GELD
Voor
missionarissen en hun missie is altijd veel geld opgehaald, eerst in Europa,
later steeds meer in de Verenigde Staten. Rooms-katholieken uit de rijke wereld
hebben vanaf het prille begin met hun donaties bijgedragen aan de verspreiding
van het geloof, het ontstaan van lokale kerken, het inrichten van medische
voorzieningen en het bouwen van scholen in andere continenten.
Dat
aan het gebruik van geld ook schaduwzijden zitten, is onderhand algemeen
bekend. Het maakt christenen en hun kerken in het Zuiden, ook de religieuzen en
hun instituten, afhankelijk van de maatschappelijke of kerkelijke inzichten en
agenda’s in het Noorden. Niet zelden werkt het misbruik en corruptie in de
hand. Vaak lokt het mensen om oneigenlijke motieven naar de kerk.
IS AL DAT GELD VOOR DE MISSIE WEL NODIG?
Dat
in de katholieke missie een pak geld is gestopt, kan iedere bezoeker aan een
derde wereldland met eigen ogen zien. De mensen die in die wereld wonen, mogen
dan al schreeuwend arm leven, veel van hun katholieke kerken stralen rijkdom
uit.
En
niet zelden zijn het de bewoners van de missiestaties die met een veelheid aan
activiteiten een slecht bestuurd land overeind weten te houden. Niet altijd en
overal ten goede.
Soms
vormen missionarissen en hun instituten met al hun mogelijkheden en
creativiteit een parallelle kerk naast de lokale bisschop die vanwege de krappe
financiën nauwelijks een pastoraal plan kan ontwerpen.
Dit
leken ons meer dan voldoende vragen om dit heikele onderwerp in het
septembernummer van ID uitgebreid te bespreken.
Mark Fillet
I.D. WOORD EN WEDERWOORD
Informatiedienst voor Missionarissen
38ste jaargang, september 2006.
De moeite waard! Ook voor Missionarissen in
Nederland!
Kijk op: www.id-woordenwederwoord.nl