Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2017. > Broeder Kees Akkermans overleden.

Broeder Kees Akkermans overleden.

vrijdag 22 september 2017, door Webmaster



In medeleven en dankbare herinnering
delen wij u mede dat

Kees Akkermans
Cornelius Willibrordus

Missionaris van Afrika - Witte Paters
op 18 september 2017 plotseling in
Dar es Salaam, Tanzania, is overleden.

Kees werd geboren op 30 september 1929 te Teteringen. Om missionaris te worden volgde Kees de opleiding in onze vormingshuizen van St. Charles bij Boxtel en ’s-Heerenberg, waar hij zich op 6 augustus 1953 door een eed van trouw als Broeder verbond aan onze Sociëteit. Vóór hij aan zijn opleiding begon had hij Middelbaar Tuinbouw gedaan, met een Diploma voor Boomkweken, Fruitteelt en Sierplanten, en Boekhouden. Hij had een gezond oor-deel en was een doorzetter: wat hij zich voornam gebeurde gestaag, het moest vooruit, met vooral aandacht voor de grote lijnen. Hij had steeds een goed humeur, was bescheiden, tevreden met alles, kalm en bezadigd, zeer sociaal en steeds bereid een dienst te verlenen.
Hij verloor als kind door een ongeluk zijn linkeroog; daar moest hij steeds rekening mee houden, bv. bij bespuiten van gewassen of bij het auto rijden bij kunstlicht.
Na twee jaar voortgezette vorming in Mariënthal, Luxemburg, werd hij in 1955 de verantwoordelijke voor de groentetuin van ons vormingshuis St. Charles. Hij was een vakman, kon goed organiseren en leiding geven. Zijn overste schreef op 23 juni 1956: “Hij bereikt het maximum aan resultaten zonder veel energie te verspillen”. Hij verbeterde de tuin door een drainage systeem aan te leggen, wat goed functioneerde.

In september 1960, na 2 maanden op ons klein seminarie te Bonelle in Frankrijk om goed Frans te leren en aansluitend een verblijf van een maand in de streek tussen Lyon en Pau om wat kennis op te doen van de wijnbouw, vertrok Kees naar Thibar, Tunesië. De Witte Paters hadden daar een boerderij van meer dan 2.000 ha, met akkers en vee, wijnbouw met wijnpers en wijnkelder en een landbouwschool met 140 leerlingen over 3 cursus jaren. Voor de boerderij en de landbouwschool, het zogenaamde Domein, was één communiteit van 4 Fransen, 4 Canadezen en 4 Nederlanders. Kees schreef op 1 januari 1961: “De communiteit is zeer gezellig”. Het was een onderneming op grote schaal, opgezet in onze beginperiode, om de reizen van onze missionarissen naar Centraal en Oost Afrika te kunnen bekostigen. Kees kreeg 3 weken om de cultuur en Arabisch te leren, en een jaar om zich in te werken in de sectie akkerbouw om die van Br. Fidèle (Piet Theunisse) over te nemen. Eind 1962 hadden zij 360 ha tarwe gezaaid, 40 ha erwten, en 40 ha suikerbieten!
Die sectie had 120 vaste werknemers en 80 seizoenarbeiders. Kees gebruikte een paard om alles te overzien en kreeg er de bijnaam “le Roi de la Plaine” (de Koning van de Vlakte). In die tijd werd de landbouwschool opgevoerd tot middelbaar niveau. Het werd de tweede Middelbare Landbouwschool voor heel Tunesië.

In die jaren werd de grond teruggenomen door de regering, maar aan de Missionarissen van Afrika werd gevraagd er te blijven werken. Het was een onzekere tijd; veel Fransen vertrok-ken, waaronder bisdom-priesters en zusters, en zelfs enige confraters; de meeste kerken werden gesloten. Toch sprak hij later graag over de tien jaren die hij er was. Toen hij er in juli 2009 na 40 jaren een bezoek bracht, kenden verschillenden hem nog terug: “Kormansi!”, zo sprak men zijn achternaam uit. Ook ontmoette hij de kinderen en kleinkinderen van hen die hij toen gekend had. Hij genoot van dat bezoek.

In 1970 werd hij benoemd in Tanzania, in het bisdom Rulenge. Hij begon op het klein seminarie Katoke om dat zelfvoorzienend te maken. In twee jaar tijd had hij 25 ha ontgonnen. Hij werkte samen met 3 Tanzaniaanse onderzoekcentra: Ukiriguru, Kilosa en Moshi. Als hij voor hen een proefveldje aanlegde, kreeg hij van hen verschillende variëteiten zaden en advies. Hij schreef 23 februari 1973: “Zeer interessant, en leerzaam als het gaat om bepaalde variëteiten uit te proberen”. Zo had hij 20 soorten tarwe, en 15 soorten sojabonen; en hij had uitgevonden dat men in die streek 2 maal per jaar tarwe en bonen kon verbouwen, en dat druiventeelt ook mogelijk was.

