MISSIE VANDAAG IN EEN INTERNATIONALE GEMEENSCHAP
van Missionarissen van Afrika


1. VERSCHUIVING VAN NOORD NAAR ZUID


Wij zijn aan 't "verkleuren"! Je zult zeggen dat de missionarissen van Scheut, de Jezuïeten, de Oblaten en noem maar op, al sinds vele tientallen jaren aan het 'verkleuren' zijn. Dat wil zeggen, dat zij al sinds geruime tijd religieuzen in hun ordes en congregaties hebben opgenomen, afkomstig van alle werelddelen.

Bij ons Witte Paters is die ontwikkeling of verschuiving pas sinds een twintigtal jaren op gang gekomen. Om de eenvoudige reden dat een van de prioriteiten van onze stichter, kardinaal Charles Lavigerie, het oprichten en vormen van de inlandse autochtone clerus was.

Wij hebben in een veel Afrikaanse landen een groot aantal klein- en grootseminaries opgericht, maar we mochten in onze eigen Sociëteit géén Afrikanen opnemen. Er zijn wel enkele uitzonderingen geweest in vroeger jaren, maar die zijn dan allemaal bisschop geworden…
KEERPUNT

Een goede 20 jaar geleden waren wij van mening dat de Kerk in Afrika goed gelanceerd was, en dat wij ons steentje konden bijdragen om die Kerk ook meer en meer missionaris te maken of te laten worden. Wij hebben toen wij geopteerd om van een internationale Sociëteit een interraciale Sociëteit te worden: zo zijn wij dan aan roepingenpastoraal gaan doen in Mexico en Brazilië, in India en op de Filippijnen. En om het roepingenniveau in Europa zelf wat op te krikken zijn we toen ook naar Polen getrokken.

Enkele cijfers om u een indruk te geven van die verschuiving naar het Zuiden. Toen we in oktober 2005 het nieuwe schooljaar inzetten, telden wij, verspreid over de 9 à 10 jaar vorming, 360 kandidaten. Daarvan zijn 83 % Afrikaan. Brazilië, Mexico, de Filippijnen en India tellen 38 kandidaten en Europa 24, waarvan 20 Polen.

Het is wel belangrijk te doen opmerken dat wij nog steeds de klassieke definitie van missionaris hanteren: al onze kandidaten weten dat ze zullen worden uitgezonden naar een vreemd land en dus niet, tenzij uitzonderlijk, in hun eigen land zullen werken.
VERSCHUIVINGEN

Die verschuiving heeft ook een directe invloed op ons gemeenschapsleven, vooral tijdens ons actief missieleven. Ik heb in bijna 40 jaar Afrika altijd in een internationale gemeenschap geleefd. Nu worden onze gemeenschappen in Afrika meer en meer veelkleurig en interraciaal. En het is niet voor niets dat we sinds twee Kapittels (van 2004 en 1998) de nadruk leggen op het belang van onze gemeenschappen als factor van evangelisatie.
Wij beschouwen onze gemeenschappen dan ook als levende getuigennissen van het Evangelie. De gemeenschap als zodanig, op zich zelf, is verkondiging van de Blijde Boodschap. Onze interraciale gemeenschappen trachten in Afrika een teken te zijn van eenheid in verscheidenheid.

Die verschuiving drukt zich ook nog uit op andere niveaus:

• Onze laatste twee internationale vormingshuizen in Europa (laatste fase = theologische vorming) zijn in 2005 verhuisd naar Afrika: Abidjan in Ivoorkust voor de Frans sprekenden, en Nairobi in Kenia voor de Engels sprekenden.
• Omdat wij in Europa volop aan het vergrijzen zijn, zijn wij nu ijverig aan het werken aan het overschakelen van onze huidige 9 Europese Provincies naar één enkele Europese Provincie.Dit zal in 2008 een realiteit zijn.

