abcBurkina
zie franse tekst in www.abcburkina.net



"De Amerikanen taxeren 
de Afrikaanse katoenproducenten 
om het World Trade Center weer op te bouwen."



Witte Pater Maurice Oudet woont en werkt vanuit Koudougou in Burkina Faso als een soort spreekbuis voor de boeren. Hij geeft ook leerboekjes uit voor de boeren in Jula, Moore, Nuni, Lyélé en eenvoudig frans.Hier vertelt hij zijn laatste verhaal:

In de maand november 2002 was ik in de gelegenheid om met een groepje jonge katoenverbouwers in het Zuid-Westen van Burkina in gesprek te gaan.Weldra zou de katoen-campagne beginnen: katoen plukken, bijeenbrengen, wegen en verschillende kwaliteiten bijelkaar leggen. Dan is het wachten op de opkopers van het Staatsbedrijf van het Ministerie van Landbouw; daarna komen de vrachtwagens de katoen ophalen. Ook 's nachts moet de katoen bewaakt worden, want er zijn altijd kapers op de kust, die de katoen dan weghalen en elders weer verkopen en met de buit verdwijnen !

In Burkina Faso wordt de katoen meestal geoogst ná de graanoogsten, na het begin van het droge seizoen als ze goed droog is en gemakkelijk met de hand geplukt kan worden: dwz vanaf eind december tot half februari. De katoen wordt geplukt met pit en al, om daarna door de opkopers naar de ontpittings-fabriek gebracht te worden. Dit is het eerste proces voor de katoenbewerking na de oogst, om vervolgens door de katoenfabriek gesponnen te worden. De katoenpitten kunnen dan worden gebruikt voor de bemesting rond bomen en planten; maar er kan óók voedzame katoen-olie uit geperst worden.Maar dit is een tamelijk kostbaar procédé. Meestal houden de boeren een klein gedeelte van hun eigen oogst achter voor de oudere vrouwen, die thuis de katoen zèlf ontpitten en via huisvlijt de katoendraden spinnen.Waarna de mannen dan met hun vernuftige eigengemaakte weefgetouwen zeer soliede gebarioleerde katoenstoffen weven. Dit allemaal even ter verduidelijking mbt katoen.

Ik vroeg hen toen: weten jullie waarom de verkoop-prijzen voor de ongepitte katoen (coton-graine) omlaag gegaan zijn ? Want nu krijgen jullie voor de eerste kwaliteit katoen (« premier choix ») maar 175 CFA francs per kilo (dit is ongeveer 25 eurocent) terwijl dit op 200 CFA francs stond gedurende het vorige seizoen (plm 30 eurocent)?
Weet je wat ze me antwoordden ? Welnu  :

"De Amerikanen taxeren de Afrikaanse katoenverbouwers zodat ze de torens van het World Trade Center weer op kunnen bouwen."

Deze katoenproducent was zeer serieus toe hij dit zei ! Hij deed dit niet om de omstaanders te laten lachen ! Want dit is wat de mensen elkaar vertellen in alle ernst : zo wordt het in de dorpen doorverteld: en de mensen zijn hier heilig van overtuigd !
Dit bewijst dan ook wèl dat de boerenbonden en organisaties, alsook de media en vooral de plaatselijke radiostations nog heel wat brood op de plank hebben liggen om bvb de katoenproducenten op een goede manier voor te lichten over prijs-schommelingen , tarieven, en vervoerskosten etc.

Maar niet alles is onjuist in deze bewering ! Op een of andere manier hebben ze wèl begrepen dat de Amerikanen ergens toch de oorzaak geweest zijn van de lage prijzen en dus óók van de vermindering van hun inkomen. Want, rekening houdend met alle investering die ze gemaakt hebben voor de katoenproductie, is het resultaat van hun arbeid wèl met 25 % omlaag gegaan.
Inderdaad ! Want het zijn zeer zeker de Amerikaanse katoenprodecenten die zware subsidie verkrijgen en dus zoveel mogelijk katoen verbouwen, en zó de wereldmarkt overspoelen. En dan zijn het wèl de overproducties die de prijsdaling teweeg brengen op de wereldmarkt. En zo zijn dan ook de katoenfabrieken die de katoen in de Afrikaanse landen opkopen verplicht om de prijzen van de wereldmarkt aan te houden.


Ziehier enkele uitspraken van mensen die beter geïnformeerd zijn en op de hoogte van dit wereldgebeuren: bvb Eric Hazard van een Senegalese NGO "Enda" genaamd; of de stem van OXFAM in dezen, die zeggen:

DE AMERIKAANSE SUBSIDIES VEROORDELEN DE AFRIKAANSE KATOEN-TELERS TOT EEN ABSOLUTE ARMOEDE !

