Allerheiligen en Allerzielen 2003.


Kerkhof Witte Paters Heythuysen


Meer dan honderd familieleden, vrienden en kennissen, alsmede vele medebroeders, namen deel aan de "dodenherdenking" te Heythuysen. We herdanchten de confraters die gestorven zijn sinds de 1ste november 2002.

"La Fête des Morts", het "dodenfeest" zeggen de fransen, ook in de kranten en officieele stukken. Vanuit Afrika kennen we die dodenfeesten, die altijd een groots gebeuren zijn in de dorpen en de regio's, waar een dode wordt herdacht; soms pas 5, 10 of meerdere jaren na de dood van de persoon die herdacht wordt.

De Kerk in Afrika probeert b.g.v. het "doden-feest" (Allerzielen) één en twee november aanelkaar te koppelen, en er een twee dagen durend feest van te maken,vooral in West Afrika, daar het dan ook de tijd is dat de oogsten binnen zijn gehaald, en de "nieuwe dolo"(gierst-bier) wordt gebrouwen.

In Nederland doen we dat op een eenvoudiger en plechtstatiger manier, maar niet meer met veel tranen zoals vroeger, want vanuit gelovig samenzijn kun je elkaar tot troost zijn. Na afloop is er dan koffie met de bekende begrafenis-cake.

Provinciaal Piet Kramer herdacht onze doden op 1 november j.l te Heythuysen in een Eucharistieviering, gevolgd door een gedachtenis-gebed op het kerkhof.

Beste familieleden van onze gestorven medebroeders.
Beste bewoners van dit huis. Beste verzorgsters.

Inleiding

We zijn hier weer bij elkaar in deze kapel allereerst om onze medebroeders te gedenken die het afgelopen jaar zijn gestorven.Maar we gedenken ook allen, die hier op ons kerkhof rusten en wier namen ingegrift staan op de gedenkstenen.

Sinds vorig jaar November hebben we de volgende missionarissen hier begraven:
In
December:Leo van der Hoeven.
In
Januari:Wim Geraets en Adriaan Peters.
In
Februari : Benoit de Kort en Jos vd Klundert.
In
Maart Stef Wellens en Wim Boenders.
In
April: Theo Hendriks en Jan Pijnenburg.
In
Mei: Charles Janssens.
In
Juni: Wim Kragting .
In
Augustus Frans van Roessel.
En Leo Zeinstra in
September.

We gedenken ook twee vroegere confraters die in het afgelopen jaar gestorven zijn: John Wigman, pastoraal werker in Breda en Willie Buytendijk uit Apeldoorn.
We gedenken hen met dankbaarheid om alles wat God in en door hen heeft bewerkt. En we roepen vol vertrouwen God’s barmhartigheid over hen en over onszelf af.

Kampala Ugands: de barmhartige samaritaan

Preek.

Toen Theo Hendriks de laatste keer bij de hart specialist kwam, zei die: ”Beste Pater Hendriks; ik kan eigenlijk niets meer voor u doen. Maar hoe oud bent U eigenlijk ?”. “82”. “Nou dat is natuurlijk toch wel een mooie leeftijd”. Waarop Theo zei: ”83 is nog mooier !”. Zou hij daar nog zo over denken ? Als bij onze dood de deur van het vaderhuis inderdaad open zwaait en Jezus’ beloften waar worden, dan is het volle leven zijn deel. Geen halfhartig gesukkel meer. Dan is hij thuis. Dan is er niet zozeer eeuwige rust als wel vreugde, geluk, voltooiing. Dat geldt voor Theo. En voor ons. Mooier kan het niet.

Als we de gezichten van onze medebroeders, uw familieleden, die in het afgelopen jaar stierven, de revue laat passeren, dan vervult ons toch een zekere
dankbaarheid en voldoening.Een zekere trots ook. Afscheid nemen blijft voor nabije familie verdrietig. En in de gemeenschap waarin ze leefden werden ze ook gemist. Maar toch….. De meeste die stierven waren hoog bejaard . En nogal eens hulpbehoevend en breekbaar. Sommigen verlangden ook rustig naar de dood. Ze waren er klaar voor. Ze hadden een goed en zinvol leven achter de rug. En voor sommigen kwam de dood als een bevrijding. Dan is er verdriet. Maar dan hoef je niet zwaar te rouwen.

