Een Jubilaris vertelt..

De Officiële Jubilarissendag heeft plaats gehad in Heythuysen. Zoals gewoonlijk had deze plaats op het feest van Petrus en Paulus, 29 juni; dit ter herinnering aan de vroegere tijden toen de wijdingen op deze dag plaats hadden.
Ook in de verschillende Witte Paters huizen zijn de medebroeders gefêteerd. Weer anderen hebben het feest in hun thuisparochie gevierd.
We presenteren vandaag een van de Jubilarissen: Pater Marien van den Eijnden, die op zaterdag 13 augustus in zijn Gertrudis Parochie van Ossendrecht in West-Brabant met zijn familie en vrienden z'n veertigjarig Priesterfeest heeft gevierd, en tevens het feit herdacht dat hij de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. De feestmis werd opgeluisterd door een Afrikaans koor uit Antwerpen, die ook in Swahili zong.
Als oudste van een gezin van 9 kinderen voelde hij zich al vroeg geroepen tot het priesterschap. Hij koos bewust voor de Witte Paters, omdat dit een échte missie Orde was; en tevens een internationale opleiding aan hun kandidaten gaf. Zo ook voor Marien die de opleiding in Nederland, België, Canada en Engeland volbracht, voordat hij in 1965 Priester gewijd werd, en als Missionaris naar Tanzania vertrok.

Marien in 1965

Hier is zijn verhaal:

Eind 1965 ben naar Tanzania gegaan. Eerst moest ik Kiswahili leren; en hetzelfde jaar ook nog eens het dialect van het bisdom Kigoma, het "Kiha". Na enige jaren in het basispastoraat gewerkt te hebben, heb ik acht jaar de katholieke lekenbewegingen ge-animeerd . Het Bisdom is iets groter dan Nederland.

Het boeiende van dit werk was dat ik in contact kwam met volwassenen en jongeren die wat meer in - en vóór hun gemeenschap wilde doen. Het was zo’n tien jaar na de onafhankelijkheid van het land, en enige jaren na het Vaticaans Concilie, dat van alles en nog was los maakte. Er was in de kerkgemeenschap van Tanzania ook van alles in beweging.
Eind 1978 werd ik godsdienstleraar op het klein seminarie te Ujiji, de plaats waar Stanley Livingstone ontmoette. Het is nu hart verwarmend om oud studenten te ontmoeten, vooral degenen die priester geworden zijn.

Roepingen pastoraat

Maar op het einde van het schooljaar 1979 legden de Witte Paters beslag op mij, en vroegen mij of ik de "roepingen-animatie" voor onze eigen Afrikaanse kandidaten van de Missionarissen van Afrika in Tanzania en Kenya op wilde zetten. Ik bezocht de hogere klassen van de middelbare scholen en enige universiteiten. Dat was toen ook het begin van kleine studentenclubjes die nu nog steeds actief zijn.

Als eenmaal onze serieuze kandidaten hun vorming wilden beginnen bezocht ik hun ouders, leraren en de pastores van hun parochie. Zo kwam ik weer in contact met volwassenen en jongeren die in de samenleving man morgen een grotere rol gaan spelen: Ik ontmoette toen ook mijn eigen collega-Witte Paters in Malawi, Congo, Mali, Ghana, zelfs de Filipijnen, waar de Missionarissen van Afrika ook een opleidingshuis hebben.

Enkele van hen beginnen nu een verantwoordelijke rol te spelen in onze eigen Sociëteit van Missionarissen van Afrika. Dat geeft me wèl een gevoel van "vader", of zelfs "grootvader" te zijn!
In Tanzania werken er zo’n 25 Religieuze Sociëteiten, Congregaties en Ordes met elk een "roepingen pastor". Eenmaal per jaar kwamen wij enige dagen bijeen om ervaringen uit te wisselen en bij te scholen.
Als voorzitter van deze groep kreeg ik het idee om - samen met de meer uitdrukkelijk
missionaire groepen onder hen - een "Nationale Missionaire Bewustwordingscommissie" op te zetten. Via de provinciaals en de bisschoppen kregen we dat geregeld. Nu, na 20 jaar, is deze commissie geheel geïntegreerd in de Bisschoppen Conferentie. Je mag twee keer raajen!!

