen door schoolgeld voor hen te betalen en hen ook op allerlei andere manieren te helpen.

Dikwijls had hij moeilijkheden met zijn gezondheid totdat hij in januari 2002 moest besluiten terug te keren naar Nederland. Kort na aankomst hier werd hij aangezocht als overste van de communiteit in Dongen, maar bleef toch sterk betrokken met het wel en wee van veel mensen in Dar es Salaam en Bukumbi. Jan was een kalme man met een grote dosis gezond verstand. Hij bleef echter tobben met zijn gezondheid want er was van alles mis. Halverwege 2004 onderging hij een zware operatie, en kwam er behoorlijk overheen. Maar eind december 2004 werd hij zo onwel dat hij met spoed opgenomen moest worden in het ziekenhuis te Breda. Een week later is hij vandaar  rustig naar de Heer gegaan.

 

Pater Nico Kragten

                                   werd geboren in Utrecht op 19 Mei 1936.  Na zijn middelbare studies op onze kleinseminaries in Sterksel en Sant-poort, vervolgde Nico zijn opleiding voor het missionarisleven, en werd in februari 1961 priester gewijd. Na een pastorale cursus te Mours (Fr) vertrok hij naar het bisdom Ngozi in Burundi. Afgezien van een paar jaar als leraar op het kleinseminarie te Mugera, was Nico altijd actief in het basispastoraat in verschillende parochies, doch vooral in die van Gisuru. Hij had een scherp verstand en een gezond oordeel, maar zijn gezondheid was nooit erg sterk. Zijn doorzettingsvermogen hielp hem overal doorheen te komen.

Problemen in Burundi waren er meer dan genoeg, en ook die speelden hem veel parten. Hij werd diep geraakt door de onlusten en eind 1972 moest hij terug naar huis om tot rust te komen en aan te sterken. Vol goede moed keerde hij in september van het jaar daarop weer terug naar Burundi, en Nico zette zich weer in met alle kracht en edelmoedigheid die hij bezat. Maar het was niet gemakkelijk werken, de situatie werd zelfs zo moeilijk dat Nico –net zoals veel andere missionarissen- geen verlof kreeg van de regering om in het land te blijven. Dit was een harde klap voor hem. Terug in Nederland in augustus 1985 kwam de vraag: Wat nu? Maar Nico was op en top  missionaris, en besloot zich in te gaan zetten in Tanzania. Dat was geen eenvoudige taak want hij moest er beginnen met een nieuwe taal te leren, en die goed te leren. Tien jaar lang heeft hij hard gewerkt in de parochie van Usongo in het aartsbisdom Tabora. In 1996 kwam hij op zestigjarige leeftijd voorgoed terug naar Nederland in de hoop hier tot rust te komen en zo mogelijk, nog wat pastoraal werk te kunnen doen. In onze leefgemeenschap in Tilburg heeft hij zich nog een aantal jaren heel nuttig gemaakt. Maar zijn gezondheid werd er niet beter op.

 

Na de verhuizing naar Dongen in juli 2002 ging het bergafwaarts met hem. Maar het was bijna ongelooflijk om te zien hoe hij zich verzette tegen de ziekte die hem had getroffen. Hij bleef lopen en fietsen en diensten verlenen in de gemeenschap. Maar begin oktober  2004 moest hij opgenomen worden op de verpleegafdeling van Huize Glorieux van de Broeders van O.L.Vrouw van Lourdes, waar hij met veel toewijding werd geholpen en verzorgd. Hier is hij op 18 januari in alle rust van ons heengegaan.

 

                                                                 

 Pater Omer Dierikx

                     geb. 06 Januari 1923 in Oostburg,

                     overleden te  Heyhuysen op 1 februari 2005

 