Rond Pasen 1973 verhuisde hij naar de bisschopsstad Rulenge. Even buiten die plaats begon hij met het ontginnen van een vallei van 10 km bij 400 m die er, vol riet, ongebruikt bij lag. Het regenwater kon er niet weg. Met een kleine graafmachine groef dhr. Kees Buis uit Bergen op Zoom een kanaal van 2 meter breed in de lengte van de vallei, met dwars erop enkele afwateringsloten. Door sluizen in het kanaal kon men de waterstand regelen. Voor de rijstbouw liet hij meer dan 35 soorten komen van over de hele wereld en ontdekte dat de soort, die het best voldeed, van enkele kilometers juist over de grens kwam, uit Burundi! Omdat men de waterstand kon regelen kon men tijdens het droge seizoen enkele malen bonen oogsten, tomaten en groenten oogsten. Een indrukwekkend project. President Nyerere kwam het persoonlijk bekijken en bespreken.

Vanaf 13 december 1991 was hij verantwoordelijk voor de garage van het bisdom. Hij deed het niet graag maar iemand moest het doen en hij vervulde zijn taak ruimhartig.

Op 28 januari 1994 werd Kees manager van ons Cultuur en Taalcentrum te Kipalapala in het aartsbisdom Tabora. Er waren daar jaarlijks 2 cursussen van drie maanden, en een of meerdere herhalingscursussen van kortere duur. Kees was verantwoordelijk voor de kost en inwoning, het personeel, de gebouwen en de tuin. Sommige studenten konden veeleisend zijn wat betreft de maaltijden, wat zijn werk niet vergemakkelijkte. Hij deed van alles om er wat extra’s van te maken; zo regelde hij bijvoorbeeld een machine voor verschillende smaken ijs. Hij zorgde voor een betere watervoorziening door het regenwater van de daken op te vangen in een grote watertank. En in de tuin legde hij om de paar meter een dijkje aan van 50cm hoog om het regenwater vast te houden. Om de grond te verbeteren zaaide hij ‘marejea’ (crotalaria ochroleuca) wat o.a. de eigenschap heeft om stikstofblaasjes aan de wortels te ontwikkelen. Het werd in Tanzania ontdekt en gepropageerd door een Benedictijn uit Peramiho.

Om jongelui te leren met computers te werken kocht Kees een tiental gereviseerde computers die tenslotte werden geïnstalleerd in een groot vertrek van de kantoren van het Lekenapostolaat ten behoeve van computerles en om te oefenen.

Op 8 maart 2005 verhuisde Kees naar Dar es Salaam, naar Atiman Huis. De Witte Paters hadden in Mbezi, een twintigtal km. buiten de stad, een stuk grond gekocht voor het bouwen van een Centrum voor missie- en roepingenanimatie en voor kennismaking en vormingscursussen voor kandidaten. Kees heeft daar de tuin aangelegd, de benodigde bouwmaterialen verzameld, en vervolgens toezicht gehouden op de bouwwerkzaamheden. Ook bouwde hij een grote dam van 2.5 m hoog om het regenwater op te vangen en plantte veel bomen.

In 2008 werd dit ‘Lavigerie Centrum’ geopend met Kees als manager, en twee Tanzaniaanse confraters voor de missie- en roepingen animatie. Op 5 maart 2009 schreef Kees over de jongelui die er een cursus volgden als voorbereiding op hun filosofieopleiding: “Het is opmerkelijk dat deze jongens spontaan en open zijn, en klaarstaan om een dienst te verlenen; er is een goede geest onder hen”. Men noemde hem er “Babu”, grootvader, een eretitel.

In 2017 kwam hij nog op vakantie naar Nederland, en was trots dat hij volgens de arts zeker terug mocht naar Tanzania. Daar is hij op 18 september 2017 op weg naar de stad voor in-kopen toch plotseling overleden.

Het aspect van Jezus wat hij, zijn hele leven overziend, vooral beleefde was:

“Vijf talenten hebt ge mij toevertrouwd; vijf heb ik er bijverdiend”.
Mat.25,20.

Kees wordt op donderdag 21 september in Tanzania begraven. Op St Charles, Op de Bos 2, Heythuysen zal er een herdenkingsdienst zijn op vrijdag 29 september om 13.30 uur.

Namens de familie;

De heer G. Akkermans
Spotvogellaan 18
3722 CW Bilthoven

Namens de Witte Paters;

Pater Piet Buijsrogge
Op de Bos 43
6093 NC Heythuysen