Benoemd in Nederland.(1985)

Na 6 jaar werd ik gevraagd of ik dat werk ook in Nederland wilde doen. Een totaal andere situatie natuurlijk; wèl een boeiende ervaring maar zonder veel resultaat. Geregeld liep ik aan tegen het zogenaamd “Samuel effect”: sommige jongeren hadden wèl iets "gehoord" maar men had hen gezegd: "Ga maar weer slapen..."

Swahili; terug naar de basis.

Terug in Tanzania werd ik directeur van ons Swahili centrum in Kipalapala, Bisdom Tabora, met Broeder Kees Akkermans m.afr. als manager . Er waren enige Tanzaniaanse leraren om de woordenschat op te bouwen en de zogenaamde conversatie groepjes te leiden.
Ikzelf gaf de grammatica. Dit werd op de computer gezet. Het bleek een goed middel te zijn om de hele grammatica op de computer te krijgen zodat alle teksten konden worden herzien. Elke dag gaf ik ook lessen over de gebruiken, gewoonten, de sociale economische geschiedenis van het land, zodat men de taal in deze context kon leren

De laatste 10 jaar werkte ik in het basis apostolaat in Kaliua met zo’n 100.000 inwoners, waarvan tienduizend katholieken, nog eens 10 duizend van andere christelijke kerken, voorts 22 duizend moslims en ruim vijftigduizend aanhangers van de traditionele godsdienst. Er is dus genoeg gelegenheid voor allerlei vormen van dialoog.

Een tijd van overgang.

We gaan van een devotioneel christendom naar een meer bewust christen zijn: dit vereist dan ook sociaal engagement:

Vrouwen worden zich meer bewust van hun mogelijkheden, rechten en plichten. Ze beginnen voor zich zelf op te komen. Veel mannen worden daardoor verrast, en moeten hun gedrag bijstellen: dat geeft nogal wat spanningen in de gezinnen, wat ook gevolgen heeft voor de opvoeding van de kinderen.

Het is
een streek waar men veel tabak verbouwt en daar wordt goed geld aan verdient. Terecht, want het is een hard en intensief werk. Men moet zich ook realiseren dat deze markt in elkaar kan klappen; met het gevolg dat men zich moet voorbereiden op een grotere verscheidenheid van cultuurgewassen voor de eigen industrie van kookolie, zeep, cosmetica en medicijnen.

Veel
jongeren willen niet meer in de landbouw werken en vertrekken naar de steden, waar ze rondlopen als marskramer, of ze zetten een kleine kiosk op. Mogelijkheden voor gesalarieerd werk zijn er weinig. Degenen die gemakkelijk geld willen hebben verdwijnen in de criminele sector, met drugs en gewapende overvallen... Marien gaat weer terug naar Tanzania...

Sinds enige jaren zijn er meer
politieke partijen. Men is ervaring aan het opdoen in de verschillende vormen van democratie. Dit resulteert bvb in verbetering van de wegen in de dorpen, en van de infrastructuur in het algemeen zoals elektriciteit en mobiele telefoons.

Tot slot..

Ja, er zijn boeiende ontwikkelingen gaande in de lijn van het Evangelie van Johannes 10,10: "Dat zij leven mogen hebben en wel in overvloed". De kwaliteit van het leven in alle opzichten verhogen blijft me altijd weer fascineren; vooral om van zo dichtbij daarbij betrokken te mogen zijn.

Met een leesbrilletje, en "tanden uit de winkel", en een extra kussentje kan ik nog een tijdje voort in Tanzania. We houden de vingers aan de pols om te voelen voor hoelang.


Dongen, 23 juni 2005.



Mochten er mensen zijn, die Marien in zijn werk willen steunen of vanwege zijn Jubileum hem financieel willen feliciteren, het feestnummer is:
Rabobank Zuidwesthoek 140538305 t.n.v. M.v.d.Eijnden.
Hartelijk dank!



Webmaster-NL

Vorige pagina