Omer studeerde op het diocesaan kleinseminarie IJpelaar dat in de jaren vijftig in Dongen was gevestigd, maar hij wilde missionaris worden en verhuisde daarom naar de Witte Paters bij wie hij in 1951 priester gewijd werd. Enkele maanden later vertrok hij naar Oeganda om er missionair te werken in het bisdom Fort Portal. Vanaf 1960 legde hij zich daar vooral toe op de opleiding van catechisten omdat die van groot belang waren in het pastorale werk. Omer was nooit bang om zichzelf helemaal te geven.
In 1966 werd hij aangesteld als directeur van de catechistenopleiding van het bisdom en kreeg de opdracht een centrum daarvoor op te richten in Mugalike. Ook was het zijn taak om de catechisten van het bisdom, en ook die van het naburige bisdom, pastoraal te begeleiden. Er was volop werk voor Omer. Toen hij in 1974 op verlof kwam in Nederland had hij zich dus acht jaar voor die opleiding ingezet, en omdat dat werk van zo groot belang was, vond hij het voor zichzelf belangrijk de gelegenheid aan te grijpen om de vernieuwing in de theologie, catechese en pastoraal te bestuderen. Hij was er van overtuigd dat de toekomst van de Kerk niet –of zeker niet op de eerste plaats – lag bij de missionarissen noch bij de Oegandese priesters, maar bij de gelovige gemeenschap en bij goed getrainde plaatselijke leiders. Dus hij schreef zich in voor een cursus aan de theologische faculteit in Nijmegen, schreef  tijdens die cursus een werkstuk van zestig pagina’s over De Ontwikkeling naar een Katechese voor en met Volwassenen in Oeganda, 1960-1975.


Terug in Oeganda in augustus 1975 ging hij verder met zijn missionaire arbeid, en in die jaren voornamelijk in de parochie van Bujuni (’75-’87) en in die van Rwemisanga (’88-’98). Toen had Omer bijna alles gegeven wat hij had, en hij besloot om voorgoed naar Nederland terug te keren. Hij was 75 jaar oud.

 

Terug hier vestigde hij zich in onze communiteit te Leidschendam, waar hij gevraagd werd om econoom te worden. Hij deed dit graag en hij deed het goed, met zijn hele inzet. Doch langzaam maar zeker begonnen de jaren te tellen. Zijn gezondheid werd minder, veel minder. In 2001 besloot hij om naar ons kloosterbejaardenhuis te gaan te Heythuysen. Hier voelde hij zich spoedig op zijn gemak, maar leed toch ook onder de last van een sterk verminderende gezondheid. Met de verzorging die hij er kreeg was hij blij, en deze was hem tot grote steun. Op dinsdag 1 februari is hij om vier uur in de vroege ochtend rustig van ons heengegaan en nu mag hij rusten in de nabijheid van de Heer.

 

Pater Toon Goes

* Schalkwijk, 18 Jan. 1922 , = Heythuysen,  22 Februari 2005

Toon was de jongere broer van Kees die al in 1944 in Zambia was gestorven. Na zijn priesterwijding in april 1948 vertrok Toon naar Tanzania, waar hij benoemd was om in het bisdom Kigoma te gaan werken. Toon was groot en gezond, opgewekt van natuur en vastberaden in zijn werk. Bovendien was hij praktisch aangelegd en dat kwam hem goed van pas in zijn pastorale werk, en ook in de eigen gemeenschap omdat hij graag voor de groentetuin zorgde en voor kippen.

                   

Talrijk zijn de parochies in het bisdom waar hij heeft gewerkt, vooral in Muhinda (9 jr.) en in Mulera (8 jr.). In 1989 werd hij heel ernstig ziek en moest worden opgenomen in het ziekenhuis in Nairobi, Kenia waar hij meerdere maanden verbleef, en daarna had hij een heel jaar nodig in Nederland om volledig te herstellen. In oktober 1990 was hij weer helemaal fit om in het bisdom Kigoma aan de slag te gaan. Hij was een graag gezien man, goed in de plaatselijke taal, en hij had een gezond oordeel. Maar hij was geen brievenschrijver, helemaal niet.

 

In juni 1994 kwam hij op verlof naar Nederland en oordeelde toen dat het beter was om een punt te zetten achter zijn missionaire werk in Tanzania. Hij sloot zich aan bij onze gemeenschap in Eindhoven, en werd rector in een bejaardenhuis waar hij heel goed werk deed. Hij werd dan ook sterk geapprecieerd en was geliefd bij de bewoners. Maar ook aan dat werk kwam drie jaar later een eind, en Toon ging op rust, eerst in onze communiteit te Vaassen, later die te Heythuysen. Op maandagavond 21 februari voelde hij zich niet goed, de dokter werd geroepen en die beloofde om de volgende ochtend terug te komen. Maar de Heer kwam toen eerder dan de dokter. Moge Toon nu rusten in vrede!

 

Overleden Familieleden

00.10.2004              Mw. Mackenbach - v. Rest, te Brielle

                                                               zus van pater J. v. Rest.