Vandaag passeren ze nog eens de revue:
de Zambianen: Jos vd. Klundert gezellig met zijn glunderende ogen boven het borrelglaasje.Een bekwaam econoom die zich geen citroenen voor eieren liet verkopen en een heel bisdom financieel op de been hield. Stef Wellens met zijn grote ogen achter de zware bril en het schoolmeester vingertje omhoog.Goed onderlegd in het kerkrecht en zo raadsman van velen. Wim Boenders, de vriendelijkheid zelve; of hij nu in de missie rondsjouwde, als vice- provinciaal achter de schrijfmachine zat of in de tuin werkte. Jan Pijnenburg,altijd op zoek naar zijn stok: wat ontevreden over zichzelf en in dispuut met “de grote Baas”. Charles Janssens, een fijngevoelige pastor, die hartelijkheid gaf en het dan ook ontving.En Frans van Roessel,van wie mensen getuigden hoeveel zijn vriendschap voor hen had betekend.

Uit Tanzania: Leo van der Hoeven die ellenlange gedichten schreef tegen de zonden der tijden. Maar die tevreden in zijn hoekje gezeten zijn sigaartje rookte toen verleden en toekomst waziger werden. En Theo Hendriks met zijn smeuige verhalen over de leeuw die hem verraste toen hij in de laadbak van zijn landrover lag te dutten. Een plotse klap tegen het spatbord verdreef hem. Theo was een echte pionier die volk en taal door en door kende.

Uit Uganda: Wim Geraets met zijn boerenhart: een goede herder voor zijn mensen. En achter de missiepost een stal met koeien. Of Adriaan Peters en Wim Krachting, levenslang les gevend om jonge Afrikanen tot priester en tot leiderschap te vormen. Wat droog soms. Maar niet zonder humor. En toegewijd.

Uit Malawi, Benoit de Kort. Jarenlang doorkruiste hij het land op de fiets. Van een bouwplaats naar de volgende. Over nauwelijks begaanbare wegen . Op zijn tachtigste wilde hij nog een racefiets proberen. Maar toen was de vaart er toch wat uit. En Leo Zeinstra. Die wilde in zijn oude albe begraven worden: het priesterkleed dat zijn zus nog voor hem geborduurd had voor zijn wijding. Zo lag hij in daar : bekleed met stola en albe: tekenen van levenslange trouw aan zijn roeping.

een van de gedenkstenen van de overleden Witte Paters

Mooi toch ? Allemaal mensen met een ideaal. Allemaal mensen met een verlangen om het evangelie door te geven. Missionarissen met een echte betrokkenheid op Afrika en de Afrikaanse mensen. Die probeerden ze te dienen. En ze ontvingen van hen ongelooflijk veel vertrouwen en hartelijkheid Soms was het leven er hard. Er waren teleurstellingen. Soms oorlogsdreiging. Maar als de provinciaal hun klachten beantwoordde met het aanbod om maar in Nederland te blijven, dan krabbelden ze gauw terug !

De jaren in Afrika waren voor de meeste van ons de beste jaren van ons leven. De mannen die we nu herdenken waren allemaal heel gewone mensen met hun tekorten en gebreken, met hun vooroordelen en eigenwijsheden. Avontuurlijke mensen misschien, die weg konden trekken uit het bekende. Maar die toch maar een vreemdsoortige liefde hadden voor medemensen met volslagen
andere talen en culturen. Ze vonden die vreemde mensen kennelijk de moeite waard om hun leven aan te wijden. De missionarissen ,die we nu gedenken, waren gewone mannen , die zich echter geroepen voelden door de God van alle mensen en gezonden door Jezus van Nazareth. Zonder ophef; toch mensen van God.

Een van hen, Adriaan Peters, gunde ons een blik in dat leven met God. Hij schreef:
“Luister naar de wind.Hoor dat God je bemint.
Verzadig je aan het licht: Weerkaatsing van zijn aangezicht.
Kijk naar de bloemen die hun maker roemen.
Beleef alle kleuren. Geniet van alle geuren.
Bemin alle mensen.Voed je diepste wensen.
En wordt weer kind. Wordt steeds meer kind”.

Nee, rouwen om hen hoeft niet.Er is meer reden tot rouwen om het lot van de volkeren aan wie zij hun leven gewijd hadden.
In Afrika gist het: telkens ontbranden er stammenoorlogen, die duizenden slachtoffers maken.
In Ivoorkust, in het gebied van de grote Meren. Gewelddadige bendes terroriseren de bevolking: in Oost Congo. In Liberia. Gewetenloze profiteurs grijpen de macht en klampen zich eraan vast: In Zimbabwe. Tot voor kort ook in Kenia. Fundamentalisten van allerlei slag proberen te vuur en te zwaard hun gelijk te krijgen: in Sudan en Algerije. Kinderen geroofd en tot solaten getraind: in het Noorden van Uganda. Overal in Afrika vluchtende mensen zonder goed heenkomen. Alleen de wapenhandel vaart er wel bij. En de machthebbers die de landen leeg roven.

