Een Witte Pater vertrekt uit de Schilderswijk.

Een intervieuw van Geert Groenewegen m.afr.

Na dertig jaar Afrika voelde hij zich ook een nieuwkomer in Den Haag.
Bijna tien jaar werkte pater
Geert Groenewegen in de Schilderswijk.
"Gewoon een praatje maken en kijken wat je
voor de mensen kunt doen."
Nu is het voor hem
weer tijd voor een volgende uitdaging.

Groenewegen met de surinaamse straat-mecanicien die boven hem woont. FotoJ.Zorgman


Deze week landde Geert Groenewegen m.afr. op de luchthaven van Johannesburg (Zuid-Afrika).
Na tien jaar Schilderswijk was het voor de 65-jarige pater tijd voor een nieuwe uitdaging. Het is een terugkeer naar het continent Afrika geworden, want eerder bracht Groenewegen er al dertig jaar door als missionaris.
De geboren Westlander is lid van de Sociëteit van de Missionarissen van Afrika (Witte Paters).
"In mijn jeugd was het seminarie de enige mogelijkheid om een middelbare opleiding te volgen."
Na zijn priesterwijding werkte hij veertien jaar in Mali en vijftien jaar in
Zambia. Tussendoor zat Groenewegen nog een jaar in Washington (VS). Opgeteld kom je dan op veertig jaar priesterschap, wat hij vorige week vierde.

In zijn woning aan de Van Mierisstraat 40 keek Groenewegen vlak voor zijn vertrek terug op zijn periode in Den Haag. Als eerste Witte Pater belandde hij samen met een medebroeder - in een studentenflat aan de Hobbemastraat. Om van daaruit de zorg voor de vele Migranten, vooral ook Afrikanen, in de wijk op zich te nemen. Een duidelijke taakomschrijving had hij van bovenaf niet meegekregen.

"Ik ben
gewoon begonnen met praten met mensen op straat. En kijken wat je voor hen kunt doen. Mijn eerste jaar bestond uit het opbouwen van een netwerk. Niet vanuit de instanties, we zijn expres los van de kerk gestart."

De terugkeer naar Nederland viel niet mee. "Het heeft drie jaar geduurd voordat ik me weer thuis voelde in Nederland", bekent Groenewegen. "Neem nou de kerkdiensten hier. Die waren hopeloos saai. Het leken allemaal wel begrafenisdiensten. En alles zo ouderwets. Wat een verschil met Afrikaanse vieringen."

De bureaucratie was een groter struikelblok. Groenewegen windt zich nog op over de papierwinkel die hij moest overleggen om bijvoorbeeld een Ooievaarspas te krijgen. "Dan zie je wat de vreemdeling allemaal ervaart." Dat hielp hem bij zijn werk. Bijkomend voordeel was dat de pater zijn talen sprak.
Zijn familie verklaarde hem ondertussen voor gek dat hij vrijwillig in 'die rotwijk' ging wonen. Bij een zus die het aandurfde om toch een keer langs te komen, werd meteen het autoraampje ingetikt. "Dat verhaal ging meteen weer de hele familie rond. Gelukkig vind ik het ook leuk om op bezoek te gaan", zegt Groenewegen lachend.

Zorgenkindjes.

In tegenstelling tot zijn familie en zijn confraters en vele anderen vindt hij de Schilderswijk geen rotwijk.
"Het merendeel van de mensendie hier wonen, werkt hard aan
de toekomt, dat is 95 procent.
Vijf
procent van deze wijk bestaat uit zorgenkindjes. Maar ze moeten toch ergens wonen?
ledere stad
moet een wijk hebben waar psychiatrise patienten, ex-gedetineerden en de "aso's" kunnen wonen.
Aan de andere kant, je kunt
het de mensen met een goede opleiding ook niet kwalijk nemen dat ze weggaan.
Zij willen ook het
beste voor hun kinderen."

"Dit is de meest godsdienstige wijk van Nederland", gaat Groenewegen verder. "De gemeente maakte een
aantal jaren geleden
nog weleens de fout door het alleen over moslims en hindoes te hebben.
Dan vergat ze dat er hier
ook talloze christenen wonen."

Houding

Groenewegen hekelt de manier waarop veel parochies omgaan met de migranten gemeenschappen.
"Ze
zagen hen vooral als huurders die voor veel geld het gebouw konden delen, maar niet als mede-
christenen. Die houding is de afgelopen jaren verbeterd. 'Laat ze toch naar een gewone kerk gaan',
hoorde je ook. Maar overal moeten deze mensen zich aanpassen. in de kerk vinden ze nog ruimte
om aan hun eigen cultuur uiting te geven. Dat duurt natuurlijk niet eeuwig voort. Hún kinderen spreken
vaak wel goed Nederlands en vragen waarom papa en
mama niet naar een andere kerk gaan."
"Ik noem de Schiiderswijk vaak het proeflaboratorium voor de komende eeuw", zegt Groenewe
gen. in deze wijk moeten mensen uit allerlei culturen leren met elkaar samen te leven. Hier moet
het gebeuren."
De pater heeft goede hoop dat dit lukt. "Ik ben voorzitter geweest van een bewonersorganisatie.
In het begin was het hele bestuur blank. Dat is allang niet meer zo. En bekijk het eens zo: een Turk of
een Marokkaan heeft in zijn eigen land nog helemaal geen identiteit. Eenmaal hier in Nederland
moet je dat eerst ontdekken. Pas daarna ga je je druk maken over wat er allemaal in je straat gebeurt...."

    (Annemieke Hartman, Haagse Courant. 19 juli 2003. Aangepaste copie)


Webmaster-NL

Vorige pagina