30.11.2004                     Dhr. Godfried Smet, te Heeze

zwager van pater M.Mangnus

15.12.2004                    Dhr. H. Venhuizen, te Uden,

Broer van overleden pater Leo Venhuizen.

30.12.2003                    Mw. Catharina J.E. Daggers-Boekhout

                                  Schoonzus van de overleden paters Jan en Herman Daggers

05. 01. 2005           Zr. Felicitas Renders, te Schijndel,

                                                               zus van overleden pater J. Renders.

12.01.2005   Frater Victricius van Santvoord, te Tilburg ,

Broer van vroegere confrater A. v. Santvoord

21.02.2005                    Harrie van Haandel, te Nijmegen,

Broer van pater J. van Haandel

31.01.2005                    Herman van Ierland, te Tilburg,

Zwager van pater Louis Melis.

25.02.2005                    Toos Mulders – Huijbregts, te Rijsbergen,

Schoonzus van pater Harry Mulders.

04.03.2005                    Maria Driessen – van der Ven, te Nijmegen,

Zus van overleden pater Gerard van der Ven.

 

* * * * * * * *

 

     Medebroeders momenteel op vakantie in Nederland

 

Pater Antoon  Oostveen vanuit Lusaka, Zambia.

Pater Jan van Haandel vanuit Bamako, Mali.

 

En worden binnenkort verwacht

 

Pater Piet Verkleij vanuit Ndola, Zambia;

Pater Marcel Mangnus vanuit Mbeya, Tanzania.

 

 

 

NIEUWS UIT HET VELD

 

Frans Balemans schrijft vanuit Kaya dat hij een bezoek krijgt van een magere vrouw, Aminata die kinderen heeft verloren vanwege honger en schaarste. Nu heeft zij een klein joch bij zich en een verzoek… (Hoe kun je je zo ‘n bezoek in Nederland voorstellen?)

Aminata heeft zoals veel Afrikaanse vrouwen gezond verstand en gaat naar de missie, naar het klooster van de zusters om hulp, advies en steun.  De zusters kennen meer van deze vrouwen en haar noden en organiseren cursussen waardoor de moeders kennis opdoen, vriendinnen krijgen en er vertrouwen groeit. Een mooie ontwikkeling. Zo kunnen ook inentingen beter verzorgd worden.

Frans denkt dat met Euro 75 veel gedaan kan worden en dat getal is voor hem nu hij 75 jaar werd van betekenis. Hij besluit  een sprankelende brief met: blijft elkaar helpen over geloofs en andere grenzen heen.

 

Ad van den Hout schrijft een warme brief met vele herinneringen aan zijn tijd in opleiding. Ad herinnert zich vooral mooie tijden uit Zambia maar koos later voor een ander leven waarin hij gelukkig is. Dankbaar kijkt hij terug en zegt: “Broeder zijn is veranderd  en het moet plaats maken voor innovatief denken en handelen, een denken in normen en waarden die niet meer geleid worden door religie en dogma, maar directer en vanzelfsprekender een humanitaire lijn volgt in de samenleving, die sneller en zakelijker is geworden. Ook in het geloof in een eeuwige toekomst. Mensen als witte paters en broeders hebben de kar uitstekend getrokken. Nu de kar blijft steken is er niks te treuren. Er is hoop te putten uit nieuwe idealen in een nieuw perspectief, waar naast Jezus andere grote  namen zijn te vinden op het internet.”

 

 

Marien van den Eijnden schrijft een  samengestelde brief  over werk en situatie in Kaliua, Tanzania met de opmerking dat hij daar goed zit in zijn internationale communauteit. Zij bereiden de  parochie voor op overhandiging aan inlandse clerus. Dat moet met Pasen over een jaar geschieden. Het zal voor velen moeilijk zijn vooral ook omdat het Aartsbisdom onlangs twee jonge priesters verloor. Marien hoopt later dit jaar met verlof te komen.

 

“Africa Tops 2004 List of Missionary Martyrs”.

Een rapport van de Vatikaanse congregatie voor de Evangelisatie van de volkeren zegt dat 17 missionarissen, waaronder priesters, religieuzen en leken werden gedood in 2004. In Afrika waren dat 5 priesters, en een mannelijke en een vrouwelijke religieus.

 


Webmaster-NL

Vorige pagina