Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2012. > Pater Cor van den Brand overleden.

Pater Cor van den Brand overleden.

woensdag 23 mei 2012, door Webmaster

Pater Cor van den Brand

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede dat

pater Cor van den Brand
(Cornelius Petrus Maria)

Missionarissen van Afrika (Witte Pater)

op 21 mei 2012 is overleden.

_

Cor werd geboren 1 april 1932 te Gemert. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van Sterksel, Boxtel,
’s-Heerenberg en Heverlee (België) waar hij zich 7 juli 1956 door de missionariseed verbond aan onze Sociëteit en op 21 april 1957 priester werd gewijd.

Cor had een gezond oordeel, zag wat er gedaan moest worden en organiseerde dat goed en met zorg. Hij was een harde werker en doorzetter, iemand waar je van op aan kon, door niets uit het veld te slaan, nuchter en realistisch, steeds bereid een dienst te verlenen. Hij kon met tact leiding geven en had de gave iets duidelijk uit te leggen. Zijn recept gaf hij prijs op 26 mei 1957: “Ik heb geleerd datgene wat mij moeilijker afging extra onder handen te nemen”.
In augustus 1957 begon hij op ons klein seminarie Sterksel als leraar en later prefect. Het volgende jaar ging hij op de universiteit van Amsterdam Latijn en Grieks studeren, maar na een jaar werd hij teruggeroepen omdat men hem in Sterksel weer nodig had.

December 1964 kon hij naar Kongo, het aartsbisdom Bukavu, om er de taal en kultuur te leren, en in juli 1965 ging hij naar de parochie Mutesa, een zeer uitgestrekt gebied met 110.000 inwoners, waarvan 30.000 katholiek.
In juli 1966 verhuisde hij naar het klein seminarie te Mugeri. De rector was Kongolees, Cor werd vice-rector en leraar Grieks, Engels, Wiskunde en Lichamelijke Oefeningen.
De politieke onlusten in de streek kwamen steeds dichter bij, en in juli 1967 werd hem aangeraden te vertrekken.
Maart 1968 kon hij terug en werd pastoor van Nyantende, en daarbij vanaf september assistent regionaal. Voor dat werk bezocht hij de medebroeders zo vaak mogelijk, omdat hij dat het voornaamste vond. Vanaf september 1970 deed hij dat vanuit de bisschopsstad Goma. Het was de tijd dat President Mobutu insisteerde op “authenticiteit”. Cor schreef 15 april 1972: “Aan heel deze crisis … zitten ook zeer veel goede kanten. Wij worden zo gedwongen naar Afrikaanse vormen en ideeën te zoeken, om echt een plaatselijke kerk mogelijk te maken”.
Die 9 jaren in Kongo hebben Cor blijvend getekend; bij zijn gouden jubileum in 2007 vertelde hij: “De jaren in Kongo hebben zo’n diepe invloed op mij gehad, dat ik voor de rest van mijn leven als missionaris heb willen leven en werken”.
Maart 1973 kwam hij terug naar Nederland en werd eind dat jaar secretaris van de provincie om begin 1975 Provinciaal te worden. Hij was toegankelijk voor de medebroeders, ging hen bezoeken, bij hun uitvaarten ging hij voor en had dan een goede homilie dicht bij de mensen. Naar de medebroeders in Afrika schreef hij hartelijke brieven, en ontving hen warm wanneer zij op verlof kwamen. Hij begon met de tweemaandelijkse “Regiobijeenkomsten” in Nederland van alle (oud-)medebroeders rond enige centrale gemeenschappen om informatie door te geven en met elkaar te overleggen. De zorg voor bejaarden begon een steeds grotere rol te spelen. Naast het verbouwde St.Charles bij Boxtel, voor een grotere gemeenschap en een eigen afdeling van ons kloosterbejaardenoord regelde het Witte Paterbestuur kleine groepjes in reguliere zorgcentra dichter bij de familie voor die dat wensten. Zo werd in 1975 een groepje ondergebracht in Heeswijk (opgeheven 1987) en in Warmond (opgeheven 1997); en in 1979 in Etten-Leur (opgeheven 1994). Het groepje dat vanaf 1958 in Oss was werd opgeheven in 1979.
Voor een uitdrukkelijk missionaire uitstraling werd augustus 1977 de gemeenschap “Karibu” in Nijmegen voorbereid. Het doel was: een missionaire bewustmakende gemeenschap van drie Witte Paters, in een leefgemeenschap met jongeren (veelal universiteitsstudenten), die wilden leven volgens de idealen van het evangelie van Jezus.
Ook werd de “Groep 4” gestart, een denk- en aktiegroep van de Oversten van Missionaire Instituten binnen de Stichting Nederlandse Priester Religieuzen (SNPR). Cor was er een drijvende kracht in. Tegen het einde van zijn termijn schreef hij een artikel in het tijdschrift Ons Geestelijk Leven: “Zijn leven geven kent géén grenzen!”.
Op 1 juli 1982 overhandigde hij zijn taken aan zijn opvolger, en per 15 december 1982 werd hij door bisschop Bluijssen van Den Bosch benoemd tot Directeur van het Diocesaan Missiecentrum, met de opdracht: “In goed overleg tot een verheldering en goede invulling van het begrip ‘missie’ te komen … ten behoeve van de kerkopbouw in ons eigen bisdom (inspiratie en begeleiding) als ook voor de missie- en ontwikkelingslanden”. Cor had 6 deeltijdmedewerkers voor de 379 parochies, en deed dat werk voor 15 jaren met zijn gekende inzet. Het was de tijd van nieuwe missionaire vragen en benaderingen. Van oorsprong katholieke organisaties (Memisa, Mensen in Nood, Pax Christi) gingen samenwerken met humanitaire actiegroepen. Ook het inzicht van “wederkerigheid” veranderde: zij leren van ons, wij leren van hen. De Witte Paters begonnen in 1995 een ‘veldpost’ in de Haagse Schilderswijk, die Cor namens de Provincie begeleidde. In 1988 werd Cor gekozen als lid van de Provinciale Raad en voor 4 termijnen herkozen, en in 2001 tevens benoemd als assistent van de Provinciaal. In 1997 werd Cor 65 en vroeg hij ontslag als directeur, wat hem de bisschop eervol in grote dank voor zijn kundigheid en goede samenwerking verleende.
Begin 1998 werd hij benoemd tot kontaktpersoon en coördinator voor ‘Vrede-Gerechtigheid-Heelheid voor de Schepping’ van de Witte Paters in Nederland, en vervult hij die taak verder via verschillende kanalen. Hij was verder een inspirerend en zeer betrokken (bestuurs)lid van vele andere plaatselijke en nationale missionaire en humane organisaties, onder meer als lid en vanaf juni 1999 als voorzitter van het Afrika Platform van de Nederlandse Missieraad; als lid en vanaf 2001 als voorzitter van de Stuurgroep Afrika-Europa Netwerk Nederland en voorzitter van de Commissie Educatie en Vorming van de Nederlandse Missieraad en als bestuurslid van het Centraal Missie Commissariaat.

