Wij als nieuwe bewoonsters van de Molenwiek hebben een drukke en bewogen tijd
achter de rug. Vanwege omstandigheden en de tekenen van de tijd, waren we
genoodzaakt om ons allen zo geliefd “Sancta Monica” in Esch te verlaten en
“kleiner te gaan wonen”.
Dat we in de “Molenwiek“ mochten
komen, kwam voor ons als een geschenk uit de hemel ! Op maandag 2 mei 2005 was
het dan zo ver dat de grote verhuiswagens voor de deur stonden. Na drukke weken
van voorbereiding moesten we nu afscheid nemen van dit dierbare plekje. Met
gemengde gevoelens en weemoed in het hart, maar tegelijkertijd vol verwachting,
vertrokken we naar ons nieuwe thuis.
De hartelijke ontvangst bij
aankomst deed ons bijzonder goed. Om 12.00 uur de heerlijke maaltijd in de
Bro.van Oirschot zaal op Molenweide waar we meteen al kennis maakten met enkele
personeelsleden, contactpersonen en coördinatrices.
En toen we eindelijk ’s avonds
onze kamers mochten betrekken kwamen de heer Metz, directeur van Molenweide, en
Judith van Wanrooij, hoofd verzorging en verpleging van Molenweide, ons ieder
persoonlijk verassen met een prachtig bouquet tulpen!
De voorbije maanden zijn we druk
in de weer geweest om van ons huis een gezellig thuis te maken. Ook de omgeving
werd niet vergeten. Dank aan al degenen die ons hier op velerlei wijzen zo
behulpzaam zijn geweest.
We willen van deze gelegenheid
gebruik maken om ons nu even aan u voor te stellen:
Hallo lieve mensen. Mijn naam is Gerda
Slaghekke. Hebben jullie ooit dit liedje gehoord,
het begint zo : “Er ligt tussen Dinkel en Regge een land…”? Wel nu, deze Regge loopt door het stadje
Rijssen, mijn bakermat. In 1932 zag ik als tukker voor het eerst het
Levenslicht en mag er nu nog dagelijks van leven en uitdelen. Ik was het vijfde
kind (er volgden nog 4 broertjes) in een degelijk katholiek gezin temidden van
een streng gereformeerde gemeente. Naast klooster en kerk gedijde ik wel.
Verwondert het u dat ik in 1953
bij de Witte Zusters van Afrika belandde? Na de missionaire vorming vertrok ik
naar Tanzania (Oost Afrika). Daar werkte ik als onderwijzeres de eerste 10
jaar; na een pastorale opleiding mocht ik als catecheet in parochie en vormingscentra mijn krachten inzetten, fijn gewerkt met de
Afrikanen.
Helaas werd ik ziek en in 1990
koerste ik af naar ons kikkerlandje. Na 15 jaar Esch nu de Molenwiek. Hoe zou
ik, denkt u, me hier thuis gaan voelen als molenaarsdochter? Een keer raden!
Gods wegen zijn wonderbaar.
En hier is Antoinette
Winkelman.
Geboren in 1933 te Zwolle als
laatste in een gezin van 4 kinderen. Een
nakomertje. Bij de zusters van Liefde van Tilburg deed ik mijn
schoolopleidingen waarna ik de verpleegstersopleiding volgde in Zwolle bij de
Zusters onder de Bogen.
Ofschoon gevormd door zoveel lieve
en goede zusters, koos ik in 1957 toch voor de Missiezusters van Onze Lieve
Vrouw van Afrika, de Witte Zusters. In 1962 vertrok ik naar Tanzania waar ik
werkzaam was als verpleegster, vroedvrouw en docente. Later belandde ik in het
administratieve en secretariële werk van een parochie en de congregatie.
In 1993 keerde ik terug naar
Nederland en werd mij gevraagd om het werk als secretaresse voor onze
congregatie op mij te nemen. En dat doe ik nog steeds tot op de huidige dag !
Vier morgens in de week op de fiets naar ons regiohuis in de Prins Bernhardstraat.
Als bakkersdochter voel ik me ook wel een beetje verwant met een “Molenwiek” en
ben ik hier al helemaal thuis.
Jeanne Simons, één van de acht in de
Molenwiek. Ik ben geboren in Helvoirt. Wie kent niet het boek : “Helvoirt aan
de Lei“ ? In 1953 koos ik voor Afrika en daarvoor heb ik mijn vorming gehad bij
de Missiezusters van O.L. Vrouw van Afrika ( Witte Zusters)
Na 2 jaar vertrok ik naar
Noord-Afrika, Algiers voor een praktisch vormingsjaar. Mijn verdere
Missionarisleven heeft zich afgespeeld in Tanzania en Kenya. Daar heb ik vooral
gewerkt met vrouwen en in de jeugdzorg. Ik kwam toen in aanraking met aids
patiënten die ik regelmatig bezocht. Nu ben ik ruim 2 jaar terug in Nederland,
met heel veel goede herinneringen aan de mensen met wie ik werkte en woonde. Nu
“draai” ik ook mee in de Molenwiek.
Mijn naam is Maria
Schoorlemmer en ik ben geboren in 1931 in hartje
“Salland”, Overijsel als oudste van 10 kinderen. Al vroeg hielp ik mee in het
boerenbedrijf.
Doch in 1951 ging ik naar de Witte
Zusters in Esch. Na een periode in Algerije en Engeland vertrok ik in september
1955 naar de Missie in Tanzania. Daar heb ik ruim 43 jaar gewerkt, vooral veel
vrouwen begeleid en toegerust voor sociale en pastorale taken.