Deze subsidie-politiek gaat in tegen de regels van de Wereld Handels Organisatie; maar ze is óók en vooral juist het tegenovergestelde van het Amerikaanse devies: « Trade not Aid »!
Maar nu het absurde van het geheel: studies hebben uitgewezen dat in het jaar 2001 de 8 West-Afrikaanse Producenten ongeveer 191 miljoen dollars verloren hebben, alléén maar vanwege die Amerikaanse subsidie-politiek. Een paar statistieken kunnen deze bewering gemakkelijk illustreren:

Toen Mali vorig jaar 37 miljoen dollars Amerikaanse hulp ontving, verloor het land van de andere kant aan katoen-derving 43 miljoen dollar, oftewel 1,7% van haar PIB, of 8% van haar export-inkomsten

In Tchad, Bénin en Burkina Faso vormt het geld dat deze landen hebben ontvangen van de PPTE als "verlichting van de nationale schuld", slechts één derde van de verloren inkomsten van de katoenoogst.

Om de door haar gegarandeerde prijs van de katoen aan de katoentelers uit te kunnen betalen, heeft Burkina nieuwe schulden gemaakt bij de verschillende Instituten van Bretton Woods: dit is wel het toppunt voor een katoen-verbouwend land dat wordt geacht devisen op te brengen door die zelfde katoen !

En dan moeten we tot slot niet vergeten dat de Amerikaanse katoen-producenten drie maal zoveel subsidie ontvangen als de USAID globaal uitgeeft om ongeveer 500 miljoen mensen in Afrika te ondersteunen.

Ten slotte :

Toen de "natioale federaties van de katoen producerende landen een lancinerende oproep hebben gedaan tegen de grove subsidies ten behoeve van de Amerikaanse en Europese producenten, waren zij niet op de hoogte van de hierboven vermelde cijfers
Maar al gauw hebben zij begrepen dat de toekomst van de Afrikaanse Katoen productie op het spel stond. Zij waren de éérsten om te reageren, zelfs vóór de respectievelijke regeringen of katoenfabrieken.
Ze hebben dan ook steun ontvangen van de Internationale Solidariteits Organisaties.
Het pleidooi en de lobbying die de Nationale Federaties van West Afrikaanse Katoen Producenten vorig jaar hielden, heeft op een directe en indirecte manier de Wereld Bank en het FMI ertoe gebracht, om zich meer te interesseren in deze tak van productiviteit, toen ze in oktober 2002 voor hun jaarlijkse bijeenkomst hielden.

En dit is misschien wel de voornaamste gevolgtrekking van het gehele katoen-gebeuren: de boeren-organisaties hebben hun les geleerd ! En voor wat betreft de katoen-producenten zal het voortaan moeilijk worden om dezen te negeren bij een eventuele uitstippeling van landbouw-politiek. Dit is dan ook een aanmoediging voor de Boeren Bonden, en een waarschuwing naar de Politieke Verantwoordelijken toe alsmede naar de experts van de Internationale Organisaties en naar de partners van de Ontwikkelings Organisaties.

dollar maakt de boeren arm !
Het Afrikaanse tijdschrift Jeune Afrique - L'Intelligent van mei 2003 gaat ook in op deze problematiek:

KATOEN: vervolg...

"WEG MET DE SUBVENTIES"!

Vier Afrikaanse Landen lanceren een gezamelijke campagne tegen de subventies die door Amerika en Europa toegekend worden aan hun katoen producenten .

Vier landen maar een enkele campagne. Benin, Burkina Faso, Mali en Tchad hebben op 2 mei bekend gemaakt dat ze van plan zijn de tussenkomst van de Wereld Handel Organisatie (W.H.O) in te roepen. Aan de oorsprong van hun ontevredenheid liggen de massieve subsidies die de Verenigde Staten en Europa aan hun katoen verbouwers toekennen.

Die tegen de vrije concurrentie gaande praktijken zijn een bedreiging voor de economiese overlevings kansen van Frans sprekend Afrika, die ieder jaar 1 miljoen ton katoen produceert (16 % van de wereld markt).

De klacht zou er toe moeten leiden dat “het probleem van de katoen op een specifieke manier onderzocht zal worden tijdens de onderhandelingen van de W.H.O. in september aanstaande “ in Mexico, heeft Benoît Ouattara, minister van handel van Burkina Faso, beweerd . Ze heeft zowel voor doel ernaar te zoeken een onrechtvaardigheid te repareren
alsook meer de inspanningen tot ontwikkeling te ondersteunen van de landen waarvan het “witte goud” een van de voornaamste bronnen van financiering is.

Die inspanningen worden momenteel te niet gedaan door de subsidies die de concurrentie vervalsen, ondanks de zeer competitieve productiekosten van West-Afrika. Het systeem draagt er
inderdaad toe bij dat de produktiekosten stijgen en dat de verkoopprijs daalt.

Volgens de niet gouvernementele
organisatie Oxfam, verliezen de afrikaanse producenten er jaarlijks 300 millioens dollar door en haar afschaffing zou het mogelijk maken de prijs van de afrikaanse katoen met 25 % te verhogen. Benin, Burkina, Mali en Tchad vragen dus de quasi verdwijning van de subsidies en , intussen, een schadevergoeding voor het gelopen verlies.
hou me in de gaten !
En de inzet is zeer belangrijk : in 2002 heeft Washington 3,9 milliards dollars toegekend aan haar eigen 25 000 producteurs (voor 38% van de wereld katoenuitvoer in 2002), d.w.z. evenveel als drie keer de publieke amerikaanse hulp aan Afrika !!


(Anne Kappès-Grangé. J.A.l'intelligent N° 2209)



Webmaster-NL

Vorige pagina