Charles de Foucauld

van 1887 tot zijn dood in 1916.

 

TWEEDE AFLEVERING:

 

5. GOD ROEPT CHARLES OP EEN SPECIALE MANIER. (1887)

1887-1888: Charles woont een tijd bij zijn familie, in het franse platteland bij zijn zus Marie. Hij begint na te denken over een leven als religieus. Van december 1888 tot eind januari 1889 bezoekt hij het Heilig Land. Nazaret maakt op hem een sterke indruk.

Teruggekomen in Frankrijk, geeft hij zijn hele bezit aan zijn zuster. Dan besluit hij verschillende retraites te maken, want hij is op zoek naar een hem passende kloosterorde waar hij eventueel zou kunnen intreden.

"Het verborgen leven leiden van de nederige en arme werkman van Nazaret": dat ziet hij nu als zijn roeping. Het Trappistenleven lijkt hem het best bij die roeping te passen.

6.  HET RELIGIEUZE LEVEN: 1890-1897

"Mijn roeping als monnik ontstond op hetzelfde moment als mijn geloof: God is zo groot." (14 augustus 1901)

Op 15 januari 1890 verlaat hij zijn familie, en vertrekt naar de Franse trappistenabdij "Notre Dame des Neiges" (O.L.V. ter Sneeuw).

Zes maanden later vertrekt hij echter naar een veel armere abdij, te Akbès in Syrië. Maar hij vindt ook die abdij niet arm genoeg om er Jezus' verborgen leven na te volgen. "Ik snak naar Nazaret..." schrijft hij.

Hij stelt nu zelf regels op voor een monnikenorde "naar zijn smaak" en vraagt om van zijn geloftes ontslagen te worden. In oktober 1896 stuurt men hem echter naar Rome om zijn theologie-studies voort te zetten. Maar in januari 1897 laat de generaal-abt van de Trappisten hem dan uiteindelijk toch maar gaan, zodat hij vrijelijk zijn eigen roeping kan volgen.

7. VERBLIJF IN NAZARET: 1897-1900.

"Om nog méér op Jezus te lijken..." (14 augustus 1901)

"Gewoon door de Mis bij te wonen..., zal ik God de grootst mogelijke eer betonen, en zal ik het beste doen wat ik voor mijn medemensen kan doen." (brief, 26 april 1900.)

Vanaf maart 1897 vinden we Charles de Foucauld weer terug in Nazaret. Hij is in dienst bij de zusters Clarissen, als knecht. Hij woont in een hok in de tuin van het klooster.

"Ik kreeg verlof om naar Nazaret te gaan, alleen, en er incognito als werkman, te leven van mijn dagelijkse arbeid; in afzondering en gebed, in aanbidding en meditatie over het Evangelie, mijn dagelijkse kost verdienend met nederig werk."

Iets meer dan drie jaar zal Charles in Nazareth verblijven. Stap voor stap brengen de Clarissen, tesamen met zijn geestelijk leidsman, de priester Huvelin (die hem ontmoette in Parijs bij gelegenheid van de bekering van Charles, zie eerste aflevering), hem ertoe om het priesterschap te overwegen, en zij overreedden hem tenslotte, om te vragen dat hij priester zou gewijd worden.

In de abdij van O.L.Vrouw ter sneeuw, hem welbekend vanuit 1890, treft Charles de laatste voorbereidingen op zijn priesterwijding. Op 9 juni 1901 wordt hij dan priester gewijd in het Bisdom Viviers (de Ardèche-provincie in Frankrijk).

 8. BENI-ABBES, MISSIEREIZEN NAAR DE TOEAREGS: 1901-1906

"In de Sahara het verborgen leven van Jezus te Nazaret verder na te volgen, niet door te preken, maar door zoals Jezus nederig werk te verrichten, in eenzaamheid en armoede." (april 1904)

September 1901: Charles de Foucauld is terug in Algerije. Hij vestigt zich te Beni-Abbes en bouwt er een afgelegen woning om er een monnikengemeenschap te stichten.

1902: Hij alarmeert zijn vrienden en ook de overheid over het drama van de slavernij. Hij koopt verschillende slaven vrij.

In 1904 maakt hij een retraite van zes weken bij de Witte Paters in Ghardaïa, die onder de indruk zijn van zijn soberheid, ascetisme en gebedsleven. Monseigneur Guérin, de Bisschop van de Sahara, heeft veel contact met Charles de Foucauld, en zegt van hem het volgende: "het deed ons zéér goed om  gedurende die dagen samen met die goede priester om te mogen gaan, geraakt als hij is door de geest van Jezus. Zijn zelf-verloochening, zijn eindeloze edelmoedigheid, en zijn evenwichtige beminnelijkheid heeft van het begin af aan de harten van ons allen veroverd !" (CT101)

Later zou de historicus en levensbeschrijver van Charles de Foucauld, René Bazin, van hem zeggen: "Hij was een metgezel en een vriend van de Witte Paters. Een model van zoektocht  naar verbondenheid met mensen die het verst verwijderd zijn van de westerse cultuur, om zó de "wereld-omvattende broeder" te worden."