We hoeven ons niet boven die mensen verheven te voelen. Velen van ons hebben de 2
de wereldoorlog nog mee gemaakt. Toen zijn er in ons beschaafde westen meer dan 50 miljoen mensen omgebracht en gesneuveld. Maar we kunnen wel meeleven, rouwen, om het verlies van welzijn en welvaart , het verlies van leven in een heel werelddeel. De missionarissen,die we vandaag gedenken, hebben met heel hun leven bewezen, dat die mensen ginds de moeite waard zijn. Je hoeft maar een tijd in Afrika te leven om prachtige mensen tegen te komen en de kwaliteit van zovelen te ontdekken. Als we ons daar goed gevoeld hebben, dan zegt dat immers nogal wat over hoe de mensen ons daar hebben ontvangen, aanvaard en bevestigd.

We rouwen vandaag dus niet over onze medebroeders, die hier in vrede zijn gestorven. Maar over de mensen voor wie en met wie ze leefden en die nu door een hele donkere periode van hun geschiedenis heen moeten. Mensen die omkomen door zinloos geweld, uitgebuite mensen, mensen die telkens weer de bossen in moeten vluchten als troepen hun dorpen omsingelen. We rouwen om kinderen wier toekomst kapot gemaakt wordt omdat ze gedwongen kindsoldaten worden, aan drugs verslaafd raken, tot bendeleden verworden.

Onze eigen mensen zetten nog altijd de traditie van onze gestorven medebroeders voort: ze blijven aanwezig ook als er gevaar dreigt en alles uitzichtloos dreigt te worden: Een jonge medebroeder schreef nadat zijn gemeenschap besloten had ter plaatse te blijven ondanks plundering en bedreiging: “We hopen dat onze mensen, die door iedereen in de steek worden gelaten, in onze blijvende aanwezigheid iets van de trouw van God mogen bespeuren”. Ik vroeg een van onze mensen, die besloot terug te gaan naar de chaos van Oost Congo of hij nooit ontmoedigd raakte. Hij zei rustig : ”Ontwikkelingen ten goede nemen veel tijd: heel veel tijd. Zolang ik maar het idee heb dat ik een beetje kan bijdragen aan die ontwikkeling ten goede, houd ik het wel vol”. En een ander zei:”Ik ga terug want ik hoor daar”.

Kampala:zalig zij die lijden omwille van mij..

Het missionaris leven nu is- materieel gezien- minder hard dan in de begintijd De eerste tientallen jaren stierven de meeste van ons vóór hun veertigste verjaardag. Later al en nu meer dan ooit wordt er
innerlijke weerstand vereist om het vol te kunnen houden. Maar de betrokkenheid op de mensen van Afrika, de waardering voor hun menselijk kwaliteit, de verbondenheid met elkaar in gemeenschap, het verlangen om het evangelie van Jezus van Nazareth door te geven zijn en ons Godsvertrouwen zijn de tradities die ons gaande houden.

Daaruit proberen we te leven. Dat is ook wat we aan een nieuwe generatie jonge missionarissen willen doorgeven. In het oude Europa zijn de roepingen schaars. Dat schept ruimte voor jonge mensen uit Afrika zelf, uit India en de Filippijnen Latijns Amerika. Laten die het maar overnemen. In totaal hebben we 330 kandidaten in opleiding, van wie 66 zich in een of twee jaren tijd voorgoed zullen binden aan het missionarisleven. Geen uit Nederland; nee. Maar er is hier en in Belgie wel een groepje jonge mannen en vrouwen die lekenmissionaris zijn in de geest van de Witte paters en de Witte zusters.: De MMA, the Missionary Movement of Africa. (Missionaire Beweging van Afrika)

En zo gaan de verhalen verder: Over Sosthene die een oude vrouw, van hekserij beschuldigd, met gevaar voor eigen leven verdedigde. Over Loloy, half Chinees, half Filippino, helemaal geboeid door de God, die van alle mensen houdt. Over Guibila, al twee keer van alles beroofd, maar die de mensen niet inde steek laat. Over Beebwa, begaan met de aids-patienten rondom Wukro in Ethiopia. Over Charles Osei die bendeleden tot jeugdleiders om probeert te vormen. Over Eveline die in Congo projecten probeert op te zetten samen met de mensen. Over Mallya die opkomt tegen ontrecht uit een groot gevoel voor compassie…..

We rouwen om zoveel dat nog mis gaat en zeer doet.
Maar we zijn niet zonder hoop. Het oude verhaal gaat door. Mensen gaan heen en mensen komen. Mensen geven uit handen en anderen pikken het op. We herdenken het verleden en zien uit naar de toekomst. Het verleden was goed: kijk maar naar hen die we gedenken. Waarom zou de toekomst niet goed zijn ?

Piet Kramer m.afr.

Webmaster-NL

Vorige pagina