2. VERANDERING VAN ONZE VISIE OP MISSIE

Zoals voor alle missiecongregaties hebben wij in de 19de en de 20ste eeuw een periode gekend die vooral gericht was op het stichten van de Kerk. Naarmate dat pionierswerk vorderde, werd de nadruk gelegd op het verder uitbouwen en verstevigen van de plaatselijke Kerken.
Naast de seminaries waarover ik het reeds had, waren velen van onze confraters werkzaam in parochies die we zelf gesticht hadden in de loop der jaren.
Sinds onze twee laatste Kapittels zijn twee krachtlijnen, veel meer dan vroeger het geval was, naar voren gekomen:

1. Ontmoeting met de ander, in de eigenheid van zijn cultuur en van zijn godsdienst.

Natuurlijk stond de ontmoeting reeds van in het begin van onze Sociëteit centraal. Onze stichter wilde dat we de taal en de gewoonten leerden kennen van de plaatselijke bevolking, dat wij ons zouden kleden als zij (vandaar onze traditionele Arabische kledij), dat wij zouden eten als zij. Dat hebben we in de mate van het mogelijke gedaan met veel liefde en toewijding, maar ook in de geest van die tijd, en met veel bijbedoelingen (het z.g.n. zieltjes winnen).

De missietheologie is sindsdien diep veranderd. Wij hebben ontdekt dat de Geest ons vooraf gaat in elk volk, in elke cultuur, in elke godsdienst. De ontmoeting, zoals wij die nu trachten te beleven in Afrika, is doordrongen van eerbied en respect, van openheid en ontvankelijkheid; openstaan voor de anderen om op onze beurt dieper door hen geëvangeliseerd te worden. Het perspectief is helemaal veranderd.

Laten we het een beetje concreter maken:
In oktober 2004 had in Kasama, de hoofdstad van Zambia, een sessie/retraite plaats, waar enerzijds christenen (met inbegrip van enkele religieuzen en priesters) en anderzijds traditionele initiatieleiders van de Bembabevolking aan deelnamen (initiatie in de zin van inwijding van de jongeren in het leven van de volwassenen van de stam waartoe zij behoren). En het was niet alleen "leren over" maar ook doen! Zoiets was vroeger ondenkbaar.

Een ander voorbeeld:
In Mali namen we recentelijk het initiatief om een internationaal centrum op te richten, om een diepere ontmoeting met de Islam te kunnen bewerkstelligen, en van hieruit de Islam te kunnen 'beleven' in de expressie van ons Christelijk geloof.

• In België hebben wij enkele confraters die zeer sterk geëngageerd zijn in contacten met de Islam.
• De ontmoeting met de Islam was voor ons, Witte Paters, al een prioriteit vanaf het begin - denk maar aan het befaamd instituut voor islamologie dat we runnen in Rome, de PISAI (Pauselijk Instituut voor Studie van het Arabisch en van Islamologie). Maar dit krijgt nu toch wel nieuwe accenten, waarin "ontmoeten" veel verder gaat dan "leren kennen" of bestuderen.
• Het heropnemen van (dieper) contact met de traditionele godsdiensten lijkt me wel nieuw,
• alsook de ontmoeting met de Nieuwe Religieuze Bewegingen (die we vroeger nogal gauw als sekten afschreven).
Dat alles in die nieuwe geest van respect en openheid.

2. Onze inzet versterken op de breuklijnen en bij onrechtvaardigheid op sociaal, politiek et economisch gebied. (Commissies Rechtvaardigheid & Vrede)

Natuurlijk waren onze eerste missionarissen die in Zwart Afrika aankwamen begaan met de slaven en hebben ze er zoveel mogelijk vrijgekocht. Ook op dat gebied kwam de eerste impuls van Kardinaal Lavigerie, die op 15 augustus 1888 in de Sint Goedelekathedraal van Brussel zijn internationale anti-slavernijcampagne had gelanceerd.
Vandaar uit was hij ook naar Maastricht getrokken, om de Nederlandse Katholieken op te roepen een gewapende Kruistocht tegen de slavenhandel te ontketenen.