1905: Charles maakt enkele reizen tot bij de Toearegs. Hij begint hun taal te leren. Geen missionaris is vóór hem ooit nog tot bij dit volk kunnen doordringen. Hij schrijft voor hen een catechismus en begint ook het Evangelie te vertalen.

1906: Charles krijgt eindelijk een metgezel: broeder Michel. Maar al gauw wordt deze broeder ziek en moet hij noodgedwongen naar Frankrijk terugkeren.

9. TAMANRASSET: 1907.

"Mijn apostolaat moet het apostolaat van de goedheid zijn. Als de mensen me zien moeten ze zeggen: dat is zo'n goede man... en dus zal zijn geloof ook goed zijn." (1909)

Juli 1907: Charles begint een gigantisch wetenschappelijk werk: de studie van de taal, de poëzie en de liederen van de Toearegs. Hij laat zich door de lokale bevolking helpen.

Hij is de enige christen ter plaatse, en daarom mag hij de Eucharistie niet opdragen. Toch verkiest hij te blijven...voor de mensen. Deze situatie duurt zes maanden. Dan krijgt hij toch uiteindelijk verlof om alléén de Mis te vieren, maar het Heilig Sacrament mag in zijn huis niet bewaard of uitgestald worden.

10. ZIEKTE EN REIZEN NAAR FRANKRIJK.

Januari 1908: Door uitputting wordt Charles ziek, en meerdere keren ontsnapt hij nauwelijks aan de dood. Hoewel het ook voor de Toearegs een moeilijke tijd is door de aanhoudende droogte, redden ze zijn leven door de schamele porties geitenmelk die ze hebben met hem te delen. Charles, aan het eind van zijn krachten, is volledig afhankelijk van zijn buren. Hij beseft nu dat vriendschap en broederliefde wederkerig moeten zijn en dat men deze moet delen.

1909 - 1911 - 1913: Hij reist drie keer naar Frankrijk om zijn nieuw project voor te stellen: een "Vereniging van broeders en zusters van het Heilig Hart". Het is een lekenbeweging met als doel de bekering van de ongelovigen. "Vurige christenen van alle rang en stand kunnen door hun manier van leven aan anderen het christelijk geloof leren kennen. Ze maken het Evangelie zichtbaar in hun leven van elke dag." (Reglement - Raadgevingen, 1909-1913).

1914: In Frankrijk breekt de oorlog uit. Zijn militaire vriend François-Henry Laperrine raadt Charles aan om in Tamanrasset te blijven.

1915: Ook in de woestijn wordt het nu woelig: de Rezzoes (plunderaars) uit Marokko en de Senoessis, opstandelingen uit Libië vormen een bedreiging.

11.  ZIJN LAATSTE LEVENSJAAR EN OVERLIJDEN: 1916.

"Onszelf helemaal wegcijferen is het sterkste middel dat we hebben om één te worden met Jezus en om goed te zijn voor de medemens." (1 december 1916, aan Marie de Bondy.)

"Als de graankorrel, in de grond gevallen, niet sterft, blijft hij alleen. Sterft hij, dan brengt hij veel vruchten voort. Ik ben niet gestorven, ook ik ben alleen... Bid voor mijn bekering, opdat ik stervend vruchten draag." (Brief aan Suzanne Perret.)

Ter bescherming van de bevolking wordt bouwt Charles in Tamanrasset een klein fort. Hij neemt er op zijn eentje zijn intrek; ook om de omwonenden gastvrij op te kunnen vangen als het gevaar dichtbij zou komen. Hij werkt intussen nog steeds verder aan de poëzie, de spreekwoorden en de gezegdes van de Toearegs.

1 december 1916: De Senoessi-gezinde Toearegs lokken Charles naar buiten, overmeesteren hem en binden hem vast. Terwijl ze het fort plunderen komt onverwacht een andere gewapende groep opdagen. Algemene paniek... Een kogel wordt afgevuurd door een van de uitzichtposten. Charles is op slag dood. Ze begraven hem in de fortgracht.

12. EEN MISLUKT IDEAAL?

Charles de Foucauld sterft zonder volgelingen... of toch bijna... In Frankrijk hadden 49 personen zich al ingeschreven in de lekenvereniging van broeders en zusters van het Heilig Hart van Jezus. Charles' inspanningen waren beloond: zijn vereniging was intussen goedgekeurd door de kerkelijke overheid.

Vandaag de dag bestaan er 19 groeperingen van "fraterniteiten": leken, priesters, kleine zusters en kleine broeders. Ze maken het evangelie zichtbaar in hun leven van elke dag, overal ter wereld. Charles de Foucauld is hun inspiratiebron.

Bron: www.charlesdefoucauld.com 
en passages uit "Ensemble" van de Zwitserse Provincie van de M.Afr.
zie hun website (in het frans): www.africanum.ch


arr. cv.

 

(wordt vervolgd) NB. Foto's komen later...


Webmaster-NL

Vorige pagina