Mijn agrarische achtergrond hielp
mij om dicht bij de mensen te zijn met kleine tuinkwekerijen en bomenplanten
project, kortom de vrouwen helpen door zelfredzaamheid hun eigen situatie te
ontwikkelen.
De laatste 12 jaar in Dar es
Salaam, kreeg ik te maken met het AIDS probleem. Nu hier terug in Nederland
help ik wel eens met tolken voor zieke vluchtelingen en ben ik actief in de
Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel (S.R.T.V) Met nog steeds een groene
vinger hoop ik dat de “Molenwiek” een fraaie woonplek blijft.
Ik ben Willemien van Berkel, geboren en opgegroeid hier in Boxtel op
Nergena. Van jongs af aan vertrouwd met de congregatie van de Witte Zusters,
waar we hemelsbreed dicht bij woonden. Mijn ouders hebben mij de liefde voor
Afrika meegegeven en hadden er veel voor over.
In 1953 raakte mij deze vonk
zodanig dat ik intrad bij de Witte Zusters omdat ik in Afrika wilde gaan leven
en werken. Na 3 jaar Noord-Afrika, verbleef ik eerst in Nederland gedurende 8
jaar en daarna in 1967 werd de Afrika droom pas werkelijkheid voor mij.
Ik heb veel met en voor vrouwen
gewerkt en pastoraal werk in afgelegen dorpen tot einde 1992. Dit bleek een
“voorgoed thuiskomen” en sindsdien was ik nodig in de communiteit van Esch. Nu
mag ik met mijn medezusters in de Molenwiek en dus op mijn geboortegrond in een
rustiger tempo “meedraaien” en genieten van dit mooie huis en omgeving.
Ik heet Francien
van Berkel,
tweelingzus van Willemien. Geboren op 25 december 1930 in Boxtel. We waren de
twee oudste kinderen, later volgden nog 5 anderen. Ons vader had een zus bij de
zusters van J.M.J., moeder een zus bij de Witte Zusters en nog een broer bij de
Witte Paters.
De missieliefde voor Afrika hebben
we als het ware met de moedermelk meegekregen. Afrika heeft me altijd geboeid
en daarom trad ik in 1956 in bij de Witte Zusters waar Willemien al was sinds
1953. In 1960 mocht ik naar Afrika vertrekken.
Tot 1993 heb ik daar mogen werken
met veel plezier. In het basisapostolaat mocht ik heel dicht bij de mensen
staan vooral de vrouwen en de jeugd. In 1993 moest ik naar Nederland terug
komen vanwege gezondheidsproblemen. Ik heb daarna 6 jaar in Boxtel Oost gewoond
en gaf als vrijwilligster een helpende hand op verschillende plaatsen.
Intussen probeerde ik weer wortel
te schieten in dit, voor mij, zo anders geworden Nederland. Daarna nog 2 jaar
op Sancta Monica gewoond en nu dan meegekomen naar de Molenwiek. Ik begin me al
thuis te voelen in deze prachtige omgeving en als rasechte Boxtelse zal het
allemaal wel lukken.
Graag wil ik me ook even
voorstellen: ik ben Toos van Kaam
geboren en getogen in IJmuiden-Oost als nummer 7 in een gezin van 16 kinderen
waarvan 3 kinderen binnen het jaar
gestorven zijn. Op 27 jarige leeftijd trad ik in bij de Missiezusters van
O.L.Vrouw van Afrika, ook wel de “Witte Zusters” genoemd.
Mijn eerste benoeming kwam in 1961
voor de Verenigde Staten. Daarna volgde een studie theologie in Engeland. In
1967 vertrok ik naar Ghana waar ik tot 1991 (met enkele onderbreking van studie
en vakantie) werkzaam ben geweest.
In 1991 kwam ik terug naar
Nederland en werkte voor 3 en half jaar
in de “Lambertus parochie” van
Haelen en vervolgens 8 jaar in Den Haag in de parochie van Teresia van het kind
Jezus.
In 2003 is de kleine communiteit
in Den Haag gesloten en werd Esch mijn nieuwe woonplek. Dat heeft niet lang
moge duren want in december 2004 kwam het grote nieuws dat “Sancta Monica “ verkocht zou worden en wij
onze intrek elders zouden innemen. Hier ben ik dan, als één van de gelukkige bewoonsters
van “Molenwiek.” Momenteel zet ik me in voor vluchtelingen en werk ik actief
mee in de Stichting Religieuzen Tegen Vrouwenhandel (STRV)
Een van de acht hier in de Molenwiek moet de
jongste zijn en tot nu toe ben ik dat. Mijn naam is Truus Bos. Bij mijn intrede in de wereld in 1935,
werd ik al verwelkomd door 2 broers en 2 zussen. Na mij kwamen er nog eens 2
broers bij.
Door de roepstem van binnenuit,
kwam ik in 1957 bij de Missiezusters van O.L.Vrouw van Afrika (Witte zusters) Van
de 70 jaren van mijn leven heb ik er 30 in Burkina Faso en 10 in Mali (West-Afrika)
mogen door brengen. Hier bestond mijn werk vooral in de omgang met vrouwen en
meisjes in pastoraal en sociaal werk. Verschillende jaren heb ik met een medezuster een gedeelte van een
parochie, die zeer uitgestrekt was, onder verantwoordelijkheid gehad.
Ook heb ik deelgenomen aan de
vorming van meisjes, bij de oprichting
van een nieuw te stichten inlandse Congregatie.De laatste 10 jaar in Mali was
ik vooral met moeders voor de kindercatechese belast. Sinds 6 jaar moest ik
vanwege gezondheid afscheid nemen van Afrika en draai nu mee in de Molenwiek,
soms ook met een wiekslag links, naar de Walpoort-School, of in
conversatie met migranten vrouwen.