Ondertussen hebben wij beter begrepen dat de oorzaken van wantoestanden vaak van structurele aard zijn. Hoe kunnen wij vandaag, op plaatsen van uitbuiting en sociale onrechtvaardigheid, in wantoestanden als gevolg van oorlogsgeweld, solidair en creatief aanwezig zijn, als getuigen van het Evangelie?

Nemen we weer enkele voorbeelden:
• Een van onze Belgische confraters is sinds jaren werkzaam is in de vluchtelingenkampen in Tanzania, en die jammer genoeg nog maar alleen overblijft van een ploeg Witte Paters. Hij helpt de mensen ter plaatse, maar hij tracht ook, op een zeer voorzichtige manier (want anders zou hij het land uitgezet worden), de Internationale Gemeenschap op de hoogte te houden van wat er echt gebeurt. Zijn inzet is een typisch voorbeeld van een aanwezigheid op de breuklijnen.

Een ander voorbeeld is een andere confrater, die op de vraag van de Tanzaniaanse bisschoppen het gevangeniswezen in dat land een meer menselijk gelaat tracht te geven, met respect voor de rechten van de gevangenen.

We kunnen spreken over een van onze confraters die uitvoerend secretaris is van AEFJN (Africa Faith and Justice Network) die in Brussel, in naam van 46 religieuze- en missiecongregaties, lobbyingwerk doet voor Afrika bij de Europese Gemeenschap, betreffende de schuldenlast, het recht op drinkbaar water, het recht op geneesmiddelen, de wapenhandel en zo meer.

Kort samengevat : wij trachten de Afrikanen echt te ontmoeten in de eigenheid van hun cultuur en van hun godsdienst; wij trachten ook ons met hen in te zetten op de breuklijnen van de samenleving en waar onrechtvaardigheid hen treft op sociaal, politiek en economisch gebied.
En wij trachten het te doen in interraciale gemeenschappen die op zich al gelijkheid, onderling begrip en respect in Jezus' geest uitstralen. Dat is tenminste onze visie en ons ideaal.
In de praktijk komen we vaak niet ver en is persoonlijk engagement gemakkelijker dan de inzet van een ganse gemeenschap.

TOT BESLUIT

Nog twee opmerkingen:

• Wij realiseren die prioriteiten altijd in samenspraak met de lokale Kerk. Ofwel worden wij er voor gevraagd ofwel doen wij zelf voorstellen, die de plaatselijke bisschop kan aannemen of niet. Die eenheid met de lokale Kerk wordt ook nog onderlijnd door het feit dat veel confraters in parochieverband werken, waar ze die hierboven vermelde prioriteiten trachten aan bod te laten komen.
De parochie blijft trouwens een actuele weg voor evangelisatie en kerkopbouw. Die prioriteiten integreren in een traditionele structuur als een parochie, is wel niet gemakkelijk, want de pastorale druk is gewoonlijk vrij groot en laat weinig tijd over voor andere accenten.
Met andere woorden de overgang van een, laat ons zeggen, sacramentele Kerk naar een Kerk in dienst van het Rijk Gods, waar boven vermelde prioriteiten deel van uitmaken, is niet gemakkelijk.

• We hebben misschien in het voorafgaande te veel gesproken over Afrika. Nu is het wel zo dat, als wij spreken over Afrika, wij tegenwoordig evenzeer de Afrikanen, waar ze zich ook mogen bevinden, bedoelen. Onze roeping, onze zending betreft Afrika, als continent, én de Afrikaanse wereld, waar die zich ook mag bevinden. Europa is het verlengstuk van Afrika geworden. Verschillende confraters zijn in de West Europese landen werkzaam onder de Afrikaanse migranten, in Marseille, Brussel, Antwerpen, Den Haag, en Berlijn waar de Afrikanen zeer talrijk zijn. Ook zij trachten te werken in de zin van de hierboven uiteengezette prioriteiten.

...omdat Afrika ons na aan het hart ligt...

Jef Vleugels M.Afr.


Webmaster-NL

Vorige pagina