40 JAAR MISSIONAIR
INSTITUUT LONDEN: 1967-2007
Vrijdag 29 juni
sloot de MIL, het Missionary Institute
London, voor de laatste keer zijn poorten. Gedurende veertig jaar van zijn
bestaan hebben heel wat mensen, zowel mannen als vrouwen, zich daar voorbereid
om als Missionaris in vrijwel alle delen van de wereld dienstbaar te zijn. Ook
heel veel Witte Paters hadden in die
jaren hun opleiding in Londen.
GESTICHT VANUIT DE PRIESTER-OPLEIDINGEN
Het begon
allemaal in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Het
Tweede Vatikaans Concilie had een nieuw elan gebracht aan de Kerk en ook de
verschillende missiecongregaties putten daar nieuwe inspiratie uit.
In Noord
Londen bestonden er in die tijd twee grote priesteropleidingen op slechts
enkele luttele kilometers van elkaar verwijderd, het St Joseph College van de Mill Hill Paters en het St
Edward’s College van de Witte
Paters. Om een lang verhaal kort te maken, in 1967 besloten deze twee
congregaties tot nauwere samenwerking en tot het bundelen van hun personele en
financiele krachten.
Al heel snel sloten ook vijf andere
belangrijke missionaire ordes, de Consolata
Missionarissen, de Missionarissen van
het Goddelijk Woord, de Societeit van
Afrikaanse Missiën, de Comboni
Missionarissen en de Paters van de
Heilige Geest, zich aan bij het nieuwe project, het Missionary Institute London.
In de beginjaren werden de
verschillende cursussen nog gegeven in de twee colleges van de Witte Paters en
de Mill Hill Paters. De officiele opening van de MIL werd verricht door
Kardinaal Heenan in september 1969. In het midden van de zeventiger
jaren werd de voormalige St Mary’s Abbey School (gelegen tussen St
Joseph’s en St Edward’s) aangekocht en het Missionair Instituut werd daar
gevestigd.
MULTICULTUREEL EN UNIVERSITAIR NIVEAU
In de veertig
jaar van zijn bestaan heeft de MIL een ongeevenaarde bijdrage geleverd aan de
vorming van talloze missionarissen afkomstig uit alle delen van de wereld. De
MIL was inderdaad een bonte mengeling van culturen en nationaliteiten, een
“levend bewijs” van de katholiciteit van de Kerk en het Christendom.
Er werd een gedegen opleiding aangeboden van hoge kwalitatieve waarde.
Om dit zeker te stellen werd het Instituut in 1974 geaffilieerd met de Katholieke Universiteit van Leuven
(Belgie) en in 1995 met Middlesex
University van Londen. In het begin lag het hoofdaccent
natuurlijk op de opleiding van priester missionarissen voor de derde wereld,
maar langzaam maar gestaag ontwikkelde het Missionair Instituut zich tot een
centrum van toegepaste missionaire theologie en reflectie, waarlijk uniek in
Engeland en zelfs in Europa, met speciale aandacht voor studies in
Gerechtigheid en Vrede. Vooral sinds de samenwerking met Middlesex
University studeerden ook vele niet-priesterstudenten hier en behaalden 207 van
hen een akademische graad.
RIJPE VRUCHTEN
De MIL heeft
rijke en rijpe vruchten voortgebracht. Liefst 2.500 mensen hebben er hun
opleiding ontvangen en zijn nu werkzaam in vele verschillende landen; 700 van
hen zijn priester gewijd, waarvan zeven Bisschop zijn geworden. Drie voormalige
studenten hebben hun leven gegeven als martelaar voor het Evangelie. In December 1994 werd Christian
Chessel, een Witte Pater uit Frankrijk, samen met drie confraters vermoord
door Algerijnse extremisten. Tien jaar later werd Declan O’Toole, een Ierse Mill Hill Pater, vermoord in Uganda.
En nog maar enkele maanden geleden werd Martin
Addai, een Witte Pater uit Ghana, in Nairobi door nog onbekenden
neergeschoten. Met de dood van deze drie martelaars werd de
profetische voorspelling van Kardinaal Heenan tijdens de opening van de MIL in
1969 werkelijkheid, toen hij opperde dat de “genade van het martelaarschap” misschien ook wel aan de een of
ander oud-student van de MIL gegeven zou worden.
INGEPAST IN DE AFRIKAANSE CONTEXT
De veranderingen die zich sinds een tiental jaren in en buiten Europa aan
het voltrekken zijn en het gebrek aan missionarisroepingen in Europa hebben er
toe geleid om het zwaartepunt van de missionarissen-opleiding te verleggen naar
landen, waar nog steeds vele jonge mensen zich aanbieden om de missie-opdracht
van de Kerk voort te zetten. Tangaza College in Nairobi, Kenya, is een goed voorbeeld hiervan. Ook de Witte Paters laten een groep
van hun kandidaten daar nu studeren.
Andere kandidaten voor de Missionarissen van Afrika ontvangen hun
theologische opleiding in Jerusalem,
Abidjan (Ivoorkust) en Kinshasa (Democratische Republiek Congo)
en in de nabije toekomst wordt ook in Zuid
Afrika een theologisch vormingscentrum gevestigd.
ROEPING...
De
missionarisroeping blijft mensen aantrekken en inspireren. Misschien dat ook de
“droge tijd” die we momenteel in Europa meemaken spoedig voorbij zal zijn en
dat het aantal jonge mannen en vrouwen uit Europa, dat zich aangetrokken voelt
om elders op de een of andere manier “missionair
actief” te zijn, weer zal toenemen.
Want het
Evangelie blijft boeien en de zendingsopdracht van Christus blijft mensen
aanspreken, ook al zal die waarschijnlijk op een heel andere manier dan
voorheen concreet vorm gegeven worden. Blijven we de Heer van de Oogst vragen
dat Hij arbeiders naar Zijn Wijngaard zal blijven sturen, ook arbeiders uit dit
deel van de wereld!
Webmaster-NL |