In 2006 had hij het genoegen uitgenodigd te worden enige tijd naar Kongo te gaan als waarnemer van de presidentsverkiezingen juist in de streek waar hij jaren geleefd en gewerkt had. Bij zijn gouden jubileum 2007 zei hij: “Wat mij het meest aansprak in Jezus van Nazareth was zijn doelstelling dat wij leven mogen hebben, en wel leven in overvloed. Van daaruit heb ik ook geleefd en gewerkt”. Augustus 2010 schreef hij: “Kongo is een stuk van mijn leven, eens en voor altijd”.

Eind november 2010 kreeg hij het bericht dat hij leed aan een ernstige ziekte. Cor schreef: “Mijn doel nu: nog een goede en mooie tijd meemaken, en ik laat aan de Meester van het Leven de duur over”. Vanaf 2012 werd hij heel vlug moe. Zijn medebroeders voorzagen de meerzorg en zorgden voor een kamer op de begane grond. Op 18 mei werd hij opgenomen in het hospice De Regenboog in Eindhoven, waar Cor op 21 mei 2012 rustig is overleden.

Op zaterdag 26 mei 2012 om 14:30 uur was er in de parochiekerk van de H. Nocolaas, Dorpstraat 120 in Heythuysen (6093ED) een Eucharistieviering om Cor te gedenken, waarna we hem te ruste hebben gelegd op ons eigen kerkhof, Huize St. Charles, Op de Bos 2 te Heythuysen (6093 NC)). Daarna was er in het cultureel centrum “De Bombardon” in Heythuysen een koffietafel.

“Ik ben gekomen dat zij leven mogen hebben,
en wel leven in overvloed”
. Joh.10,10

Familie van den Brand

Jan Mol M.Afr.
Gedelegeerde Overste Nederland
Modestusstraat 20
5101 BP Dongen

N.B.
Op 2 juni aanstaande is er om 19 uur een gedachtenisviering voor Cor in de parochiekerk Maria ten Hemelopneming in de O.L.Vrouwestraat te Handel.